Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
helpt 8
helse 4
helt 1
hem 5824
hemam 1
heman 19
hemdan 1
Frequency    [«  »]
6026 te
5967 heere
5858 des
5824 hem
5303 met
5157 op
4462 als

Bijbel

IntraText - Concordances

hem

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-5824

     Book Chapter: Verse
5501 Rom 4:24 | dengenen, die geloven in Hem, Die Jezus, onzen Heere, 5502 Rom 5:9 | Zijn bloed, zullen wij door Hem behouden worden van den 5503 Rom 6:4 | 4 Wij zijn dan met Hem begraven, door den doop 5504 Rom 6:5 | 5 Want indien wij met Hem een plant geworden zijn 5505 Rom 6:6 | dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat het 5506 Rom 6:8 | geloven wij, dat wij ook met Hem zullen leven; ~ 5507 Rom 6:9 | dood heerst niet meer over Hem. ~ 5508 Rom 8:9 | Christus niet heeft, die komt Hem niet toe. ~ 5509 Rom 8:17 | Christus; zo wij anders met Hem lijden, opdat wij ook met 5510 Rom 8:17 | lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden. ~ 5511 Rom 8:32 | gespaard heeft, maar heeft Hem voor ons allen overgegeven, 5512 Rom 8:32 | hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken? 5513 Rom 8:37 | meer dan overwinnaars, door Hem, Die ons liefgehad heeft. ~ 5514 Rom 9:33 | en een iegelijk, die in Hem gelooft, zal niet beschaamd 5515 Rom 10:9 | uw hart geloven, dat God Hem uit de doden opgewekt heeft, 5516 Rom 10:11 | zegt: Een iegelijk, die in Hem gelooft, die zal niet beschaamd 5517 Rom 10:12 | rijk zijnde over allen, die Hem aanroepen. ~ 5518 Rom 10:14 | 14 Hoe zullen zij dan Hem aanroepen, in Welken zij 5519 Rom 10:14 | hebben? En hoe zullen zij in Hem geloven, van Welken zij 5520 Rom 11:4 | 4 Maar wat zegt tot hem het Goddelijk antwoord? 5521 Rom 11:35 | 35 Of wie heeft Hem eerst gegeven, en het zal 5522 Rom 11:35 | eerst gegeven, en het zal hem wedervergolden worden? ~ 5523 Rom 11:36 | 36 Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem 5524 Rom 11:36 | 36 Want uit Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. 5525 Rom 11:36 | Hem, en door Hem, en tot Hem zijn alle dingen. Hem zij 5526 Rom 11:36 | tot Hem zijn alle dingen. Hem zij de heerlijkheid in der 5527 Rom 12:20 | vijand hongert, zo spijzigt hem; indien hem dorst, zo geeft 5528 Rom 12:20 | zo spijzigt hem; indien hem dorst, zo geeft hem te drinken; 5529 Rom 12:20 | indien hem dorst, zo geeft hem te drinken; want dat doende, 5530 Rom 14:3 | 3 Die daar eet, verachte hem niet, die niet eet; en die 5531 Rom 14:3 | en die niet eet, oordele hem niet, die daar eet; want 5532 Rom 14:3 | daar eet; want God heeft hem aangenomen. ~ 5533 Rom 14:4 | worden, want God is machtig hem vast te stellen. ~ 5534 Rom 14:6 | dag waarneemt, die neemt hem waar den Heere; en die den 5535 Rom 14:6 | niet waarneemt, die neemt hem niet waar den Heere. Die 5536 Rom 15:11 | gij heidenen, en prijst Hem, al gij