Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
mestvee 1
mesullam 25
mesullemet 1
met 5303
metaal 1
metdegenen 1
meteen 4
Frequency    [«  »]
5967 heere
5858 des
5824 hem
5303 met
5157 op
4462 als
4422 mijn

Bijbel

IntraText - Concordances

met

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5303

     Book Chapter: Verse
3501 Jer 39:9 | tot hem gevallen waren, met het overige des volks, die 3502 Jer 39:10 | die arm waren, die niet met al hadden, liet Nebuzaradan, 3503 Jer 39:12 | u spreken zal, doe alzo met hem. ~ 3504 Jer 40:1 | had laten halen, daar hij met      ketenen gebonden was 3505 Jer 40:4 | indien het goed is in uw ogen met mij naar Babel te komen, 3506 Jer 40:4 | het kwaad is in uw ogen met mij naar Babel te komen, 3507 Jer 41:1 | weten tien mannen,      met hem kwamen tot Gedalia, 3508 Jer 41:2 | mitsgaders de tien mannen, die met hem waren, en zij sloegen 3509 Jer 41:2 | Ahikam, den zoon van Safan, met het      zwaard; alzo doodde 3510 Jer 41:3 | Ismael al de Joden, die met hem, namelijk met Gedalia, 3511 Jer 41:3 | Joden, die met hem, namelijk met Gedalia, te Mizpa waren, 3512 Jer 41:7 | hij en de mannen, die      met hem waren. ~ 3513 Jer 41:9 | Ismael, de zoon van Nethanja, met de verslagenen. ~ 3514 Jer 41:11 | oversten der heiren, die met hem waren, al het kwaad 3515 Jer 41:12 | mannen, en togen henen, om met Ismael, den zoon van Nethanja, 3516 Jer 41:13 | geschiedde, als het volk, dat met Ismael was, Johanan zag, 3517 Jer 41:13 | oversten der heiren, die met hem waren, zo werden zij 3518 Jer 41:15 | van Johanans aangezicht, met acht mannen, en hij toog 3519 Jer 41:16 | oversten der heiren, die met hem waren, het ganse overblijfsel 3520 Jer 42:5 | wij niet naar alle woord, met hetwelk u de HEERE, uw God, 3521 Jer 42:8 | oversten der heiren, die met hem waren, en al het volk, 3522 Jer 42:11 | spreekt de HEERE; want Ik zal met u zijn, om u te behouden 3523 Jer 42:21 | Gods, noch naar al hetgeen, met hetwelk Hij mij tot u gezonden 3524 Jer 43:1 | woorden des HEEREN, huns Gods, met dewelke hem de HEERE, hun 3525 Jer 43:13 | huizen der goden van Egypte met vuur verbranden. ~  ~ 3526 Jer 44:17 | Jeruzalem; toen werden wij met brood verzadigd, en waren 3527 Jer 44:25 | vrouwen, zij hebben toch met uw mond gesproken, en gij 3528 Jer 44:25 | gesproken, en gij hebt het met uw handen      vervuld, 3529 Jer 44:26 | zegt de HEERE, zo Mijn Naam met den mond van enig man van      3530 Jer 46:4 | gij ruiters! en stelt u met helmen; vaagt de spiesen, 3531 Jer 46:22 | een slang; want zij zullen met krijgsmacht daarhenen trekken, 3532 Jer 46:22 | daarhenen trekken, en tot haar met bijlen komen, gelijk houthouwers. ~ 3533 Jer 46:28 | spreekt de HEERE; want Ik ben met u; want Ik zal een voleinding 3534 Jer 46:28 | zal een voleinding maken met al de heidenen, waarhenen 3535 Jer 46:28 | gedreven zal hebben, doch      met u zal Ik geen voleinding 3536 Jer 46:28 | maken, maar u kastijden met mate, en u niet gans onschuldig 3537 Jer 47:5 | Askelon is uitgeroeid, met het overblijfsel huns dals; 3538 Jer 48:26 | tegen den HEERE; zo zal Moab met de handen klappen in zijn 3539 Jer 48:33 | geen druiven      treden met vreugdegeschrei; het vreugdegeschrei 3540 Jer 48:39 | hoe heeft Moab den nek met schaamte gewend! Alzo zal 3541 Jer 49:2 | onderhorige plaatsen zullen met vuur aangestoken worden; 3542 Jer 50:5 | HEERE toegevoegd worden, met een eeuwig verbond, dat 3543 Jer 50:27 | 27      Doodt met het zwaard al haar varren, 3544 Jer 50:39 | wilde dieren der woestijnen met de wilde dieren der eilanden 3545 Jer 51:14 | Zijn ziel: Ofschoon Ik u met mensen als met kevers vervuld 3546 Jer 51:14 | Ofschoon Ik u met mensen als met kevers vervuld heb, nochtans 3547 Jer 51:16 | Hij maakt de bliksemen met den regen, en      doet 3548 Jer 51:32 | ingenomen, en de rietpoelen met vuur verbrand zijn; en dat 3549 Jer 51:40 | te slachten, als rammen met bokken. ~ 3550 Jer 51:58 | haar hoge poorten zullen met vuur aangestoken worden; 3551 Jer 52:11 | Zedekia, en hij bond hem met twee koperen ketenen; alzo 3552 Jer 52:13 | der groten verbrandde hij met vuur. ~ 3553 Jer 52:14 | ganse heir der Chaldeen, dat met den overste der trawanten 3554 Jer 52:22 | had de      andere pilaar, met granaatappelen. ~ 3555 Jer 52:32 | En hij sprak vriendelijk met hem, en stelde zijn stoel 3556 Klaa 1:2 | vrienden hebben trouwelooslijk met haar      gehandeld, zij 3557 Klaa 1:7 | zien haar aan, zij spotten met haar rustdagen. ~ 3558 Klaa 1:26 | een vijand; Hij heeft zich met Zijn rechterhand