Book Chapter: Verse
1 Gen 14:19 | zeide: Gezegend zij Abram Gode, de Allerhoogste, Die hemel
2 Exo 18:12 | de schoonvader van Mozes, Gode brandoffer en slachtofferen;
3 Exo 19:17 | het volk uit het leger, Gode tegemoet; en zij stonden
4 Deu 21:23 | want een opgehangene is Gode een vloek. Alzo zult gij
5 Job 1:22 | zondigde Job niet, en schreef Gode niets ongerijmds toe. ~ ~
6 Job 6:9 | 9 En dat het Gode beliefde, dat Hij mij verbrijzelde,
7 Job 12:6 | verwoesters hebben rust, en die Gode tergen, hebben verzekerdheden,
8 Job 22:2 | 2 Zal ook een man Gode voordelig zijn? Maar voor
9 Psa 41:4 | gegeven, een lofzang onzen Gode; velen zullen het zien,
10 Psa 47:2 | klapt in de hand; juicht Gode met een stem van vreugdegezang. ~
11 Psa 47:7 | 7 Psalmzingt Gode, psalmzingt! Psalmzingt
12 Psa 49:8 | kunnen verlossen; hij zal Gode zijn rantsoen niet kunnen
13 Psa 50:14 | 14 Offert Gode dank, en betaalt den Allerhoogste
14 Psa 62:6 | gij, o mijn ziel! zwijg Gode; want van Hem is mijn verwachting. ~
15 Psa 66:1 | opperzangmeester. Juicht Gode, gij ganse aarde! ~
16 Psa 68:5 | 5 Zingt Gode, psalmzingt Zijn Naam; hoogt
17 Psa 68:33 | koninkrijken der aarde, zingt Gode; psalmzingt den Heere! Sela. ~
18 Psa 68:35 | 35 Geeft Gode sterkte! Zijn hoogheid is
19 Psa 81:2 | 2 Zingt vrolijk Gode, onze Sterkte; juicht den
20 Matt 22:21| dat des keizers is, en Gode, dat Gods is. ~
21 Mark 12:17| dat des keizers is, en Gode, dat Gods is. En zij verwonderden
22 Luk 17:18 | gevonden, die wederkeren, om Gode eer te geven, dan deze vreemdeling? ~
23 Luk 18:43 | het volk, dat ziende, gaf Gode lof. ~ ~
24 Luk 20:25 | dat des keizers is, en Gode, dat Gods is. ~
25 Joha 5:18| eigen Vader was, Zichzelven Gode evengelijk makende. ~
26 Joha 16:2 | die u zal doden, zal menen Gode een dienst te doen. ~
27 Hand 6:53| des Heeren, daarom dat hij Gode de eer niet gaf; en hij
28 Hand 9:18| 18 Gode zijn al Zijn werken van
29 Hand 10:25| Paulus en Silas, en zongen Gode lofzangen en de gevangenen
30 Hand 14:32| nu, broeders, ik bevele u Gode, en den woorde Zijner genade,
31 Hand 21:25| mannen, want ik geloof Gode, dat het alzo zijn zal,
32 Rom 6:10 | Hij leeft, dat leeft Hij Gode. ~
33 Rom 6:11 | der zonde dood zijt, maar Gode levende zijt in Christus
34 Rom 6:13 | ongerechtigheid; maar stelt uzelven Gode, als uit de doden levende
35 Rom 6:13 | zijnde, en stelt uw leden Gode tot wapenen der gerechtigheid. ~
36 Rom 6:17 | 17 Maar Gode zij dank, dat gij wel dienstknechten
37 Rom 6:22 | zonde vrijgemaakt zijnde, en Gode dienstbaar gemaakt zijnde,
38 Rom 7:4 | doden opgewekt is, opdat wij Gode vruchten dragen zouden. ~
39 Rom 8:8 | in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen. ~
40 Rom 11:30 | gelijkerwijs ook gijlieden eertijds Gode ongehoorzaam geweest zijt,