volken! ~ 5537 Rom 15:12 | heidenen te gebieden; op Hem zullen de heidenen hopen. ~ 5538 Rom 15:21 | geschreven is: Denwelken van Hem niet was geboodschapt, die 5539 Rom 16:25 | 25 Hem nu, Die machtig is u te 5540 1Kor 1:5 | alles rijk zijt geworden in Hem, in alle rede en alle kennis; ~ 5541 1Kor 1:29| geen vlees zou roemen voor Hem. ~ 5542 1Kor 1:30| 30 Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, 5543 1Kor 2:9 | God bereid heeft dien, die Hem liefhebben. ~ 5544 1Kor 2:11| geest des mensen, die in hem is? Alzo weet ook niemand, 5545 1Kor 2:14| Gods zijn; want zij zijn hem dwaasheid, en hij kan ze 5546 1Kor 2:16| zin des Heeren gekend, die Hem zou onderrichten? Maar wij 5547 1Kor 6:17| aanhangt, is een geest met Hem. ~ 5548 1Kor 7:12| dezelve tevreden is bij hem te wonen, dat hij ze niet 5549 1Kor 7:13| bij haar te wonen, dat zij hem niet verlate. ~ 5550 1Kor 8:3 | God liefheeft, die is van Hem gekend. ~ 5551 1Kor 8:6 | dingen zijn, en wij tot Hem; en maar een Heere, Jezus 5552 1Kor 8:6 | dingen zijn, en wij door Hem. ~ 5553 1Kor 11:14| man lang haar draagt, het hem een oneer is? ~ 5554 1Kor 14:11| stem niet weet, zo zal ik hem, die spreekt, barbaars zijn; 5555 1Kor 15:27| Doch wanneer Hij zegt, dat Hem alle dingen onderworpen 5556 1Kor 15:27| Hij uitgenomen wordt, Die Hem alle dingen onderworpen 5557 1Kor 15:28| 28 En wanneer Hem alle dingen zullen onderworpen 5558 1Kor 15:28| onderworpen worden Dien, Die Hem alle dingen onderworpen 5559 1Kor 16:11| 11 Dat hem dan niemand verachte; maar 5560 1Kor 16:11| niemand verachte; maar geleidt hem in vrede, opdat hij tot 5561 1Kor 16:11| mij kome; want ik verwacht hem met de broederen. ~ 5562 1Kor 16:12| Apollos, den broeder, ik heb hem zeer gebeden, dat hij met 5563 1Kor 16:12| hij zal komen, wanneer het hem wel gelegen zal zijn. 5564 2Kor 1:19| neen, maar is geweest ja in Hem. ~ 5565 2Kor 1:20| als er zijn, die zijn in Hem ja, en zijn in Hem amen, 5566 2Kor 1:20| zijn in Hem ja, en zijn in Hem amen, Gode tot heerlijkheid 5567 2Kor 2:5 | maar ten dele (opdat ik hem niet bezware) ulieden allen. ~ 5568 2Kor 2:7 | Alzo dat gij daarentegen hem liever moet vergeven en 5569 2Kor 2:8 | u, dat gij de liefde aan hem bevestigt. ~ 5570 2Kor 5:9 | inwonende, hetzij uitwonende, om Hem welbehagelijk te zijn. ~ 5571 2Kor 5:16| hebben, nochtans kennen wij Hem nu niet meer naar het vlees. ~ 5572 2Kor 5:21| rechtvaardigheid Gods in Hem. ~  ~ 5573 2Kor 7:14| Want indien ik iets bij hem over u geroemd heb, zo ben 5574 2Kor 7:15| gehoorzaamheid overdenkt, hoe gij hem met vreze en beven hebt 5575 2Kor 8:18| 18 En wij hebben ook met hem gezonden den broeder, die 5576 2Kor 11:4 | aangenomen, zo verdroegt gij hem met recht. ~ 5577 2Kor 13:4 | Want ook wij zijn zwak in Hem, maar zullen met Hem leven 5578 2Kor 13:4 | in Hem, maar zullen met Hem leven door de kracht Gods 5579 