gesteld 3559 Klaa 1:28 | Vau. En Hij heeft Zijn hut met geweld afgerukt, als een 3560 Klaa 1:37 | die over weg gaan, klappen met de handen over u, zij fluiten 3561 Klaa 1:38 | zij fluiten en knersen met de tanden, zij zeggen: Wij 3562 Klaa 1:49 | gebouwd, en Hij heeft mij met galle en moeite omringd. ~ 3563 Klaa 1:53 | heeft mij wegen toegemuurd met uitgehouwen stenen, Hij 3564 Klaa 1:59 | 15      He. Hij heeft mij met bitterheden verzadigd, Hij 3565 Klaa 1:59 | verzadigd, Hij heeft mij met alsem dronken gemaakt. ~ 3566 Klaa 1:60 | Vau. Hij heeft mijn tanden met zandsteentjes verbrijzeld, 3567 Klaa 1:87 | Samech. Gij hebt ons met toorn bedekt, en Gij hebt 3568 Klaa 1:88 | Samech. Gij hebt U met een wolk bedekt, zodat er 3569 Klaa 1:92 | 48      Pe. Met waterbeken loopt mijn oog 3570 Klaa 1:110| 66      Thau. Vervolg ze met toorn, en verdelg ze van 3571 Klaa 1:124| op de straten, zij waren met bloed besmet, zodat men 3572 Klaa 1:127| ijdele hulp; wij gaapten met ons gapen op een volk, dat 3573 Klaa 2:6 | gegeven, en den Assyrier, om met brood verzadigd te worden. ~ 3574 Klaa 2:9 | Wij moeten ons brood met gevaar onzes levens halen, 3575 Eze 2:1 | op uw voeten, en Ik zal met u spreken. ~ 3576 Eze 3:3 | eten, en vul uw ingewand met deze rol, die Ik u geef. 3577 Eze 3:4 | Israels, en spreek tot hen met Mijn woorden. ~ 3578 Eze 3:10 | in uw hart, en hoor ze met uw oren. ~ 3579 Eze 3:22 | de vallei, en Ik zal daar met u spreken. ~ 3580 Eze 3:24 | mijn voeten, en Hij sprak met mij, en Hij zeide tot mij: 3581 Eze 3:27 | 27      Maar als Ik met u spreken zal, zal Ik uw 3582 Eze 4:12 | gerstekoek eten, en dien zult gij met drek van des mensen afgang 3583 Eze 4:16 | en zij zullen het brood met gewicht en met kommer eten, 3584 Eze 4:16 | het brood met gewicht en met kommer eten, en het water 3585 Eze 4:16 | kommer eten, en het water met zekere maat      en met 3586 Eze 4:16 | met zekere maat      en met verbaasdheid drinken; ~ 3587 Eze 4:17 | gebrek hebben, en de een met den ander verbaasd worden, 3588 Eze 5:2 | gij in het midden der stad met vuur verbranden, nadat de 3589 Eze 5:2 | derde deel nemen, slaande met een zwaard      rondom hetzelve, 3590 Eze 5:4 | vuurs, en zult ze verbranden met vuur; daaruit zal voortkomen 3591 Eze 5:11 | heiligdom verontreinigd hebt met al uw verfoeiselen, en met 3592 Eze 5:11 | met al uw verfoeiselen, en met al uw gruwelen), zo Ik ook 3593 Eze 6:11 | zegt de Heere HEERE: Sla met uw hand, en stamp met uw 3594 Eze 6:11 | Sla met uw hand, en stamp met uw voet, en zeg: Ach, over 3595 Eze 7:14 | 14      Zij hebben met de trompet getrompet, en 3596 Eze 7:27 | bedrijven, en de vorsten zullen met verwoesting bekleed zijn, 3597 Eze 7:27 | hun doen naar hun weg, en met      hun rechten zal Ik 3598 Eze 8:11 | oudsten van het huis Israels, met Jaazanja, den zoon van Safan, 3599 Eze 8:17 | hier doen? Als zij het land met geweld      vervuld hebben, 3600 Eze 8:18 | hoewel zij voor Mijn oren met luider stem roepen, nochtans 3601 Eze 9:1 | riep Hij voor mijn oren met luider stem, zeggende: Doet 3602 Eze 9:1 | stad naderen, en elkeen met zijn verdervend wapen in 3603 Eze 9:2 | naar het noorden, en elkeen met zijn verpletterend wapen 3604 Eze 9:2 | midden van      hen was met linnen bekleed, en een schrijvers-inktkoker 3605 Eze 9:3 | Hij riep tot den man, die met linnen bekleed was, die 3606 Eze 9:7 | en vervult de voorhoven met verslagenen; gaat henen 3607 Eze 9:8 | van Israel      verderven, met Uw grimmigheid uit te gieten 3608 Eze 9:9 | zeer groot, en het land is met bloed vervuld, en de stad 3609 Eze 9:11 | En ziet, de man, die met linnen bekleed was, aan 3610 Eze 10:2 | sprak tot den man, bekleed met linnen, en Hij zeide: Ga 3611 Eze 10:2 | cherub, en vul uw vuisten met vurige kolen van tussen 3612 Eze 10:4 | en het huis werd vervuld met een wolk, en het voorhof 3613 Eze 10:6 | als Hij den man, bekleed met linnen, geboden had, zeggende: 3614 Eze 10:7 | de vuisten desgenen, die met linnen      bekleed was; 3615 Eze 11:6 | gij hebt derzelver straten met de verslagenen vervuld. ~ 3616 Eze 11:13 | mijn aangezicht, en riep met luider stem; en zeide: Ach, 3617 Eze 11:13 | gans een voleinding maken met het overblijfsel van Israel? ~ 3618 Eze 12:7 | doorgroef ik mij den wand      met de hand; ik bracht het uit 3619 Eze 12:12 | aangezicht bedekken, opdat hij met het oog de aarde niet zie. ~ 3620 Eze 12:18 | gij zult uw brood eten met beven, en uw water zult 3621 Eze 12:18 | beven, en uw water zult gij met beroerte en met kommer drinken. ~ 3622 Eze 12:18 | zult gij met beroerte en met kommer drinken. ~ 3623 Eze 12:19 | Israels: Zij zullen hun brood met kommer eten, en hun water      3624 Eze 12:19 | hun water      zullen zij met verbaasdheid drinken, omdat 3625 Eze 13:10 | anderen denzelven pleisteren met loze      kalk. ~ 3626 Eze 13:11 | Zeg tot degenen, die met loze kalk pleisteren, dat 3627 Eze 13:14 | afbreken, dien gijlieden met loze kalk gepleisterd hebt, 3628 Eze 13:15 | degenen, die hem pleisteren met loze kalk; en Ik zal tot 3629 Eze 14:4 | 4      Daarom spreek met hen, en zeg tot hen: Alzo 3630 Eze 14:11 | niet meer verontreinigen met al hun overtredingen; alsdan 3631 Eze 14:19 | Mijn grimmigheid daarover met bloed uitgiete, om daarvan 3632 Eze 16:4 | afgesneden; en gij waart niet met water gewassen, toen Ik 3633 Eze 16:4 | waart ook      geenszins met zout gewreven, noch in windselen 3634 Eze 16:8 | ja, Ik zwoer u, en kwam met u in een verbond,      spreekt 3635 Eze 16:9 | 9      Daarna wies Ik u met water, en Ik spoelde uw 3636 Eze 16:9 | bloed van u af, en zalfde u met olie. ~ 3637 Eze 16:10 | Ik bekleedde u ook met gestikt werk, en Ik schoeide 3638 Eze 16:10 | gestikt werk, en Ik schoeide u met dassenvellen, en omgordde 3639 Eze 16:10 | dassenvellen, en omgordde u met fijn linnen, en bedekte 3640 Eze 16:10 | fijn linnen, en bedekte u met zijde. ~ 3641 Eze 16:11 | Ook versierde Ik u met sieraad, en deed armringen 3642 Eze 16:13 | Zo waart gij versierd met goud en zilver, en uw kleding 3643 Eze 16:17 | mansbeelden gemaakt, en gij hebt met dezelve      gehoereerd. ~ 3644 Eze 16:25 | gruwelijk gemaakt, en hebt met uw benen geschreden voor 3645 Eze 16:26 | Gij hebt ook gehoereerd met de kinderen van Egypte, 3646 Eze 16:28 | Verder hebt gij gehoereerd met de kinderen van Assur, omdat 3647 Eze 16:28 | onverzadelijk waart; ja, als gij met hen gehoereerd hebt, zijt 3648 Eze 16:34 | 34      Zo geschiedt met u in uw hoererijen het tegendeel 3649 Eze 16:36 | schaamte door uw hoererijen met uw boelen ontdekt is, en 3650 Eze 16:36 | uw boelen ontdekt is, en met al de drekgoden uwer gruwelen, 3651 Eze 16:37 | al uw boelen vergaderen, met dewelke gij vermengd zijt 3652 Eze 16:37 | die gij liefgehad hebt, met allen, die gij gehaat hebt; 3653 Eze 16:40 | doen opkomen, en zullen u met stenen stenigen, en u met 3654 Eze 16:40 | met stenen stenigen, en u met hun zwaarden doorsteken. ~ 3655 Eze 16:41 | Zij zullen ook uw huizen met vuur verbranden, en oordelen 3656 Eze 16:43 | tot beroering geweest zijt met dit alles, zie, zo zal Ik 3657 Eze 16:48 | indien Sodom, uw zuster, zij met haar dochteren, gedaan heeft, 3658 Eze 16:60 | gedachtig wezen aan Mijn verbond met u, in de dagen uwer jonkheid, 3659 Eze 16:60 | uwer jonkheid, en Ik zal met u een eeuwig verbond oprichten. ~ 3660 Eze 16:62 | Want Ik zal Mijn verbond met u oprichten, en gij zult 3661 Eze 17:5 | zette het bij vele wateren met grote voorzichtigheid. ~ 3662 Eze 17:6 | nederig van stam, ziende met zijn takken naar hem, dewijl 3663 Eze 17:17 | van krijgs vergadering, met hem in oorlog niets uitrichten 3664 Eze 17:20 | jachtgaren; en Ik zal daar met hem rechten over zijn overtreding, 3665 Eze 17:21 | zullen al zijn vluchtelingen met al zijn benden door het 3666 Eze 18:7 | brood geeft, en den naakte met kleding bedekt; ~ 3667 Eze 18:16 | hongerige geeft, en den naakte met kleding bedekt; ~ 3668 Eze 18:18 | Zijn vader, dewijl hij met onderdrukking onderdrukt 3669 Eze 19:4 | groeve; en zij brachten hem met haken naar Egypteland. 3670 Eze 19:9 | hem in gesloten bewaring met haken, opdat zij hem brachten 3671 Eze 19:11 | gezien door zijn hoogte, met de menigte zijner      takken. ~ 3672 Eze 20:7 | verontreinigt ulieden niet met de drekgoden van Egypte; 3673 Eze 20:17 | verdierf, en geen voleinding met hen maakte in de woestijn. ~ 3674 Eze 20:18 | en verontreinigt u niet met hun drekgoden. ~ 3675 Eze 20:31 | 31      Ja, met het offeren uwer gaven, 3676 Eze 20:31 | het offeren uwer gaven, met uw kinderen door het vuur 3677 Eze 20:33 | Heere HEERE: Zo Ik niet met een sterke hand, en uitgestrekten 3678 Eze 20:33 | en uitgestrekten arm, en met een uitgegoten grimmigheid 3679 Eze 20:35 | woestijn der volken, en Ik zal met u aldaar rechten, aangezicht 3680 Eze 20:36 | Gelijk als Ik gerecht heb met uw vaderen in de woestijn 3681 Eze 20:36 | Egypteland, alzo zal Ik met u rechten, spreekt de Heere 3682 Eze 20:39 | Mijn      heiligen Naam, met uw giften en met uw drekgoden. ~ 3683 Eze 20:39 | heiligen Naam, met uw giften en met uw drekgoden. ~ 3684 Eze 20:40 | eerstelingen