1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5303
Book Chapter: Verse
4001 Joe 2:12 | hart, en dat met vasten en met geween, en met rouwklage. ~
4002 Joe 2:12 | vasten en met geween, en met rouwklage. ~
4003 Joe 3:2 | dal van Josafat; en Ik zal met hen aldaar richten, vanwege
4004 Joe 3:4 | En ook, wat hebt gij met Mij te doen, gij Tyrus en
4005 Amos 1:3 | afwenden; omdat zij Gilead met ijzeren dorswagens hebben
4006 Amos 1:6 | gevankelijk hebben weggevoerd met een volkomen wegvoering,
4007 Amos 1:9 | afwenden; omdat zij Mijn volk met een volkomen wegvoering
4008 Amos 1:11 | omdat hij zijn broederen met het zwaard heeft vervolgd,
4009 Amos 1:14 | haar paleizen verteren; met een gejuich ten dage des
4010 Amos 1:14 | gejuich ten dage des strijds, met een onweder ten dage des
4011 Amos 2:2 | verteren; en Moab zal sterven met groot gedruis, met gejuich,
4012 Amos 2:2 | sterven met groot gedruis, met gejuich, met geluid der
4013 Amos 2:2 | groot gedruis, met gejuich, met geluid der bazuin. ~
4014 Amos 2:3 | en al haar vorsten zal Ik met hem doden, zegt de HEERE. ~
4015 Amos 3:15 | En Ik zal het winterhuis met het zomerhuis slaan; en
4016 Amos 4:2 | dat men u zal optrekken met haken, en uw nakomelingen
4017 Amos 4:2 | haken, en uw nakomelingen met visangelen. ~
4018 Amos 4:9 | Ik heb ulieden geslagen met brandkoren en met honigdauw;
4019 Amos 4:9 | geslagen met brandkoren en met honigdauw; de veelheid uwer
4020 Amos 5:3 | HEERE: De stad, die uitgaat met duizend, zal honderd overhouden,
4021 Amos 5:3 | overhouden, en die uitgaat met honderd, zal tien overhouden,
4022 Amos 5:14 | de God der heirscharen, met ulieden zijn, gelijk als
4023 Amos 5:19 | kwam in een huis, en leunde met zijn hand aan den wand,
4024 Amos 6:6 | drinken, en zich zalven met de voortreffelijkste olie,
4025 Amos 6:11 | zal het grote huis slaan met inwatering, en het kleine
4026 Amos 6:11 | inwatering, en het kleine huis met spleten. ~
4027 Amos 6:12 | steenrots? Zal men ook daarop met runderen ploegen? Want gijlieden
4028 Amos 7:4 | uit, dat Hij wilde twisten met vuur; en het verteerde een
4029 Amos 7:9 | tegen Jerobeams huis opstaan met het zwaard. ~
4030 Amos 8:1 | zien; en ziet, een korf met zomervruchten. ~
4031 Amos 8:2 | Amos? En ik zeide: Een korf met zomervruchten. Toen zeide
4032 Amos 8:5 | verkeerdelijk handelende met bedrieglijke weegschalen; ~
4033 Amos 9:1 | en Ik zal hun achterste met het zwaard doden; en
4034 Jona 1:3 | ging neder in hetzelve, om met henlieden te gaan naar Tarsis,
4035 Jona 1:5 | schip, en lag neder, en was met een diepen slaap bevangen. ~
4036 Jona 1:10 | Toen vreesden die mannen met grote vreze, en zeiden tot
4037 Jona 1:16 | vreesden de mannen den HEERE met grote vreeze; en zij slachtten
4038 Jona 2:9 | Maar ik zal U offeren met de stem der dankzegging;
4039 Jona 3:5 | uit, en bekleedden zich met zakken, van hun grootste