Gal 1:1 | Christus, en God den Vader, Die Hem uit de doden opgewekt heeft), ~ 5580 Gal 1:18 | bezoeken, en ik bleef bij hem vijftien dagen. ~ 5581 Gal 2:11 | gekomen was, wederstond ik hem in het aangezicht, omdat 5582 Gal 2:13 | andere Joden veinsden met hem; alzo dat ook Barnabas mede 5583 Gal 3:6 | geloofd heeft, en het is hem tot rechtvaardigheid gerekend; ~ 5584 Gal 5:8 | Dit gevoelen is niet uit Hem, Die u roept. ~ 5585 Gal 6:6 | alle goederen dengene, die hem onderwijst. ~ 5586 Efez 1:4 | ons uitverkoren heeft in Hem, voor de grondlegging der 5587 Efez 1:4 | onberispelijk zijn voor Hem in de liefde; ~ 5588 Efez 1:11| 11 In Hem, in Welken wij ook een erfdeel 5589 Efez 1:20| heeft in Christus, als Hij Hem uit de doden heeft opgewekt; 5590 Efez 1:20| heeft opgewekt; en heeft Hem gezet tot Zijn rechter hand 5591 Efez 1:22| voeten onderworpen, en heeft Hem der Gemeente gegeven tot 5592 Efez 2:18| 18 Want door Hem hebben wij beiden den toegang 5593 Efez 3:12| vertrouwen, door het geloof aan Hem. ~ 5594 Efez 3:20| 20 Hem nu, Die machtig is meer 5595 Efez 3:21| 21 Hem, zeg ik, zij de heerlijkheid 5596 Efez 4:15| alleszins zouden opwassen in Hem, Die het Hoofd is, namelijk 5597 Efez 4:21| 21 Indien gij naar Hem gehoord hebt, en door Hem 5598 Efez 4:21| Hem gehoord hebt, en door Hem geleerd zijt, gelijk de 5599 Efez 6:9 | aanneming des persoons bij Hem is. ~ 5600 Fili 1:29| Christus, niet alleen in Hem te geloven, maar ook voor 5601 Fili 1:29| te geloven, maar ook voor Hem te lijden; ~ 5602 Fili 2:9 | 9 Daarom heeft Hem ook God uitermate verhoogd, 5603 Fili 2:9 | uitermate verhoogd, en heeft Hem een Naam gegeven, welke 5604 Fili 2:28| 28 Zo heb ik dan hem te spoediger gezonden, opdat 5605 Fili 2:28| spoediger gezonden, opdat gij, hem ziende, wederom u zoudt 5606 Fili 2:29| 29 Ontvangt hem dan in den Heere, met alle 5607 Fili 3:9 | 9 En in Hem gevonden worde, niet hebbende 5608 Fili 3:10| 10 Opdat ik Hem kenne, en de kracht Zijner 5609 Kol 1:16 | 16 Want door Hem zijn alle dingen geschapen, 5610 Kol 1:16 | machten; alle dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; ~ 5611 Kol 1:16 | dingen zijn door Hem en tot Hem geschapen; ~ 5612 Kol 1:17 | dingen bestaan te zamen door Hem; ~ 5613 Kol 1:19 | welbehagen geweest, dat in Hem al de volheid wonen zou; ~ 5614 Kol 1:20 | 20 En dat Hij, door Hem vrede gemaakt hebbende door 5615 Kol 1:20 | bloed Zijns kruises, door Hem, zeg ik, alle dingen verzoenen 5616 Kol 2:6 | aangenomen, wandelt alzo in Hem; ~ 5617 Kol 2:7 | Geworteld en opgebouwd in Hem, en bevestigd in het geloof, 5618 Kol 2:9 | 9 Want in Hem woont al de volheid der 5619 Kol 2:10 | 10 En gij zijt in Hem volmaakt, Die het Hoofd 5620 Kol 2:12 | 12 Zijnde met Hem begraven in den doop, in 5621 Kol 2:12 | doop, in welken gij ook met Hem opgewekt zijt door het geloof 5622 Kol 2:12 | geloof der