Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
mestvee 1
mesullam 25
mesullemet 1
met 5303
metaal 1
metdegenen 1
meteen 4
Frequency    [«  »]
5967 heere
5858 des
5824 hem
5303 met
5157 op
4462 als
4422 mijn

Bijbel

IntraText - Concordances

met

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5303

     Book Chapter: Verse
3001 Spre 31:17 | Cheth. Zij gordt haar lenden met kracht, en zij versterkt 3002 Spre 31:21 | want haar ganse huis is met dubbele klederen gekleed. ~ 3003 Spre 31:23 | de poorten, als hij zit met de oudsten des lands. ~ 3004 Spre 31:26 | Zij doet haar mond open met wijsheid; en op haar tong 3005 Pred 1:8 | oog wordt niet verzadigd met zien; en het oor wordt niet 3006 Pred 1:13 | En ik begaf mijn hart om met wijsheid te onderzoeken, 3007 Pred 1:16 | 16      Ik sprak met mijn hart, zeggende: Zie, 3008 Pred 2:6 | bewateren het woud, dat met bomen groende. ~ 3009 Pred 2:16 | hoe      sterft de wijze met den zot? ~ 3010 Pred 4:6 | 6      Een hand vol met rust is beter, dan beide 3011 Pred 4:6 | dan beide de vuisten vol met arbeid en kwelling des geestes. ~ 3012 Pred 4:15 | levenden wandelen onder de zon, met de jongeling, den tweede, 3013 Pred 5:1 | 1      Wees niet te snel met uw mond, en uw hart haaste 3014 Pred 5:13 | een zoon, en er is niet met al in zijn hand. ~ 3015 Pred 5:14 | van zijn arbeid, dat hij met zijn      hand zou wegdragen. ~ 3016 Pred 6:4 | 4      Want met ijdelheid komt zij, en in 3017 Pred 6:4 | duisternis gaat zij weg, en met duisternis wordt haar naam 3018 Pred 6:10 | dat hij niet kan rechten met dien, die sterker is dan 3019 Pred 7:11 | De wijsheid is goed met een erfdeel; en degenen, 3020 Pred 7:23 | 23      Dit alles heb ik met wijsheid verzocht; ik zeide: 3021 Pred 8:16 | nachts, den slaap niet ziet met zijne      ogen; ~ 3022 Pred 9:5 | maar de doden weten niet met al; zij hebben ook geen 3023 Pred 9:7 | Ga dan heen, eet uw brood met vreugde, en drink uw wijn 3024 Pred 9:9 | 9      Geniet het leven met de vrouw, die gij liefhebt, 3025 Pred 9:10 | vindt om te doen, doe dat met uw macht; want er is geen 3026 Pred 9:12 | vissen, die gevangen worden met het boze net; en gelijk 3027 Pred 9:12 | vogelen, die gevangen worden met den strik; gelijk die, alzo 3028 Pred 12:14 | in het gericht brengen, met al wat verborgen is, hetzij 3029 Hoo 1:2 | 2      Hij kusse mij met de kussen Zijns monds; want 3030 Hoo 1:11 | u gouden spangen maken, met zilveren stipjes. ~ 3031 Hoo 2:5 | Ondersteunt gijlieden mij met de flessen, versterkt mij 3032 Hoo 2:5 | de flessen, versterkt mij met de appelen, want ik ben 3033 Hoo 2:13 | de wijnstokken geven reuk met hun jonge druifjes. Sta 3034 Hoo 3:6 | als rookpilaren, berookt met mirre en wierook, en met 3035 Hoo 3:6 | met mirre en wierook, en met allerlei poeder des kruideniers? ~ 3036 Hoo 3:10 | het binnenste was bespreid met de liefde van de dochteren 3037 Hoo 3:11 | Sion! den koning Salomo, met de kroon, waarmede Hem Zijn 3038 Hoo 4:9 | hebt Mij het hart genomen, met een van uw ogen, met een 3039 Hoo 4:9 | genomen, met een van uw ogen, met een keten van uw hals. ~ 3040 Hoo 4:13 | paradijs van granaatappelen, met edele vruchten, cyprus met 3041 Hoo 4:13 | met edele vruchten, cyprus met nardus; ~ 3042 Hoo 4:14 | saffraan, kalmus en kaneel, met allerlei bomen van wierook, 3043 Hoo 5:1 | Ik heb Mijn mirre geplukt met Mijn specerij; Ik heb Mijn 3044 Hoo 5:1 | Ik heb Mijn honigraten met Mijn honig gegeten; Ik heb 3045 Hoo 5:2 | want Mijn hoofd is vervuld met      dauw, Mijn haarlokken 3046 Hoo 5:2 | dauw, Mijn haarlokken met nachtdruppen. ~ 3047 Hoo 5:12 | duiven bij de waterstromen, met melk gewassen, staande als 3048 Hoo 5:14 | als gouden ringen, gevuld met turkoois; Zijn buik is als 3049 Hoo 5:14 | blinkend elpenbeen, overtogen met saffieren. ~ 3050 Hoo 6:1 | aangezicht gewend, opdat wij Hem met u zoeken? ~ 3051 Hoo 6:4 | schrikkelijk als slagorden met banieren. ~ 3052 Hoo 6:10 | schrikkelijk als slagorden met banieren? ~ 3053 Hoo 7:2 | hoop tarwe, rondom bezet met lelien. ~ 3054 Hoo 8:5 | daar heeft u uw moeder met smart voortgebracht, daar      3055 Hoo 8:5 | voortgebracht, daar      heeft zij u met smart voortgebracht, die 3056 Hoo 8:9 | zullen haar rondom bezetten met cederen planken. ~ 3057 Jes 1:6 | zijn, en geen derzelve is met      olie verzacht. ~ 3058 Jes 1:7 | verwoesting, uw steden zijn met het vuur verbrand; uw land 3059 Jes 1:22 | schuim; uw wijn is vermengd met water. ~ 3060 Jes 2:6 | verlaten, want zij zijn vervuld met goddeloosheid, meer dan 3061 Jes 2:7 | En hun