4040 Jona 3:6 | zich; en hij bedekte zich met een zak, en zat neder in
4041 Jona 3:8 | Maar mens en beest zullen met zakken bedekt zijn, en zullen
4042 Jona 4:1 | 1 Dit verdroot Jona met groot verdriet, en zijn
4043 Jona 4:6 | zich over den wonderboom met grote blijdschap. ~
4044 Mic 1:7 | hoerenbeloningen zullen met vuur verbrand worden, en
4045 Mic 1:11 | gij inwoneres van Safir! met blote schaamte; de inwoneres
4046 Mic 2:10 | het u verderven, en dat met een geweldige verderving. ~
4047 Mic 2:11 | Zo er iemand is, die met wind omgaat, en valselijk
4048 Mic 3:5 | Mijn volk verleiden; die met hun tanden bijten, en roepen
4049 Mic 3:10 | 10 Bouwende Sion met bloed, en Jeruzalem met
4050 Mic 3:10 | met bloed, en Jeruzalem met onrecht. ~
4051 Mic 4:14 | 14 Nu, rot u met benden, gij dochter der
4052 Mic 4:14 | zullen den rechter Israels met de roede op het kinnebakken
4053 Mic 5:2 | Zijner broederen zich bekeren met de kinderen Israels. ~
4054 Mic 5:5 | land van Assur afweiden met het zwaard, en het land
4055 Mic 6:1 | HEERE zegt: Maak u op, twist met de bergen, en laat de heuvelen
4056 Mic 6:2 | de HEERE heeft een twist met Zijn volk, en Hij zal Zich
4057 Mic 6:2 | Zijn volk, en Hij zal Zich met Israel in recht begeven. ~
4058 Mic 6:6 | God? Zal ik Hem tegenkomen met brandofferen, met eenjarige
4059 Mic 6:6 | tegenkomen met brandofferen, met eenjarige kalveren? ~
4060 Mic 6:8 | ootmoediglijk te wandelen met uw God? ~
4061 Mic 6:11 | 11 Zou ik rein zijn, met een goddeloze weegschaal
4062 Mic 6:11 | goddeloze weegschaal en met een zak van bedriegelijke
4063 Mic 6:15 | zult olijven treden, maar u met olie niet zalven, en most,
4064 Mic 7:2 | een iegelijk zijn broeder, met een jachtgaren. ~
4065 Mic 7:3 | 3 Om met beide handen wel dapper
4066 Mic 7:14 | Gij dan, weid Uw volk met Uw staf, de kudde Uwer erfenis,
4067 Mic 7:17 | uit hun sloten; zij zullen met vervaardheid komen tot den
4068 Nah 1:8 | 8 En met een doorgaanden vloed zal
4069 Nah 2:7 | zullen haar geleiden, als met een stem der duiven, trommelende
4070 Nah 2:12 | die zijn holen vervulde met roof, en zijn woningen met
4071 Nah 2:12 | met roof, en zijn woningen met het geroofde. ~
4072 Nah 3:4 | meesteres der toverijen, die met haar hoererijen volken verkocht
4073 Nah 3:4 | verkocht heeft, en geslachten met haar toverijen. ~
4074 Nah 3:7 | verstoord, wie zal medelijden met haar hebben? Van waar zal
4075 Nah 3:12 | vastigheden zijn vijgebomen met de eerste vruchten; indien
4076 Zep 1:3 | der zee, en de ergernissen met de goddelozen; ja, Ik zal
4077 Zep 1:4 | en den naam der Chemarim met de priesters; ~
4078 Zep 1:8 | over allen, die zich kleden met vreemde kleding. ~
4079 Zep 1:9 | huis hunner heren vullen met geweld en bedrog. ~
4080 Zep 1:12 | tijde, Ik zal Jeruzalem met lantaarnen doorzoeken; en
4081 Zep 1:18 | gewisselijk, een haastige, met al de inwoners dezes lands. ~ ~
