Book Chapter: Verse
1 Exo 9:33 | hagel hielden op, en de regen werd niet meer uitgegoten
2 Exo 9:34 | 34 Toen Farao zag, dat de regen en hagel, en de donder ophielden,
3 Deu 11:11 | het drinkt water bij den regen des hemels; ~
4 Deu 11:14 | 14 Zo zal Ik den regen uws lands geven te Zijner
5 Deu 11:14 | te Zijner tijd, vroegen regen en spaden regen, opdat gij
6 Deu 11:14 | vroegen regen en spaden regen, opdat gij uw koren, en
7 Deu 11:17 | hemel toesluite, dat er geen regen zij, en het aardrijk zijn
8 Deu 28:12 | den hemel, om aan uw land regen te geven te zijner tijd,
9 Deu 28:24 | zal pulver en stof tot regen uws lands geven; van den
10 Deu 32:2 | Mijn leer druipe als een regen, mijn rede vloeie als een
11 1Sa 12:17 | roepen, en Hij zal donder en regen geven; zo weet dan, en ziet,
12 1Sa 12:18 | zo gaf de HEERE donder en regen te dien dage; daarom vreesde
13 2Sa 1:21 | van Gilboa, noch dauw noch regen moet zijn op u, noch velden
14 2Sa 23:4 | wanneer van den glans na den regen de grasscheutjes uit de
15 1Kon 8:35| gesloten zijn, dat er geen regen is, omdat zij tegen U gezondigd
16 1Kon 8:36| wandelen zullen; en geef regen op Uw land, dat Gij Uw volk
17 1Kon 17:1 | indien deze jaren dauw of regen zijn zal, tenzij dan naar
18 1Kon 17:7 | beek uitdroogde; want geen regen was in het land geweest. ~
19 1Kon 17:14| op den dag, dat de HEERE regen op den aardbodem geven zal. ~
20 1Kon 18:1 | u aan Achab; want Ik zal regen geven op den aardbodem. ~
21 1Kon 18:41| geruis van een overvloedigen regen. ~
22 1Kon 18:44| aan, en kom af, dat u de regen niet ophoude. ~
23 1Kon 18:45| werd; en er kwam een grote regen; en Achab reed weg, en toog
24 2Kon 3:17| wind zien, en gij zult geen regen zien; nochtans zal dit dal
25 2Kro 7:26| gesloten zijn, dat er geen regen is, omdat zij tegen U gezondigd
26 2Kro 7:27| wandelen zullen; en geef regen op Uw land, dat Gij Uw volk
27 2Kro 8:13| hemel toesluite, dat er geen regen zij, of zo Ik den sprinkhaan
28 Job 5:10 | 10 Die den regen geeft op de aarde, en water
29 Job 28:26 | 26 Als Hij den regen een gezette orde maakte,
30 Job 29:23 | naar mij, gelijk naar den regen, en sperden hun mond open,
31 Job 29:23 | open, als naar den spaden regen. ~
32 Job 36:27 | der wateren op, die den regen na zijn damp uitgieten; ~
33 Job 37:28 | 28 Heeft de regen een vader, of wie baart
34 Psa 68:10 | 10 Gij hebt zeer milden regen doen druipen, o God! en
35 Psa 72:6 | Hij zal nederdalen als een regen op het nagras, als de druppelen,
36 Psa 84:7 | een fontein; ook zal de regen hen gans rijkelijk overdekken. ~
37 Psa 105:32 | 32 Hij maakte hun regen tot hagel, vlammig vuur
38 Psa 135:7 | maakt de bliksemen met den regen; Hij brengt den wind uit
39 Psa 147:8 | bedekt, Die voor de aarde regen bereidt; Die het gras op
40 Spre 11:25| zal ook zelf een vroege regen worden. ~
41 Spre 25:14| wolken en wind, waar geen regen bij is. ~
42 Spre 25:23| noordenwind verdrijft den regen, en een vergramd aangezicht
43 Spre 26:1 | den zomer, en gelijk de regen in den oogst, alzo past
44 Spre 28:3 | verdrukt, is een wegvagende regen, zodat er geen brood zij. ~
45 Pred 12:2 | wolken wederkomen na den regen. ~
46 Jes 4:6 | tegen den vloed en tegen den regen. ~ ~
47 Jes 5:6 | gebieden, dat zij geen regen daarop regenen. ~
48 Jes 18:4 | glinsterende hitte op den regen, als een wolk des dauws
49 Jes 30:23 | gij het land bezaaid hebt, regen geven, en brood van des
50 Jes 44:14 | plant een olmboom, en de regen maakt dien groot. ~
51 Jes 55:10 | 10 Want gelijk de regen en de sneeuw van den hemel
52 Jes 56:10 | 10 Want gelijk de regen en de sneeuw van den hemel
53 Jer 3:3 | ingehouden, en er is geen spade regen geweest. Maar gij hebt een
54 Jer 5:24 | onzen God, vrezen, Die den regen geeft, zo vroegen regen
55 Jer 5:24 | regen geeft, zo vroegen regen als spaden regen, op Zijn
56 Jer 5:24 | vroegen regen als spaden regen, op Zijn tijd; Die ons de
57 Jer 10:13 | maakt de bliksemen met den regen, en doet den wind voortkomen
58 Jer 14:4 | gescheurd is, dewijl er geen regen op de aarde is; de akkerlieden
59 Jer 51:16 | maakt de bliksemen met den regen, en doet den wind voortkomen
60 Hos 6:3 | zal tot ons komen als een regen, als de spade regen en
61 Hos 6:3 | een regen, als de spade regen en vroege regen des
62 Hos 6:3 | spade regen en vroege regen des lands. ~
63 Joe 2:23 | gerechtigheid; en Hij zal u den regen doen nederdalen, den
64 Joe 2:23 | nederdalen, den vroegen regen en den spaden regen in de
65 Joe 2:23 | vroegen regen en den spaden regen in de eerste maand. ~
66 Amos 4:7 | Daartoe heb Ik ook den regen van ulieden geweerd, als
67 Zac 10:1 | Begeert van den HEERE regen, ten tijde des spaden regens;
68 Zac 10:1 | weerlichten; en Hij zal hun regen genoeg geven voor ieder
69 Zac 14:17 | over henlieden geen regen wezen. ~
70 Zac 14:18 | Egyptenaren, over dewelke de. regen niet is, niet zal optrekken
71 Luk 12:54 | zegt gijlieden: Er komt regen; en het geschiedt alzo. ~
72 Hand 8:17| doende van den hemel, ons regen en vruchtbare tijden gevende,
73 Hand 22:2 | zij ons allen in, om den regen, die overkwam, en om de
74 Heb 6:7 | 7 Want de aarde, die den regen, menigmaal op haar komende,
75 Jako 5:7 | het den vroegen en spaden regen zal hebben ontvangen. ~
76 Jako 5:18| wederom, en de hemel gaf regen, en de aarde bracht haar
77 Open 11:6 | hemel te sluiten, opdat geen regen regene in de dagen hunner
|