1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5303
Book Chapter: Verse
3501 Jer 39:9 | tot hem gevallen waren, met het overige des volks, die
3502 Jer 39:10 | die arm waren, die niet met al hadden, liet Nebuzaradan,
3503 Jer 39:12 | u spreken zal, doe alzo met hem. ~
3504 Jer 40:1 | had laten halen, daar hij met ketenen gebonden was
3505 Jer 40:4 | indien het goed is in uw ogen met mij naar Babel te komen,
3506 Jer 40:4 | het kwaad is in uw ogen met mij naar Babel te komen,
3507 Jer 41:1 | weten tien mannen, met hem kwamen tot Gedalia,
3508 Jer 41:2 | mitsgaders de tien mannen, die met hem waren, en zij sloegen
3509 Jer 41:2 | Ahikam, den zoon van Safan, met het zwaard; alzo doodde
3510 Jer 41:3 | Ismael al de Joden, die met hem, namelijk met Gedalia,
3511 Jer 41:3 | Joden, die met hem, namelijk met Gedalia, te Mizpa waren,
3512 Jer 41:7 | hij en de mannen, die met hem waren. ~
3513 Jer 41:9 | Ismael, de zoon van Nethanja, met de verslagenen. ~
3514 Jer 41:11 | oversten der heiren, die met hem waren, al het kwaad
3515 Jer 41:12 | mannen, en togen henen, om met Ismael, den zoon van Nethanja,
3516 Jer 41:13 | geschiedde, als het volk, dat met Ismael was, Johanan zag,
3517 Jer 41:13 | oversten der heiren, die met hem waren, zo werden zij
3518 Jer 41:15 | van Johanans aangezicht, met acht mannen, en hij toog
3519 Jer 41:16 | oversten der heiren, die met hem waren, het ganse overblijfsel
3520 Jer 42:5 | wij niet naar alle woord, met hetwelk u de HEERE, uw God,
3521 Jer 42:8 | oversten der heiren, die met hem waren, en al het volk,
3522 Jer 42:11 | spreekt de HEERE; want Ik zal met u zijn, om u te behouden
3523 Jer 42:21 | Gods, noch naar al hetgeen, met hetwelk Hij mij tot u gezonden
3524 Jer 43:1 | woorden des HEEREN, huns Gods, met dewelke hem de HEERE, hun
3525 Jer 43:13 | huizen der goden van Egypte met vuur verbranden. ~ ~
3526 Jer 44:17 | Jeruzalem; toen werden wij met brood verzadigd, en waren
3527 Jer 44:25 | vrouwen, zij hebben toch met uw mond gesproken, en gij
3528 Jer 44:25 | gesproken, en gij hebt het met uw handen vervuld,
3529 Jer 44:26 | zegt de HEERE, zo Mijn Naam met den mond van enig man van
3530 Jer 46:4 | gij ruiters! en stelt u met helmen; vaagt de spiesen,
3531 Jer 46:22 | een slang; want zij zullen met krijgsmacht daarhenen trekken,
3532 Jer 46:22 | daarhenen trekken, en tot haar met bijlen komen, gelijk houthouwers. ~
3533 Jer 46:28 | spreekt de HEERE; want Ik ben met u; want Ik zal een voleinding
3534 Jer 46:28 | zal een voleinding maken met al de heidenen, waarhenen
3535 Jer 46:28 | gedreven zal hebben, doch met u zal Ik geen voleinding
3536 Jer 46:28 | maken, maar u kastijden met mate, en u niet gans onschuldig
3537 Jer 47:5 | Askelon is uitgeroeid, met het overblijfsel huns dals;
3538 Jer 48:26 | tegen den HEERE; zo zal Moab met de handen klappen in zijn
3539 Jer 48:33 | geen druiven treden met vreugdegeschrei; het vreugdegeschrei
3540 Jer 48:39 | hoe heeft Moab den nek met schaamte gewend! Alzo zal
3541 Jer 49:2 | onderhorige plaatsen zullen met vuur aangestoken worden;
3542 Jer 50:5 | HEERE toegevoegd worden, met een eeuwig verbond, dat
3543 Jer 50:27 | 27 Doodt met het zwaard al haar varren,
3544 Jer 50:39 | wilde dieren der woestijnen met de wilde dieren der eilanden
3545 Jer 51:14 | Zijn ziel: Ofschoon Ik u met mensen als met kevers vervuld
3546 Jer 51:14 | Ofschoon Ik u met mensen als met kevers vervuld heb, nochtans
3547 Jer 51:16 | Hij maakt de bliksemen met den regen, en doet
3548 Jer 51:32 | ingenomen, en de rietpoelen met vuur verbrand zijn; en dat
3549 Jer 51:40 | te slachten, als rammen met bokken. ~
3550 Jer 51:58 | haar hoge poorten zullen met vuur aangestoken worden;
3551 Jer 52:11 | Zedekia, en hij bond hem met twee koperen ketenen; alzo
3552 Jer 52:13 | der groten verbrandde hij met vuur. ~
3553 Jer 52:14 | ganse heir der Chaldeen, dat met den overste der trawanten
3554 Jer 52:22 | had de andere pilaar, met granaatappelen. ~
3555 Jer 52:32 | En hij sprak vriendelijk met hem, en stelde zijn stoel
3556 Klaa 1:2 | vrienden hebben trouwelooslijk met haar gehandeld, zij
3557 Klaa 1:7 | zien haar aan, zij spotten met haar rustdagen. ~
3558 Klaa 1:26 | een vijand; Hij heeft zich met Zijn rechterhand gesteld
3559 Klaa 1:28 | Vau. En Hij heeft Zijn hut met geweld afgerukt, als een
3560 Klaa 1:37 | die over weg gaan, klappen met de handen over u, zij fluiten
3561 Klaa 1:38 | zij fluiten en knersen met de tanden, zij zeggen: Wij
