Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
huiswaard 1
huiswaarts 1
huiven 1
huize 74
huizen 152
huizes 49
hukkok 1
Frequency    [«  »]
74 amorieten
74 binnenste
74 boosheid
74 huize
74 joas
74 kennis
74 riepen

Bijbel

IntraText - Concordances

huize

   Book Chapter: Verse
1 Gen 18:2 | heren! keert toch in ten huize van uw knecht, en vernacht, 2 Gen 23:23 | te kennen; is er ook ten huize uws vaders plaats voor ons, 3 Gen 23:27 | op dezen weg geleid, ten huize van mijns heren broederen. ~ 4 Gen 23:28 | dochter liep, en gaf ten huize harer moeder te kennen, 5 Gen 26:2 | ga naar Paddan-Aram, ten huize van Bethuel, den vader uwer 6 Gen 26:21 | 21 En ik ten huize mijns vaders in vrede zal 7 Gen 36:26 | leverde hen in bewaring, ten huize van den overste der trawanten, 8 Gen 37:10 | leverde mij in bewaring ten huize van den overste der trawanten, 9 Num 30:10 | 10 Maar indien zij ten huize haars mans gelofte gedaan 10 Num 30:16 | zijnde in haar jonkheid, ten huize haars vaders. ~  ~ 11 Joz 2:1 | dan gingen, en kwamen ten huize van een vrouw, een hoer, 12 Joz 2:3 | gekomen zijn, die te uwen huize gekomen zijn; want zij zijn 13 Joz 9:23 | houthouwers, noch waterputters ten huize mijns Gods. ~ 14 Ric 17:15 | jongeling, den Leviet, ten huize van Micha; en zij vraagden 15 Ric 17:18 | 18 Als die nu ten huize van Micha waren ingegaan, 16 Ric 19:18 | op, en togen opwaarts ten huize Gods, en vraagden God, en 17 Ric 19:26 | het volk op, en kwamen ten huize Gods, en weenden, en bleven 18 1Sa 25:6 | welvarende: Vrede zij u, en uw huize zij vrede, en alles, wat 19 2Sa 4:5 | gingen heen, en kwamen ten huize van Isboseth, als de dag 20 2Kon 12:9 | daarin al het geld, dat ten huize des HEEREN gebracht werd. ~ 21 2Kon 12:13| vat, van het geld, dat ten huize des HEEREN gebracht werd. ~ 22 2Kon 12:16| van zondofferen werd ten huize des HEEREN niet gebracht; 23 2Kon 13:9 | daarin al het geld, dat ten huize des HEEREN gebracht werd. ~ 24 2Kon 13:13| vat, van het geld, dat ten huize des HEEREN gebracht werd. ~ 25 2Kon 13:16| van zondofferen werd ten huize des HEEREN niet gebracht; 26 1Kro 30:3 | daarenboven, behalve al wat ik ten huize des heiligdoms bereid heb; ~ 27 2Kro 24:16| Israel, beide aan God en zijn huize. ~ 28 2Kro 34:9 | gaven het geld, dat ten huize Gods gebracht was, hetwelk 29 Ezra 2:68| vaderen, als zij kwamen ten huize des HEEREN, die te Jeruzalem 30 Ezra 2:68| gaven vrijwilliglijk ten huize Gods, om dat te zetten op 31 Ezra 3:8 | jaar nu hunner aankomst ten huize Gods te Jeruzalem, in de 32 Ezra 5:8 | het landschap Juda, ten huize des groten Gods, hetwelk 33 Ezra 6:5 | men zal ze afvoeren ten huize Gods. ~ 34 Ezra 7:16| vrijwilliglijk geven, ten huize huns Gods, dat te Jeruzalem 35 Ezra 8:30| brengen te Jeruzalem, ten huize onzes Gods. ~ 36 Neh 10:34 | dat men brengen zou ten huize onzes Gods, naar het huis 37 Neh 10:35 | jaar, zouden brengen ten huize des HEEREN; ~ 38 Neh 10:36 | schapen zouden brengen ten huize onzes Gods, tot de priesteren, 39 Neh 10:38 | tienden zouden opbrengen ten huize onzes Gods, in de kameren 40 Psa 52:2 | had: David is gekomen ten huize van Achimelech. ~ 41 Psa 55:15 | wandelden in gezelschap ten huize Gods. ~ 42 Psa 93:5 | getrouw; de heiligheid is Uw huize sierlijk, HEERE! tot lange 43 Spre 27:10| uws vaders niet; en ga ten huize uws broeders niet op den 44 Jes 7:2 | 2      Als men den huize Davids boodschapte, zeggende: 45 Jes 22:21 | inwoneren te Jeruzalem en den huize van      Juda tot een vader 46 Jes 38:22 | het teken zijn, dat ik ten huize des HEEREN zal opgaan? ~  ~ 47 Jes 67:20 | een rein vat brengen ten huize des HEEREN. ~ 48 Jer 17:26 | aanbrengende lofoffer, ten huize des HEEREN. ~ 49 Jer 33:11 | die lof aanbrengen ten huize des HEEREN; want Ik zal 50 Jer 36:12 | Zo ging hij af ten huize des konings in de kamer 51 Jer 37:15 | in het gevangenhuis, ten huize van Jonathan, den schrijver; 52 Jer 41:5 | waren in hun hand, om ten huize des HEEREN te brengen. ~ 53 Eze 4:3 | belegeren. Dit zij den huize Israels een teken. ~ 54 Eze 12:6 | ziet; want Ik heb u den huize Israels tot      een wonderteken 55 Eze 29:6 | HEERE ben, omdat zij den huize Israels een rietstaf geweest 56 Eze 29:16 | 16      En het zal den huize Israels niet meer zijn tot 57 Eze 40:4 | gebracht; verkondig daarna den huize Israels alles, wat gij ziet. ~ 58 Eze 43:10 | Gij mensenkind; wijs den huize Israels dit huis, opdat 59 Eze 44:12 | hunner drekgoden, en den huize Israels tot een aanstoot 60 Eze 45:8 | meer verdrukken, maar den huize Israels het land laten, 61 Hos 5:12 | zijn als een mot, en den huize van Juda als een verrotting. ~ 62 Hos 5:14 | een felle leeuw, en den huize van Juda als een jonge leeuw; 63 Joe 1:14 | inwoners dezes lands, ten huize des HEEREN, uws Gods, en 64 Mic 4:2 | berg des HEEREN, en ten huize van den God Jakobs, opdat 65 Zac 6:10 | dien dage, en ga in ten huize van Josia, den zoon van 66 Zac 8:19 | der tiende maand, zal den huize van Juda tot      vreugde, 67 Matt 26:6 | Jezus te Bethanie was, ten huize van Simon, de melaatse, ~ 68 Luk 1:27 | naam was Jozef, uit den huize Davids; en de naam der maagd 69 Luk 10:5 | zegt eerst: Vrede zij dezen huize! ~ 70 Luk 19:9 | tot hem: Heden is dezen huize zaligheid geschied, nademaal 71 Hand 5:22| zou ontbieden te zijnen huize, en dat hij van u woorden 72 1Kor 16:19| Gemeente, die te hunnen huize is. ~ 73 2Tim 1:16| 16 De Heere geve den huize van Onesiforus barmhartigheid; 74 File 1:2 | de Gemeente, die te uwen huize is: ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License