4082 Zep 2:1 | doorzoek nauw, gij volk, dat met geen lust bevangen wordt! ~
4083 Zep 3:9 | aanroepen, opdat zij Hem dienen met een eenparigen schouder. ~
4084 Zep 3:10 | Mijn ernstige aanbidders, met de dochter Mijner verstrooiden,
4085 Zep 3:17 | zal over u vrolijk zijn met blijdschap, Hij zal zwijgen
4086 Zep 3:17 | zal Zich over u verheugen met gejuich. ~
4087 Zac 1:6 | handelingen, alzo heeft Hij met ons gedaan. ~
4088 Zac 1:9 | zeide tot mij de Engel, Die met mij sprak: Ik zal u tonen,
4089 Zac 1:13 | antwoordde den Engel, Die met mij sprak, goede woorden,
4090 Zac 1:14 | 14 En de Engel, Die met mij sprak, zeide tot mij:
4091 Zac 1:14 | over Jeruzalem en over Sion met een groten ijver. ~
4092 Zac 1:15 | 15 En Ik ben met een zeer groten toorn vertoornd
4093 Zac 1:16 | tot Jeruzalem wedergekeerd met ontfermingen; Mijn huis
4094 Zac 1:19 | zeide tot den Engel, Die met mij sprak: Wat zijn deze?
4095 Zac 2:3 | En ziet, de Engel, Die met mij sprak, ging uit; en
4096 Zac 3:3 | Josua nu was bekleed met vuile klederen, als hij
4097 Zac 4:1 | 1 En de Engel, Die met mij sprak, kwam weder; en
4098 Zac 4:4 | zeide tot den Engel, Die met mij sprak, zeggende: Mijn
4099 Zac 4:5 | antwoordde de Engel, Die met mij sprak, en zeide tot
4100 Zac 4:7 | hoofdsteen voortbrengen met toeroepingen: Genade, genade
4101 Zac 5:4 | hij zal het verteren, met zijn houten en zijn stenen. ~
4102 Zac 5:5 | 5 En de Engel, Die met mij sprak, ging uit, en
4103 Zac 5:10 | zeide ik tot den Engel, Die met mij sprak: Waarhenen brengen
4104 Zac 6:4 | zeide tot den Engel, Die met mij sprak: Wat zijn deze,
4105 Zac 8:2 | Ik heb geijverd over Sion met een groten ijver; ja, met
4106 Zac 8:2 | met een groten ijver; ja, met grote grimmigheid heb Ik
4107 Zac 8:5 | stad zullen vervuld worden met knechtjes en meisjes, spelende
4108 Zac 8:16 | de waarheid, een iegelijk met zijn naaste; oordeelt de
4109 Zac 8:23 | man, zeggende: Wij zullen met ulieden gaan, want wij hebben
4110 Zac 8:23 | hebben gehoord, dat God met ulieden is. ~ ~ ~ ~ ~
4111 Zac 9:2 | En ook zal Hij Hamath met dezelve bepalen; Tyrus en
4112 Zac 9:4 | zee verslaan; en zij zal met vuur verteerd worden. ~
4113 Zac 9:8 | want nu heb Ik het met Mijn ogen aangezien. ~
4114 Zac 9:14 | bliksem; en de Heere HEERE zal met de bazuin blazen, en Hij
4115 Zac 9:14 | en Hij zal voorttreden met stormen uit het zuiden. ~
4116 Zac 10:2 | ijdele dromen, zij troosten met ijdelheid; daarom zijn zij
4117 Zac 10:5 | strijden; want de HEERE zal met hen wezen; en zij zullen
4118 Zac 10:9 | plaatsen; en zij zullen leven met hun kinderen, en wederkeren. ~
4119 Zac 11:10 | mijn verbond, hetwelk ik met al deze volken gemaakt had. ~
4120 Zac 12:4 | HEERE, zal Ik alle paarden met schuwigheid slaan, en hun
4121 Zac 12:4 | schuwigheid slaan, en hun ruiters met zinneloosheid; maar over
4122 Zac 12:4 | paarden der volken zal Ik met blindheid slaan. ~