3562 Klaa 1:49 | gebouwd, en Hij heeft mij met galle en moeite omringd. ~
3563 Klaa 1:53 | heeft mij wegen toegemuurd met uitgehouwen stenen, Hij
3564 Klaa 1:59 | 15 He. Hij heeft mij met bitterheden verzadigd, Hij
3565 Klaa 1:59 | verzadigd, Hij heeft mij met alsem dronken gemaakt. ~
3566 Klaa 1:60 | Vau. Hij heeft mijn tanden met zandsteentjes verbrijzeld,
3567 Klaa 1:87 | Samech. Gij hebt ons met toorn bedekt, en Gij hebt
3568 Klaa 1:88 | Samech. Gij hebt U met een wolk bedekt, zodat er
3569 Klaa 1:92 | 48 Pe. Met waterbeken loopt mijn oog
3570 Klaa 1:110| 66 Thau. Vervolg ze met toorn, en verdelg ze van
3571 Klaa 1:124| op de straten, zij waren met bloed besmet, zodat men
3572 Klaa 1:127| ijdele hulp; wij gaapten met ons gapen op een volk, dat
3573 Klaa 2:6 | gegeven, en den Assyrier, om met brood verzadigd te worden. ~
3574 Klaa 2:9 | Wij moeten ons brood met gevaar onzes levens halen,
3575 Eze 2:1 | op uw voeten, en Ik zal met u spreken. ~
3576 Eze 3:3 | eten, en vul uw ingewand met deze rol, die Ik u geef.
3577 Eze 3:4 | Israels, en spreek tot hen met Mijn woorden. ~
3578 Eze 3:10 | in uw hart, en hoor ze met uw oren. ~
3579 Eze 3:22 | de vallei, en Ik zal daar met u spreken. ~
3580 Eze 3:24 | mijn voeten, en Hij sprak met mij, en Hij zeide tot mij:
3581 Eze 3:27 | 27 Maar als Ik met u spreken zal, zal Ik uw
3582 Eze 4:12 | gerstekoek eten, en dien zult gij met drek van des mensen afgang
3583 Eze 4:16 | en zij zullen het brood met gewicht en met kommer eten,
3584 Eze 4:16 | het brood met gewicht en met kommer eten, en het water
3585 Eze 4:16 | kommer eten, en het water met zekere maat en met
3586 Eze 4:16 | met zekere maat en met verbaasdheid drinken; ~
3587 Eze 4:17 | gebrek hebben, en de een met den ander verbaasd worden,
3588 Eze 5:2 | gij in het midden der stad met vuur verbranden, nadat de
3589 Eze 5:2 | derde deel nemen, slaande met een zwaard rondom hetzelve,
3590 Eze 5:4 | vuurs, en zult ze verbranden met vuur; daaruit zal voortkomen
3591 Eze 5:11 | heiligdom verontreinigd hebt met al uw verfoeiselen, en met
3592 Eze 5:11 | met al uw verfoeiselen, en met al uw gruwelen), zo Ik ook
3593 Eze 6:11 | zegt de Heere HEERE: Sla met uw hand, en stamp met uw
3594 Eze 6:11 | Sla met uw hand, en stamp met uw voet, en zeg: Ach, over
3595 Eze 7:14 | 14 Zij hebben met de trompet getrompet, en
3596 Eze 7:27 | bedrijven, en de vorsten zullen met verwoesting bekleed zijn,
3597 Eze 7:27 | hun doen naar hun weg, en met hun rechten zal Ik
3598 Eze 8:11 | oudsten van het huis Israels, met Jaazanja, den zoon van Safan,
3599 Eze 8:17 | hier doen? Als zij het land met geweld vervuld hebben,
3600 Eze 8:18 | hoewel zij voor Mijn oren met luider stem roepen, nochtans
3601 Eze 9:1 | riep Hij voor mijn oren met luider stem, zeggende: Doet
3602 Eze 9:1 | stad naderen, en elkeen met zijn verdervend wapen in
3603 Eze 9:2 | naar het noorden, en elkeen met zijn verpletterend wapen
3604 Eze 9:2 | midden van hen was met linnen bekleed, en een schrijvers-inktkoker
3605 Eze 9:3 | Hij riep tot den man, die met linnen bekleed was, die
3606 Eze 9:7 | en vervult de voorhoven met verslagenen; gaat henen
3607 Eze 9:8 | van Israel verderven, met Uw grimmigheid uit te gieten
3608 Eze 9:9 | zeer groot, en het land is met bloed vervuld, en de stad
3609 Eze 9:11 | En ziet, de man, die met linnen bekleed was, aan
3610 Eze 10:2 | sprak tot den man, bekleed met linnen, en Hij zeide: Ga
3611 Eze 10:2 | cherub, en vul uw vuisten met vurige kolen van tussen
3612 Eze 10:4 | en het huis werd vervuld met een wolk, en het voorhof
3613 Eze 10:6 | als Hij den man, bekleed met linnen, geboden had, zeggende:
3614 Eze 10:7 | de vuisten desgenen, die met linnen bekleed was;
3615 Eze 11:6 | gij hebt derzelver straten met de verslagenen vervuld. ~
3616 Eze 11:13 | mijn aangezicht, en riep met luider stem; en zeide: Ach,
3617 Eze 11:13 | gans een voleinding maken met het overblijfsel van Israel? ~
3618 Eze 12:7 | doorgroef ik mij den wand met de hand; ik bracht het uit
3619 Eze 12:12 | aangezicht bedekken, opdat hij met het oog de aarde niet zie. ~
3620 Eze 12:18 | gij zult uw brood eten met beven, en uw water zult
3621 Eze 12:18 | beven, en uw water zult gij met beroerte en met kommer drinken. ~
3622 Eze 12:18 | zult gij met beroerte en met kommer drinken. ~
3623 Eze 12:19 | Israels: Zij zullen hun brood met kommer eten, en hun water
3624 Eze 12:19 | hun water zullen zij met verbaasdheid drinken, omdat