werking Gods, Die Hem uit de doden opgewekt heeft. ~ 5623 Kol 2:13 | mede levend gemaakt met Hem, al uw misdaden u vergevende; ~ 5624 Kol 3:4 | is, dan zult ook gij met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid. ~ 5625 Kol 3:10 | evenbeeld Desgenen, Die hem geschapen heeft; ~ 5626 Kol 3:17 | dankende God en de Vader door Hem. ~ 5627 Kol 4:10 | hij tot u komt, ontvangt hem; ~ 5628 Kol 4:13 | 13 Want ik geef hem getuigenis, dat hij groten 5629 1The 3:5 | kunnende verdragen, heb ik hem gezonden, om uw geloof te 5630 1The 4:14| Jezus, weder brengen met Hem. ~ 5631 1The 5:10| wij slapen, te zamen met Hem leven zouden. ~ 5632 2The 1:12| verheerlijkt worde in u, en gij in Hem, naar de genade van onzen 5633 2The 2:1 | onze toevergadering tot Hem, ~ 5634 2The 2:6 | 6 En nu, wat hem wederhoudt, weet gij, opdat 5635 2The 2:7 | gewrocht; alleenlijk, Die hem nu wederhoudt, Die zal hem 5636 2The 2:7 | hem nu wederhoudt, Die zal hem wederhouden, totdat hij 5637 2The 2:9 | 9 Hem, zeg ik, wiens toekomst 5638 2The 3:14| en vermengt u niet met hem, opdat hij beschaamd worde; ~ 5639 2The 3:15| 15 En houdt hem niet als een vijand, maar 5640 2The 3:15| een vijand, maar vermaant hem als een broeder. ~ 5641 1Tim 1:12| 12 En ik dank Hem, Die mij bekrachtigd heeft, 5642 1Tim 1:16| voorbeeld dergenen, die in Hem geloven zullen ten eeuwigen 5643 1Tim 5:1 | hardelijk, maar vermaan hem als een vader; de jonge 5644 2Tim 1:12| machtig is, mijn pand, bij Hem weggelegd, te bewaren tot 5645 2Tim 1:18| 18 De Heere geve hem, dat hij barmhartigheid 5646 2Tim 2:4 | hij dien moge behagen, die hem tot den krijg aangenomen 5647 2Tim 2:11| woord; want indien wij met Hem gestorven zijn, zo zullen 5648 2Tim 2:11| zijn, zo zullen wij ook met Hem leven; ~ 5649 2Tim 2:12| verdragen, wij zullen ook met Hem heersen; indien wij Hem 5650 2Tim 2:12| Hem heersen; indien wij Hem verloochenen, Hij zal ons 5651 2Tim 4:11| Neem Markus mede, en breng hem met u; want hij is mij zeer 5652 2Tim 4:14| betoond; de Heere vergelde hem naar zijn werken. ~ 5653 2Tim 5:16| kennen, maar zij verloochenen Hem met de werken, alzo zij 5654 Tit 1:16 | kennen, maar zij verloochenen Hem met de werken, alzo zij 5655 File 1:12| 12 Doch gij, neem hem, dat is mijn ingewanden, 5656 File 1:15| gescheiden geweest, opdat gij hem eeuwig zoudt weder hebben. ~ 5657 File 1:17| voor een metgezel, zo neem hem aan, gelijk als mij. ~ 5658 Heb 1:5 | gegenereerd? En wederom: Ik zal Hem tot een Vader zijn, en Hij 5659 Heb 1:6 | En dat alle engelen Gods Hem aanbidden. ~ 5660 Heb 2:3 | geworden van degenen, die Hem gehoord hebben; ~ 5661 Heb 2:6 | des mensen zoon, dat Gij hem bezoekt! ~ 5662 Heb 2:7 | 7 Gij hebt hem een weinig minder gemaakt 5663 Heb 2:7 | heerlijkheid en eer hebt Gij hem gekroond, en Gij hebt hem 5664 Heb 2:7 | hem gekroond, en Gij hebt hem gesteld over de werken