land is vervuld met zilver en goud, en hunner 3062 Jes 2:7 | hun land is ook vervuld met paarden, en hunner wagenen 3063 Jes 2:8 | Ook is hun land vervuld met afgoden; voor het werk hunner 3064 Jes 3:16 | zich verheffen, en gaan met uitgestrekten hals, en lonken 3065 Jes 3:16 | uitgestrekten hals, en lonken met de ogen, al gaande en trippelende 3066 Jes 4:1 | brood zullen wij eten, en met onze klederen zullen wij 3067 Jes 5:2 | en Hij heeft hem beplant met edele wijnstokken; en Hij 3068 Jes 5:14 | heerlijkheid, en haar menigte, met haar gedruis, en die in 3069 Jes 5:18 | ongerechtigheid trekken met koorden der ijdelheid, en 3070 Jes 5:18 | ijdelheid, en de zonde als met dikke wagenzelen! ~ 3071 Jes 6:2 | iegelijk had zes vleugelen; met twee bedekte ieder zijn 3072 Jes 6:2 | ieder zijn aangezicht, en met twee bedekte hij zijn voeten, 3073 Jes 6:2 | bedekte hij zijn voeten, en met twee vloog hij. ~ 3074 Jes 6:4 | en het huis werd vervuld met rook. ~ 3075 Jes 6:6 | kool in zijn hand, die hij met de tang van het altaar genomen 3076 Jes 6:10 | ogen, opdat het niet zie met zijn ogen, noch met zijn 3077 Jes 6:10 | zie met zijn ogen, noch met zijn oren hore, noch met 3078 Jes 6:10 | met zijn oren hore, noch met zijn hart versta, noch zich 3079 Jes 6:11 | mens zij, en dat het land met verwoesting      verstrooid 3080 Jes 7:1 | haar; maar hij vermocht met strijden niet tegen haar. ~ 3081 Jes 7:5 | tegen u beraadslaagd heeft, met Efraim en den zoon van Remalia, 3082 Jes 7:24 | 24      Dat men met pijlen en met den boog aldaar 3083 Jes 7:24 | Dat men met pijlen en met den boog aldaar zal moeten 3084 Jes 7:25 | Ook al de bergen, die men met houwelen pleegt om te hakken, 3085 Jes 8:1 | grote rol, en schrijf daarop met eens mensen griffel: Haastende 3086 Jes 8:10 | niet bestaan; want God is met ons! ~ 3087 Jes 8:11 | de HEERE tot mij gezegd, met een sterke hand, en Hij 3088 Jes 9:4 | strijd dergenen, die streden, met gedruis geschiedde, en de 3089 Jes 9:6 | bevestigen, en dat te sterken met gericht en met      gerechtigheid, 3090 Jes 9:6 | te sterken met gericht en met      gerechtigheid, van 3091 Jes 9:9 | tichelstenen zijn gevallen, maar met uitgehouwen stenen zullen 3092 Jes 9:11 | achteren, dat zij Israel opeten met vollen mond. Om dit alles 3093 Jes 10:22 | besloten, overvloeiende met      gerechtigheid. ~ 3094 Jes 10:24 | woont! voor Assur, als hij u met de roede zal slaan, en hij 3095 Jes 10:30 | 30      Roep luide met uw stem, gij dochter van 3096 Jes 10:31 | inwoners van Gebim vluchten met hopen. ~ 3097 Jes 10:33 | HEERE der heirscharen zal met geweld de takken afkappen, 3098 Jes 10:34 | 34      En Hij zal met ijzer de verwarde struiken 3099 Jes 11:4 | Maar Hij zal de armen met gerechtigheid richten, en 3100 Jes 11:4 | zachtmoedigen des lands met rechtmatigheid bestraffen; 3101 Jes 11:4 | doch Hij zal de aarde slaan met de roede Zijns monds, en 3102 Jes 11:4 | de roede Zijns monds, en met      den adem Zijner lippen 3103 Jes 11:6 | 6      En de wolf zal met het lam verkeren, en de 3104 Jes 11:15 | en Hij zal maken, dat men met schoenen daardoor zal gaan. ~ 3105 Jes 12:3 | gijlieden zult water scheppen met vreugde uit de fonteinen 3106 Jes 13:9 | HEEREN komt, gruwelijk, met verbolgenheid en hittigen 3107 Jes 13:21 | huizen zullen vervuld worden met schrikkelijke gedierten, 3108 Jes 14:6 | plaagde in verbolgenheid met een plaag zonder ophouden, 3109 Jes 14:7 | zij maken groot geschal met gejuich. ~ 3110 Jes 14:11 | in de hel nedergestort, met het geklank uwer luiten; 3111 Jes 14:18 | zij allen liggen neder met eer, een iegelijk in zijn 3112 Jes 14:19 | een kleed der gedoden, die met het zwaard doorstoken zijn; 3113 Jes 14:21 | en de wereld vervullen met steden; ~ 3114 Jes 14:23 | waterpoelen; en Ik zal hen met een bezem des verderfs uitvagen, 3115 Jes 15:3 | huilen zij altemaal, afgaande met geween. ~ 3116 Jes 15:5 | vaars; want hij gaat op met geween naar den opgang van 3117 Jes 16:9 | Sibma, ik maak u doornat met mijn tranen, o Hesbon en 3118 Jes 16:14 | verachtzaam gemaakt worden, met al die grote menigte; en 3119 Jes 17:10 | planten, en gij zult hem met uitlandse ranken      bezetten; ~ 3120 Jes 18:5 | bloesem, zo zal Hij de ranken met snoeimessen afsnijden, en 3121 Jes 19:10 | 10      En zij zullen met hun fondamenten verbrijzeld 3122 Jes 19:21 | en zij zullen Hem dienen met slachtoffer, en spijsoffer, 3123 Jes 19:23 | en de Egyptenaars zullen met de      Assyriers den Heere 3124 Jes 19:24 | zal Israel de derde wezen met de Egyptenaren en met de 3125 Jes 19:24 | wezen met de Egyptenaren en met de Assyriers, een zegen 3126 Jes 20:4 | naakt en barrevoets, en met blote   billen, den Egyptenaren 3127 Jes 21:7 | paar ruiters, een wagen met ezels, een wagen met kemels; 3128 Jes 21:7 | wagen met ezels, een wagen met kemels; en hij merkte zeer 3129 Jes 21:7 | hij merkte zeer nauw op, met grote opmerking. ~ 3130 Jes 21:14 | Komt den dorstige tegemoet met water; de inwoners des lands 3131 Jes 21:14 | Thema zijn den vluchtende met zijn brood bejegend. ~ 3132 Jes 22:2 | verslagenen zijn niet verslagen met het zwaard, noch gestorven 3133 Jes 22:13 | is vreugde en blijdschap met runderen te doden, en schapen 3134 Jes 22:17 | de HEERE zal u wegwerpen met een mannelijke wegwerping, 3135 Jes 22:21 | 21      En Ik zal hem met uw rok bekleden, en Ik zal 3136 Jes 22:21 | bekleden, en Ik zal hem met uw gordel sterken, en uw 3137 Jes 23:17 | zij zal hoererij bedrijven met alle      koninkrijken der 3138 Jes 24:9 | zullen geen wijn drinken met gezang; de sterke drank 3139 Jes 24:12 | de stad overgebleven, en met gekraak wordt de poort in 3140 Jes 24:16 | trouwelooslijk, en met trouweloosheid handelen 3141 Jes 25:11 | hun hoogmoed vernederen met de lagen hunner      handen. ~ 3142 Jes 26:9 | 9      Met mijn ziel heb ik U begeerd 3143 Jes 26:9 | in den nacht, ook zal ik met mijn geest, die in het binnenste 3144 Jes 27:1 | Te dien dage zal de HEERE met Zijn hard, en groot, en 3145 Jes 27:5 | aangrijpen, hij zal vrede met Mij maken; vrede zal hij 3146 Jes 27:5 | Mij maken; vrede zal hij met Mij maken. ~ 3147 Jes 27:6 | en zij zullen de wereld met inkomsten vervullen. ~ 3148 Jes 27:8 | 8      Met mate hebt Gij met hem getwist, 3149 Jes 27:8 | 8      Met mate hebt Gij met hem getwist, wanneer Gij 3150 Jes 27:13 | dage geschieden, dat er met een grote bazuin geblazen 3151 Jes 28:2 | ter aarde      nederwerpen met de hand. ~ 3152 Jes 28:3 | dronkenen van Efraim zullen met voeten vertreden worden. ~ 3153 Jes 28:15 | Wij hebben een verbond met den dood gemaakt, en met 3154 Jes 28:15 | met den dood gemaakt, en met de hel hebben wij een voorzichtig 3155 Jes 28:18 | En ulieder verbond met den dood zal te niet worden, 3156 Jes 28:18 | en uw voorzichtig verdrag met de hel zal niet bestaan; 3157 Jes 28:27 | men dorst de wikken niet met den dorswagen, en men laat 3158 Jes 28:27 | de wikken slaat men uit met een staf, en het komijn 3159 Jes 28:27 | een staf, en het komijn met      een stok; ~ 3160 Jes 28:28 | dorsende; noch hij breekt het met het wiel zijn wagens, noch 3161 Jes 28:28 | noch hij verbrijzelt het met zijn paarden. ~ 3162 Jes 29:3 | slaan, en Ik zal u belegeren met bolwerken, en Ik zal vestingen 3163 Jes 29:6 | heirscharen bezocht worden met donder, en met aardbeving, 3164 Jes 29:6 | bezocht worden met donder, en met aardbeving, en groot geluid, 3165 Jes 29:6 | aardbeving, en groot geluid, met wervelwind, en onweder, 3166 Jes 29:13 | dit volk tot Mij nadert met zijn mond, en zij Mij met 3167 Jes 29:13 | met zijn mond, en zij Mij met hun lippen eren, doch hun 3168 Jes 29:14 | voorts wonderlijk handelen met dit volk, wonderlijk en 3169 Jes 29:20 | einde zal hebben, en dat het met den bespotter uit zal zijn, 3170 Jes 30:1 | niet uit Mij, en om zich met een bedekking te bedekken, 3171 Jes 30:2 | niet; om zich te sterken met de macht van Farao, en om 3172 Jes 30:20 | leraars zullen niet meer als met vleugelen wegvliegen, maar 3173 Jes 30:24 | eten, hetwelk verschud is met de werpschoffel en met de 3174 Jes 30:24 | is met de werpschoffel en met de wan. ~ 3175 Jes 30:28 | de heidenen te schudden met een schudding der ijdelheid, 3176 Jes 30:29 | harten, gelijk van een, die met pijpen wandelt, om te komen 3177 Jes 30:30 | nederlating Zijns arms doen zien, met grimmigheid van toorn, en 3178 Jes 30:31 | morzel geslagen worden, die met de roede sloeg. ~ 3179 Jes 30:32 | doen rusten), daar zal men met trommelen en harpen zijn; 3180 Jes 30:32 | trommelen en harpen zijn; want met bewegende      bestrijdingen 3181 Jes 32:7 | de ellendigen te bederven met valse redenen, en het recht, 3182 Jes 33:5 | Hij heeft Sion vervuld met gericht en gerechtigheid. ~ 3183 Jes 33:11 | 11      Gijlieden gaat met stro zwanger, gij zult stoppelen 3184 Jes 33:12 | afgehouwen doornen zullen zij met het vuur verbrand worden. ~ 3185 Jes 34:7 | En de eenhoornen zullen met hen afgaan, en de varren 3186 Jes 34:7 | hen afgaan, en de varren met de stieren; en hun land 3187 Jes 34:15 | zullen aldaar de gieren met elkaar verzameld worden. ~ 3188 Jes 34:17 | heeft het hun uitgedeeld