Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
jong 39
jonge 154
jongeling 72
jongelingen 80
jongelingschap 2
jongeloos 2
jongeman 1
Frequency    [«  »]
81 woonde
80 behalve
80 gode
80 jongelingen
80 weldadigheid
80 wijs
80 zet

Bijbel

IntraText - Concordances

jongelingen

   Book Chapter: Verse
1 Gen 14:24 | buiten mij; alleen wat de jongelingen verteerd hebben, en het 2 Exo 24:5 | 5 En hij zond de jongelingen van de kinderen Israels, 3 Num 11:28 | een van zijn uitgelezen jongelingen, antwoordde en zeide: Mijn 4 Joz 6:23 | 23 Toen gingen de jongelingen, de verspieders, daarin 5 Ric 13:10 | bruiloft, want alzo plachten de jongelingen te doen. ~ 6 1Sa 2:17 | Alzo was de zonde dezer jongelingen zeer groot voor het aangezicht 7 1Sa 8:16 | dienstmaagden, en uw beste jongelingen, en uw ezelen nemen, en 8 1Sa 16:11 | tot Isai: Zijn dit al de jongelingen? En hij zeide: De kleinste 9 1Sa 16:18 | Toen antwoordde een van de jongelingen, en zeide: Zie, ik heb gezien 10 1Sa 21:2 | die ik u geboden heb; den jongelingen nu heb ik de plaats van 11 1Sa 21:4 | heilig brood, wanneer zich de jongelingen slechts van de vrouw onthouden 12 1Sa 21:5 | uitging, en de vaten der jongelingen zijn heilig; en het is enigerwijze 13 1Sa 25:5 | 5 Zo zond David tien jongelingen; en David zeide tot de jongelingen: 14 1Sa 25:5 | jongelingen; en David zeide tot de jongelingen: Gaat op naar Karmel, en 15 1Sa 25:8 | 8 Vraag het uw jongelingen, en zij zullen het u te 16 1Sa 25:8 | kennen geven. Laat dan deze jongelingen genade vinden in uw ogen, 17 1Sa 25:9 | 9 Toen de jongelingen van David gekomen waren, 18 1Sa 25:12 | 12 Toen keerden zich de jongelingen van David naar hun weg; 19 1Sa 25:14 | Doch een jongeling uit de jongelingen boodschapte het aan Abigail, 20 1Sa 25:19 | 19 En zij zeide tot haar jongelingen: Trekt heen voor mijn aangezicht; 21 1Sa 25:25 | uw dienstmaagd, heb de jongelingen van mijn heer niet gezien, 22 1Sa 25:27 | dat hij gegeven worde den jongelingen, die mijns heren voetstappen 23 1Sa 26:22 | konings; zo laat een van de jongelingen overkomen, en halen ze. ~ 24 2Sa 13:32 | zegge niet, dat zij al de jongelingen, des konings zonen, gedood 25 1Kon 12:8 | en hij hield raad met de jongelingen, die met hem opgewassen 26 1Kon 12:10| 10 En de jongelingen, die met hem opgewassen 27 1Kon 12:14| tot hen naar den raad der jongelingen, zeggende: Mijn vader heeft 28 2Kon 5:22| straks zijn tot mij twee jongelingen uit de zonen der profeten, 29 2Kro 11:8 | en hij hield raad met de jongelingen, die met hem opgewassen 30 2Kro 11:10| 10 En de jongelingen die met hem opgewassen waren, 31 2Kro 11:14| tot hen naar den raad der jongelingen, zeggende: Mijn vader heeft 32 2Kro 37:17| koning der Chaldeen, die hun jongelingen met het zwaard in het huis 33 2Kro 37:17| doodde, en hij verschoonde de jongelingen niet, noch de maagden, de 34 Neh 4:23 | mijn broederen, noch mijn jongelingen, noch de mannen van de wacht, 35 Est 2:2 | 2 Toen zeiden de jongelingen des konings, die hem dienden: 36 Est 30:3 | Mordechai hierover gedaan? En de jongelingen des konings, zijn dienaars, 37 Est 30:5 | 5 En des konings jongelingen zeiden tot hem: Zie, Haman 38 Job 1:19 | huis, en het viel op de jongelingen, dat ze stierven; en ik 39 