uwer heffingen met al uw geheiligde dingen. ~ 3685 Eze 20:44 | Ik de HEERE ben, als Ik met u gedaan zal hebben, om 3686 Eze 21:6 | zucht; zucht voor hun ogen met verbreking der lenden en 3687 Eze 21:6 | verbreking der lenden en met bitterheid. ~ 3688 Eze 21:11 | vegen gegeven, opdat men het met de hand handelen zou; dat 3689 Eze 21:22 | om de stem op te heffen met gejuich, om      stormrammen 3690 Eze 21:23 | waarzeggen zijn, omdat zij met eden beedigd zijn onder 3691 Eze 21:24 | gedacht wordt, zult gij met de hand gegrepen worden. ~ 3692 Eze 22:4 | gij schuldig geworden, en met uw drekgoden, die gij gemaakt 3693 Eze 22:7 | hebben zij in u licht geacht; met den vreemdeling hebben zij 3694 Eze 22:11 | heeft de een gruwel gedaan met zijns naasten huisvrouw, 3695 Eze 22:11 | heeft zijns zoons vrouw met schandelijkheid verontreinigd; 3696 Eze 22:14 | zijn, in de dagen, als Ik met u handelen zal? Ik, de HEERE, 3697 Eze 22:28 | profeten nu pleisteren hen met loze kalk; ziende ijdelheid 3698 Eze 23:6 | 6      Bekleed met hemelsblauw, vorsten en 3699 Eze 23:7 | dreef zij haar hoererijen met dezelve, die allen de keure 3700 Eze 23:7 | kinderen van Assur waren; en met allen, op dewelke zij verliefd 3701 Eze 23:7 | dewelke zij verliefd was, met al derzelver drekgoden, 3702 Eze 23:10 | weg, maar haar doodden zij met het zwaard; en zij kreeg 3703 Eze 23:12 | die nabij waren, bekleed met volkomen sieraad, ruiteren, 3704 Eze 23:14 | der Chaldeen, geschilderd met menie, ~ 3705 Eze 23:15 | 15      Gegord met een gordel aan hun lenden, 3706 Eze 23:16 | zij op dezelve verliefd met het opzien van haar ogen, 3707 Eze 23:17 | en verontreinigden haar met hun hoererij; ook verontreinigde 3708 Eze 23:17 | verontreinigde zij zich met hen; daarna werd haar ziel 3709 Eze 23:23 | alle kinderen van Assur met hen; gewenste jongelingen, 3710 Eze 23:24 | Die zullen tegen u komen met karren, wagenen en wielen, 3711 Eze 23:24 | karren, wagenen en wielen, en met een vergadering van volken, 3712 Eze 23:25 | dat zij in grimmigheid met u zullen handelen; zij zullen 3713 Eze 23:29 | 29      Die zullen met u handelen uit haat, en 3714 Eze 23:30 | nagehoereerd hebt, en omdat gij u met hun drekgoden verontreinigd 3715 Eze 23:37 | haar handen; en zij hebben met haar drekgoden overspel 3716 Eze 23:40 | ogen      blankettet en u met sieraad versierdet; ~ 3717 Eze 23:47 | En de vergadering zal ze met stenen stenigen, en dezelve 3718 Eze 23:47 | stenen stenigen, en dezelve met hun zwaarden nederhouwen; 3719 Eze 23:47 | zij doden, en haar huizen met vuur verbranden. ~ 3720 Eze 24:4 | en den schouder, vul hem met de keur der beenderen. ~ 3721 Eze 24:7 | uitgestort, om hetzelve met stof te bedekken. ~ 3722 Eze 24:10 | het vlees, en kruid het met specerijen, en laat de beenderen 3723 Eze 24:12 | 12      Met ijdelheden heeft zij Mij 3724 Eze 25:6 | de Heere HEERE: Omdat gij met de hand geklapt, en met 3725 Eze 25:6 | met de hand geklapt, en met den voet gestampt hebt, 3726 Eze 25:10 | Voor die van het oosten, met het land der kinderen Ammons, 3727 Eze 25:12 | Heere HEERE: Omdat Edom met enkel wraakgierigheid gehandeld 3728 Eze 25:17 | En Ik zal grote wraak met grimmige straffingen onder 3729 Eze 26:3 | opkomen, alsof Ik de zee met haar golven deed opkomen. ~ 3730 Eze 26:6 | in het veld zijn, zullen met het zwaard gedood worden; 3731 Eze 26:7 | noorden, tegen Tyrus brengen, met paarden en met      wagenen, 3732 Eze 26:7 | brengen, met paarden en met      wagenen, en met ruiteren, 3733 Eze 26:7 | en met      wagenen, en met ruiteren, en krijgs vergaderingen, 3734 Eze 26:8 | uw dochteren op het veld met het zwaard doden, en hij 3735 Eze 26:9 | muren stellen, en uw torens met zijn zwaarden afbreken. ~ 3736 Eze 26:11 | 11      Hij zal met de hoeven zijner paarden 3737 Eze 26:11 | vertreden; uw volk zal hij met het zwaard doden, en elk 3738 Eze 26:16 | gestikte klederen uittrekken; met sidderingen zullen zij bekleed 3739 Eze 26:20 | zal Ik u doen nederdalen met degenen die in den kuil 3740 Eze 26:20 | van ouds geweest zijn, met degenen, die in den kuil 3741 Eze 27:3 | ingangen der zee, handelende met de volken in vele eilanden: 3742 Eze 27:7 | 7      Fijn linnen met stiksel uit Egypte was uw 3743 Eze 27:9 | u, om onderlingen handel met u te drijven. ~ 3744 Eze 27:12 | Tarsis dreef koophandel met u vanwege de veelheid van 3745 Eze 27:12 | veelheid van allerlei goed; met zilver, ijzer, tin, en lood 3746 Eze 27:13 | Mesech waren uw kooplieden; met mensenzielen en koperen 3747 Eze 27:13 | dreven zij onderlingen handel