Uwer 5665 Heb 2:8 | onderworpen. Want daarin, dat Hij hem alle dingen heeft onderworpen, 5666 Heb 2:8 | Hij niets uitgelaten, dat hem niet onderworpen zij; doch 5667 Heb 2:8 | nu zien wij nog niet, dat hem alle dingen onderworpen 5668 Heb 2:10 | 10 Want het betaamde Hem, om Welken alle dingen zijn, 5669 Heb 2:13 | Ik zal Mijn betrouwen op Hem stellen. En wederom: Zie 5670 Heb 3:2 | getrouw is Dengene, Die Hem gesteld heeft, gelijk ook 5671 Heb 3:16 | die gehoord hadden, hebben Hem verbitterd, doch niet allen, 5672 Heb 4:13 | schepsel onzichtbaar voor Hem; maar alle dingen zijn naakt 5673 Heb 5:5 | te worden, maar Die tot Hem gesproken heeft: Gij zijt 5674 Heb 5:7 | smekingen tot Dengene, Die Hem uit den dood kon verlossen, 5675 Heb 5:9 | zijnde, is Hij allen, die Hem gehoorzaam zijn, een oorzaak 5676 Heb 7:1 | het slaan der koningen, en hem zegende; ~ 5677 Heb 7:6 | Abraham tienden genomen, en hem, die de beloftenissen had, 5678 Heb 7:10 | de lenden des vaders, als hem Melchizedek tegemoet ging. ~ 5679 Heb 7:21 | eedzwering, door Dien, Die tot Hem gezegd heeft: De Heere heeft 5680 Heb 7:21 | heeft gezworen, en het zal Hem niet berouwen: Gij zijt 5681 Heb 7:25 | maken degenen, die door Hem tot God gaan, alzo Hij altijd 5682 Heb 9:28 | worden van degenen, die Hem verwachten tot zaligheid. ~  ~  ~  5683 Heb 10:30 | 30 Want wij kennen Hem, Die gezegd heeft: Mijn 5684 Heb 10:38 | onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen. ~ 5685 Heb 11:5 | niet gevonden, daarom dat hem God weggenomen had; want 5686 Heb 11:6 | Beloner is dergenen, die Hem zoeken. ~ 5687 Heb 11:11 | zij gebaard; overmits zij Hem getrouw heeft geacht, Die 5688 Heb 11:18 | overleggende, dat God machtig was, hem ook uit de doden te verwekken; ~ 5689 Heb 11:19 | 19 Waaruit hij hem ook bij gelijkenis wedergekregen 5690 Heb 12:2 | Dewelke, voor de vreugde, die Hem voorgesteld was, het kruis 5691 Heb 12:5 | bezwijkt niet, als gij van Hem bestraft wordt; ~ 5692 Heb 13:13 | 13 Zo laat ons dan tot Hem uitgaan buiten de legerplaats, 5693 Heb 13:15 | 15 Laat ons dan door Hem altijd Gode opofferen een 5694 Heb 13:21 | werkende in u, hetgeen voor Hem welbehagelijk is, door Jezus 5695 Jako 1:5 | niet verwijt; en zij zal hem gegeven worden. ~ 5696 Jako 1:12| beloofd heeft dengenen, die Hem liefhebben. ~ 5697 Jako 2:3 | sierlijke kleding draagt, en tot hem zeggen: Zit gij hier op 5698 Jako 2:5 | Hij belooft dengenen, die Hem liefhebben? ~ 5699 Jako 2:14| werken niet? Kan dat geloof hem zaligmaken? ~ 5700 Jako 2:23| geloofde God, en het is hem tot rechtvaardigheid gerekend, 5701 Jako 5:14| Gemeente, en dat zij over hem bidden, hem zalvende met 5702 Jako 5:14| dat zij over hem bidden, hem zalvende met olie in den 5703 Jako 5:15| behouden, en de Heere zal hem oprichten, en zo hij zonden 5704 Jako 5:15| gedaan zal hebben, het zal hem vergeven