3625 Eze 13:10 | anderen denzelven pleisteren met loze kalk. ~
3626 Eze 13:11 | Zeg tot degenen, die met loze kalk pleisteren, dat
3627 Eze 13:14 | afbreken, dien gijlieden met loze kalk gepleisterd hebt,
3628 Eze 13:15 | degenen, die hem pleisteren met loze kalk; en Ik zal tot
3629 Eze 14:4 | 4 Daarom spreek met hen, en zeg tot hen: Alzo
3630 Eze 14:11 | niet meer verontreinigen met al hun overtredingen; alsdan
3631 Eze 14:19 | Mijn grimmigheid daarover met bloed uitgiete, om daarvan
3632 Eze 16:4 | afgesneden; en gij waart niet met water gewassen, toen Ik
3633 Eze 16:4 | waart ook geenszins met zout gewreven, noch in windselen
3634 Eze 16:8 | ja, Ik zwoer u, en kwam met u in een verbond, spreekt
3635 Eze 16:9 | 9 Daarna wies Ik u met water, en Ik spoelde uw
3636 Eze 16:9 | bloed van u af, en zalfde u met olie. ~
3637 Eze 16:10 | Ik bekleedde u ook met gestikt werk, en Ik schoeide
3638 Eze 16:10 | gestikt werk, en Ik schoeide u met dassenvellen, en omgordde
3639 Eze 16:10 | dassenvellen, en omgordde u met fijn linnen, en bedekte
3640 Eze 16:10 | fijn linnen, en bedekte u met zijde. ~
3641 Eze 16:11 | Ook versierde Ik u met sieraad, en deed armringen
3642 Eze 16:13 | Zo waart gij versierd met goud en zilver, en uw kleding
3643 Eze 16:17 | mansbeelden gemaakt, en gij hebt met dezelve gehoereerd. ~
3644 Eze 16:25 | gruwelijk gemaakt, en hebt met uw benen geschreden voor
3645 Eze 16:26 | Gij hebt ook gehoereerd met de kinderen van Egypte,
3646 Eze 16:28 | Verder hebt gij gehoereerd met de kinderen van Assur, omdat
3647 Eze 16:28 | onverzadelijk waart; ja, als gij met hen gehoereerd hebt, zijt
3648 Eze 16:34 | 34 Zo geschiedt met u in uw hoererijen het tegendeel
3649 Eze 16:36 | schaamte door uw hoererijen met uw boelen ontdekt is, en
3650 Eze 16:36 | uw boelen ontdekt is, en met al de drekgoden uwer gruwelen,
3651 Eze 16:37 | al uw boelen vergaderen, met dewelke gij vermengd zijt
3652 Eze 16:37 | die gij liefgehad hebt, met allen, die gij gehaat hebt;
3653 Eze 16:40 | doen opkomen, en zullen u met stenen stenigen, en u met
3654 Eze 16:40 | met stenen stenigen, en u met hun zwaarden doorsteken. ~
3655 Eze 16:41 | Zij zullen ook uw huizen met vuur verbranden, en oordelen
3656 Eze 16:43 | tot beroering geweest zijt met dit alles, zie, zo zal Ik
3657 Eze 16:48 | indien Sodom, uw zuster, zij met haar dochteren, gedaan heeft,
3658 Eze 16:60 | gedachtig wezen aan Mijn verbond met u, in de dagen uwer jonkheid,
3659 Eze 16:60 | uwer jonkheid, en Ik zal met u een eeuwig verbond oprichten. ~
3660 Eze 16:62 | Want Ik zal Mijn verbond met u oprichten, en gij zult
3661 Eze 17:5 | zette het bij vele wateren met grote voorzichtigheid. ~
3662 Eze 17:6 | nederig van stam, ziende met zijn takken naar hem, dewijl
3663 Eze 17:17 | van krijgs vergadering, met hem in oorlog niets uitrichten
3664 Eze 17:20 | jachtgaren; en Ik zal daar met hem rechten over zijn overtreding,
3665 Eze 17:21 | zullen al zijn vluchtelingen met al zijn benden door het
3666 Eze 18:7 | brood geeft, en den naakte met kleding bedekt; ~
3667 Eze 18:16 | hongerige geeft, en den naakte met kleding bedekt; ~
3668 Eze 18:18 | Zijn vader, dewijl hij met onderdrukking onderdrukt
3669 Eze 19:4 | groeve; en zij brachten hem met haken naar Egypteland.
3670 Eze 19:9 | hem in gesloten bewaring met haken, opdat zij hem brachten
3671 Eze 19:11 | gezien door zijn hoogte, met de menigte zijner takken. ~
3672 Eze 20:7 | verontreinigt ulieden niet met de drekgoden van Egypte;
3673 Eze 20:17 | verdierf, en geen voleinding met hen maakte in de woestijn. ~
3674 Eze 20:18 | en verontreinigt u niet met hun drekgoden. ~
3675 Eze 20:31 | 31 Ja, met het offeren uwer gaven,
3676 Eze 20:31 | het offeren uwer gaven, met uw kinderen door het vuur
3677 Eze 20:33 | Heere HEERE: Zo Ik niet met een sterke hand, en uitgestrekten
3678 Eze 20:33 | en uitgestrekten arm, en met een uitgegoten grimmigheid
3679 Eze 20:35 | woestijn der volken, en Ik zal met u aldaar rechten, aangezicht
3680 Eze 20:36 | Gelijk als Ik gerecht heb met uw vaderen in de woestijn
3681 Eze 20:36 | Egypteland, alzo zal Ik met u rechten, spreekt de Heere
3682 Eze 20:39 | Mijn heiligen Naam, met uw giften en met uw drekgoden. ~
3683 Eze 20:39 | heiligen Naam, met uw giften en met uw drekgoden. ~
3684 Eze 20:40 | eerstelingen uwer heffingen met al uw geheiligde dingen. ~
3685 Eze 20:44 | Ik de HEERE ben, als Ik met u gedaan zal hebben, om