met u. ~ 3748 Eze 27:16 | Syrie dreef koophandel met u, vanwege de veelheid uwer 3749 Eze 27:16 | de veelheid uwer werken; met smaragden, purper, en gestikt 3750 Eze 27:17 | Israels waren uw kooplieden; met tarwe van Minnit en Pannag, 3751 Eze 27:17 | dreven zij onderlingen handel met u. ~ 3752 Eze 27:18 | Damaskus dreef koophandel met u, om de veelheid uwer werken, 3753 Eze 27:18 | veelheid van allerlei goed; met wijn van Chelbon en witte 3754 Eze 27:20 | 20      Dedan handelde met u met kostelijk gewand tot 3755 Eze 27:20 | Dedan handelde met u met kostelijk gewand tot wagens. ~ 3756 Eze 27:21 | de kooplieden uwer hand; met lammeren, en rammen, en 3757 Eze 27:21 | daarmede handelden zij met u. ~ 3758 Eze 27:22 | Raema waren uw kooplieden; met alle hoofdspecerij, en met 3759 Eze 27:22 | met alle hoofdspecerij, en met alle kostelijk gesteente 3760 Eze 27:23 | Assur en Kilmad, handelden met u. ~ 3761 Eze 27:24 | Die waren uw kooplieden met volkomen sieradien, met 3762 Eze 27:24 | met volkomen sieradien, met pakken van hemelsblauw en 3763 Eze 27:24 | hemelsblauw en gestikt werk, en met schatkisten van schone klederen; 3764 Eze 27:24 | schone klederen; gebonden met koorden, en in ceder      3765 Eze 27:25 | den onderlingen koophandel met u; en gij waart vervuld, 3766 Eze 27:27 | en die onderlingen handel met u drijven, en al uw      3767 Eze 27:27 | krijgslieden, die in u zijn, zelfs met uw ganse gemeente, die in 3768 Eze 27:31 | en zullen over u wenen met bitterheid der ziel, en 3769 Eze 27:33 | gij vele volken verzadigd; met de veelheid uwer goederen 3770 Eze 28:16 | hebben zij het midden van u met geweld vervuld, en gij hebt 3771 Eze 30:5 | land des verbonds zullen met hen vallen door het zwaard. ~ 3772 Eze 30:11 | 11      Hij, en zijn volk met hem, de tirannigste der 3773 Eze 30:11 | uittrekken, en het land met      verslagenen vervullen. ~ 3774 Eze 30:12 | bozen; en Ik zal het land met zijn volheid verwoesten 3775 Eze 30:21 | zal niet verbonden worden, met pleisters op te leggen, 3776 Eze 30:21 | pleisters op te leggen, met een windeldoek aan te doen,      3777 Eze 31:4 | maakte hem hoog; die ging met zijn stromen rondom zijn 3778 Eze 31:16 | ter helle deed nederdalen, met degenen, die in den kuil 3779 Eze 31:17 | Diezelve daalden ook met hem neder ter helle, tot 3780 Eze 31:18 | zult nedergevoerd worden met de bomen van Eden, tot het 3781 Eze 31:18 | onbesnedenen zult gij liggen, met de verslagenen door het 3782 Eze 32:2 | en beroerdet het water met uw voeten, en vermodderdet 3783 Eze 32:5 | op de bergen, en de dalen met uw hoogheid vervullen. ~ 3784 Eze 32:7 | zwart maken; Ik zal de zon met wolken bedekken, en de maan 3785 Eze 32:20 | overgegeven; trek haar henen met al haar menigte. ~ 3786 Eze 32:21 | machtigste der helden zullen hem, met zijn helpers, toespreken, 3787 Eze 32:22 | 22      Daar is Assur met haar gansen hoop, zijn graven 3788 Eze 32:24 | 24      Daar is Elam met haar ganse menigte rondom 3789 Eze 32:24 | nu dragen zij hun schande met degenen, die in den kuil 3790 Eze 32:25 | nu dragen zij hun schande met degenen, die in den kuil 3791 Eze 32:26 | Daar is Mesech, en Tubal, met haar ganse menigte; rondom 3792 Eze 32:27 | Maar zij liggen niet met de helden, die onder de 3793 Eze 32:27 | helle zijn nedergedaald met hun krijgswapenen, en welker 3794 Eze 32:28 | onbesnedenen, en zult liggen met de verslagenen van het zwaard. ~ 3795 Eze 32:29 | en al haar vorsten, die met hunlieder macht gelegd zijn 3796 Eze 32:29 | zwaard; diezelve liggen met de onbesnedenen en met degenen,      3797 Eze 32:29 | liggen met de onbesnedenen en met degenen,      die in den 3798 Eze 32:30 | en alle Sidoniers, die met de verslagenen zijn nedergedaald, 3799 Eze 32:30 | zwaard, en dragen hun schande met degenen, die in den kuil 3800 Eze 33:3 | over het land, en blaast met de bazuin, en waarschuwt 3801 Eze 33:6 | ziet komen, en blaast niet met de bazuin, zodat het volk 3802 Eze 33:25 | Heere HEERE: Gij eet vlees met het bloed, en heft uw ogen 3803 Eze 33:30 | huizen; en de een spreekt met den ander, een iegelijk 3804 Eze 33:30 | den ander, een iegelijk met zijn broeder,      zeggende: 3805 Eze 33:31 | want zij maken liefkozingen met hun      mond, maar hun 3806 Eze 34:3 | het vette, en bekleedt u met de wol, gij slacht het gemeste, 3807 Eze 34:4 | gij heerst      over hen met strengheid en met hardigheid. 3808 Eze 34:4 | over hen met strengheid en met hardigheid. 