worden. ~ 5705 Jako 5:19| waarheid is afgedwaald, en hem iemand bekeert, ~ 5706 1Pet 1:8 | Denwelken gij nu, hoewel Hem niet ziende, maar gelovende, 5707 1Pet 1:21| 21 Die door Hem gelooft in God, Welke Hem 5708 1Pet 1:21| Hem gelooft in God, Welke Hem opgewekt heeft uit de doden, 5709 1Pet 1:21| opgewekt heeft uit de doden, en Hem heerlijkheid gegeven heeft, 5710 1Pet 2:6 | dierbaar is; en: Die in Hem gelooft, zal niet beschaamd 5711 1Pet 2:14| stadhouderen, als die van hem gezonden worden, tot straf 5712 1Pet 3:6 | Abraham gehoorzaam is geweest, hem noemende heer, welker dochters 5713 1Pet 3:22| en machten, en krachten Hem onderdanig gemaakt zijnde. ~  ~  ~  5714 1Pet 4:19| God, dat zij hun zielen Hem, als den getrouwen Schepper, 5715 1Pet 5:7 | Werpt al uw bekommernis op Hem, want Hij zorgt voor u. ~ 5716 1Pet 5:11| 11 Hem zij de heerlijkheid en de 5717 2Pet 1:17| hoogwaardige heerlijkheid tot Hem gebracht werd: Deze is Mijn 5718 2Pet 1:18| is geweest, toen wij met Hem op de heilige berg waren. ~ 5719 2Pet 3:14| onbevlekt en onbestraffelijk van Hem bevonden moogt worden in 5720 2Pet 3:15| Paulus, naar de wijsheid, die hem gegeven is, ulieden geschreven 5721 2Pet 3:18| Zaligmaker Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid, beide 5722 1Joh 1:5 | verkondiging, die wij van Hem gehoord hebben, en wij u 5723 1Joh 1:5 | gans geen duisternis in Hem is. ~ 5724 1Joh 1:6 | dat wij gemeenschap met Hem hebben, en wij in de duisternis 5725 1Joh 1:10| gezondigd hebben, zo maken wij Hem tot een leugenaar, en Zijn 5726 1Joh 2:3 | hieraan kennen wij, dat wij Hem gekend hebben, zo wij Zijn 5727 1Joh 2:4 | 4 Die daar zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, 5728 1Joh 2:5 | hieraan kennen wij, dat wij in Hem zijn. ~ 5729 1Joh 2:6 | 6 Die zegt, dat hij in Hem blijft, die moet ook zelf 5730 1Joh 2:8 | hetgeen waarachtig is in Hem, zij ook in u waarachtig; 5731 1Joh 2:10| en geen ergernis is in hem. ~ 5732 1Joh 2:13| u, vaders! want gij hebt Hem gekend, Die van den beginne 5733 1Joh 2:14| geschreven, vaders, want gij hebt Hem gekend, Die van den beginne 5734 1Joh 2:15| liefde des Vaders is niet in hem. ~ 5735 1Joh 2:27| zalving, die gijlieden van Hem ontvangen hebt, blijft in 5736 1Joh 2:27| geleerd heeft, zo zult gij in Hem blijven. ~ 5737 1Joh 2:28| nu, kinderkens, blijft in Hem; opdat, wanneer Hij zal 5738 1Joh 2:28| vrijmoedigheid hebben, en wij van Hem niet beschaamd gemaakt worden 5739 1Joh 2:29| rechtvaardigheid doet, uit Hem geboren is. ~  ~  ~  5740 1Joh 3:1 | de wereld niet, omdat zij Hem niet kent. ~ 5741 1Joh 3:2 | zal geopenbaard zijn, wij Hem zullen gelijk wezen; want 5742 1Joh 3:2 | gelijk wezen; want wij zullen Hem zien, gelijk Hij is. ~ 5743 1Joh 3:3 | iegelijk, die deze hoop op Hem heeft, die reinigt zichzelven, 5744 1Joh 3:5 | wegnemen; en geen zonde is in Hem. ~ 5745 1Joh 