3686 Eze 21:6 | zucht; zucht voor hun ogen met verbreking der lenden en
3687 Eze 21:6 | verbreking der lenden en met bitterheid. ~
3688 Eze 21:11 | vegen gegeven, opdat men het met de hand handelen zou; dat
3689 Eze 21:22 | om de stem op te heffen met gejuich, om stormrammen
3690 Eze 21:23 | waarzeggen zijn, omdat zij met eden beedigd zijn onder
3691 Eze 21:24 | gedacht wordt, zult gij met de hand gegrepen worden. ~
3692 Eze 22:4 | gij schuldig geworden, en met uw drekgoden, die gij gemaakt
3693 Eze 22:7 | hebben zij in u licht geacht; met den vreemdeling hebben zij
3694 Eze 22:11 | heeft de een gruwel gedaan met zijns naasten huisvrouw,
3695 Eze 22:11 | heeft zijns zoons vrouw met schandelijkheid verontreinigd;
3696 Eze 22:14 | zijn, in de dagen, als Ik met u handelen zal? Ik, de HEERE,
3697 Eze 22:28 | profeten nu pleisteren hen met loze kalk; ziende ijdelheid
3698 Eze 23:6 | 6 Bekleed met hemelsblauw, vorsten en
3699 Eze 23:7 | dreef zij haar hoererijen met dezelve, die allen de keure
3700 Eze 23:7 | kinderen van Assur waren; en met allen, op dewelke zij verliefd
3701 Eze 23:7 | dewelke zij verliefd was, met al derzelver drekgoden,
3702 Eze 23:10 | weg, maar haar doodden zij met het zwaard; en zij kreeg
3703 Eze 23:12 | die nabij waren, bekleed met volkomen sieraad, ruiteren,
3704 Eze 23:14 | der Chaldeen, geschilderd met menie, ~
3705 Eze 23:15 | 15 Gegord met een gordel aan hun lenden,
3706 Eze 23:16 | zij op dezelve verliefd met het opzien van haar ogen,
3707 Eze 23:17 | en verontreinigden haar met hun hoererij; ook verontreinigde
3708 Eze 23:17 | verontreinigde zij zich met hen; daarna werd haar ziel
3709 Eze 23:23 | alle kinderen van Assur met hen; gewenste jongelingen,
3710 Eze 23:24 | Die zullen tegen u komen met karren, wagenen en wielen,
3711 Eze 23:24 | karren, wagenen en wielen, en met een vergadering van volken,
3712 Eze 23:25 | dat zij in grimmigheid met u zullen handelen; zij zullen
3713 Eze 23:29 | 29 Die zullen met u handelen uit haat, en
3714 Eze 23:30 | nagehoereerd hebt, en omdat gij u met hun drekgoden verontreinigd
3715 Eze 23:37 | haar handen; en zij hebben met haar drekgoden overspel
3716 Eze 23:40 | ogen blankettet en u met sieraad versierdet; ~
3717 Eze 23:47 | En de vergadering zal ze met stenen stenigen, en dezelve
3718 Eze 23:47 | stenen stenigen, en dezelve met hun zwaarden nederhouwen;
3719 Eze 23:47 | zij doden, en haar huizen met vuur verbranden. ~
3720 Eze 24:4 | en den schouder, vul hem met de keur der beenderen. ~
3721 Eze 24:7 | uitgestort, om hetzelve met stof te bedekken. ~
3722 Eze 24:10 | het vlees, en kruid het met specerijen, en laat de beenderen
3723 Eze 24:12 | 12 Met ijdelheden heeft zij Mij
3724 Eze 25:6 | de Heere HEERE: Omdat gij met de hand geklapt, en met
3725 Eze 25:6 | met de hand geklapt, en met den voet gestampt hebt,
3726 Eze 25:10 | Voor die van het oosten, met het land der kinderen Ammons,
3727 Eze 25:12 | Heere HEERE: Omdat Edom met enkel wraakgierigheid gehandeld
3728 Eze 25:17 | En Ik zal grote wraak met grimmige straffingen onder
3729 Eze 26:3 | opkomen, alsof Ik de zee met haar golven deed opkomen. ~
3730 Eze 26:6 | in het veld zijn, zullen met het zwaard gedood worden;
3731 Eze 26:7 | noorden, tegen Tyrus brengen, met paarden en met wagenen,
3732 Eze 26:7 | brengen, met paarden en met wagenen, en met ruiteren,
3733 Eze 26:7 | en met wagenen, en met ruiteren, en krijgs vergaderingen,
3734 Eze 26:8 | uw dochteren op het veld met het zwaard doden, en hij
3735 Eze 26:9 | muren stellen, en uw torens met zijn zwaarden afbreken. ~
3736 Eze 26:11 | 11 Hij zal met de hoeven zijner paarden
3737 Eze 26:11 | vertreden; uw volk zal hij met het zwaard doden, en elk
3738 Eze 26:16 | gestikte klederen uittrekken; met sidderingen zullen zij bekleed
3739 Eze 26:20 | zal Ik u doen nederdalen met degenen die in den kuil
3740 Eze 26:20 | van ouds geweest zijn, met degenen, die in den kuil
3741 Eze 27:3 | ingangen der zee, handelende met de volken in vele eilanden:
3742 Eze 27:7 | 7 Fijn linnen met stiksel uit Egypte was uw
3743 Eze 27:9 | u, om onderlingen handel met u te drijven. ~
3744 Eze 27:12 | Tarsis dreef koophandel met u vanwege de veelheid van
3745 Eze 27:12 | veelheid van allerlei goed; met zilver, ijzer, tin, en lood
3746 Eze 27:13 | Mesech waren uw kooplieden; met mensenzielen en koperen
3747 Eze 27:13 | dreven zij onderlingen handel met u. ~
3748 Eze 27:16 | Syrie dreef koophandel met u, vanwege de veelheid uwer