3809 Eze 34:16 | verdelgen, Ik zal ze weiden met oordeel. ~ 3810 Eze 34:18 | nog het overige uwer weide met uw voeten vertreden? En 3811 Eze 34:18 | en de overgelatene      met uw voeten vermodderen? ~ 3812 Eze 34:19 | zullen zij afweiden, wat met uw voeten vertreden is, 3813 Eze 34:19 | vertreden is, en drinken, wat met uw voeten vermodderd is? ~ 3814 Eze 34:21 | Omdat gij al de zwakken met de zijde en met den schouder 3815 Eze 34:21 | zwakken met de zijde en met den schouder verdringt, 3816 Eze 34:21 | den schouder verdringt, en met uw hoornen stoot, totdat 3817 Eze 34:25 | zal een verbond des vredes met hen maken, en zal het boos 3818 Eze 34:30 | dat Ik, de HEERE, hun God, met hen ben, en dat zij Mijn 3819 Eze 35:8 | En Ik zal zijn bergen met zijn verslagenen vervullen; 3820 Eze 35:13 | 13      Alzo hebt gij u met uw mond tegen Mij groot 3821 Eze 36:5 | erve gegeven hebben met blijdschap des gansen harten, 3822 Eze 36:5 | blijdschap des gansen harten, met begerige plundering, opdat 3823 Eze 36:17 | verontreinigden zij datzelve met hun weg en met hun handelingen; 3824 Eze 36:17 | datzelve met hun weg en met hun handelingen; hun weg 3825 Eze 37:19 | en Ik zal      dezelve met hem voegen tot het hout 3826 Eze 37:23 | niet meer verontreinigen met hun drekgoden, en met hun 3827 Eze 37:23 | verontreinigen met hun drekgoden, en met hun verfoeiselen, en met 3828 Eze 37:23 | met hun verfoeiselen, en met al hun overtredingen; en 3829 Eze 37:26 | zal een verbond des vredes met hen maken, het zal een eeuwig 3830 Eze 37:26 | het zal een eeuwig verbond met hen zijn; en Ik zal ze inzetten 3831 Eze 38:4 | grote      vergadering, met rondas en schild, die altemaal 3832 Eze 38:5 | Perzen, Moren en Puteers met hen, die altemaal schild 3833 Eze 38:6 | zijn benden; vele volken met u. ~ 3834 Eze 38:9 | uw benden, en vele volken met u. ~ 3835 Eze 38:15 | noorden, gij en vele volken met u; die altemaal op paarden 3836 Eze 38:22 | 22      En Ik zal met hem rechten, door pestilentie 3837 Eze 38:22 | op de vele volken, die met hem zullen zijn. ~ 3838 Eze 39:4 | benden, en de volken, die met u zijn; Ik heb u aan de 3839 Eze 39:14 | doorgaan, en doodgravers met de doorgangers, om te begraven 3840 Eze 39:24 | hun overtredingen heb Ik met hen gehandeld, en Ik heb 3841 Eze 39:26 | en al hun overtreding, met dewelke zij tegen Mij hebben 3842 Eze 40:4 | tot mij: Mensenkind! zie met uw ogen, en hoor met uw 3843 Eze 40:4 | zie met uw ogen, en hoor met uw oren, en zet uw hart 3844 Eze 40:22 | zag; en men ging daarin op met zeven trappen, en haar      3845 Eze 40:49 | breedte elf ellen; en het was met trappen, bij dewelke men 3846 Eze 41:15 | gene zijde, honderd ellen; met den binnensten      tempel, 3847 Eze 41:16 | dorpel, waren beschoten met hout rondom henen, en van 3848 Eze 41:18 | En het was gemaakt met cherubs en palmbomen; zodat 3849 Eze 42:16 | Hij mat de oostzijde met het meetriet; vijfhonderd 3850 Eze 42:16 | meetriet; vijfhonderd rieten, met het meetriet, rondom. ~ 3851 Eze 42:17 | noordzijde, vijfhonderd rieten, met het meetriet, rondom. ~ 3852 Eze 42:18 | hij, vijfhonderd rieten, met het meetriet. ~ 3853 Eze 42:19 | mat vijfhonderd rieten, met het meetriet. ~ 3854 Eze 43:6 | En ik hoorde Een, Die met mij sprak, uit het huis; 3855 Eze 43:7 | zij noch hun koningen, met hun hoererij en met de dode 3856 Eze 43:7 | koningen, met hun hoererij en met de dode lichamen hunner 3857 Eze 43:8 | verontreinigden Mijn heiligen Naam met hun      gruwelen, die zij 3858 Eze 43:16 | twaalf ellen de lengte, met twaalf ellen breedte, vierkant 3859 Eze 43:17 | veertien ellen de lengte, met veertien ellen breedte, 3860 Eze 43:22 | zij dat ontzondigd hebben met den var. ~ 3861 Eze 44:5 | zet er uw hart op, en zie met uw ogen, en hoor met uw 3862 Eze 44:5 | zie met uw ogen, en hoor met uw oren alles, wat Ik met 3863 Eze 44:5 | met uw oren alles, wat Ik met u spreken zal, van alle 3864 Eze 44:5 | den ingang van het huis, met alle uitgangen des heiligdoms. ~ 3865 Eze 44:19 | zij het volk niet heiligen met hun klederen. ~ 3866 Eze 45:2 | heiligdom zijn vijfhonderd met vijfhonderd, vierkant rondom; 3867 Eze 45:3 | daarin zal het heiligdom zijn met het heilige der heiligen. ~ 3868 Eze 46:22 | voorhofs waren voorhofjes met schoorstenen, van veertig 3869 Eze 47:22 | kinderen Israels; zij zullen met ulieden in erfenis vallen, 3870 Eze 48:20 | twintig duizend meetrieten, met vijf en twintig duizend; 3871 Eze 48:20 | heilig hefoffer offeren, met de bezitting der stad. ~ 3872 Dan 1:8 | zich niet zou ontreinigen met de stukken van de spijs 3873 Dan 1:8 | spijs des konings, noch met den wijn zijns dranks; daarom 3874 