4123 Zac 12:10 | over Hem rouwklagen, als met de rouwklage over een enigen
4124 Zac 14:5 | komen, en al de heiligen met U, o HEERE! ~
4125 Zac 14:18 | die plage over hen zijn, met dewelke de HEERE die heidenen
4126 Mal 2:3 | uwer feesten, zodat men u met denzelven wegnemen zal. ~
4127 Mal 2:4 | heb; opdat Mijn verbond met Levi zij, zegt de HEERE
4128 Mal 2:5 | 5 Mijn verbond met hem was het leven, en de
4129 Mal 2:6 | lippen gevonden; hij wandelde met Mij in vrede en in rechtmatigheid,
4130 Mal 2:8 | wet, gij hebt het verbond met Levi verdorven, zegt de
4131 Mal 2:13 | altaar des HEEREN bedekt met tranen, met wening en met
4132 Mal 2:13 | HEEREN bedekt met tranen, met wening en met zuchting;
4133 Mal 2:13 | met tranen, met wening en met zuchting; zodat Hij niet
4134 Mal 2:13 | spijsoffer aanschouwen, noch met welgevallen van uw
4135 Mal 2:14 | de huisvrouw uwer jeugd, met dewelke gij trouwelooslijk
4136 Mal 2:15 | zaad Gods. Daarom, wacht u met uw geest, en dat niemand
4137 Mal 2:16 | alhoewel hij den wrevel bedekt met Zijn kleed, zegt de HEERE
4138 Mal 2:16 | heirscharen; daarom wacht u met uw geest, dat gij niet
4139 Mal 2:17 | Gij vermoeit den HEERE met uw woorden; nog zegt gij:
4140 Mal 3:5 | die het loon des dagloners met geweld inhouden, die de
4141 Mal 3:9 | 9 Met een vloek zijt gij vervloekt,
4142 Mal 4:6 | Ik niet kome, en de aarde met den ban sla. ~
4143 Matt 1:18 | als Maria, Zijn moeder, met Jozef ondertrouwd was, eer
4144 Matt 1:23 | is, overgezet zijnde, God met ons. ~
4145 Matt 2:3 | ontroerd, en geheel Jeruzalem, met hem. ~
4146 Matt 2:10 | zagen, verheugden zij zich met zeer grote vreugde. ~
4147 Matt 2:11 | vonden zij het Kindeken met Maria, Zijn moeder, en nedervallende
4148 Matt 2:34 | 11 Ik doop u wel met water tot bekering; maar
4149 Matt 2:34 | na te dragen; Die zal u met den Heiligen Geest en met
4150 Matt 2:34 | met den Heiligen Geest en met vuur dopen. ~
4151 Matt 2:35 | samenbrengen, en zal het kaf met onuitblusselijk vuur verbranden. ~
4152 Matt 4:21 | zijn broeder, in het schip met hun vader Zebedeus, hun
4153 Matt 4:24 | die kwalijk gesteld waren, met verscheidene ziekten en
4154 Matt 5:24 | gaat heen, verzoent u eerst met uw broeder, en komt dan
4155 Matt 5:25 | wederpartij, terwijl gij nog met hem op den weg zijt; opdat
4156 Matt 5:28 | alrede overspel in zijn hart met haar gedaan. ~
4157 Matt 5:40 | 40 En zo iemand met u rechten wil, en uw rok
4158 Matt 5:41 | dwingen een mijl te gaan, gaat met hem twee mijlen. ~
4159 Matt 6:27 | 27 Wie toch van u kan, met bezorgd te zijn, een el
4160 Matt 7:2 | 2 Want met welk oordeel gij oordeelt,
4161 Matt 7:2 | gij geoordeeld worden; en met welke mate gij meet, zal
4162 Matt 7:6 | niet te eniger tijd dezelve met hun voeten vertreden, en
4163 Matt 8:11 | oosten en westen en zullen met Abraham, en Izak, en Jakob,