met het richtsnoer; tot in der 3189 Jes 35:2 | en zich verheugen, ja, met verheuging, en juichen; 3190 Jes 35:4 | God zal ter wrake komen met de vergelding Gods. Hij 3191 Jes 35:7 | gelegen hebben, zal gras met riet en biezen      zijn. ~ 3192 Jes 35:10 | wederkeren, en tot Sion komen met gejuich, en eeuwige blijdschap 3193 Jes 36:2 | Jeruzalem tot den koning Hizkia, met een zwaar heir; en hij stond 3194 Jes 36:8 | 8      Nu dan, wed toch met mijn heer, den koning van 3195 Jes 36:11 | het wel; en spreek niet met ons in het Joods, voor de 3196 Jes 36:12 | den muur zitten, dat zij met ulieden hun      drek eten, 3197 Jes 36:13 | Alzo stond Rabsake, en riep met luider stem in het Joods, 3198 Jes 36:16 | koning van Assyrie: Handelt met mij door een geschenk, en 3199 Jes 36:22 | de kanselier, tot Hizkia met gescheurde klederen; en 3200 Jes 37:1 | klederen, en bedekte zich met een zak, en ging in het 3201 Jes 37:2 | oudsten der priesteren, met zakken bedekt, tot Jesaja, 3202 Jes 37:4 | honen, en te schelden      met woorden, die de HEERE, uw 3203 Jes 37:24 | gehoond, en gezegd: Ik heb met de menigte mijner wagenen 3204 Jes 37:25 | wateren gedronken; en ik heb met mijn voetzolen alle rivieren 3205 Jes 37:33 | inschieten; ook zal hij met geen schild daarvoor komen, 3206 Jes 37:38 | Sarezer, zijn zonen, hem met het zwaard versloegen; doch 3207 Jes 38:3 | aangezicht in waarheid en met een volkomen hart gewandeld, 3208 Jes 38:8 | schaduw der graden, die met de zon in de graden van 3209 Jes 38:11 | mensen niet meer aanschouwen met de inwoners der wereld. ~ 3210 Jes 40:9 | boodschap, hef uw stem op met macht, hef ze op, vrees 3211 Jes 40:12 | Wie heeft de wateren met Zijn vuist gemeten, en van 3212 Jes 40:12 | gemeten, en van de hemelen met de span de maat genomen, 3213 Jes 40:12 | de maat genomen, en heeft met een drieling het stof der 3214 Jes 40:14 | 14      Met wien heeft Hij raad gehouden, 3215 Jes 40:19 | de goudsmid overtrekt het met goud, en giet er zilveren 3216 Jes 40:31 | vernieuwen; zij zullen opvaren met vleugelen, gelijk de arenden; 3217 Jes 41:3 | ze najaagde en doortrok met vrede, door een pad, hetwelk 3218 Jes 41:3 | door een pad, hetwelk hij met zijn voeten niet gegaan 3219 Jes 41:4 | HEERE, Die de Eerste ben, en met den Laatste ben Ik Dezelfde. ~ 3220 Jes 41:7 | versterkte den goudsmid; die met den hamer glad maakt, dien, 3221 Jes 41:7 | maakt hij het      vast met nagelen, dat het niet wankele. ~ 3222 Jes 41:10 | Vrees niet, want Ik ben met u; zijt niet verbaasd, want 3223 Jes 41:10 | Ik u, ook ondersteun Ik u met de rechterhand Mijner gerechtigheid. ~ 3224 Jes 41:11 | niet, en die lieden, die met u twisten, zullen vergaan. ~ 3225 Jes 41:12 | niet vinden; de lieden, die met u kijven, zullen worden 3226 Jes 41:12 | niet, en die lieden, die met u oorlogen, als een nietig 3227 Jes 42:3 | zal Hij niet uitblussen; met waarheid zal Hij het recht 3228 Jes 42:11 | steden de stem verheffen, met de dorpen, die Kedar bewoont; 3229 Jes 42:17 | zullen achterwaarts keren, en met schaamte beschaamd worden. ~ 3230 Jes 43:5 | Vrees niet, want Ik ben met u; Ik zal uw zaad van den 3231 Jes 43:23 | vee uwer brandofferen, en met uw slachtofferen hebt gij 3232 Jes 43:23 | heb u Mij niet doen dienen met spijsoffer, en Ik heb u 3233 Jes 43:23 | heb u niet      vermoeid met wierook. ~ 3234 Jes 43:24 | kalmus voor geld gekocht, en met het vette uwer slachtoffers 3235 Jes 43:24 | hebt Mij arbeid gemaakt, met uw zonden, gij hebt Mij 3236 Jes 43:24 | gij hebt Mij vermoeid      met uw ongerechtigheden. ~ 3237 Jes 44:5 | en die zal zich noemen met den naam van Jakob; en gene 3238 Jes 44:5 | naam van Jakob; en gene zal met zijn hand schrijven: Ik 3239 Jes 44:5 | HEEREN, en zich toenoemen met den      naam van Israel. ~ 3240 Jes 44:12 | den gloed, en formeert het met hamers, en werkt het met 3241 Jes 44:12 | met hamers, en werkt het met zijn sterken arm; ook lijdt 3242 Jes 44:13 | richtsnoer uit, hij tekent het af met den draad, hij maakt het 3243 Jes 44:13 | draad, hij maakt het effen met de schaven, en tekent het 3244 Jes 44:13 | de schaven, en tekent het met den passer, en maakt het 3245 Jes 44:20 | 20      Hij voedt zich met as, het bedrogen hart heeft 3246 Jes 44:23 | 23      Zingt met vreugde, gij hemelen! want 3247 Jes 44:23 | maakt een groot gedreun met vreugdegezang, gij bossen,      3248 Jes 45:9 | 9      Wee dien, die met zijn Formeerder twist, gelijk 3249 Jes 45:9 | twist, gelijk een potscherf met aarden potscherven! Zal 3250 Jes 45:16 | allen; te zamen zullen zij met