1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5303
Book Chapter: Verse
4501 Luk 19:2 | En zie, er was een man, met name geheten Zacheus; en
4502 Luk 19:6 | kwam af, en ontving Hem met blijdschap. ~
4503 Luk 19:15 | mocht, wat een iegelijk met handelen gewonnen had. ~
4504 Luk 19:23 | ik, komende, had hetzelve met woeker mogen eisen? ~
4505 Luk 19:37 | verblijden, en God te loven met grote stemme, vanwege al
4506 Luk 20:1 | overpriesters, en Schriftgeleerden, met de ouderlingen daarover
4507 Luk 21:5 | van den tempel, dat hij met schonen stenen en begiftigingen
4508 Luk 21:25 | aarde benauwdheid der volken met twijfelmoedigheid, als de
4509 Luk 21:27 | zien komen in een wolk, met grote kracht en heerlijkheid. ~
4510 Luk 21:34 | eniger tijd bezwaard worden met brasserij en dronkenschap,
4511 Luk 22:4 | En hij ging heen en sprak met de overpriesters en de hoofdmannen,
4512 Luk 22:11 | eetzaal, daar Ik het pascha met Mijn discipelen eten zal? ~
4513 Luk 22:14 | en de twaalf apostelen met Hem. ~
4514 Luk 22:15 | grotelijks begeerd, dit pascha met u te eten, eer dat Ik lijde; ~
4515 Luk 22:21 | desgenen, die Mij verraadt, is met Mij aan de tafel. ~
4516 Luk 22:28 | En gij zijt degenen, die met Mij steeds gebleven zijt
4517 Luk 22:33 | Hem: Heere, ik ben bereid, met U ook in de gevangenis en
4518 Luk 22:37 | worden, namelijk: En Hij is met de misdadigen gerekend.
4519 Luk 22:48 | gij den Zoon des mensen met een kus? ~
4520 Luk 22:49 | tot Hem: Heere, zullen wij met het zwaard slaan? ~
4521 Luk 22:52 | waren: Zijt gij uitgegaan met zwaarden en stokken als
4522 Luk 22:53 | 53 Als Ik dagelijks met u was in den tempel, zo
4523 Luk 22:56 | houdende, zeide: Ook deze was met Hem. ~
4524 Luk 22:59 | der waarheid, ook deze was met Hem; want hij is ook een
4525 Luk 23:9 | 9 En hij vraagde Hem met vele woorden; doch Hij antwoordde
4526 Luk 23:11 | 11 En Herodes met zijn krijgslieden Hem veracht
4527 Luk 23:12 | Pilatus en Herodes vrienden met elkander; want zij waren
4528 Luk 23:18 | gelijkelijk, zeggende: Weg met Dezen, en laat ons Bar-abbas
4529 Luk 23:23 | 23 Maar zij hielden aan met groot geroep, eisende, dat
4530 Luk 23:32 | kwaaddoeners, geleid, om met Hem gedood te worden. ~
4531 Luk 23:35 | aan. En ook de oversten met hen beschimpten Hem, zeggende:
4532 Luk 23:38 | opschrift boven Hem geschreven, met Griekse, en Romeinse en
4533 Luk 23:43 | zeg Ik u: Heden zult gij met Mij in het Paradijs zijn. ~
4534 Luk 23:46 | 46 En Jezus, roepende met grote stemme, zeide: Vader,
4535 Luk 23:50 | 50 En zie, een man, met name Jozef, zijnde een raadsheer,
4536 Luk 23:55 | 55 En ook de vrouwen, die met Hem gekomen waren uit Galilea,
4537 Luk 24:1 | bereid hadden, en sommigen met haar. ~
4538 Luk 24:10 | van Jakobus, en de andere met haar, die dit tot de apostelen
4539 Luk 24:15 | Jezus Zelf bij hen kwam, en met hen ging. ~
4540 Luk 24:24 | En sommigen dergenen, die met ons zijn, gingen heen tot
4541 Luk 24:29 | dwongen Hem, zeggende: Blijf met ons; want het is bij den
4542 Luk 24:29 | gedaald. En Hij ging in, om met hen te blijven. ~
4543 Luk 24:30 | het geschiedde, als Hij met hen aanzat, nam Hij het
4544 Luk 24:33 | elven samenvergaderd, en die met hen waren; ~
4545 Luk 24:44 | tot u sprak, als Ik nog met u was, namelijk dat het
4546 Luk 24:49 | gij zult aangedaan zijn met kracht uit de hoogte. ~
4547 Luk 24:52 | keerden weder naar Jeruzalem met grote blijdschap. ~
4548 Joha 1:26 | antwoordde hun, zeggende: Ik doop met water, maar Hij staat midden
4549 Joha 1:31 | ben ik gekomen, dopende met het water. ~
4550 Joha 1:33 | gezonden heeft, om te dopen met water, Die had mij gezegd:
4551 Joha 1:33 | blijven, Deze is het, Die met den Heiligen Geest doopt. ~
4552 Joha 2:4 | haar: Vrouw, wat heb Ik met u te doen? Mijn ure is nog
4553 Joha 2:7 | hen: Vult de watervaten met water. En zij vulden ze
4554 Joha 3:2 | doen, die Gij doet, zo God met hem niet is. ~
4555 Joha 3:22 | en onthield Zich aldaar met hen, en doopte. ~
4556 Joha 3:25 | discipelen van Johannes met de Joden over de reiniging. ~
4557 Joha 3:26 | zeiden tot hem: Rabbi, Die met u was over de Jordaan, Welken
4558 Joha 3:29 | hem hoort, verblijdt zich met blijdschap om de stem des
4559 Joha 3:34 | geeft Hem de Geest niet met mate. ~
4560 Joha 4:9 | houden geen gemeenschap met de Samaritanen. ~
4561 Joha 4:18 | uw man niet; dat hebt gij met waarheid gezegd. ~
4562 Joha 4:26 | tot haar: Ik ben het, Die met u spreek. ~