4164 Matt 8:16 | wierp de boze geesten uit met den woorde, en Hij genas
4165 Matt 8:29 | Zone Gods! wat hebben wij met U te doen? Zijt Gij hier
4166 Matt 9:10 | kwamen en zaten mede aan, met Jezus en Zijn discipelen. ~
4167 Matt 9:11 | discipelen: Waarom eet uw Meester met de tollenaren en de zondaren? ~
4168 Matt 9:36 | scharen ziende, werd innerlijk met ontferming bewogen over
4169 Matt 11:8 | uitgegaan te zien? Een mens, met zachte klederen bekleed?
4170 Matt 11:12 | geweldigers nemen hetzelve met geweld. ~
4171 Matt 12:3 | hem hongerde, en hun, die met hem waren? ~
4172 Matt 12:4 | eten, noch ook hun, die met hem waren, maar den priesteren
4173 Matt 12:30 | 30 Wie met Mij niet is, die is tegen
4174 Matt 12:30 | die is tegen Mij; en wie met Mij niet vergadert, die
4175 Matt 12:41 | zullen opstaan in het oordeel met dit geslacht, en zullen
4176 Matt 12:42 | zal opstaan in het oordeel met dit geslacht, en hetzelve
4177 Matt 12:44 | komende, vindt hij het ledig, met bezemen gekeerd en versierd. ~
4178 Matt 12:45 | Dan gaat hij heen en neemt met zich zeven andere geesten,
4179 Matt 12:45 | eerste. Alzo zal het ook met dit boos geslacht zijn. ~
4180 Matt 13:14 | Jesaja vervuld, die zegt: Met het gehoor zult gij horen,
4181 Matt 13:15 | geworden, en zij hebben met de oren zwaarlijk gehoord,
4182 Matt 13:15 | zij niet te eniger tijd met de ogen zouden zien, en
4183 Matt 13:15 | de ogen zouden zien, en met de oren horen, en met het
4184 Matt 13:15 | en met de oren horen, en met het hart verstaan, en zich
4185 Matt 13:20 | Woord hoort, en dat terstond met vreugde ontvangt; ~
4186 Matt 13:29 | vergaderende, ook mogelijk met hetzelve de tarwe niet uittrekt. ~
4187 Matt 13:40 | het onkruid vergaderd, en met vuur verbrand wordt, alzo
4188 Matt 14:7 | 7 Waarom hij haar met ede beloofde te geven, wat
4189 Matt 14:9 | de eden, en degenen, die met hem aanzaten, gebood hij,
4190 Matt 14:14 | schare, en werd innerlijk met ontferming over hen bewogen,
4191 Matt 15:8 | 8 Dit volk genaakt Mij met hun mond, en eert Mij met
4192 Matt 15:8 | met hun mond, en eert Mij met de lippen, maar hun hart
4193 Matt 15:20 | ontreinigen; maar het eten met ongewassen handen ontreinigt
4194 Matt 15:32 | zeide: Ik word innerlijk met ontferming bewogen over
4195 Matt 16:27 | heerlijkheid Zijns Vaders, met Zijn engelen, en alsdan
4196 Matt 17:1 | En na zes dagen nam Jezus met Zich Petrus, en Jakobus,
4197 Matt 17:3 | werden gezien Mozes en Elias, met Hem samensprekende. ~
4198 Matt 17:17 | geslacht, hoe lang zal Ik nog met ulieden zijn, hoe lang zal
4199 Matt 18:16 | zo neem nog een of twee met u; opdat in de mond van
4200 Matt 18:23 | zeker koning, die rekening met zijn dienstknechten houden
4201 Matt 18:27 | van dezen dienstknecht, met barmhartigheid innerlijk
4202 Matt 19:10 | Indien de zaak des mensen met de vrouw alzo staat, zo
4203 Matt 20:1 | een heer des huizes, die met den morgenstond uitging,