3749 Eze 27:16 | de veelheid uwer werken; met smaragden, purper, en gestikt
3750 Eze 27:17 | Israels waren uw kooplieden; met tarwe van Minnit en Pannag,
3751 Eze 27:17 | dreven zij onderlingen handel met u. ~
3752 Eze 27:18 | Damaskus dreef koophandel met u, om de veelheid uwer werken,
3753 Eze 27:18 | veelheid van allerlei goed; met wijn van Chelbon en witte
3754 Eze 27:20 | 20 Dedan handelde met u met kostelijk gewand tot
3755 Eze 27:20 | Dedan handelde met u met kostelijk gewand tot wagens. ~
3756 Eze 27:21 | de kooplieden uwer hand; met lammeren, en rammen, en
3757 Eze 27:21 | daarmede handelden zij met u. ~
3758 Eze 27:22 | Raema waren uw kooplieden; met alle hoofdspecerij, en met
3759 Eze 27:22 | met alle hoofdspecerij, en met alle kostelijk gesteente
3760 Eze 27:23 | Assur en Kilmad, handelden met u. ~
3761 Eze 27:24 | Die waren uw kooplieden met volkomen sieradien, met
3762 Eze 27:24 | met volkomen sieradien, met pakken van hemelsblauw en
3763 Eze 27:24 | hemelsblauw en gestikt werk, en met schatkisten van schone klederen;
3764 Eze 27:24 | schone klederen; gebonden met koorden, en in ceder
3765 Eze 27:25 | den onderlingen koophandel met u; en gij waart vervuld,
3766 Eze 27:27 | en die onderlingen handel met u drijven, en al uw
3767 Eze 27:27 | krijgslieden, die in u zijn, zelfs met uw ganse gemeente, die in
3768 Eze 27:31 | en zullen over u wenen met bitterheid der ziel, en
3769 Eze 27:33 | gij vele volken verzadigd; met de veelheid uwer goederen
3770 Eze 28:16 | hebben zij het midden van u met geweld vervuld, en gij hebt
3771 Eze 30:5 | land des verbonds zullen met hen vallen door het zwaard. ~
3772 Eze 30:11 | 11 Hij, en zijn volk met hem, de tirannigste der
3773 Eze 30:11 | uittrekken, en het land met verslagenen vervullen. ~
3774 Eze 30:12 | bozen; en Ik zal het land met zijn volheid verwoesten
3775 Eze 30:21 | zal niet verbonden worden, met pleisters op te leggen,
3776 Eze 30:21 | pleisters op te leggen, met een windeldoek aan te doen,
3777 Eze 31:4 | maakte hem hoog; die ging met zijn stromen rondom zijn
3778 Eze 31:16 | ter helle deed nederdalen, met degenen, die in den kuil
3779 Eze 31:17 | Diezelve daalden ook met hem neder ter helle, tot
3780 Eze 31:18 | zult nedergevoerd worden met de bomen van Eden, tot het
3781 Eze 31:18 | onbesnedenen zult gij liggen, met de verslagenen door het
3782 Eze 32:2 | en beroerdet het water met uw voeten, en vermodderdet
3783 Eze 32:5 | op de bergen, en de dalen met uw hoogheid vervullen. ~
3784 Eze 32:7 | zwart maken; Ik zal de zon met wolken bedekken, en de maan
3785 Eze 32:20 | overgegeven; trek haar henen met al haar menigte. ~
3786 Eze 32:21 | machtigste der helden zullen hem, met zijn helpers, toespreken,
3787 Eze 32:22 | 22 Daar is Assur met haar gansen hoop, zijn graven
3788 Eze 32:24 | 24 Daar is Elam met haar ganse menigte rondom
3789 Eze 32:24 | nu dragen zij hun schande met degenen, die in den kuil
3790 Eze 32:25 | nu dragen zij hun schande met degenen, die in den kuil
3791 Eze 32:26 | Daar is Mesech, en Tubal, met haar ganse menigte; rondom
3792 Eze 32:27 | Maar zij liggen niet met de helden, die onder de
3793 Eze 32:27 | helle zijn nedergedaald met hun krijgswapenen, en welker
3794 Eze 32:28 | onbesnedenen, en zult liggen met de verslagenen van het zwaard. ~
3795 Eze 32:29 | en al haar vorsten, die met hunlieder macht gelegd zijn
3796 Eze 32:29 | zwaard; diezelve liggen met de onbesnedenen en met degenen,
3797 Eze 32:29 | liggen met de onbesnedenen en met degenen, die in den
3798 Eze 32:30 | en alle Sidoniers, die met de verslagenen zijn nedergedaald,
3799 Eze 32:30 | zwaard, en dragen hun schande met degenen, die in den kuil
3800 Eze 33:3 | over het land, en blaast met de bazuin, en waarschuwt
3801 Eze 33:6 | ziet komen, en blaast niet met de bazuin, zodat het volk
3802 Eze 33:25 | Heere HEERE: Gij eet vlees met het bloed, en heft uw ogen
3803 Eze 33:30 | huizen; en de een spreekt met den ander, een iegelijk
3804 Eze 33:30 | den ander, een iegelijk met zijn broeder, zeggende:
3805 Eze 33:31 | want zij maken liefkozingen met hun mond, maar hun
3806 Eze 34:3 | het vette, en bekleedt u met de wol, gij slacht het gemeste,
3807 Eze 34:4 | gij heerst over hen met strengheid en met hardigheid.
3808 Eze 34:4 | over hen met strengheid en met hardigheid.
3809 Eze 34:16 | verdelgen, Ik zal ze weiden met oordeel. ~
3810 Eze 34:18 | nog het overige uwer weide met uw voeten vertreden? En
3811 Eze 34:18 | en de overgelatene met uw voeten vermodderen? ~