4563 Joha 4:27 | verwonderden zich, dat Hij met een vrouw sprak. Nochtans
4564 Joha 4:27 | Gij, of: Wat spreekt Gij met haar? ~
4565 Joha 4:52 | ure, in welke het beter met hem geworden was. En zij
4566 Joha 6:3 | berg, en zat aldaar neder met Zijn discipelen. ~
4567 Joha 6:13 | en vulden twaalf korven met brokken van de vijf gerstebroden,
4568 Joha 6:15 | zij zouden komen, en Hem met geweld nemen, opdat zij
4569 Joha 6:22 | ingegaan waren, en dat Jezus met Zijn discipelen in dat scheepje
4570 Joha 6:66 | en wandelden niet meer met Hem. ~
4571 Joha 8:6 | nederbukkende, schreef met den vinger in de aarde. ~
4572 Joha 8:29 | Die Mij gezonden heeft, is met Mij. De Vader heeft Mij
4573 Joha 8:56 | Abraham, uw vader, heeft met verheuging verlangd, opdat
4574 Joha 9:37 | hebt Hem gezien, en Die met u spreekt, Dezelve is het. ~
4575 Joha 11:2 | den Heere gezalfd heeft met zalf, en Zijn voeten afgedroogd
4576 Joha 11:2 | voeten afgedroogd heeft met haar haren; welker broeder
4577 Joha 11:16 | ons ook gaan, opdat wij met Hem sterven. ~
4578 Joha 11:31 | 31 De Joden dan, die met haar in het huis waren,
4579 Joha 11:33 | wenen, en de Joden, die met haar kwamen, ook wenen,
4580 Joha 11:43 | dit gezegd had, riep Hij met grote stemme: Lazarus, kom
4581 Joha 11:44 | gebonden aan handen en voeten met grafdoeken, en zijn aangezicht
4582 Joha 11:44 | aangezicht was omwonden met een zweetdoek. Jezus zeide
4583 Joha 11:54 | Efraim, en verkeerde aldaar met Zijn discipelen. ~
4584 Joha 12:2 | was een van degenen, die met Hem aanzaten. ~
4585 Joha 12:3 | voeten van Jezus gezalfd, en met haar haren Zijn voeten afgedroogd;
4586 Joha 12:8 | armen hebt gijlieden altijd met u, maar Mij hebt gij niet
4587 Joha 12:17 | 17 De schare dan, die met Hem was, getuigde dat Hij
4588 Joha 12:40 | hart verhard; opdat zij met de ogen niet zien, en met
4589 Joha 12:40 | met de ogen niet zien, en met het hart niet verstaan,
4590 Joha 13:5 | wassen, en af te drogen met den linnen doek, waarmede
4591 Joha 13:8 | wasse, gij hebt geen deel met Mij. ~
4592 Joha 13:18 | Schrift vervuld worde: Die met Mij het brood eet, heeft
4593 Joha 14:9 | hem: Ben Ik zo langen tijd met ulieden, en hebt gij Mij
4594 Joha 14:30 | 30 Ik zal niet meer veel met u spreken; want de overste
4595 Joha 15:27 | gij zijt van den beginne met Mij geweest. ~ ~ ~
4596 Joha 16:32 | alleen; want de Vader is met Mij. ~
4597 Joha 17:5 | Gij Vader, bij Uzelven, met de heerlijkheid, die Ik
4598 Joha 17:12 | 12 Toen Ik met hen in de wereld was, bewaarde
4599 Joha 18:1 | gezegd hebbende, ging uit met Zijn discipelen over de
4600 Joha 18:2 | dikwijls vergaderd was geweest met Zijn discipelen. ~
4601 Joha 18:3 | en Farizeen, kwam aldaar met lantaarnen, en fakkelen,
4602 Joha 18:15 | hogepriester bekend, en ging met Jezus in des hogepriesters
4603 Joha 18:16 | was, ging uit, en sprak met de deurwaarster, en bracht
4604 Joha 18:26 | u niet gezien in den hof met Hem? ~
4605 Joha 19:18 | Alwaar zij Hem kruisten, en met Hem twee anderen, aan elke
4606 Joha 19:29 | en zij vulden een spons met edik, en omlegden ze met
4607 Joha 19:29 | met edik, en omlegden ze met hysop, en brachten ze aan
4608 Joha 19:32 | eersten, en des anderen, die met Hem gekruist was; ~
4609 Joha 19:34 | krijgsknechten doorstak Zijn zijde met een speer, en terstond kwam
4610 Joha 19:40 | bonden dat in linnen doeken met de specerijen, gelijk de
4611 Joha 20:24 | twaalven, gezegd Didymus, was met hen niet, toen Jezus daar
4612 Joha 20:26 | wederom binnen, en Thomas met hen; en Jezus kwam, als
4613 Joha 21:3 | zeiden tot hem: Wij gaan ook met u. Zij gingen uit, en traden
4614 Joha 21:8 | andere discipelen kwamen met het scheepje (want zij waren
4615 Joha 21:8 | ellen), slepende het net met de vissen. ~
4616 Joha 21:19 | zeide Hij, betekenende, met hoedanigen dood hij God
4617 Hand 1:3 | Zichzelven levend vertoond heeft, met vele gewisse kentekenen,
4618 Hand 1:4 | 4 En als Hij met hen vergaderd was, beval
4619 Hand 1:5 | Want Johannes doopte wel met water, maar gij zult met
4620 Hand 1:5 | met water, maar gij zult met den Heiligen Geest gedoopt
4621 Hand 1:14 | in het bidden en smeken, met de vrouwen, en Maria, de
4622 Hand 1:14 | de moeder van Jezus, en met Zijn broederen. ~
4623 Hand 1:17 | 17 Want hij was met ons gerekend, en had het
4624 Hand 1:21 | dat van de mannen, die met ons ongedaan hebben al den
4625 Hand 1:22 | opgenomen is, een derzelven met ons getuige worde van Zijn
4626 Hand 1:26 | op Matthias, en hij werd met gemene toestemming tot de