3:6 | 6 Een iegelijk, die in Hem blijft, die zondigt niet; 5746 1Joh 3:6 | die zondigt, die heeft Hem niet gezien, en heeft Hem 5747 1Joh 3:6 | Hem niet gezien, en heeft Hem niet gekend. ~ 5748 1Joh 3:9 | want Zijn zaad blijft in hem; en hij kan niet zondigen, 5749 1Joh 3:12| om wat oorzaak sloeg hij hem dood? Omdat zijn werken 5750 1Joh 3:17| sluit zijn hart toe voor hem, hoe blijft de liefde Gods 5751 1Joh 3:17| blijft de liefde Gods in hem? ~ 5752 1Joh 3:19| onze harten verzekeren voor Hem. ~ 5753 1Joh 3:22| bidden, ontvangen wij van Hem, dewijl wij Zijn geboden 5754 1Joh 3:22| hetgeen behagelijk is voor Hem. ~ 5755 1Joh 3:24| geboden bewaart, blijft in Hem, en Hij in denzelven. En 5756 1Joh 4:9 | opdat wij zouden leven door Hem. ~ 5757 1Joh 4:13| Hieraan kennen wij, dat wij in Hem blijven, en Hij in ons, 5758 1Joh 4:15| van God is, God blijft in hem, en hij in God. ~ 5759 1Joh 4:16| blijft in God, en God in hem. 5760 1Joh 4:19| 19 Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst 5761 1Joh 4:21| dit gebod hebben wij van Hem, namelijk dat die God liefheeft, 5762 1Joh 5:1 | ook lief dengene, die uit Hem geboren is. ~ 5763 1Joh 5:10| God niet gelooft, heeft Hem tot een leugenaar gemaakt, 5764 1Joh 5:14| vrijmoedigheid, die wij tot Hem hebben, dat zo wij iets 5765 1Joh 5:15| verkrijgen, die wij van Hem gebeden hebben. ~ 5766 1Joh 5:16| zal God bidden en Hij zal hem het leven geven, dengenen, 5767 1Joh 5:18| zichzelven, en de boze vat hem niet. ~ 5768 2Joh 1:10| leer niet brengt, ontvangt hem niet in huis, en zegt tot 5769 2Joh 1:10| niet in huis, en zegt tot hem niet: Zijt gegroet. ~ 5770 2Joh 1:11| 11 Want die tot hem zegt: Zijt gegroet, die 5771 Jud 1:9 | oordeel van lastering tegen hem voortbrengen, maar zeide: 5772 Jud 1:15 | goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben. ~ 5773 Jud 1:24 | 24 Hem nu, Die machtig is u van 5774 Open 1:1 | Jezus Christus, die God hem gegeven heeft, om Zijn dienstknechten 5775 Open 1:4 | genade zij u en vrede van Hem, Die is, en Die was, en 5776 Open 1:5 | der koningen der aarde. Hem, Die ons heeft liefgehad, 5777 Open 1:6 | priesters Gode en Zijn Vader; Hem, zeg ik, zij de heerlijkheid 5778 Open 1:7 | de wolken en alle oog zal Hem zien, ook degenen, die Hem 5779 Open 1:7 | Hem zien, ook degenen, die Hem doorstoken hebben; en alle 5780 Open 1:7 | geslachten der aarde zullen over Hem rouw bedrijven; ja, amen. ~ 5781 Open 1:17| 17 En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan 5782 Open 2:7 | zegt. Die overwint, Ik zal hem geven te eten van den boom 5783 Open 2:17| zegt. Die overwint, Ik zal hem geven te eten van het manna, 5784 Open 2:17| verborgen is, en Ik zal hem geven een witten keursteen, 5785 Open 2:17| welken niemand kent, dan die hem ontvangt. ~ 5786 Open 2:26| einde toe bewaart, Ik zal hem macht geven over de heidenen; ~ 5787 