3812 Eze 34:19 | zullen zij afweiden, wat met uw voeten vertreden is,
3813 Eze 34:19 | vertreden is, en drinken, wat met uw voeten vermodderd is? ~
3814 Eze 34:21 | Omdat gij al de zwakken met de zijde en met den schouder
3815 Eze 34:21 | zwakken met de zijde en met den schouder verdringt,
3816 Eze 34:21 | den schouder verdringt, en met uw hoornen stoot, totdat
3817 Eze 34:25 | zal een verbond des vredes met hen maken, en zal het boos
3818 Eze 34:30 | dat Ik, de HEERE, hun God, met hen ben, en dat zij Mijn
3819 Eze 35:8 | En Ik zal zijn bergen met zijn verslagenen vervullen;
3820 Eze 35:13 | 13 Alzo hebt gij u met uw mond tegen Mij groot
3821 Eze 36:5 | erve gegeven hebben met blijdschap des gansen harten,
3822 Eze 36:5 | blijdschap des gansen harten, met begerige plundering, opdat
3823 Eze 36:17 | verontreinigden zij datzelve met hun weg en met hun handelingen;
3824 Eze 36:17 | datzelve met hun weg en met hun handelingen; hun weg
3825 Eze 37:19 | en Ik zal dezelve met hem voegen tot het hout
3826 Eze 37:23 | niet meer verontreinigen met hun drekgoden, en met hun
3827 Eze 37:23 | verontreinigen met hun drekgoden, en met hun verfoeiselen, en met
3828 Eze 37:23 | met hun verfoeiselen, en met al hun overtredingen; en
3829 Eze 37:26 | zal een verbond des vredes met hen maken, het zal een eeuwig
3830 Eze 37:26 | het zal een eeuwig verbond met hen zijn; en Ik zal ze inzetten
3831 Eze 38:4 | grote vergadering, met rondas en schild, die altemaal
3832 Eze 38:5 | Perzen, Moren en Puteers met hen, die altemaal schild
3833 Eze 38:6 | zijn benden; vele volken met u. ~
3834 Eze 38:9 | uw benden, en vele volken met u. ~
3835 Eze 38:15 | noorden, gij en vele volken met u; die altemaal op paarden
3836 Eze 38:22 | 22 En Ik zal met hem rechten, door pestilentie
3837 Eze 38:22 | op de vele volken, die met hem zullen zijn. ~
3838 Eze 39:4 | benden, en de volken, die met u zijn; Ik heb u aan de
3839 Eze 39:14 | doorgaan, en doodgravers met de doorgangers, om te begraven
3840 Eze 39:24 | hun overtredingen heb Ik met hen gehandeld, en Ik heb
3841 Eze 39:26 | en al hun overtreding, met dewelke zij tegen Mij hebben
3842 Eze 40:4 | tot mij: Mensenkind! zie met uw ogen, en hoor met uw
3843 Eze 40:4 | zie met uw ogen, en hoor met uw oren, en zet uw hart
3844 Eze 40:22 | zag; en men ging daarin op met zeven trappen, en haar
3845 Eze 40:49 | breedte elf ellen; en het was met trappen, bij dewelke men
3846 Eze 41:15 | gene zijde, honderd ellen; met den binnensten tempel,
3847 Eze 41:16 | dorpel, waren beschoten met hout rondom henen, en van
3848 Eze 41:18 | En het was gemaakt met cherubs en palmbomen; zodat
3849 Eze 42:16 | Hij mat de oostzijde met het meetriet; vijfhonderd
3850 Eze 42:16 | meetriet; vijfhonderd rieten, met het meetriet, rondom. ~
3851 Eze 42:17 | noordzijde, vijfhonderd rieten, met het meetriet, rondom. ~
3852 Eze 42:18 | hij, vijfhonderd rieten, met het meetriet. ~
3853 Eze 42:19 | mat vijfhonderd rieten, met het meetriet. ~
3854 Eze 43:6 | En ik hoorde Een, Die met mij sprak, uit het huis;
3855 Eze 43:7 | zij noch hun koningen, met hun hoererij en met de dode
3856 Eze 43:7 | koningen, met hun hoererij en met de dode lichamen hunner
3857 Eze 43:8 | verontreinigden Mijn heiligen Naam met hun gruwelen, die zij
3858 Eze 43:16 | twaalf ellen de lengte, met twaalf ellen breedte, vierkant
3859 Eze 43:17 | veertien ellen de lengte, met veertien ellen breedte,
3860 Eze 43:22 | zij dat ontzondigd hebben met den var. ~
3861 Eze 44:5 | zet er uw hart op, en zie met uw ogen, en hoor met uw
3862 Eze 44:5 | zie met uw ogen, en hoor met uw oren alles, wat Ik met
3863 Eze 44:5 | met uw oren alles, wat Ik met u spreken zal, van alle
3864 Eze 44:5 | den ingang van het huis, met alle uitgangen des heiligdoms. ~
3865 Eze 44:19 | zij het volk niet heiligen met hun klederen. ~
3866 Eze 45:2 | heiligdom zijn vijfhonderd met vijfhonderd, vierkant rondom;
3867 Eze 45:3 | daarin zal het heiligdom zijn met het heilige der heiligen. ~
3868 Eze 46:22 | voorhofs waren voorhofjes met schoorstenen, van veertig
3869 Eze 47:22 | kinderen Israels; zij zullen met ulieden in erfenis vallen,
3870 Eze 48:20 | twintig duizend meetrieten, met vijf en twintig duizend;
3871 Eze 48:20 | heilig hefoffer offeren, met de bezitting der stad. ~
3872 Dan 1:8 | zich niet zou ontreinigen met de stukken van de spijs
3873 Dan 1:8 | spijs des konings, noch met den wijn zijns dranks; daarom