4627 Hand 2:4 | zij werden allen vervuld met den Heiligen Geest, en begonnen
4628 Hand 2:4 | en begonnen te spreken met andere talen, zoals de Geest
4629 Hand 2:14 | 14 Maar Petrus, staande met de elven, verhief zijn stem,
4630 Hand 2:28 | Gij zult mij vervullen met verheuging door Uw aangezicht. ~
4631 Hand 2:30 | was, en wist, dat God hem met ede gezworen had, dat hij
4632 Hand 2:40 | 40 En met veel meer andere woorden
4633 Hand 2:46 | brekende, aten zij te zamen met verheuging en eenvoudigheid
4634 Hand 3:4 | Petrus, sterk op hem ziende, met Johannes, zeide: Zie op
4635 Hand 3:8 | stond en wandelde, en ging met hen in den tempel, wandelende
4636 Hand 3:10 | tempels; en zij werden vervuld met verbaasdheid en ontzetting
4637 Hand 3:25 | des verbonds, hetwelk God met onze vaderen opgericht heeft,
4638 Hand 4:8 | zeide Petrus, vervuld zijnde met den Heiligen Geest, tot
4639 Hand 4:13 | en kenden hen, dat zij met Jezus geweest waren. ~
4640 Hand 4:15 | den raad, overlegden zij met elkander, ~
4641 Hand 4:27 | Herodes en Pontius Pilatus, met de heidenen en de volken
4642 Hand 4:29 | en geef Uw dienstknechten met alle vrijmoedigheid Uw woord
4643 Hand 4:31 | zij werden allen vervuld met den Heiligen Geest, en spraken
4644 Hand 4:31 | en spraken het Woord Gods met vrijmoedigheid. ~
4645 Hand 4:33 | 33 En de apostelen gaven met grote kracht getuigenis
4646 Hand 5:1 | een zeker man te Cesarea, met name Cornelius, een hoofdman
4647 Hand 5:2 | Godzalig en vrezende God, met geheel zijn huis, en doende
4648 Hand 5:20 | sta op, en ga af, en reis met hen, niet twijfelende; want
4649 Hand 5:23 | anderen daags ging Petrus met hen heen, en sommigen der
4650 Hand 5:23 | van Joppe waren, gingen met hem. ~
4651 Hand 5:27 | 27 En met hem sprekende, ging hij
4652 Hand 5:38 | hoe Hem God gezalfd heeft met den Heiligen Geest en met
4653 Hand 5:38 | met den Heiligen Geest en met kracht; Welke het land doorgegaan
4654 Hand 5:38 | overweldigd waren; want God was met Hem.
4655 Hand 5:41 | waren, ons namelijk, die met Hem gegeten en gedronken
4656 Hand 5:45 | besnijdenis waren, zovelen als met Petrus gekomen waren, ontzetten
4657 Hand 5:46 | zij hoorden hen spreken met vreemde talen, en God groot
4658 Hand 6:3 | voorhuid hebben, en hebt met hen gegeten. ~
4659 Hand 6:12 | Geest zeide tot mij, dat ik met hen gaan zou, niet twijfelende.
4660 Hand 6:12 | zou, niet twijfelende. En met mij gingen ook deze zes
4661 Hand 6:16 | zeide: Johannes doopte wel met water, maar gijlieden zult
4662 Hand 6:16 | gijlieden zult gedoopt worden met den Heiligen Geest. ~
4663 Hand 6:21 | En de hand des Heeren was met hen; en een groot getal
4664 Hand 6:23 | vermaande hen allen, dat zij met een voornemen des harten
4665 Hand 6:28 | 28 En een uit hen, met name Agabus, stond op, en
4666 Hand 6:32 | den broeder van Johannes, met het zwaard. ~
4667 Hand 6:36 | krijgsknechten, gebonden met twee ketenen; en de wachters
4668 Hand 6:43 | dienstmaagd voor om te luisteren, met name Rhode. ~
4669 Hand 6:47 | 17 En als hij hen met de hand gewenkt had, dat
4670 Hand 7:1 | Cyrene, en Manahen, die met Herodes den viervorst opgevoed
4671 Hand 7:9 | Paulus genaamd is), vervuld met den Heiligen Geest, en de
4672 Hand 7:11 | gaande, zocht hij, die hem met de hand mochten leiden. ~
4673 Hand 7:13 | 13 En Paulus, en die met hem waren, van Pafos afgevaren
4674 Hand 7:16 | Paulus stond op, en wenkte met de hand, en zeide: Gij Israelietische
4675 Hand 7:17 | land Egypte, en heeft hen met een hogen arm daaruit geleid. ~
4676 Hand 7:31 | dagen lang, van degenen, die met Hem opgekomen waren van
4677 Hand 7:45 | de scharen ziende, werden met nijdigheid vervuld, en wederspraken,
4678 Hand 7:52 | discipelen werden vervuld met blijdschap en met den Heiligen
4679 Hand 7:52 | vervuld met blijdschap en met den Heiligen Geest. ~ ~ ~
4680 Hand 8:4 | verdeeld, en sommigen waren met de Joden, en sommigen met
4681 Hand 8:4 | met de Joden, en sommigen met de apostelen. ~
4682 Hand 8:5 | van heidenen en van Joden, met hun oversten, om hun smaadheid
4683 Hand 8:10 | 10 Zeide met grote stem: Sta recht op
4684 Hand 8:13 | gebracht had, wilde hij offeren met de scharen. ~
4685 Hand 8:17 | vervullende onze harten met spijs en vrolijkheid. ~
4686 Hand 8:20 | des anderen daags ging hij met Barnabas uit naar Derbe. ~
4687 Hand 8:23 | als zij in elke Gemeente, met opsteken der handen, ouderlingen
4688 Hand 8:23 | hadden, gebeden hebbende met vasten, bevalen zij hen