Open 2:28| 28 En Ik zal hem de morgenster geven. ~ 5788 Open 3:12| 12 Die overwint, Ik zal hem maken tot een pilaar in 5789 Open 3:12| daaruit gaan; en Ik zal op hem schrijven den Naam Mijns 5790 Open 3:20| deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen, en Ik zal met hem 5791 Open 3:20| hem inkomen, en Ik zal met hem avondmaal houden, en hij 5792 Open 3:21| 21 Die overwint, Ik zal hem geven met Mij te zitten 5793 Open 4:9 | eer, en dankzegging gaven Hem, Die op den troon zat, Die 5794 Open 4:10| twintig ouderlingen voor Hem, Die op den troon zat, en 5795 Open 4:10| den troon zat, en aanbaden Hem, Die leeft in alle eeuwigheid, 5796 Open 5:13| dezelve is, hoorde ik zeggen: Hem, Die op den troon zit, en 5797 Open 6:2 | daarop zat, had een boog; en Hem is een kroon gegeven, en 5798 Open 6:4 | elkander zouden doden; en hem werd een groot zwaard gegeven. ~ 5799 Open 6:8 | de dood; en de hel volgde hem na. En hun werd macht gegeven 5800 Open 7:14| 14 En ik sprak tot hem: Heere, gij weet het. En 5801 Open 7:15| troon van God, en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel; 5802 Open 8:3 | een gouden wierookvat; en hem werd veel reukwerks gegeven, 5803 Open 10:9 | den engel, zeggende tot hem: Geef mij dat boeksken. 5804 Open 12:9 | en zijn engelen zijn met hem geworpen. ~ 5805 Open 12:11| 11 En zij hebben hem overwonnen door het bloed 5806 Open 13:2 | leeuws; en de draak gaf hem zijn kracht, en zijn troon, 5807 Open 14:1 | op den berg Sion, en met Hem honderd vier en veertig 5808 Open 14:7 | stem: Vreest God, en geeft Hem heerlijkheid, want de ure 5809 Open 14:7 | oordeels is gekomen; en aanbidt Hem, Die den hemel, en de aarde, 5810 Open 16:9 | bekeerden zich niet, om Hem heerlijkheid te geven. ~ 5811 Open 17:14| der koningen), en die met Hem zijn, de geroepenen, en 5812 Open 19:5 | dienstknechten, en gij, die Hem vreest, beiden klein en 5813 Open 19:7 | en vreugde bedrijven, en Hem de heerlijkheid geven; want 5814 Open 19:10| neder voor zijn voeten, om hem te aanbidden, en hij zeide 5815 Open 19:14| heirlegers in den hemel volgden Hem op witte paarden, gekleed 5816 Open 19:19| om krijg te voeren tegen Hem, Die op het paard zat, en 5817 Open 20:2 | duivel en satanas, en bond hem duizend jaren; ~ 5818 Open 20:3 | 3 En wierp hem in den afgrond, en sloot 5819 Open 20:3 | in den afgrond, en sloot hem daarin, en verzegelde dien 5820 Open 20:3 | en verzegelde dien boven hem, opdat hij de volken niet 5821 Open 20:6 | zijn, en zij zullen met Hem als koningen heersen duizend 5822 Open 21:7 | alles beerven; en Ik zal hem een God zijn, en hij zal 5823 Open 22:3 | Zijn dienstknechten zullen Hem dienen; ~ 5824 Open 22:18| dingen toedoet, God zal hem toedoen de plagen, die in


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-5824

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License