4204 Matt 20:2 | 2 En als hij met de arbeiders eens geworden
4205 Matt 20:13 | geen onrecht; zijt gij niet met mij eens geworden voor een
4206 Matt 20:15 | niet geoorloofd, te doen met het mijne, wat ik wil? Of
4207 Matt 20:20 | zonen van Zebedeus tot Hem met haar zonen, Hem aanbiddende,
4208 Matt 20:22 | dien Ik drinken zal, en met den doop gedoopt worden,
4209 Matt 20:23 | zult gij wel drinken, en met den doop, waarmede Ik gedoopt
4210 Matt 20:34 | innerlijk bewogen zijnde met barmhartigheid, raakte hun
4211 Matt 21:2 | gebonden vinden, en een veulen met haar; ontbindt ze, en brengt
4212 Matt 22:10 | de bruiloft werd vervuld met aanzittende gasten. ~
4213 Matt 22:11 | mens, niet gekleed zijnde met een bruiloftskleed; ~
4214 Matt 22:16 | tot Hem hun discipelen, met de Herodianen, zeggende:
4215 Matt 22:37 | liefhebben den Heere, uw God, met geheel uw hart, en met geheel
4216 Matt 22:37 | met geheel uw hart, en met geheel uw ziel, en met geheel
4217 Matt 22:37 | en met geheel uw ziel, en met geheel uw verstand. ~
4218 Matt 23:4 | mensen; maar zij willen die met hun vinger niet verroeren. ~
4219 Matt 23:30 | waren geweest, wij zouden met hen geen gemeenschap gehad
4220 Matt 24:30 | op de wolken des hemels, met grote kracht en heerlijkheid. ~
4221 Matt 24:31 | zal Zijn engelen uitzenden met een bazuin van groot geluid,
4222 Matt 24:49 | en te eten en te drinken met de dronkaards; ~
4223 Matt 24:51 | afscheiden, en zijn deel zetten met de geveinsden; daar zal
4224 Matt 25:3 | nemende, namen geen olie met zich. ~
4225 Matt 25:4 | namen olie in haar vaten, met haar lampen. ~
4226 Matt 25:10 | die gereed waren, gingen met hem in tot de bruiloft,
4227 Matt 25:19 | dienstknechten, en hield rekening met hen. ~
4228 Matt 25:27 | mijne wedergenomen hebben met woeker. ~
4229 Matt 25:31 | en al de heilige engelen met Hem, dan zal Hij zitten
4230 Matt 26:4 | te zamen, dat zij Jezus met listigheid vangen en doden
4231 Matt 26:7 | hebbende een albasten fles met zeer kostelijke zalf, en
4232 Matt 26:11 | de armen hebt gij altijd met u, maar Mij hebt gij niet
4233 Matt 26:18 | bij u het pascha houden met Mijn discipelen. ~
4234 Matt 26:20 | geworden was, zat Hij aan met de twaalven.
4235 Matt 26:23 | antwoordende, zeide: Die de hand met Mij in den schotel indoopt,
4236 Matt 26:29 | op dien dag, wanneer Ik met u dezelve nieuw zal drinken
4237 Matt 26:35 | tot Hem: Al moest ik ook met U sterven, zo zal ik U geenszins
4238 Matt 26:36 | 36 Toen ging Jezus met hen in een plaats genaamd
4239 Matt 26:37 | 37 En met Zich nemende Petrus, en
4240 Matt 26:38 | toe; blijft hier en waakt met Mij. ~
4241 Matt 26:40 | Kunt gij dan niet een uur met Mij waken? ~
4242 Matt 26:47 | van de twaalven, kwam, en met hem een grote schare, met
4243 Matt 26:47 | met hem een grote schare, met zwaarden en stokken, gezonden
4244 Matt 26:51 | ziet, een van degenen, die met Jezus waren, de hand uitstekende,