4689 Hand 8:27 | zij, wat grote dingen God met hen gedaan had, en dat Hij
4690 Hand 8:28 | aldaar geen kleinen tijd met de discipelen. ~ ~
4691 Hand 9:4 | verkondigden, wat grote dingen God met hen gedaan had. ~
4692 Hand 9:22 | apostelen en den ouderlingen, met de gehele Gemeente, goed
4693 Hand 9:22 | uit zich te verkiezen, en met Paulus en Barnabas te zenden
4694 Hand 9:24 | van ons uitgegaan zijn, u met woorden ontroerd hebben
4695 Hand 9:25 | verkiezen, en tot u te zenden, met onze geliefden, Barnabas
4696 Hand 9:27 | Silas gezonden, die ook met den mond hetzelfde zullen
4697 Hand 9:32 | vermaanden de broeders met vele woorden, en versterkten
4698 Hand 9:33 | de broeders wederom gaan met vrede, tot de apostelen. ~
4699 Hand 9:35 | lerende en verkondigende met nog vele anderen, het Woord
4700 Hand 9:38 | van hen was afgeweken, en met hen niet was gegaan tot
4701 Hand 10:1 | was een zeker discipel, met name Timotheus, zoon van
4702 Hand 10:3 | 3 Deze wilde Paulus, dat met hem zou reizen; en hij nam
4703 Hand 10:14 | 14 En een zekere vrouw, met name Lydia, een purperverkoopster,
4704 Hand 10:16 | heren groot gewin toebracht met waarzeggen. ~
4705 Hand 10:28 | 28 Maar Paulus riep met grote stem, zeggende: Doe
4706 Hand 10:34 | verheugde zich, dat hij met al zijn huis aan God gelovig
4707 Hand 11:2 | sabbatten lang handelde hij met hen uit de Schriften, ~
4708 Hand 11:11 | die het woord ontvingen met alle toegenegenheid, onderzoekende
4709 Hand 11:17 | handelde dan in de synagoge met de Joden, en met degenen,
4710 Hand 11:17 | synagoge met de Joden, en met degenen, die godsdienstig
4711 Hand 11:17 | en op de markt alle dagen met degenen, die hem voorkwamen. ~
4712 Hand 11:18 | Stoische wijsgeren streden met hem; en sommigen zeiden:
4713 Hand 11:24 | woont niet in tempelen met handen gemaakt; ~
4714 Hand 11:34 | Areopagiet, en een vrouw, met name Damaris, en anderen
4715 Hand 11:34 | name Damaris, en anderen met dezelve. ~ ~ ~
4716 Hand 12:2 | En vond een zekeren Jood, met name Aquila, van geboorte
4717 Hand 12:7 | in het huis van een man, met name Justus, die God diende,
4718 Hand 12:8 | geloofde aan den Heere met geheel zijn huis; en velen
4719 Hand 12:10 | 10 Want Ik ben met u, en niemand zal de hand
4720 Hand 12:14 | ware, o Joden, zo zou ik met reden ulieden verdragen; ~
4721 Hand 12:18 | en Priscilla en Aquila met hem, zijn hoofd te Kenchreen
4722 Hand 12:19 | de synagoge, en handelde met de Joden. ~
4723 Hand 12:24 | 24 En een zeker Jood, met name Apollos, van geboorte
4724 Hand 12:28 | hij overtuigde de Joden met groten ernst in het openbaar,
4725 Hand 13:6 | Geest op hen; en zij spraken met vreemde talen, en profeteerden. ~
4726 Hand 13:8 | vrijmoediglijk, drie maanden lang met hen handelende, en hun aanradende
4727 Hand 13:20 | wies het Woord des Heeren met macht, en nam de overhand. ~
4728 Hand 13:24 | 24 Want een, met name Demetrius, een zilversmid,
4729 Hand 13:25 | samenvergaderd hebbende, met de handwerkers van dergelijke
4730 Hand 13:26 | het geen goden zijn, die met handen gemaakt worden. ~
4731 Hand 13:29 | verwarring; en zij liepen met een gedruis eendrachtelijk
4732 Hand 13:29 | eendrachtelijk naar de schouwplaats, met zich trekkende Gajus en
4733 Hand 13:33 | Alexander gewenkt hebbende met de hand, wilde bij het volk
4734 Hand 13:38 | dan nu Demetrius, en die met hem van de kunst zijn, tegen
4735 Hand 14:2 | delen doorgereisd, en hen met vele redenen vermaand had,
4736 Hand 14:7 | breken, handelde Paulus met hen, zullende des anderen
4737 Hand 14:9 | En een zeker jongeling, met name Eutychus, zat in het
4738 Hand 14:9 | Eutychus, zat in het venster en met een diepen slaap overvallen
4739 Hand 14:11 | lang, tot den dageraad toe, met hen gesproken had, vertrok
4740 Hand 14:19 | 19 Dienende den Heere met alle ootmoedigheid, en vele
4741 Hand 14:24 | mijzelven, opdat ik mijn loop met blijdschap mag volbrengen,
4742 Hand 14:31 | opgehouden heb een iegelijk met tranen te vermanen. ~
4743 Hand 14:34 | nooddruft, en dergenen, die met mij waren, gediend hebben. ~
4744 Hand 14:36 | heeft hij nederknielende met hen allen gebeden. ~
4745 Hand 15:5 | zij geleidden ons allen met vrouwen en kinderen tot
4746 Hand 15:8 | daags, Paulus en wij, die met hem waren, gingen van daar
4747 Hand 15:10 | zeker profeet af van Judea, met name Agabus; ~
4748 Hand 15:16 | 16 En met ons gingen ook sommigen
4749 Hand 15:16 | discipelen van Cesarea, leidende met zich een zekeren Mnason,