schande heengaan, die de 3251 Jes 45:17 | verlost door den HEERE, met een eeuwige verlossing; 3252 Jes 46:6 | beurs, en wegen het zilver met de waag; zij huren een goudsmid, 3253 Jes 47:12 | 12      Sta nu met uw bezweringen, en met de 3254 Jes 47:12 | nu met uw bezweringen, en met de veelheid uwer toverijen, 3255 Jes 47:15 | Alzo zullen zij u zijn, met dewelke gij gearbeid hebt, 3256 Jes 48:1 | Jakob, die genoemd wordt met den naam van Israel, en 3257 Jes 48:13 | rechterhand heeft de hemelen met de palm afgemeten; wanneer 3258 Jes 48:20 | de Chaldeen, verkondigt met de stemme des gejuichs, 3259 Jes 49:13 | gij bergen! maakt gedreun met gejuich; want de HEERE heeft 3260 Jes 49:18 | HEERE, zekerlijk, gij zult u met alle dezen als met een sieraad      3261 Jes 49:18 | zult u met alle dezen als met een sieraad      bekleden, 3262 Jes 49:23 | zullen zich voor u buigen met het aangezicht ter aarde, 3263 Jes 49:25 | tirans zal ontkomen; want met uw twisters zal Ik twisten, 3264 Jes 49:26 | zal uw verdrukkers spijzen met hun eigen vlees, en van 3265 Jes 50:3 | Ik bekleed den hemel met zwartheid, en stel een zak 3266 Jes 50:4 | geleerden gegeven, opdat Ik wete met den moede een woord ter 3267 Jes 50:8 | Mij rechtvaardigt, wie zal met Mij twisten? Laat ons te 3268 Jes 50:11 | een vuur aansteekt, die u met spranken omgordt! wandelt 3269 Jes 51:11 | des HEEREN wederkeren, en met gejuich tot Sion komen; 3270 Jes 51:19 | wedervaren, wie heeft medelijden met u? Er is verwoesting, en 3271 Jes 52:12 | Want gijlieden zult niet met haast uitgaan, noch met 3272 Jes 52:12 | met haast uitgaan, noch met der vlucht henengaan; want 3273 Jes 53:12 | uitgestort heeft in den dood, en met de overtreders is geteld      3274 Jes 54:1 | gebaard hebt! maak geschal met vrolijk gezang, en juich, 3275 Jes 54:7 | heb Ik u verlaten; maar met grote ontfermingen zal Ik 3276 Jes 54:8 | ogenblik verborgen; maar met eeuwige goedertierenheid 3277 Jes 55:3 | ziel zal leven; want Ik zal met u een eeuwig verbond maken, 3278 Jes 55:12 | gijlieden uittrekken, en met vrede voortgeleid worden; 3279 Jes 55:12 | heuvelen zullen geschal maken met vrolijk gezang voor uw aangezicht, 3280 Jes 56:3 | ziel zal leven; want Ik zal met u een eeuwig verbond maken, 3281 Jes 56:12 | gijlieden uittrekken, en met vrede voortgeleid worden; 3282 Jes 56:12 | heuvelen zullen geschal maken met vrolijk gezang voor uw aangezicht, 3283 Jes 58:8 | en maakt u een verbond met enigen uit dezelve, gij      3284 Jes 58:9 | 9      En gij trekt met olie tot den koning, en 3285 Jes 59:4 | gijlieden, en om goddelooslijk met de vuist te slaan; vast 3286 Jes 59:14 | aarde, en Ik zal u spijzigen met de erve van uw vader Jakob; 3287 Jes 60:3 | Want uw handen zijn met bloed bevlekt; en uw vingeren 3288 Jes 60:3 | bevlekt; en uw vingeren met ongerechtigheid; uw lippen 3289 Jes 60:4 | ijdelheid, en spreken leugen; met moeite zijn zij      zwanger, 3290 Jes 60:6 | zichzelven niet kunnen dekken met hun werken; hun werken zijn 3291 Jes 60:21 | aangaande, dit is Mijn Verbond met hen, zegt de HEERE: Mijn 3292 Jes 61:7 | zullen u dienen; zij zullen met welgevallen komen op Mijn 3293 Jes 61:9 | hun zilver en hun goud met hen, tot den Naam des HEEREN      3294 Jes 62:8 | Ik zal een eeuwig verbond met hen maken. ~ 3295 Jes 62:10 | want Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils, den 3296 Jes 62:10 | gelijk een bruidegom zich met priesterlijk sieraad versiert, 3297 Jes 62:10 | een bruid zich versiert met haar gereedschap. ~ 3298 Jes 63:2 | heerlijkheid; en gij zult met een nieuwen naam genoemd 3299 Jes 63:11 | komt; zie, Zijn loon is met Hem, en Zijn arbeidsloon 3300 Jes 64:1 | Deze, Die van Edom komt met besprenkelde klederen, van 3301 Jes 64:3 | was niemand van de volken met Mij; en Ik heb hen getreden 3302 Jes 64:11 | de zee opgebracht heeft, met de herders Zijner kudde? 