Book Chapter: Verse
1 Gen 2:3 | zevende dag gezegend, en die geheiligd; omdat Hij op denzelven
2 Exo 28:38 | kinderen Israels zullen geheiligd hebben, in alle gaven hunner
3 Exo 29:21 | zonen met hem; opdat hij geheiligd zij, en zijn klederen, ook
4 Exo 29:43 | kinderen Israels; opdat zij geheiligd worden door Mijn heerlijkheid. ~
5 Lev 10:3 | tot Mij naderen, zal Ik geheiligd worden, en voor het aangezicht
6 Lev 22:32 | midden der kinderen Israels geheiligd worde; Ik ben de HEERE,
7 Lev 26:14 | wanneer iemand zijn huis zal geheiligd hebben, dat het den HEERE
8 Lev 26:15 | 15 En indien hij, die het geheiligd heeft, zijn huis zal lossen,
9 Lev 26:16 | bezitting den HEERE wat geheiligd zal hebben, zo zal uw schatting
10 Lev 26:17 | akker van het jubeljaar af geheiligd zal hebben, zo zal het naar
11 Lev 26:18 | zijn akker na het jubeljaar geheiligd zal hebben, dan zal hem
12 Lev 26:19 | indien hij, die den akker geheiligd heeft, denzelven ganselijk
13 Lev 26:22 | den HEERE een akker heeft geheiligd, dien hij gekocht heeft,
14 Num 3:13 | Egypteland sloeg, heb Ik Mij geheiligd alle eerstgeborenen in Israel,
15 Num 7:1 | hij dien gezalfd, en dien geheiligd had, en al zijn gereedschap,
16 Num 7:1 | hij ze gezalfd, en dezelve geheiligd had; ~
17 Num 8:17 | sloeg, heb Ik dezelve Mij geheiligd. ~
18 Num 20:13 | hebben; en Hij werd aan hen geheiligd. ~
19 Deu 32:51 | Zin; omdat gij Mij niet geheiligd hebt in het midden der kinderen
20 Ric 16:3 | geld den HEERE ganselijk geheiligd van mijn hand, voor mijn
21 1Sa 21:5 | heden ander in de vaten zal geheiligd worden. ~
22 2Sa 8:11 | zilver en het goud, dat hij geheiligd had van alle heidenen, die
23 1Kon 9:3 | gedaan hebt; Ik heb dat huis geheiligd, hetwelk gij gebouwd hebt,
24 1Kon 9:7 | huis, hetwelk Ik Mijn Naam geheiligd heb, zal Ik van Mijn aangezicht
25 2Kon 12:18| vaderen, de koningen van Juda, geheiligd hadden, en zijn geheiligde
26 2Kon 13:18| vaderen, de koningen van Juda, geheiligd hadden, en zijn geheiligde
27 1Kro 27:26| dingen, die de koning David geheiligd had, mitsgaders de hoofden
28 1Kro 27:27| den buit hadden zij het geheiligd, om het huis des HEEREN
29 1Kro 27:28| wat Samuel, de ziener, geheiligd had, en Saul, de zoon van
30 1Kro 27:28| van Zeruja; al wat iemand geheiligd had, was onder de hand van
31 2Kro 5:11| gevonden werden, hadden zich geheiligd, zonder de verdelingen te
32 2Kro 6:11| gevonden werden, hadden zich geheiligd, zonder de verdelingen te
33 2Kro 8:16| nu dit huis verkoren en geheiligd, opdat Mijn Naam daar zij
34 2Kro 8:20| dit huis, dat Ik Mijn Naam geheiligd heb, zal Ik van Mijn aangezicht
35 2Kro 26:18| priesteren, Aarons zonen, die geheiligd zijn, om te roken; ga uit
36 2Kro 29:19| had, hebben wij bereid en geheiligd; en zie, zij zijn voor het
37 2Kro 29:34| de andere priesters zich geheiligd hadden; want de Levieten
38 2Kro 30:3 | priesteren zich niet genoeg geheiligd hadden, en het volk zich
39 2Kro 30:8 | Zijn heiligdom, hetwelk Hij geheiligd heeft tot in eeuwigheid,
40 2Kro 30:15| geworden, en hadden zich geheiligd, en hadden brandofferen
41 2Kro 30:17| gemeente, die zich niet geheiligd hadden; daarom waren de
42 2Kro 30:24| nu hadden zich in menigte geheiligd. ~
43 2Kro 31:6 | die den HEERE, hun God, geheiligd waren, en maakten vele hopen.