4750 Hand 15:18 | volgenden dag ging Paulus met ons in tot Jakobus; en al
4751 Hand 15:24 | dezen tot u, en heilig u met hen, en doe de onkosten
4752 Hand 15:26 | Toen nam Paulus de mannen met zich, en den dag daaraan
4753 Hand 15:26 | zich, en den dag daaraan met hen geheiligd zijnde, ging
4754 Hand 15:29 | voren Trofimus, den Efezier, met hem in de stad gezien, welken
4755 Hand 15:33 | hem, en beval, dat men hem met twee ketenen zou binden;
4756 Hand 15:36 | volgde, al roepende: Weg met hem!
4757 Hand 15:40 | staande op de trappen, wenkte met de hand tot het volk; en
4758 Hand 16:9 | 9 En die met mij waren, zagen wel het
4759 Hand 16:10 | Damaskus; en aldaar zal met u gesproken worden, van
4760 Hand 16:11 | geleid van degenen, die met mij waren, en kwam te Damaskus. ~
4761 Hand 16:22 | zeggende: Weg van de aarde met zulk een, want het is niet
4762 Hand 16:24 | brengen, en zeide, dat men hem met geselen onderzoeken zou,
4763 Hand 16:25 | 25 En alzo zij hem met de riemen uitrekten, zeide
4764 Hand 17:1 | Mannen broeders! ik heb met alle goed geweten voor God
4765 Hand 17:14 | zeiden: Wij hebben ons zelven met vervloeking vervloekt, niets
4766 Hand 17:15 | laat den overste weten met den raad, dat hij hem morgen
4767 Hand 17:21 | lagen, welke zichzelven met een vervloeking verbonden
4768 Hand 17:27 | ben ik daarover gekomen met het krijgsvolk, en heb hem
4769 Hand 17:32 | daags, latende de ruiters met hem trekken, keerden zij
4770 Hand 18:1 | hogepriester Ananias af met de ouderlingen, en een zekeren
4771 Hand 18:3 | wij ganselijk en overal met alle dankbaarheid aan. ~
4772 Hand 18:7 | daarover komende, heeft hem met groot geweld uit onze handen
4773 Hand 18:10 | verantwoord ik mijzelven met des te beteren moed. ~
4774 Hand 18:18 | zijnde, in den tempel, niet met volk, noch met beroerte,
4775 Hand 18:18 | tempel, niet met volk, noch met beroerte, enige Joden uit
4776 Hand 18:24 | Felix, daar gekomen zijnde met Drusilla, zijn vrouw, die
4777 Hand 18:26 | dikwijls ontbood, en sprak met hem. ~
4778 Hand 19:12 | antwoordde Festus, als hij met den raad gesproken had:
4779 Hand 19:23 | gekomen was en Bernice, met grote pracht, en als zij
4780 Hand 19:23 | waren in het rechthuis, met de oversten over duizend,
4781 Hand 19:24 | en gij mannen allen, die met ons hier tegenwoordig zijt,
4782 Hand 20:12 | ik naar Damaskus reisde, met macht en last, welk ik van
4783 Hand 20:13 | hemel mij en degenen, die met mij reisden, omschijnende. ~
4784 Hand 20:24 | verantwoording sprak, zeide Festus met grote stem: Gij raast, Paulus,
4785 Hand 20:30 | stadhouder, en Bernice, en die met hen gezeten waren; ~
4786 Hand 21:1 | een hoofdman over honderd, met name Julius van de keizerlijke
4787 Hand 21:2 | Macedonier van Thessalonica, was met ons. ~
4788 Hand 21:3 | En Julius, vriendelijk met Paulus handelende, liet
4789 Hand 21:10 | de vaart zal geschieden met hinder en grote schade,
4790 Hand 21:19 | den derden dag wierpen wij met onze eigen handen het scheepsgereedschap
4791 Hand 21:24 | u geschonken allen, die met u varen. ~
4792 Hand 21:38 | 38 En als zij met spijze verzadigd waren,
4793 Hand 22:7 | voornaamste van het eiland, met name Publius, zijn landhoeven,
4794 Hand 22:8 | dat de vader van Publius, met koortsen en den roden loop
4795 Hand 22:10 | 10 Die ons ook eerden met veel eer, en als wij vertrekken
4796 Hand 22:16 | toegelaten op zichzelven te wonen met den krijgsknecht, die hem
4797 Hand 22:20 | vanwege de hope Israels ben ik met deze keten omvangen.
4798 Hand 22:26 | heen tot dit volk, en zeg: Met het gehoor zult gij horen,
4799 Hand 22:27 | volks is dik geworden, en met de oren hebben zij zwaarlijk
4800 Hand 22:27 | zij niet te eniger tijd met de ogen zouden zien, en
4801 Hand 22:27 | de ogen zouden zien, en met de oren horen, en met het
4802 Hand 22:27 | en met de oren horen, en met het hart verstaan, en zij
4803 Hand 22:31 | den Heere Jezus Christus met alle vrijmoedigheid, onverhinderd. ~
4804 Rom 1:27 | lust tegen elkander, mannen met mannen schandelijkheid bedrijvende,
4805 Rom 1:29 | 29 Vervuld zijnde met alle ongerechtigheid, hoererij,
4806 Rom 2:7 | 7 Dengenen wel, die met volharding in goeddoen,
4807 Rom 3:13 | keel is een geopend graf; met hun tongen plegen zij bedrog;
4808 Rom 5:10 | indien wij, vijanden zijnde, met God verzoend zijn door den
4809 Rom 6:4 | 4 Wij zijn dan met Hem begraven, door den doop
4810 Rom 6:5 | 5 Want indien wij met Hem een plant geworden zijn