41 Rom 12:1 | een levende, heilige en Gode welbehagelijke offerande,
42 Rom 14:12 | ons zal voor zichzelven Gode rekenschap geven. ~
43 Rom 14:18 | in deze dingen dient, is Gode welbehagelijk, en aangenaam
44 1Kor 1:21| de wijsheid, zo heeft het Gode behaagd, door de dwaasheid
45 1Kor 8:8 | 8 De spijze nu maakt ons Gode niet aangenaam; want hetzij
46 1Kor 9:21| als zonder de wet zijnde (Gode nochtans zijnde niet zonder
47 1Kor 10:20| duivelen offeren, en niet Gode; en ik wil niet, dat gij
48 1Kor 14:2 | spreekt niet den mensen, maar Gode; want niemand verstaat het,
49 1Kor 15:57| 57 Maar Gode zij dank, Die ons de overwinning
50 2Kor 1:20| ja, en zijn in Hem amen, Gode tot heerlijkheid door ons. ~
51 2Kor 2:14| 14 En Gode zij dank, Die ons allen
52 2Kor 2:15| 15 Want wij zijn Gode een goede reuk van Christus,
53 2Kor 5:11| tot het geloof, en zijn Gode openbaar geworden; doch
54 2Kor 5:13| uitzinnig zijn, wij zijn het Gode; hetzij dat wij gematigd
55 2Kor 8:16| 16 Doch Gode zij dank, Die dezelfde naarstigheid
56 2Kor 9:15| 15 Doch Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke
57 Gal 1:15 | 15 Maar wanneer het Gode behaagd heeft, Die mij van
58 Gal 2:19 | wet gestorven, opdat ik Gode leven zou. ~
59 Gal 3:6 | 6 Gelijkerwijs Abraham Gode geloofd heeft, en het is
60 Efez 5:2 | offerande en een slachtoffer, Gode tot een welriekenden reuk. ~
61 Fili 2:6 | geen roof geacht heeft Gode even gelijk te zijn; ~
62 Fili 4:18| een aangename offerande, Gode welbehagelijk. ~
63 1The 2:4 | als mensen behagende, maar Gode, Die onze harten beproeft. ~
64 1The 2:12| zoudt wandelen, waardiglijk Gode, Die u roept tot Zijn Koninkrijk
65 1The 2:15| ons hebben vervolgd, en Gode niet behagen, en alle mensen
66 1The 3:9 | wat dankzegging kunnen wij Gode tot vergelding wedergeven
67 1The 4:1 | hoe gij moet wandelen en Gode behagen, dat gij daarin
68 2Tim 2:15| Benaarstig u, om uzelven Gode beproefd voor te stellen,
69 Heb 9:14 | eeuwigen Geest Zichzelven Gode onstraffelijk opgeofferd
70 Heb 11:4 | Abel een meerdere offerande Gode geofferd dan Kain, door
71 Heb 11:5 | getuigenis gehad, dat hij Gode behaagde. ~
72 Heb 11:6 | geloof is het onmogelijk Gode te behagen. Want die tot
73 Heb 12:28 | dewelke wij welbehagelijk Gode mogen dienen, met eerbied
74 Heb 13:15 | ons dan door Hem altijd Gode opofferen een offerande
75 Jako 4:7 | 7 Zo onderwerpt u dan Gode; wederstaat den duivel,
76 1Pet 2:5 | offeranden op te offeren, die Gode aangenaam zijn door Jezus
77 3Joh 1:6 | geleide doet, gelijk het Gode waardig is, zo zult gij
78 Open 1:6 | tot koningen en priesters Gode en Zijn Vader; Hem, zeg
79 Open 5:9 | zijt geslacht, en hebt ons Gode gekocht met Uw bloed, uit
80 Open 14:4 | mensen, tot eerstelingen Gode en het Lam. ~
|