3303 Jes 65:4 | men het niet gehoord, noch met oren vernomen, en geen oog 3304 Jes 65:11 | onze vaders U loofden, is met vuur verbrand; en al onze 3305 Jes 66:15 | maar Zijn knechten zal Hij met een anderen naam noemen; ~ 3306 Jes 66:23 | HEEREN, en hun nakomelingen met hen. ~ 3307 Jes 67:10 | 10      Verblijdt u met Jeruzalem, en verheugt u 3308 Jes 67:10 | Weest vrolijk over haar met vreugde, gij allen, die 3309 Jes 67:11 | uitzuigen, en u verlusten met den glans harer heerlijkheid. ~ 3310 Jes 67:15 | Want ziet, de HEERE zal met vuur komen, en Zijn wagenen 3311 Jes 67:15 | wagenen als een wervelwind; om met grimmigheid Zijn toorn hiertoe 3312 Jes 67:15 | wenden, en Zijn schelding met vuurvlammen. ~ 3313 Jes 67:16 | 16      Want met vuur, en met Zijn zwaard 3314 Jes 67:16 | 16      Want met vuur, en met Zijn zwaard zal de HEERE 3315 Jes 67:16 | HEERE in het recht treden met alle vlees; en de verslagenen 3316 Jer 1:8 | aangezicht, want Ik ben met u, om u te redden, spreekt 3317 Jer 1:19 | niet vermogen; want Ik ben met u, spreekt de HEERE, om 3318 Jer 2:9 | 9      Daarom zal Ik nog met ulieden twisten, spreekt 3319 Jer 2:9 | twisten, spreekt de HEERE; ja, met uw kindskinderen zal Ik 3320 Jer 2:18 | nu, wat hebt gij te doen met den weg van Egypte, om de 3321 Jer 2:18 | En wat hebt gij te doen met den weg van Assur, om de 3322 Jer 2:22 | Want, al wiest gij u met salpeter, en naamt u veel 3323 Jer 2:34 | gevonden; Ik heb dat niet met opgraven gevonden, maar 3324 Jer 2:35 | afgekeerd. Ziet, Ik zal met u rechten, omdat gij zegt: 3325 Jer 2:37 | zult ook van hier uitgaan met uw handen op uw hoofd; want 3326 Jer 3:1 | worden? Gij nu hebt met veel boeleerders gehoereerd, 3327 Jer 3:2 | het land      ontheiligd met uw hoererijen en met uw 3328 Jer 3:2 | ontheiligd met uw hoererijen en met uw boosheid. ~ 3329 Jer 3:9 | want zij bedreef overspel met steen en met hout. ~ 3330 Jer 3:9 | bedreef overspel met steen en met hout. ~ 3331 Jer 3:10 | Juda tot Mij niet bekeerd met haar ganse hart, maar valselijk, 3332 Jer 3:15 | hart; die zullen u weiden met wetenschap en verstand. ~ 3333 Jer 4:5 | bazuin in het land; roept met volle stem en zegt: Verzamelt 3334 Jer 4:6 | banier op naar Sion, vlucht met hopen, blijft niet staan! 3335 Jer 4:30 | verwoeste? Al kleeddet gij u met scharlaken, al versierdet 3336 Jer 4:30 | scharlaken, al versierdet gij u met gouden sieraad, al schuurdet 3337 Jer 4:30 | al schuurdet gij uw ogen met blanketsel, zo zoudt gij 3338 Jer 5:5 | zal gaan tot de groten, en met hen spreken, want die weten 3339 Jer 5:18 | de HEERE, geen voleinding met ulieden maken. ~ 3340 Jer 5:22 | tot een paal gesteld heb, met een eeuwige inzetting, dat 3341 Jer 6:1 | 1      Vlucht met hopen, gij kinderen van 3342 Jer 6:3 | zullen herders tot haar komen met hun kudden; zij zullen tenten 3343 Jer 6:11 | zamen; want zelfs de man met de vrouw zullen gevangen 3344 Jer 6:11 | gevangen worden, de oude met dien, die vol is van dagen. ~ 3345 Jer 6:12 | omgewend worden tot anderen, met te zamen de akkers en vrouwen; 3346 Jer 7:22 | 22      Want Ik heb met uw vaderen, ten dage als 3347 Jer 7:31 | hun zonen en hun dochteren met vuur te verbranden; hetwelk 3348 Jer 8:5 | dit volk te Jeruzalem af met een altoosdurende afkering? 3349 Jer 8:14 | doen stilzwijgen, en ons met      gallewater gedrenkt, 3350 Jer 8:19 | hebben zij Mij vertoornd met      hun gesneden beelden, 3351 Jer 8:19 | hun gesneden beelden, met ijdelheden der vreemden? ~ 3352 Jer 9:5 | bedriegelijk, een ieder met zijn vriend, en spreken 3353 Jer 9:5 | spreken, zij maken zich moede met verkeerdelijk te handelen. ~ 3354 Jer 9:8 | bedrog; een ieder spreekt met zijn naaste van vrede met 3355 Jer 9:8 | met zijn naaste van vrede met zijn mond, maar in zijn 3356 Jer 9:15 | Ik zal dit volk spijzen met alsem, en Ik zal hen drenken 3357 Jer 9:15 | alsem, en Ik zal hen drenken met gallewater; ~ 3358 Jer 9:25 | doen over alle besnedenen, met degenen, die de voorhuid 3359 Jer 10:3 | des werkmeesters handen met de bijl. ~ 3360 Jer 10:4 | 4      Men pronkt het op met zilver en met goud; zij 3361 Jer 10:4 | pronkt het op met zilver en met goud; zij hechten ze met 3362 Jer 10:4 | met goud; zij hechten ze met nagelen en met hameren, 3363 Jer 10:4 | hechten ze met nagelen en met hameren, opdat het niet 3364 Jer 10:13 | Hij maakt de bliksemen met den regen, en      doet 3365 Jer 10:24 | Kastijd mij, HEERE! doch met mate; niet in Uw toorn, 3366 Jer 11:10 | verbond gebroken, dat Ik met hun vaderen gemaakt heb. ~ 3367 Jer 11:15 | zij die schandelijke daad met velen doet, en het heilige 3368 Jer 11:16 | vruchten; maar nu heeft Hij met een geluid van een groot 3369 Jer 11:19 | zeggende: Laat ons den boom met zijn vrucht      verderven, 3370 Jer 12:1 | nochtans van Uw oordelen met U spreken; waarom is der 3371 Jer 12:3 | proeft mijn hart, dat het met U is. Ruk ze uit als schapen 3372 Jer 12:5 | 5      Als gij loopt met de voetgangers, zo maken 3373 Jer 12:5 | hoe zult gij u dan mengen met de paarden? Zo gij alleenlijk 3374 Jer 12:6 | u; ook diezelve roepen u met volle stem achterna; geloof 3375 Jer 13:12 | Israels: Alle flessen zullen met wijn gevuld worden. Dan 3376 Jer 13:12 | wel, dat alle flessen      met wijn