4811 Rom 6:6 | wetende, dat onze oude mens met Hem gekruisigd is, opdat
4812 Rom 6:8 | 8 Indien wij nu met Christus gestorven zijn,
4813 Rom 6:8 | geloven wij, dat wij ook met Hem zullen leven; ~
4814 Rom 7:26 | Zo dan, ik zelf dien wel met het gemoed de wet Gods,
4815 Rom 7:26 | gemoed de wet Gods, maar met het vlees de wet der zonde. ~ ~ ~
4816 Rom 8:16 | 16 Dezelve Geest getuigt met onzen geest, dat wij kinderen
4817 Rom 8:17 | Christus; zo wij anders met Hem lijden, opdat wij ook
4818 Rom 8:17 | Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden. ~
4819 Rom 8:19 | 19 Want het schepsel, als met opgestoken hoofde, verwacht
4820 Rom 8:25 | zien, zo verwachten wij het met lijdzaamheid. ~
4821 Rom 8:26 | Geest Zelf bidt voor ons met onuitsprekelijke zuchtingen. ~
4822 Rom 8:32 | overgegeven, hoe zal Hij ons ook met Hem niet alle dingen schenken?
4823 Rom 9:22 | Zijn macht bekend maken, met vele lankmoedigheid verdragen
4824 Rom 10:2 | tot God hebben, maar niet met verstand. ~
4825 Rom 10:9 | 9 Namelijk, indien gij met uw mond zult belijden den
4826 Rom 10:9 | belijden den Heere Jezus, en met uw hart geloven, dat God
4827 Rom 10:10 | 10 Want met het hart gelooft men ter
4828 Rom 10:10 | ter rechtvaardigheid en met den mond belijdt men ter
4829 Rom 12:10 | elkander hartelijk lief met broederlijke liefde; met
4830 Rom 12:10 | met broederlijke liefde; met eer de een de ander voorgaande. ~
4831 Rom 12:15 | 15 Verblijdt u met de blijden; en weent met
4832 Rom 12:15 | met de blijden; en weent met de wenenden. ~
4833 Rom 12:18 | zoveel in u is, houdt vrede met alle mensen. ~
4834 Rom 14:15 | liefde. Verderf dien niet met uw spijze, voor welken Christus
4835 Rom 14:20 | het is kwaad den mens, die met aanstoot eet. ~
4836 Rom 15:6 | Opdat gij eendrachtelijk, met een mond, moogt verheerlijken
4837 Rom 15:10 | Weest vrolijk, gij heidenen met Zijn volk! ~
4838 Rom 15:13 | der hoop vervulle ulieden met alle blijdschap en vrede
4839 Rom 15:14 | zijt van goedheid, vervuld met alle kennis, machtig om
4840 Rom 15:18 | gehoorzaamheid der heidenen, met woorden en werken; ~
4841 Rom 15:29 | dat ik, tot u komende, met vollen zegen des Evangelies
4842 Rom 15:30 | liefde des Geestes, dat gij met mij strijdt in de gebeden
4843 Rom 15:32 | 32 Opdat ik met blijdschap, door den wil
4844 Rom 15:32 | God, tot u mag komen, en met u verkwikt worden. ~
4845 Rom 15:33 | En de God des vredes zij met u allen. Amen. ~ ~ ~
4846 Rom 16:14 | Hermes, en de broeders, die met hen zijn. ~
4847 Rom 16:15 | en al de heiligen, die met henlieden zijn. ~
4848 Rom 16:16 | 16 Groet elkander met een heiligen kus. De Gemeenten
4849 Rom 16:20 | Heere Jezus Christus zij met ulieden. Amen. ~
4850 Rom 16:24 | Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen. ~
4851 1Kor 1:2 | den geroepenen heiligen, met allen, die den Naam van
4852 1Kor 1:17 | Evangelie te verkondigen; niet met wijsheid van woorden, opdat
4853 1Kor 2:1 | gekomen, ben niet gekomen met uitnemendheid van woorden,
4854 1Kor 2:13 | Dewelke wij ook spreken, niet met woorden, die de menselijke
4855 1Kor 2:13 | menselijke wijsheid leert, maar met woorden, die de Heilige
4856 1Kor 2:13 | leert, geestelijke dingen met geestelijke samenvoegende. ~
4857 1Kor 3:2 | 2 Ik heb u met melk gevoed, en niet met
4858 1Kor 3:2 | met melk gevoed, en niet met vaste spijs; want gij vermocht
4859 1Kor 4:8 | heerstet, opdat ook wij met u heersen mochten! ~
4860 1Kor 4:11 | en zijn naakt, en worden met vuisten geslagen, en hebben
4861 1Kor 4:12 | 12 En arbeiden, werkende met onze eigen handen; wij worden
4862 1Kor 4:21 | 21 Wat wilt gij? Zal ik met de roede tot u komen, of
4863 1Kor 5:3 | 3 Doch ik, als wel met het lichaam afwezend, maar
4864 1Kor 5:3 | maar tegenwoordig zijnde met den geest, heb alrede, als
4865 1Kor 5:4 | samen vergaderd zullen zijn, met de kracht van onzen Heere
4866 1Kor 5:9 | gij u niet zoudt vermengen met de hoereerders; ~
4867 1Kor 5:10 | 10 Doch niet geheellijk met de hoereerders dezer wereld,
4868 1Kor 5:10 | hoereerders dezer wereld, of met de gierigaards, of met de
4869 1Kor 5:10 | of met de gierigaards, of met de rovers, of met de afgodendienaars;
4870 1Kor 5:10 | gierigaards, of met de rovers, of met de afgodendienaars; want
4871 1Kor 5:11 | dronkaard, of een rover; dat gij met zodanig een ook niet zult
4872 1Kor 6:6 | Maar de ene broeder gaat met den anderen broeder te recht,
4873 1Kor 6:7 | gebrek onder u, dat gij met elkander rechtzaken hebt.