3874 Dan 1:10 | jongelingen, die in gelijkheid met ulieden zijn? Alzo zoudt
3875 Dan 1:13 | des konings eten; en doe met uw knechten, naar dat gij
3876 Dan 1:19 | En de koning sprak met hen; doch er werd uit hen
3877 Dan 2:18 | Daniel en zijn metgezellen met de overige wijzen van Babel
3878 Dan 2:25 | Toen bracht Arioch met haast Daniel in voor den
3879 Dan 2:41 | gezien hebt ijzer vermengd met modderig leem; ~
3880 Dan 2:43 | gezien hebt ijzer vermengd met modderig leem, zij zullen
3881 Dan 2:43 | gelijk als zich ijzer met leem niet vermengt. ~
3882 Dan 2:46 | en hij zeide, dat men hem met spijsoffer en liefelijk
3883 Dan 3:4 | En een heraut riep met kracht: Men zegt u aan,
3884 Dan 3:14 | en zeide tot hen: Is het met opzet, Sadrach, Mesach en
3885 Dan 4:14 | 14 Roepende met kracht, en aldus zeggende:
3886 Dan 4:15 | Doch laat den stam met zijn wortelen in de aarde,
3887 Dan 4:15 | wortelen in de aarde, en met een ijzeren en koperen band
3888 Dan 4:15 | worden, en zijn deel zij met het gedierte in het kruid
3889 Dan 4:23 | hem; doch laat den stam met zijn wortelen in de
3890 Dan 4:23 | wortelen in de aarde, en met een ijzeren en koperen band
3891 Dan 4:23 | worden, en dat zijn deel zij met het gedierte des velds,
3892 Dan 4:25 | de mensen verstoten, en met het gedierte des velds zal
3893 Dan 4:26 | gezegd is, dat men den stam met de wortelen van dien boom
3894 Dan 4:35 | en Hij doet naar Zijn wil met het heir des hemels en de
3895 Dan 5:7 | 7 Zodat de koning met kracht riep dat men de sterrekijkers,
3896 Dan 5:7 | kennen zal geven, die zal met purper gekleed worden, met
3897 Dan 5:7 | met purper gekleed worden, met een gouden keten om zijn
3898 Dan 5:16 | mij bekend maken, gij zult met purper bekleed worden,
3899 Dan 5:16 | purper bekleed worden, met een gouden keten om uw hals,
3900 Dan 5:29 | en zij bekleedden Daniel met purper, met een gouden keten
3901 Dan 5:29 | bekleedden Daniel met purper, met een gouden keten om zijn
3902 Dan 6:7 | vorsten en de stadhouders met hopen tot den koning, en
3903 Dan 6:12 | Toen kwamen die mannen met hopen, en zij vonden Daniel
3904 Dan 6:16 | Toen kwamen die mannen met hopen tot den koning, en
3905 Dan 6:18 | koning verzegelde denzelven met zijn ring, en met den ring
3906 Dan 6:18 | denzelven met zijn ring, en met den ring zijner geweldigen,
3907 Dan 6:20 | den vroegen morgenstond met het licht op, en hij ging
3908 Dan 6:20 | het licht op, en hij ging met haast henen tot den kuil
3909 Dan 6:21 | was, riep hij tot Daniel met een droeve stem; de koning
3910 Dan 7:7 | vertrad het overige met zijn voeten; en het was
3911 Dan 7:13 | nachtgezichten, en ziet, er kwam Een met de wolken des hemels, als
3912 Dan 7:19 | en vertrad het overige met zijn voeten. ~
3913 Dan 8:4 | Ik zag, dat de ram met de hoornen tegen het westen
3914 Dan 8:18 | 18 Als hij nu met mij sprak, viel ik in een
3915 Dan 8:20 | 20 De ram met de twee hoornen, dien gij
3916 Dan 8:22 | volk ontstaan, doch niet met zijn kracht. ~
3917 Dan 9:3 | Heere, om Hem te zoeken met het gebed, en smekingen,
3918 Dan 9:3 | het gebed, en smekingen, met vasten, en zak, en as. ~
3919 Dan 9:5 | gehandeld, en gerebelleerd, met af te wijken van Uw geboden,
3920 Dan 9:11 | heeft Uw wet overtreden, met af te wijken, dat zij Uwer
3921 Dan 9:15 | Egypteland gevoerd hebt, met een sterke hand, en hebt
3922 Dan 9:22 | onderrichtte mij en sprak met mij, en zeide: Daniel! nu
3923 Dan 9:26 | en zijn einde zal zijn met een overstromende vloed,
3924 Dan 10:5 | en ziet, er was een Man met linnen bekleed, en Zijn
3925 Dan 10:5 | Zijn lenden waren omgord met fijn goud van Ufaz. ~
3926 Dan 10:9 | slaap op mijn aangezicht, met mijn aangezicht ter aarde. ~
3927 Dan 10:15 | En toen Hij deze woorden met mij sprak, sloeg ik mijn
3928 Dan 10:17 | dezen mijn Heere spreken met dien mijn Heere? Want wat
3929 Dan 10:19 | wees sterk! En terwijl Hij met mij sprak, werd ik versterkt,
3930 Dan 10:21 | er is niet een, die zich met Mij versterkt tegen dezen,
3931 Dan 11:2 | vierde zal verrijkt worden met grote rijkdom, meer dan
3932 Dan 11:3 | geweldig koning opstaan, die met grote heerschappij heersen
3933 Dan 11:6 | sommige jaren, zullen zij zich met elkander bevrienden, en
3934 Dan 11:7 | opstaan in zijn staat, die zal met heirkracht komen, en hij
3935 Dan 11:8 | Ook zal hij hun goden, met hun vorsten, met hun gewenste
3936 Dan 11:8 | goden, met hun vorsten, met hun gewenste vaten van zilver
