Book Chapter: Verse
1 Lev 26:8 | bekomen, zal de priester hem schatten. ~
2 Lev 26:12 | 12 En de priester zal dat schatten, naar dat het goed of kwaad
3 Lev 26:14 | zo zal de priester dat schatten, naar dat het goed of kwaad
4 Deu 32:34 | opgesloten, verzegeld in Mijn schatten?
5 1Kon 7:51| vaten legde hij onder de schatten van het huis des HEEREN. ~ ~
6 1Kon 14:26| 26 En hij nam de schatten van het huis des HEEREN,
7 1Kon 14:26| het huis des HEEREN, en de schatten van het huis des konings
8 1Kon 15:18| dat overgebleven was in de schatten van het huis des HEEREN,
9 1Kon 15:18| het huis des HEEREN, en de schatten van het huis des konings,
10 2Kon 12:18| dat gevonden werd in de schatten van het huis des HEEREN,
11 2Kon 13:18| dat gevonden werd in de schatten van het huis des HEEREN,
12 2Kon 15:14| huis des HEEREN, en in de schatten van des konings huis, mitsgaders
13 2Kon 17:8 | huis des HEEREN, en in de schatten van het huis des konings
14 2Kon 18:8 | huis des HEEREN, en in de schatten van het huis des konings
15 2Kon 20:15| huis des HEEREN, en in de schatten van het huis des konings. ~
16 2Kon 22:13| wat gevonden werd in zijn schatten; er was geen ding in zijn
17 2Kon 22:15| geen ding is er in mijn schatten, dat ik hun niet getoond
18 2Kon 26:13| bracht van daar uit al de schatten van het huis des HEEREN,
19 2Kon 26:13| het huis des HEEREN, en de schatten van het huis des konings;
20 1Kro 9:26| over de kameren en over de schatten van het huis Gods. ~
21 1Kro 27:20| de Levieten, Ahia over de schatten van het huis Gods, en over
22 1Kro 27:20| het huis Gods, en over de schatten der geheiligde dingen. ~
23 1Kro 27:22| broeder; dezen waren over de schatten van het huis des HEEREN. ~
24 1Kro 27:24| Mozes, was overste over de schatten. ~
25 1Kro 27:26| broederen waren over al de schatten der heilige dingen, die
26 1Kro 28:25| 25 En over de schatten des konings was Azmaveth,
27 1Kro 28:25| zoon van Adiel; en over de schatten op het land, in de steden,
28 1Kro 28:27| wijnstokken kwam tot de schatten des wijns, was Zabdi, de
29 1Kro 28:28| Gederiet; maar Joas was over de schatten der olie. ~
30 1Kro 29:12| alle kameren rondom; tot de schatten van het huis Gods, en tot
31 1Kro 29:12| het huis Gods, en tot de schatten der heilige dingen; ~
32 2Kro 5:1 | vaten legde hij onder de schatten van het huis Gods. ~
33 2Kro 6:1 | vaten legde hij onder de schatten van het huis Gods. ~
34 2Kro 9:15| alle zaken, en aangaande de schatten. ~
35 2Kro 12:11| legde oversten daarin, en schatten van spijs, en olie, en wijn; ~
36 2Kro 13:9 | Jeruzalem; en hij nam de schatten van het huis des HEEREN
37 2Kro 13:9 | het huis des HEEREN en de schatten van het huis des konings
38 2Kro 17:2 | en het goud voort, uit de schatten van het huis des HEEREN
39 2Kro 25:24| werden, bij Obed-Edom, en de schatten van het huis des konings,
40 2Kro 37:18| grote en de kleine, en de schatten van het huis des HEEREN,
41 2Kro 37:18| het huis des HEEREN, en de schatten des konings en zijner vorsten,
42 Ezra 6:1 | in de kanselarij, waar de schatten waren weggelegd, in Babel. ~
43 Neh 12:44 | over de kameren, tot de schatten, tot de hefofferen, tot
44 Neh 13:12 | most, en van de olie, in de schatten. ~
45 Neh 13:13 | tot schatmeesters over de schatten, Selemja, den priester,
46 Est 16:9 | doen, om in des konings schatten te brengen. ~
47 Est 17:9 | doen, om in des konings schatten te brengen. ~
48 Job 3:21 | meer dan naar verborgene schatten; ~
49 Spre 2:4 | en naspeurt als verborgen schatten; ~
50 Spre 10:2 | 2 Schatten der goddeloosheid doen geen
51 Spre 21:6 | 6 Te arbeiden om schatten met een valse tong, is een
52 Jes 2:7 | zilver en goud, en hunner schatten is geen einde; hun land
53 Jes 30:6 | rug der veulens, en hun schatten op de bulten der kemelen,
54 Jes 39:2 | gevonden werd in zijn schatten; er was geen ding in zijn
55 Jes 39:4 | geen ding is er in mijn schatten, dat ik hun niet getoond
56 Jes 45:3 | En Ik zal u geven de schatten, die in de duisternissen
57 Jer 15:13 | Ik zal uw vermogen en uw schatten tot een roof geven, zonder
58 Jer 17:3 | veld, uw vermogen en al uw schatten ten roof geven, mitsgaders
59 Jer 20:5 | haar kostelijkheid, en alle schatten der koningen van Juda, Ik
60 Jer 41:8 | want wij hebben verborgen schatten in het veld, van tarwe,
61 Jer 48:7 | vertrouwen op uw werken, en op uw schatten, zult gij ook ingenomen
62 Jer 49:4 | afkerige dochter! die op haar schatten vertrouwt, zeggende: Wie
63 Jer 50:37 | zal zijn over haar schatten, dat zij geplunderd worden. ~
64 Jer 51:13 | woont, die machtig zijt van schatten! uw einde is gekomen, de
65 Eze 28:4 | en zilver verkregen in uw schatten. ~
66 Dan 11:43 | heersen over de verborgen schatten des gouds en des zilvers,
67 Amos 3:10| HEERE; die in hun paleizen schatten vergaderen door geweld en
68 Oba 1:6 | nagespeurd, zijn verborgen schatten opgezocht! ~
69 Mic 6:10 | ieders goddelozen huis, schatten der goddeloosheid en een
70 Matt 2:11| Hetzelve aangebeden; en hun schatten opengedaan hebbende, brachten
71 Matt 6:19| 19 Vergadert u geen schatten op de aarde, waar ze de
72 Matt 6:20| 20 Maar vergadert u schatten in den hemel, waar ze noch
73 Luk 12:21 | met dien, die zichzelven schatten vergadert, en niet rijk
74 2Kor 12:14| de kinderen moeten niet schatten vergaderen voor de ouders,
75 Kol 2:3 | 3 In Denwelken al de schatten der wijsheid en der kennis
76 Heb 11:26 | rijkdom te zijn, dan de schatten in Egypte; want hij zag
77 Jako 5:3 | vuur verteren; gij hebt schatten vergaderd in de laatste
|