4874 1Kor 6:16 | hoer aanhangt, een lichaam met haar is? Want die twee,
4875 1Kor 6:17 | Heere aanhangt, is een geest met Hem. ~
4876 1Kor 7:5 | elkander niet, tenzij dan met beider toestemming voor
4877 1Kor 7:11 | zij ongetrouwd blijve, of met den man verzoene; en dat
4878 1Kor 7:32 | ongetrouwde bekommert zich met de dingen des Heeren, hoe
4879 1Kor 7:33 | getrouwd is, bekommert zich met de dingen der wereld, hoe
4880 1Kor 7:34 | ongetrouwde bekommert zich met de dingen des Heeren, opdat
4881 1Kor 7:34 | getrouwd is, bekommert zich met de dingen der wereld, hoe
4882 1Kor 7:36 | hij ongevoegelijk handelt met zijn maagd, indien zij over
4883 1Kor 8:7 | kennis niet; maar sommigen, met een geweten des afgods tot
4884 1Kor 9:5 | vrouw, een zuster zijnde, met ons om te leiden, gelijk
4885 1Kor 9:13 | steeds bij het altaar zijn, met het altaar delen? ~
4886 1Kor 10:13 | gij vermoogt; maar Hij zal met de verzoeking ook de uitkomst
4887 1Kor 10:18 | offeranden eten, gemeenschap met het altaar? ~
4888 1Kor 10:20 | en ik wil niet, dat gij met de duivelen gemeenschap
4889 1Kor 11:5 | die bidt of profeteert met ongedekten hoofde, onteert
4890 1Kor 11:32 | Heere getuchtigd, opdat wij met de wereld niet zouden veroordeeld
4891 1Kor 12:30 | gezondmakingen? Spreken zij allen met menigerlei talen? Zijn zij
4892 1Kor 14:2 | niemand verstaat het, doch met den geest spreekt hij verborgenheden. ~
4893 1Kor 14:7 | zo zij geen onderscheid met hun klank geven, hoe zal
4894 1Kor 14:15 | Wat is het dan? Ik zal wel met den geest bidden, maar ik
4895 1Kor 14:15 | bidden, maar ik zal ook met het verstand bidden; ik
4896 1Kor 14:15 | verstand bidden; ik zal wel met den geest zingen, maar ik
4897 1Kor 14:15 | zingen, maar ik zal ook met het verstand zingen. ~
4898 1Kor 14:16 | Anderszins, indien gij dankzegt met den geest, hoe zal degene,
4899 1Kor 14:19 | Gemeente vijf woorden spreken met mijn verstand, opdat ik
4900 1Kor 14:40 | Laat alle dingen eerlijk en met orde geschieden. ~ ~
4901 1Kor 15:10 | maar de genade Gods, Die met mij is. ~
4902 1Kor 15:35 | doden opgewekt worden, en met hoedanig een lichaam zullen
4903 1Kor 15:52 | tijds, in een ogenblik, met de laatste bazuin; want
4904 1Kor 16:4 | reizen zou, zo zullen zij met mij reizen. ~
4905 1Kor 16:11 | kome; want ik verwacht hem met de broederen. ~
4906 1Kor 16:12 | hem zeer gebeden, dat hij met de broederen tot u komen
4907 1Kor 16:19 | Heere Aquila en Priscilla, met de Gemeente, die te hunnen
4908 1Kor 16:20 | broeders. Groet elkander met een heiligen kus. ~
4909 1Kor 16:21 | 21 De groetenis met mijn hand van Paulus. ~
4910 1Kor 16:23 | Heere Jezus Christus zij met u. ~
4911 1Kor 16:24 | 24 Mijn liefde zij met u allen in Christus Jezus.
4912 2Kor 1:1 | Gods, die te Korinthe is, met al de heiligen, die in geheel
4913 2Kor 1:4 | zijn, door de vertroosting, met welke wij zelven van God
4914 2Kor 1:21 | 21 Maar Die ons met u bevestigt in Christus,
4915 2Kor 2:4 | benauwdheid des harten, met vele tranen geschreven,
4916 2Kor 3:3 | die geschreven is niet met inkt, maar door den Geest
4917 2Kor 3:18 | 18 En wij allen, met ongedekten aangezichte de
4918 2Kor 4:14 | door Jezus zal opwekken, en met ulieden daar zal stellen. ~
4919 2Kor 5:1 | God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig
4920 2Kor 5:2 | zuchten wij, verlangende met onze woonstede, die uit
4921 2Kor 5:18 | dingen zijn uit God, Die ons met Zichzelven verzoend heeft
4922 2Kor 5:19 | was in Christus de wereld met Zichzelven verzoenende,
4923 2Kor 5:20 | van Christus wege: laat u met God verzoenen. ~
4924 2Kor 6:14 | Trekt niet een ander juk aan met de ongelovigen; want wat
4925 2Kor 6:14 | mededeel heeft de gerechtigheid met de ongerechtigheid, en wat
4926 2Kor 6:14 | gemeenschap heeft het licht met de duisternis? ~
4927 2Kor 6:15 | samenstemming heeft Christus met Belial, of wat deel heeft
4928 2Kor 6:15 | wat deel heeft de gelovige met den ongelovige? ~
4929 2Kor 6:16 | samenvoeging heeft de tempel Gods met de afgoden? Want gij zijt
4930 2Kor 7:4 | roems over u; ik ben vervuld met vertroosting; ik ben zeer
4931 2Kor 7:7 | ook door de vertroosting, met welke hij over u vertroost
4932 2Kor 7:14 | geworden; maar gelijk wij alles met waarheid tot u gesproken
4933 2Kor 7:15 | gehoorzaamheid overdenkt, hoe gij hem met vreze en beven hebt ontvangen. ~
4934 2Kor 8:4 | 4 Ons met vele vermaning biddende,
4935 2Kor 8:18 | 18 En wij hebben ook met hem gezonden den broeder,
4936 2Kor 8:19 | de Gemeenten verkoren, om met ons te reizen met deze gave,
4937 2Kor 8:19 | verkoren, om met ons te reizen met deze gave, die van ons bediend