gevuld zullen worden? ~ 3377 Jer 13:13 | van Jeruzalem, opvullen met dronkenschap. ~ 3378 Jer 14:3 | vinden geen water, zij komen met hun vaten ledig weder; zij 3379 Jer 14:17 | Mijns volks is gebroken met      een grote breuk, een 3380 Jer 14:21 | vernietig niet Uw verbond met ons. ~ 3381 Jer 15:3 | bezoeking over hen doen met vier geslachten, spreekt 3382 Jer 15:3 | geslachten, spreekt de HEERE: met het zwaard, om te doden; 3383 Jer 15:3 | zwaard, om te doden; en met de honden, om te slepen; 3384 Jer 15:3 | honden, om te slepen; en met het gevogelte des hemels,      3385 Jer 15:3 | gevogelte des hemels,      en met het gedierte der aarde, 3386 Jer 15:5 | Jeruzalem? of wie zou medelijden met u hebben, of wie zou aftreden, 3387 Jer 15:7 | En Ik zal hen wannen met een wan, in de poorten des 3388 Jer 15:8 | doen overvallen, de stad met verschrikkingen. 3389 Jer 15:14 | En Ik zal u overvoeren met uw vijanden, in een land, 3390 Jer 15:17 | gezeten, want Gij hebt mij met gramschap vervuld. ~ 3391 Jer 15:20 | niet overmogen; want Ik ben met u, om u te behouden en om 3392 Jer 16:5 | en heb geen medelijden met hen; want Ik heb van dit      3393 Jer 16:18 | zij hebben Mijn erfenis met de dode lichamen hunner 3394 Jer 17:1 | zonde van Juda is geschreven met een ijzeren griffie, met 3395 Jer 17:1 | met een ijzeren griffie, met de punt eens diamants; gegraven 3396 Jer 17:3 | 3      Ik zal Mijn berg met het veld, uw vermogen en 3397 Jer 17:11 | rijkdom vergadert, doch niet met recht; in de helft zijner 3398 Jer 17:18 | kwaads, en verbreek hen met een dubbele verbreking. ~ 3399 Jer 18:10 | berouw hebben over het goede, met hetwelk Ik gezegd had hetzelve 3400 Jer 18:16 | zal zich ontzetten, en met zijn hoofd schudden. ~ 3401 Jer 18:18 | aan, en laat ons hem slaan met de tong, en laat ons niet 3402 Jer 18:21 | omgebracht, en hun jongelingen met het zwaard geslagen worden 3403 Jer 18:23 | aangezicht; handel alzo met hen, ten tijde Uws toorns. ~  ~  ~  ~ ~ 3404 Jer 19:4 | hebben deze plaats vervuld met bloed der onschuldigen. ~ 3405 Jer 19:5 | Baal gebouwd, om hun zonen met vuur te verbranden, aan 3406 Jer 19:10 | de ogen der mannen, die met u gegaan zijn; ~ 3407 Jer 19:13 | van Tofeth, onrein worden, met al de huizen, op welker 3408 Jer 20:4 | wegvoeren, en slaan hen met het zwaard. ~ 3409 Jer 20:11 | 11      Maar de HEERE is met mij als een verschrikkelijk 3410 Jer 21:2 | misschien zal de HEERE met ons doen naar al Zijn wonderen, 3411 Jer 21:4 | die in ulieder hand zijn, met dewelke gij strijdt tegen 3412 Jer 21:5 | tegen ulieden strijden, met een uitgestrekte hand en 3413 Jer 21:5 | een uitgestrekte hand en met een sterken arm, ja, met 3414 Jer 21:5 | met een sterken arm, ja, met toorn, en met grimmigheid, 3415 Jer 21:5 | sterken arm, ja, met toorn, en met grimmigheid, en met grote 3416 Jer 21:5 | en met grimmigheid, en met grote verbolgenheid. ~ 3417 Jer 21:7 | zoeken; en hij zal ze slaan met de      scherpte des zwaards; 3418 Jer 21:10 | van Babel, en hij zal ze met      vuur verbranden. ~ 3419 Jer 22:7 | verdervers tegen u heiligen, elk met zijn gereedschap, die zullen 3420 Jer 22:13 | dien, die zijn huis bouwt met ongerechtigheid, en zijn 3421 Jer 22:13 | ongerechtigheid, en zijn opperzalen met onrecht; die zijns naasten 3422 Jer 22:14 | vensteren uit, en het is bedekt met ceder, en aangestreken met 3423 Jer 22:14 | met ceder, en aangestreken met menie. ~ 3424 Jer 22:15 | regeren, omdat gij u mengt met den ceder? Heeft niet uw 3425 Jer 22:19 | 19      Met een ezelsbegrafenis zal 3426 Jer 23:14 | bedrijven overspel, en gaan om met valsheid, en sterken de 3427 Jer 23:15 | profeten alzo: Ziet, Ik zal hen met alsem spijzigen, en met 3428 Jer 23:15 | met alsem spijzigen, en met gallewater drenken; want 3429 Jer 23:20 | laatste der dagen zult gij met      verstand daarop letten. ~ 3430 Jer 23:28 | waarachtiglijk; wat heeft het stro met het koren te doen? spreekt      3431 Jer 23:32 | en verleiden Mijn volk met hun leugenen en met hun 3432 Jer 23:32 | volk met hun leugenen en met hun lichtvaardigheid; daar 3433 Jer 24:7 | zij zullen zich tot Mij met hun ganse hart      bekeren. ~ 3434 Jer 25:26 | die verre zijn, den een met den anderen; ja, allen koninkrijken 3435 Jer 25:31 | de HEERE heeft een twist met de volken, Hij zal gericht 3436 Jer 25:31 | Hij zal gericht houden met alle vlees; de goddelozen 3437 Jer 26:11 | stad, gelijk      als gij met uw oren gehoord hebt. ~ 3438 Jer 26:22 | Achbor, en andere mannen met hem, in Egypte; ~ 3439 Jer 26:23 | Jojakim, en hij sloeg hem