Book Chapter: Verse
1 Exo 4:12 | met uw mond zijn, en zal u leren, wat gij spreken zult. ~
2 Exo 4:15 | zijn; en Ik zal ulieden leren, wat gij doen zult. ~
3 Lev 10:11 | den kinderen Israels te leren al de inzettingen, die de
4 Lev 14:57 | 57 Om te leren, op welken dag iets onrein,
5 Deu 4:10 | doen horen, die zij zullen leren, om Mij te vrezen al de
6 Deu 4:10 | zij zullen ze hun kinderen leren; ~
7 Deu 4:14 | u inzettingen en rechten leren zou; opdat gij die deedt
8 Deu 5:31 | en rechten, die gij hun leren zult, dat zij ze doen in
9 Deu 6:1 | God, geboden heeft om u te leren; opdat gij ze doet in het
10 Deu 17:10 | alles, wat zij u zullen leren. ~
11 Deu 17:11 | der wet, die zij u zullen leren, en naar het oordeel, dat
12 Deu 18:9 | geven zal, zo zult gij niet leren te doen naar de gruwelen
13 Deu 20:18 | 18 Opdat zij ulieden niet leren te doen naar al hun gruwelen,
14 Deu 24:8 | priesteren ulieden zullen leren; gelijk als ik hun geboden
15 Deu 31:12 | zij horen, en opdat zij leren, en vrezen den HEERE, uw
16 Deu 31:13 | geweten hebben, horen en leren, om te vrezen den HEERE,
17 Deu 33:10 | zullen Jakob Uw rechten leren, en Israel Uw wet; zij zullen
18 1Sa 12:23 | den goeden en rechten weg leren. ~
19 2Sa 1:18 | kinderen van Juda den boog zou leren; ziet, het is geschreven
20 2Kro 18:7 | tot Michaja, opdat men zou leren in de steden van Juda. ~
21 Ezra 7:10| doen, en om in Israel te leren de inzettingen en de rechten. ~
22 Job 8:10 | 10 Zullen die u niet leren, tot u spreken, en uit hun
23 Job 12:7 | elkeen van die zal het u leren; en het gevogelte des hemels,
24 Job 12:8 | aarde, en zij zal het u leren; ook zullen het u de vissen
25 Job 21:22 | 22 Zal men God wetenschap leren, daar Hij de hogen richt? ~
26 Job 27:11 | 11 Ik zal ulieden leren van de hand Gods; wat bij
27 Job 33:33 | zwijg, en ik zal u wijsheid leren. ~ ~ ~
28 Psa 25:9 | den zachtmoedigen Zijn weg leren. ~
29 Psa 32:8 | zal u onderwijzen, en u leren van den weg, dien gij gaan
30 Psa 35:12 | ik zal u des HEEREN vreze leren. ~
31 Psa 45:5 | zal U vreselijke dingen leren. ~
32 Psa 51:15 | de overtreders Uw wegen leren; en de zondaars zullen zich
33 Psa 132:12 | getuigenissen, die Ik hun leren zal; zo zullen ook hun zonen
34 Hoo 8:2 | moeders huis, Gij zoudt mij leren; ik zou U van specerijwijn
35 Jes 2:4 | zullen geen oorlog meer leren. ~
36 Jes 26:9 | gerichten op de aarde zijn, zo leren de inwoners der wereld
37 Jes 28:9 | Wien zou Hij dan de kennis leren, en wien zou Hij het gehoorde
38 Jes 40:14 | verstand zou geven, en Hem zou leren van het pad des rechts,
39 Jes 40:14 | rechts, en Hem wetenschap zou leren, en Hem zou bekend maken
40 Jer 9:5 | spreken de waarheid niet; zij leren hun tong leugen spreken,
41 Jer 12:16 | volks vlijtiglijk zullen leren, zwerende bij Mijn Naam:
42 Jer 31:34 | een iegelijk zijn broeder, leren, zeggende: Kent den HEERE!
43 Eze 44:23 | zullen Mijn volk onderscheid leren tussen het heilige en onheilige,
44 Mic 3:11 | geschenken, en haar priesters leren om loon, en haar profeten
45 Mic 4:3 | zullen den krijg niet meer leren. ~
46 Matt 11:1 | van daar voortging, om te leren en te prediken in hun steden. ~
47 Mark 4:1 | En Hij begon wederom te leren omtrent de zee; en er vergaderde
48 Mark 6:2 | begon Hij in de synagoge te leren; en velen, die Hem hoorden,
49 Mark 6:34| begon hun vele dingen te leren. ~
50 Mark 8:31| 31 En Hij begon hun te leren, dat de Zoon des mensen
51 Luk 12:12 | Geest zal u in dezelve ure leren, hetgeen gij spreken moet. ~
52 Joha 7:35| Grieken gaan, en de Grieken leren? ~
53 Joha 14:26| Mijn Naam, Die zal u alles leren, en zal u indachtig maken
54 Hand 1:1 | heeft beide te doen en te leren; ~
55 Hand 4:18| niet zouden spreken, noch leren, in den Naam van Jezus. ~
56 Rom 12:7 | hetzij die leert, in het leren; ~
57 1Kor 4:6 | opdat gij aan ons zoudt leren, niet te gevoelen boven
58 1Kor 14:31| profeteren, opdat zij allen leren, en allen getroost worden. ~
59 1Kor 14:35| 35 En zo zij iets willen leren, laat haar te huis haar
60 Gal 3:2 | Dit alleen wil ik van u leren: hebt gij den Geest ontvangen
61 1Tim 1:3 | beveelt geen andere leer te leren; ~
62 1Tim 1:20| overgegeven heb, opdat zij zouden leren niet meer te lasteren. ~ ~
63 1Tim 2:11| 11 Een vrouw late zich leren in stilheid, in alle onderdanigheid. ~
64 1Tim 3:2 | herbergende, bekwaam om te leren; ~
65 1Tim 4:13| in het vermanen, in het leren, totdat ik kome. ~
66 1Tim 5:4 | of kindskinderen, dat die leren eerst aan hun eigen huis
67 1Tim 5:13| 13 En meteen ook leren zij ledig omgaan bij de
68 2Tim 2:2 | zullen zijn om ook anderen te leren. ~
69 2Tim 2:24| jegens allen, bekwaam om te leren, en die de kwaden kan verdragen; ~
70 2Tim 3:7 | 7 Vrouwkens, die altijd leren, en nimmermeer tot kennis
71 Tit 2:4 | Opdat zij de jonge vrouwen leren voorzichtig te zijn, haar
72 Tit 3:14 | 14 En dat ook de onzen leren, goede werken voor te staan
73 Heb 8:11 | 11 En zij zullen niet leren, een iegelijk zijn naaste,
74 Open 2:20| een profetes te zijn, laat leren, en Mijn dienstknechten
75 Open 14:3 | en niemand kon dat gezang leren, dan de honderd vier en
|