4938 2Kor 8:22 | 22 Wij hebben ook met hen gezonden onzen broeder,
4939 2Kor 9:4 | mogelijk, zo de Macedoniers met mij kwamen, en u onbereid
4940 2Kor 10:2 | zijnde, niet stout moge zijn met die vrijmoedigheid, waarmede
4941 2Kor 10:12 | niet rekenen of vergelijken met sommigen, die zichzelven
4942 2Kor 10:12 | niet, dat zij zichzelven met zichzelven meten, en zichzelven
4943 2Kor 10:12 | zichzelven meten, en zichzelven met zichzelven vergelijken. ~
4944 2Kor 11:2 | Want ik ben ijverig over u met een ijver Gods; want ik
4945 2Kor 11:4 | aangenomen, zo verdroegt gij hem met recht. ~
4946 2Kor 11:25 | 25 Driemaal ben ik met roeden gegeseld geweest,
4947 2Kor 12:7 | des satans, dat hij mij met vuisten slaan zou, opdat
4948 2Kor 12:12 | betoond in alle lijdzaamheid, met tekenen, en wonderen, en
4949 2Kor 12:16 | ik listig was, heb ik u met bedrog gevangen. ~
4950 2Kor 13:4 | zwak in Hem, maar zullen met Hem leven door de kracht
4951 2Kor 13:11 | liefde en des vredes zal met u zijn. ~
4952 2Kor 13:12 | 12 Groet elkander met een heiligen kus. U groeten
4953 2Kor 13:13 | des Heiligen Geestes, zij met u allen. Amen. ~ ~ ~ ~
4954 Gal 1:2 | 2 En al de broeders, die met mij zijn, aan de Gemeenten
4955 Gal 1:16 | terstond niet te rade gegaan met vlees en bloed; ~
4956 Gal 2:1 | naar Jeruzalem opgegaan met Barnabas, ook Titus medegenomen
4957 Gal 2:3 | 3 Maar ook Titus, die met mij was, een Griek zijnde,
4958 Gal 2:5 | niet een uur hebben geweken met onderwerping, opdat de waarheid
4959 Gal 2:12 | gekomen waren, at hij mede met de heidenen; maar toen zij
4960 Gal 2:13 | de andere Joden veinsden met hem; alzo dat ook Barnabas
4961 Gal 2:20 | 20 Ik ben met Christus gekruist; en ik
4962 Gal 3:3 | gij zo uitzinnig? Daar gij met den Geest begonnen zijt,
4963 Gal 3:3 | zijt, voleindigt gij nu met het vlees? ~
4964 Gal 3:9 | geloof zijn, worden gezegend met den gelovigen Abraham. ~
4965 Gal 4:25 | Arabie, en komt overeen met Jeruzalem, dat nu is, en
4966 Gal 4:25 | nu is, en dienstbaar is met haar kinderen. ~
4967 Gal 4:30 | dienstmaagd zal geenszins erven met den zoon der vrije. ~
4968 Gal 5:1 | Staat dan in de vrijheid, met welke ons Christus vrijgemaakt
4969 Gal 5:1 | heeft, en wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid
4970 Gal 5:24 | hebben het vlees gekruist met de bewegingen en begeerlijkheden. ~
4971 Gal 6:1 | brengt den zodanige te recht met den geest der zachtmoedigheid;
4972 Gal 6:11 | brief ik u geschreven heb met mijn hand. ~
4973 Gal 6:18 | Heere Jezus Christus zij met uw geest, broeders! Amen. ~
4974 Efez 1:3 | Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegening
4975 Efez 1:8 | 8 Met welke Hij overvloedig is
4976 Efez 1:13 | zijt verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte; ~
4977 Efez 2:5 | heeft ons levend gemaakt met Christus; (uit genade zijt
4978 Efez 2:11 | besnijdenis in het vlees, die met handen geschiedt; ~
4979 Efez 2:16 | En opdat Hij die beiden met God in een lichaam zou verzoenen
4980 Efez 3:3 | verborgenheid, (gelijk ik met weinige woorden te voren
4981 Efez 3:12 | vrijmoedigheid, en den toegang met vertrouwen, door het geloof
4982 Efez 3:16 | rijkdom Zijner heerlijkheid, met kracht versterkt te worden
4983 Efez 3:18 | ten volle kondet begrijpen met al de heiligen, welke de
4984 Efez 4:1 | waardiglijk der roeping, met welke gij geroepen zijt; ~
4985 Efez 4:2 | 2 Met alle ootmoedigheid en zachtmoedigheid,
4986 Efez 4:2 | ootmoedigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, verdragende
4987 Efez 4:14 | bewogen en omgevoerd worden met allen wind der leer, door
4988 Efez 4:25 | de waarheid, een iegelijk met zijn naaste; want wij zijn
4989 Efez 4:28 | liever, werkende dat goed is met de handen, opdat hij hebbe
4990 Efez 4:31 | lastering zij van u geweerd, met alle boosheid; ~
4991 Efez 5:6 | 6 Dat u niemand verleide met ijdele woorden; want om
4992 Efez 5:11 | En hebt geen gemeenschap met de onvruchtbare werken der
4993 Efez 5:18 | overdaad is, maar wordt vervuld met den Geest; ~
4994 Efez 5:19 | Sprekende onder elkander met psalmen, en lofzangen, en
4995 Efez 5:26 | haar gereinigd hebbende met het bad des waters door
4996 Efez 6:2 | hetwelk het eerste gebod is met een belofte), ~
4997 Efez 6:5 | uw heren naar het vlees, met vreze en beven, in eenvoudigheid
4998 Efez 6:7 | 7 Dienende met goedwilligheid den Heere,
4999 Efez 6:14 | uw lenden omgord hebbende met de waarheid, en aangedaan
5000 Efez 6:15 | voeten geschoeid hebbende met bereidheid van het Evangelie
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5303 |