met het zwaard, en hij wierp 3440 Jer 26:24 | den zoon van Safan, was met Jeremia, dat men hem niet 3441 Jer 29:13 | gij naar Mij zult vragen met uw ganse hart. ~ 3442 Jer 29:16 | weten, uw broederen, die met u niet zijn uitgegaan in 3443 Jer 29:18 | Ik zal ze achterna jagen met het zwaard, met den honger 3444 Jer 29:18 | achterna jagen met het zwaard, met den honger en met de pestilentie; 3445 Jer 29:18 | zwaard, met den honger en met de pestilentie; en Ik zal 3446 Jer 29:23 | Israel, en overspel bedreven met de vrouwen hunner naasten, 3447 Jer 30:11 | 11      Want Ik ben met u, spreekt de HEERE, om 3448 Jer 30:11 | zal een voleinding maken met al de heidenen, waarhenen 3449 Jer 30:11 | Ik u verstrooid heb; maar met u zal Ik geen      voleinding 3450 Jer 30:11 | maar Ik zal u kastijden met mate, en u niet gans onschuldig 3451 Jer 30:14 | want Ik heb u geslagen met eens vijands plage, met 3452 Jer 30:14 | met eens vijands plage, met de kastijding eens wreden; 3453 Jer 30:21 | genaken; want wie is hij, die met zijn hart borg      worde, 3454 Jer 31:3 | Ja, Ik heb u liefgehad met een eeuwige liefde; daarom 3455 Jer 31:3 | daarom heb Ik u getrokken met goedertierenheid. ~ 3456 Jer 31:4 | zult weder versierd zijn met uw trommelen, en uitgaan 3457 Jer 31:4 | uw trommelen, en uitgaan met den rei der spelenden. ~ 3458 Jer 31:7 | Roept luide over Jakob met vreugde, en juicht vanwege 3459 Jer 31:8 | barenden te      zamen; met een grote gemeente zullen 3460 Jer 31:9 | 9      Zij zullen komen met geween, en met smekingen 3461 Jer 31:9 | zullen komen met geween, en met smekingen zal Ik hen voeren; 3462 Jer 31:14 | zal de ziel der priesteren met vettigheid dronken maken; 3463 Jer 31:14 | maken; en Mijn volk zal met Mijn goed verzadigd worden, 3464 Jer 31:24 | de akkerlieden, en die met de kudde reizen. ~ 3465 Jer 31:27 | huis van Juda bezaaien zal met zaad van mensen en zaad 3466 Jer 31:31 | spreekt de HEERE, dat Ik met het huis van Israel en met 3467 Jer 31:31 | met het huis van Israel en met het huis van Juda een nieuw 3468 Jer 31:32 | naar het verbond, dat Ik met hun vaderen gemaakt heb, 3469 Jer 31:33 | verbond, dat Ik na die dagen met het huis van Israel maken 3470 Jer 32:29 | er inkomen, en deze stad met vuur aansteken, en zullen 3471 Jer 32:29 | en zullen ze verbranden, met de huizen, op welker daken 3472 Jer 32:40 | Ik zal een eeuwig verbond met hen maken, dat Ik van achter 3473 Jer 32:41 | getrouwelijk in dat land planten, met Mijn ganse hart en met Mijn 3474 Jer 32:41 | met Mijn ganse hart en met Mijn ganse ziel. ~ 3475 Jer 33:5 | het is om die te vullen met dode lichamen van mensen, 3476 Jer 33:8 | al hun ongerechtigheid, met dewelke zij tegen Mij gezondigd 3477 Jer 33:8 | al hun ongerechtigheden, met dewelke zij tegen Mij      3478 Jer 33:8 | tegen Mij      gezondigd en met dewelke zij tegen Mij overtreden 3479 Jer 33:21 | kunnen worden Mijn verbond met Mijn knecht David, dat hij 3480 Jer 33:21 | op zijn troon regere, en met de Levieten, de priesteren, 3481 Jer 34:2 | Babel, en hij zal ze met vuur verbranden. ~ 3482 Jer 34:8 | een verbond gemaakt had met het ganse volk, dat te Jeruzalem 3483 Jer 34:13 | heb een verbond gemaakt met uw vaderen, ten dage, als 3484 Jer 34:18 | aangezicht gemaakt hadden, met het      kalf, dat zij in 3485 Jer 34:22 | ze innemen, en zullen ze met vuur verbranden; en      3486 Jer 35:2 | Rechabieten huis, en spreek met hen, en breng hen in des 3487 Jer 36:18 | woorden, en ik schreef ze met inkt in dit boek. ~ 3488 Jer 36:23 | gelezen had, versneed hij ze met een schrijfmes, en wierp 3489 Jer 36:32 | de koning van Juda, met vuur verbrand had; en tot 3490 Jer 37:8 | ze innemen, en zullen ze met vuur verbranden. ~ 3491 Jer 37:10 | opmaken, en deze stad met vuur verbranden. ~ 3492 Jer 38:6 | en zij lieten Jeremia af met zelen; in den kuil      3493 Jer 38:11 | lompen;      en hij liet ze met zelen af tot Jeremia in 3494 Jer 38:17 | zal niet verbrand worden met vuur; en gij zult leven, 3495 Jer 38:18 | Chaldeen, en zij zullen ze met vuur verbranden; ook zult 3496 Jer 38:19 | overgeven, en zij den spot met      mij drijven. ~ 3497 Jer 38:23 | worden, en gij zult deze stad met vuur verbranden. ~ 3498 Jer 38:25 | vorsten zullen horen, dat ik met u gesproken heb, en tot 3499 Jer 39:7 | van Zedekia, en bond hem met twee koperen ketenen, om 3500 Jer 39:8 | konings en de huizen des volks met vuur; en zij braken de muren


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5303

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License