44 2Kro 31:18| in hun ambt in heiligheid geheiligd. ~
45 2Kro 37:14| huis des HEEREN, dat Hij geheiligd had te Jeruzalem. ~
46 Ezra 3:5 | hoogtijden des HEEREN, die geheiligd waren; ook van een ieder,
47 Jes 5:16 | en God, die Heilige, zal geheiligd worden door gerechtigheid. ~
48 Jes 30:29 | nacht, wanneer het feest geheiligd wordt; en blijdschap des
49 Jes 59:13 | verlustiging, opdat de HEERE geheiligd worde, Die te eren
50 Jer 1:5 | baarmoeder voortkwaamt, heb Ik u geheiligd; Ik heb u den volken tot
51 Eze 20:41 | zijn, en Ik zal in u geheiligd worden voor de ogen der
52 Eze 28:22 | hebben geoefend, en in haar geheiligd zal zijn. ~
53 Eze 28:25 | de ogen der heidenen zal geheiligd zijn, dan zullen zij
54 Eze 36:23 | aan u voor hun ogen zal geheiligd zijn. ~
55 Eze 38:16 | o Gog! voor hun ogen zal geheiligd worden. ~
56 Eze 39:27 | vijanden, en Ik aan hen geheiligd zal zijn voor de ogen van
57 Eze 48:11 | voor de priesteren, die geheiligd zijn uit de kinderen van
58 Zep 1:7 | Hij heeft Zijn genoden geheiligd. ~
59 Matt 6:9 | hemelen zijt! Uw Naam worde geheiligd. ~
60 Luk 11:2 | hemelen zijt! Uw Naam worde geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw
61 Joha 10:36| gijlieden tot Mij, Dien de Vader geheiligd en in de wereld gezonden
62 Joha 17:19| voor hen, opdat ook zij geheiligd mogen zijn in waarheid. ~
63 Hand 15:26| den dag daaraan met hen geheiligd zijnde, ging hij in den
64 Hand 18:18| Waarover mij gevonden hebben, geheiligd zijnde, in den tempel, niet
65 Rom 15:16 | heidenen aangenaam worde, geheiligd door den Heiligen Geest. ~
66 1Kor 6:11| afgewassen, maar gij zijt geheiligd, maar gij zijt gerechtvaardigd,
67 1Kor 7:14| Want de ongelovige man is geheiligd door de vrouw, en de ongelovige
68 1Kor 7:14| en de ongelovige vrouw is geheiligd door den man; want anders
69 1Tim 4:5 | 5 Want het wordt geheiligd door het Woord van God,
70 2Tim 2:21| zal een vat zijn ter ere, geheiligd en bekwaam tot gebruik des
71 Heb 2:11 | Die heiligt, en zij, die geheiligd worden, zijn allen uit een;
72 Heb 5:9 | 9 En geheiligd zijnde, is Hij allen, die
73 Heb 7:28 | Zoon, Die in der eeuwigheid geheiligd is. ~ ~
74 Heb 10:10 | 10 In welken wil wij geheiligd zijn, door de offerande
75 Heb 10:14 | eeuwigheid volmaakt degenen, die geheiligd worden. ~
76 Heb 10:29 | geacht heeft, waardoor hij geheiligd was, en den Geest der genade
77 Jud 1:1 | die door God den Vader geheiligd zijn, en door Jezus Christus
78 Open 22:11| die heilig is, dat hij nog geheiligd worde. ~
|