3937 Dan 11:13 | zal hij snellijk komen met een grote heirkracht,
3938 Dan 11:13 | een grote heirkracht, en met groot goed. ~
3939 Dan 11:17 | zijn aangezicht stellen, om met de kracht zijns gansen rijks
3940 Dan 11:23 | En na de vereniging met hem zal hij bedrog plegen,
3941 Dan 11:23 | zal optrekken, en hij zal met weinig volks gesterkt worden. ~
3942 Dan 11:24 | 24 Met stilheid zal hij ook in
3943 Dan 11:25 | den koning van het Zuiden, met een grote heirkracht; en
3944 Dan 11:25 | zich in den strijd mengen met een grote en zeer machtige
3945 Dan 11:28 | in zijn land wederkeren met groot goed, en zijn hart
3946 Dan 11:30 | hem komen, daarom zal hij met smart bevangen worden, en
3947 Dan 11:34 | zullen vallen, zullen zij met een kleine hulp geholpen
3948 Dan 11:38 | gekend hebben, zal hij eren met goud, en met zilver, en
3949 Dan 11:38 | zal hij eren met goud, en met zilver, en met kostelijk
3950 Dan 11:38 | goud, en met zilver, en met kostelijk gesteente, en
3951 Dan 11:38 | kostelijk gesteente, en met gewenste dingen. ~
3952 Dan 11:39 | vastigheden der sterkten maken met den vreemden god; dengenen,
3953 Dan 11:40 | van het Zuiden tegen hem met hoornen stoten; en de koning
3954 Dan 11:40 | zal tegen hem aanstormen, met wagenen, en met ruiteren,
3955 Dan 11:40 | aanstormen, met wagenen, en met ruiteren, en met vele
3956 Dan 11:40 | en met ruiteren, en met vele schepen; en hij zal
3957 Dan 11:44 | daarom zal hij uittrekken met grote grimmigheid om velen
3958 Dan 12:6 | zeide tot den Man, bekleed met linnen, Die boven op het
3959 Dan 12:7 | hoorde dien Man, bekleed met linnen, Die boven op het
3960 Hos 2:5 | Daarom, ziet, Ik zal uw weg met doornen betuinen, en Ik
3961 Hos 2:12 | heeft, en zich versierd met haar voorhoofdsiersel, en
3962 Hos 2:17 | een verbond voor hen maken met het wild gedierte des velds,
3963 Hos 2:17 | wild gedierte des velds, en met het gevogelte des hemels,
3964 Hos 4:1 | de HEERE heeft een twist met de inwoners des lands, omdat
3965 Hos 4:3 | die daarin woont, kwelen, met het gedierte des velds,
3966 Hos 4:3 | het gedierte des velds, en met het gevogelte des hemels;
3967 Hos 4:4 | want uw volk is als die met den priester twisten. ~
3968 Hos 4:5 | ja, zelfs de profeet zal met u vallen bij nacht; en Ik
3969 Hos 4:8 | en verlangen, een ieder met zijn ziel, naar hun ongerechtigheid. ~
3970 Hos 4:14 | zelven scheiden zich af met de hoeren, en offeren met
3971 Hos 4:14 | met de hoeren, en offeren met de snoodste hoeren;
3972 Hos 4:17 | Efraim is vergezeld met de afgoden; laat hem varen. ~
3973 Hos 5:5 | ongerechtigheid; ook zal Juda met hen vallen. ~
3974 Hos 5:6 | 6 Met hun schapen, en met hun
3975 Hos 5:6 | Met hun schapen, en met hun runderen zullen zij
3976 Hos 5:7 | de nieuwe maand verteren met hun delen. ~
3977 Hos 5:11 | verdrukt, hij is verpletterd met recht; want hij heeft zo
3978 Hos 7:3 | Zij verblijden den koning met hun boosheid, en de vorsten
3979 Hos 7:3 | boosheid, en de vorsten met hun leugenen. ~
3980 Hos 7:5 | hij strekt zijn hand voort met de spotters. ~
3981 Hos 7:8 | Efraim, die verwart zich met de volken; Efraim is een
3982 Hos 7:14 | roepen ook niet tot Mij met hun hart, wanneer zij huilen
3983 Hos 9:8 | De wachter van Efraim is met mijn God, maar de profeet
3984 Hos 10:14 | werd er verpletterd met de zonen. ~
3985 Hos 11:4 | 4 Ik trok ze met mensenzelen, met touwen
3986 Hos 11:4 | trok ze met mensenzelen, met touwen der liefde, en was
3987 Hos 12:1 | Efraim hebben Mij omsingeld met leugen, en het huis Israels
3988 Hos 12:1 | leugen, en het huis Israels met bedrog; maar Juda heerste
3989 Hos 12:1 | bedrog; maar Juda heerste nog met God, en was met de heiligen
3990 Hos 12:1 | heerste nog met God, en was met de heiligen getrouw. ~
3991 Hos 12:2 | 2 Efraim weidt zich met wind, en jaagt den oostenwind
3992 Hos 12:2 | verwoesting; en zij maken verbond met Assur, en de olie wordt
3993 Hos 12:3 | heeft de HEERE een twist met Juda, en Hij zal bezoeking
3994 Hos 12:4 | gedroeg hij zich vorstelijk met God.
3995 Hos 12:5 | Hem, en aldaar sprak Hij met ons; ~
3996 Hos 14:3 | 3 Neem deze woorden met u, en bekeer u tot den HEERE;
3997 Hos 14:9 | Efraim! wat heb Ik meer met de afgoden te doen? Ik heb
3998 Joe 1:8 | als een jonkvrouw, die met een zak omgord is vanwege
3999 Joe 2:12 | HEERE, bekeert u tot Mij met uw ganse hart, en dat met
4000 Joe 2:12 | met uw ganse hart, en dat met vasten en met geween, en
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5303 |