Dan 1:10 | jongelingen, die in gelijkheid met ulieden zijn? Alzo zoudt 3875 Dan 1:13 | des konings eten; en doe met uw knechten, naar dat gij 3876 Dan 1:19 | En de koning sprak met hen; doch er werd uit hen 3877 Dan 2:18 | Daniel en zijn metgezellen met de overige wijzen van Babel 3878 Dan 2:25 | Toen bracht Arioch met haast Daniel in voor den 3879 Dan 2:41 | gezien hebt ijzer vermengd met modderig leem; ~ 3880 Dan 2:43 | gezien hebt ijzer vermengd met modderig leem, zij zullen 3881 Dan 2:43 | gelijk als zich      ijzer met leem niet vermengt. ~ 3882 Dan 2:46 | en hij zeide, dat men hem met spijsoffer en liefelijk 3883 Dan 3:4 | En een heraut riep met kracht: Men zegt u aan, 3884 Dan 3:14 | en zeide tot hen: Is het met opzet, Sadrach, Mesach en 3885 Dan 4:14 | 14      Roepende met kracht, en aldus zeggende: 3886 Dan 4:15 | Doch laat den stam met zijn wortelen in de aarde, 3887 Dan 4:15 | wortelen in de aarde, en met een ijzeren en koperen band 3888 Dan 4:15 | worden, en      zijn deel zij met het gedierte in het kruid 3889 Dan 4:23 | hem; doch laat den stam met zijn      wortelen in de 3890 Dan 4:23 | wortelen in de aarde, en met een ijzeren en koperen band 3891 Dan 4:23 | worden, en dat zijn deel zij met het gedierte des      velds, 3892 Dan 4:25 | de mensen verstoten, en met het gedierte des velds zal 3893 Dan 4:26 | gezegd is, dat men den stam met de wortelen van dien boom 3894 Dan 4:35 | en Hij doet naar Zijn wil met het heir des hemels en de 3895 Dan 5:7 | 7      Zodat de koning met kracht riep dat men de sterrekijkers, 3896 Dan 5:7 | kennen zal geven, die zal met purper gekleed worden, met 3897 Dan 5:7 | met purper gekleed worden, met een gouden keten om zijn 3898 Dan 5:16 | mij bekend maken, gij zult met      purper bekleed worden, 3899 Dan 5:16 | purper bekleed worden, met een gouden keten om uw hals, 3900 Dan 5:29 | en zij bekleedden Daniel met purper, met een gouden keten 3901 Dan 5:29 | bekleedden Daniel met purper, met een gouden keten om zijn 3902 Dan 6:7 | vorsten en de stadhouders met hopen tot den koning, en 3903 Dan 6:12 | Toen kwamen die mannen met hopen, en zij vonden Daniel 3904 Dan 6:16 | Toen kwamen die mannen met hopen tot den koning, en 3905 Dan 6:18 | koning verzegelde denzelven met zijn ring, en met den ring 3906 Dan 6:18 | denzelven met zijn ring, en met den ring zijner geweldigen, 3907 Dan 6:20 | den vroegen morgenstond met het licht op, en hij ging 3908 Dan 6:20 | het licht op, en hij ging met haast henen tot den kuil 3909 Dan 6:21 | was, riep hij tot Daniel met een droeve stem; de koning 3910 Dan 7:7 | vertrad het      overige met zijn voeten; en het was 3911 Dan 7:13 | nachtgezichten, en ziet, er kwam Een met de wolken des hemels, als 3912 Dan 7:19 | en vertrad het overige met zijn voeten. ~ 3913 Dan 8:4 | Ik zag, dat de ram met de hoornen tegen het westen 3914 Dan 8:18 | 18      Als hij nu met mij sprak, viel ik in een 3915 Dan 8:20 | 20      De ram met de twee hoornen, dien gij 3916 Dan 8:22 | volk ontstaan, doch niet met zijn kracht. ~ 3917 Dan 9:3 | Heere, om Hem te zoeken met het gebed, en smekingen, 3918 Dan 9:3 | het gebed, en smekingen, met vasten, en zak, en as. ~ 3919 Dan 9:5 | gehandeld, en gerebelleerd, met af te wijken van Uw geboden, 3920 Dan 9:11 | heeft Uw wet overtreden, met af te wijken, dat zij Uwer 3921 Dan 9:15 | Egypteland gevoerd hebt, met een sterke hand, en hebt 3922 Dan 9:22 | onderrichtte mij en sprak met mij, en zeide: Daniel! nu 3923 Dan 9:26 | en zijn einde zal zijn met een overstromende vloed, 3924 Dan 10:5 | en ziet, er was een Man met linnen bekleed, en Zijn 3925 Dan 10:5 | Zijn lenden waren omgord met fijn goud van Ufaz. ~ 3926 Dan 10:9 | slaap op mijn aangezicht, met mijn aangezicht ter aarde. ~ 3927 Dan 10:15 | En toen Hij deze woorden met mij sprak, sloeg ik mijn 3928 Dan 10:17 | dezen mijn Heere spreken met dien mijn Heere? Want wat 3929 Dan 10:19 | wees sterk! En terwijl Hij met mij sprak, werd ik versterkt, 3930 Dan 10:21 | er is niet een, die zich met Mij versterkt tegen dezen, 3931 Dan 11:2 | vierde zal verrijkt worden met grote rijkdom, meer dan 3932 Dan 11:3 | geweldig koning opstaan, die met grote heerschappij heersen 3933 Dan 11:6 | sommige jaren, zullen zij zich met elkander bevrienden, en 3934 Dan 11:7 | opstaan in zijn staat, die zal met heirkracht komen, en hij 3935 Dan 11:8 | Ook zal hij hun goden, met hun vorsten, met hun gewenste 3936 Dan 11:8 | goden, met hun vorsten, met hun gewenste vaten van zilver 3937 Dan 11:13 | zal hij snellijk komen met      een grote heirkracht, 