Psa 78:63 | 63 Het vuur verteerde hun jongelingen, en hun jonge dochters werden 40 Psa 148:12 | 12 Jongelingen en ook maagden; gij ouden 41 Spre 20:29| 29      Der jongelingen sieraad is hun kracht, en 42 Jes 3:4 | 4      En Ik zal jongelingen stellen tot hun vorsten, 43 Jes 9:16 | niet verblijden over hun jongelingen, en hunner wezen en hunner 44 Jes 13:18 | Maar hun bogen zullen de jongelingen verpletteren, en zij zullen 45 Jes 23:4 | gebaard, en ik heb geen jongelingen groot      gemaakt, en geen 46 Jes 31:8 | zwaard vlieden, en zijn jongelingen zullen versmelten. ~ 47 Jes 40:30 | moede en mat worden, en de jongelingen zullen gewisselijk vallen; ~ 48 Jer 6:11 | de vergadering der      jongelingen te zamen; want zelfs de 49 Jer 9:21 | roeien van de wijken, de jongelingen van de straten. ~ 50 Jer 11:22 | bezoeking over hen doen: de jongelingen zullen door het zwaard sterven, 51 Jer 18:21 | dood omgebracht, en hun jongelingen met het zwaard geslagen 52 Jer 31:13 | verblijden in den rei, daartoe de jongelingen en ouden te zamen; want 53 Jer 48:15 | opgegaan, en de keur zijner jongelingen is ter slachting afgegaan, 54 Jer 49:26 | Daarom zullen haar jongelingen vallen op haar straten; 55 Jer 50:30 | Daarom zullen haar jongelingen vallen op haar straten, 56 Jer 51:3 | pantsier; en verschoont haar jongelingen niet, verbant al haar heir; ~ 57 Klaa 1:15| mij uitgeroepen, om mijn jongelingen te verbreken; de Heere heeft 58 Klaa 1:18| mijn jonkvrouwen en mijn jongelingen zijn in de      gevangenis 59 Klaa 1:43| mijn jonkvrouwen en mijn jongelingen zijn door het zwaard gevallen; 60 Klaa 2:13| 13      Zij hebben de jongelingen weggenomen, om te malen, 61 Klaa 2:14| houden op van de poort, de jongelingen van hun snarenspel. ~ 62 Eze 9:6 | 6      Doodt ouden, jongelingen en maagden, en kinderkens 63 Eze 23:6 | overheden, altemaal gewenste jongelingen, ruiteren, rijdende op paarden. ~ 64 Eze 23:12 | altemaal gewenste      jongelingen. ~ 65 Eze 23:23 | Assur met hen; gewenste jongelingen, die allen vorsten en overheden 66 Eze 30:17 | 17      De jongelingen van Aven en Pibeseth zullen 67 Dan 1:4 | 4      Jongelingen, aan dewelke geen gebrek 68 Dan 1:10 | droeviger zien, dan der jongelingen, die in gelijkheid met ulieden 69 Dan 1:13 | gedaanten, en de gedaante der jongelingen, die de stukken van de spijs 70 Dan 1:15 | waren van vlees dan al de jongelingen, die de stukken van de spijze 71 Dan 1:17 | 17      Aan deze vier jongelingen nu gaf God wetenschap en 72 Joe 2:28 | zullen dromen dromen, uw jongelingen      zullen gezichten zien; ~ 73 Amos 2:11| profeten verwekt, en uit uw jongelingen tot Nazireen; is dit niet 74 Amos 4:10| wijze van Egypte; Ik heb uw jongelingen door het zwaard gedood, 75 Amos 8:13| schone jonkvrouwen en de jongelingen van dorst versmachten; ~ 76 Zac 9:17 | wezen! Het koren zal de jongelingen, en de most zal de jonkvrouwen 77 Mark 14:51| over het naakte lijf, en de jongelingen grepen hem. ~ 78 Hand 2:17| zullen profeteren, en uw jongelingen zullen gezichten zien, en 79 1Joh 2:13| beginne is. Ik schrijf u, jongelingen, want gij hebt den boze 80 1Joh 2:14| is. Ik heb u geschreven, jongelingen, want gij zijt sterk, en


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License