3938 Dan 11:13 | een grote heirkracht, en met groot goed. ~ 3939 Dan 11:17 | zijn aangezicht stellen, om met de kracht zijns gansen rijks 3940 Dan 11:23 | En na de vereniging met hem zal hij bedrog plegen, 3941 Dan 11:23 | zal optrekken, en hij zal met weinig volks gesterkt worden. ~ 3942 Dan 11:24 | 24      Met stilheid zal hij ook in 3943 Dan 11:25 | den koning van het Zuiden, met een grote heirkracht; en 3944 Dan 11:25 | zich in den strijd mengen met een grote      en zeer machtige 3945 Dan 11:28 | in zijn land wederkeren met groot goed, en zijn hart 3946 Dan 11:30 | hem komen, daarom zal hij met smart bevangen worden, en 3947 Dan 11:34 | zullen vallen, zullen zij met een kleine hulp geholpen 3948 Dan 11:38 | gekend hebben, zal hij eren met goud, en met zilver, en 3949 Dan 11:38 | zal hij eren met goud, en met zilver, en met kostelijk 3950 Dan 11:38 | goud, en met zilver, en met kostelijk gesteente, en      3951 Dan 11:38 | kostelijk gesteente, en      met gewenste dingen. ~ 3952 Dan 11:39 | vastigheden der sterkten maken met den vreemden god; dengenen, 3953 Dan 11:40 | van het Zuiden tegen hem met hoornen stoten; en de koning 3954 Dan 11:40 | zal tegen hem aanstormen, met wagenen, en met      ruiteren, 3955 Dan 11:40 | aanstormen, met wagenen, en met      ruiteren, en met vele 3956 Dan 11:40 | en met      ruiteren, en met vele schepen; en hij zal 3957 Dan 11:44 | daarom zal hij uittrekken met grote grimmigheid om velen 3958 Dan 12:6 | zeide tot den Man, bekleed met linnen, Die boven op het 3959 Dan 12:7 | hoorde dien Man, bekleed met linnen, Die boven op het 3960 Hos 2:5 | Daarom, ziet, Ik zal uw weg met doornen betuinen, en Ik 3961 Hos 2:12 | heeft, en zich versierd met haar voorhoofdsiersel, en 3962 Hos 2:17 | een verbond voor hen maken met het wild gedierte des velds, 3963 Hos 2:17 | wild gedierte des velds, en met het gevogelte des hemels, 3964 Hos 4:1 | de HEERE heeft een twist met de inwoners des lands, omdat 3965 Hos 4:3 | die daarin woont, kwelen, met het gedierte des velds, 3966 Hos 4:3 | het gedierte des velds, en met het gevogelte des hemels; 3967 Hos 4:4 | want uw volk is als die met den priester twisten. ~ 3968 Hos 4:5 | ja, zelfs de profeet zal met u vallen bij nacht; en Ik 3969 Hos 4:8 | en verlangen, een ieder met zijn ziel, naar hun ongerechtigheid. ~ 3970 Hos 4:14 | zelven scheiden zich af met de hoeren, en offeren met      3971 Hos 4:14 | met de hoeren, en offeren met      de snoodste hoeren; 3972 Hos 4:17 | Efraim is vergezeld met de afgoden; laat hem varen. ~ 3973 Hos 5:5 | ongerechtigheid; ook zal Juda met hen vallen. ~ 3974 Hos 5:6 | 6      Met hun schapen, en met hun 3975 Hos 5:6 | Met hun schapen, en met hun runderen zullen zij 3976 Hos 5:7 | de nieuwe maand verteren met hun delen. ~ 3977 Hos 5:11 | verdrukt, hij is verpletterd met recht; want hij heeft zo 3978 Hos 7:3 | Zij verblijden den koning met hun boosheid, en de vorsten 3979 Hos 7:3 | boosheid, en de vorsten met hun leugenen. ~ 3980 Hos 7:5 | hij strekt zijn hand voort met de spotters. ~ 3981 Hos 7:8 | Efraim, die verwart zich met de volken; Efraim is een 3982 Hos 7:14 | roepen ook niet tot Mij met hun hart, wanneer zij huilen 3983 Hos 9:8 | De wachter van Efraim is met mijn God, maar de profeet 3984 Hos 10:14 | werd      er verpletterd met de zonen. ~ 3985 Hos 11:4 | 4      Ik trok ze met mensenzelen, met touwen 3986 Hos 11:4 | trok ze met mensenzelen, met touwen der liefde, en was 3987 Hos 12:1 | Efraim hebben Mij omsingeld met leugen, en het huis Israels 3988 Hos 12:1 | leugen, en het huis Israels met bedrog; maar Juda heerste 3989 Hos 12:1 | bedrog; maar Juda heerste nog met God, en was met de heiligen 3990 Hos 12:1 | heerste nog met God, en was met de heiligen getrouw. ~ 3991 Hos 12:2 | 2      Efraim weidt zich met wind, en jaagt den oostenwind 3992 Hos 12:2 | verwoesting; en zij maken verbond met Assur, en de olie wordt 3993 Hos 12:3 | heeft de HEERE een twist met Juda, en Hij zal bezoeking 3994 Hos 12:4 | gedroeg hij zich vorstelijk met God. 3995 Hos 12:5 | Hem, en aldaar sprak Hij met ons; ~ 3996 Hos 14:3 | 3      Neem deze woorden met u, en bekeer u tot den HEERE; 3997 Hos 14:9 | Efraim! wat heb Ik meer met de afgoden te doen? Ik heb 3998 Joe 1:8 | als een jonkvrouw, die met een zak omgord is vanwege 3999 Joe 2:12 | HEERE, bekeert u tot Mij met uw ganse hart, en dat met 4000 Joe 2:12 | met uw ganse hart, en dat met vasten en met geween, en


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5303

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License