4245 Matt 26:55 | als tegen een moordenaar, met zwaarden en stokken, om
4246 Matt 26:67 | aangezicht, en sloegen Hem met vuisten. ~
4247 Matt 26:69 | zeggende: Gij waart ook met Jezus, den Galileer. ~
4248 Matt 26:71 | aldaar waren: Deze was ook met Jezus den Nazarener. ~
4249 Matt 26:72 | hij loochende het wederom met een eed, zeggende: Ik ken
4250 Matt 27:19 | zeggende: Heb toch niet te doen met dien Rechtvaardige; want
4251 Matt 27:22 | hen: Wat zal ik dan doen met Jezus, Die genaamd wordt
4252 Matt 27:27 | krijgsknechten des stadhouders Jezus met zich in het rechthuis, en
4253 Matt 27:32 | zij een man van Cyrene, met name Simon; deze dwongen
4254 Matt 27:34 | zij Hem te drinken edik met gal gemengd; en als Hij
4255 Matt 27:38 | 38 Toen werden met Hem twee moordenaars gekruisigd,
4256 Matt 27:41 | desgelijks ook de overpriesters met de Schriftgeleerden, en
4257 Matt 27:44 | ook de moordenaars, die met Hem gekruisigd waren. ~
4258 Matt 27:46 | de negende ure riep Jezus met een grote stem zeggende:
4259 Matt 27:48 | lopende, nam een spons, en die met edik gevuld hebbende, stak
4260 Matt 27:50 | 50 En Jezus, wederom met een grote stem roepende,
4261 Matt 27:54 | hoofdman over honderd, en die met hem Jezus bewaarden, ziende
4262 Matt 27:57 | rijk man van Arimathea, met name Jozef, die ook zelf
4263 Matt 27:66 | heengaande, verzekerden het graf met de wacht, den steen verzegeld
4264 Matt 28:8 | uitgaande van het graf, met vreze en grote blijdschap,
4265 Matt 28:12 | En zij vergaderd zijnde met de ouderlingen, en te zamen
4266 Matt 28:20 | 20 En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot
4267 Mark 1:6 | En Johannes was gekleed met kemelshaar, en met een lederen
4268 Mark 1:6 | gekleed met kemelshaar, en met een lederen gordel om zijn
4269 Mark 1:8 | heb ulieden wel gedoopt met water, maar Hij zal u dopen
4270 Mark 1:8 | water, maar Hij zal u dopen met den Heilige Geest. ~
4271 Mark 1:20 | vader Zebedeus in het schip, met de huurlingen, zijn Hem
4272 Mark 1:23 | in hun synagoge een mens, met een onreinen geest, en hij
4273 Mark 1:24 | Laat af, wat hebben wij met U te doen, Gij Jezus Nazarener,
4274 Mark 1:26 | scheurende, en roepende met een grote stem, ging uit
4275 Mark 1:27 | nieuwe leer is deze, dat Hij met macht ook den onreine geesten
4276 Mark 1:29 | huis van Simon en Andreas, met Jakobus en Johannes. ~
4277 Mark 1:30 | Simons vrouws moeder lag met de koorts; en terstond zeiden
4278 Mark 1:36 | 36 En Simon, en die met hem waren, zijn Hem nagevolgd. ~
4279 Mark 1:41 | 41 En Jezus, met barmhartigheid innerlijk
4280 Mark 2:15 | tollenaren en zondaren aanzaten met Jezus en Zijn discipelen;
4281 Mark 2:16 | Farizeen, ziende Hem eten met de tollenaren en zondaren,
4282 Mark 2:16 | discipelen: Wat is het, dat Hij met de tollenaren en zondaren
4283 Mark 2:25 | hongerde, en dengenen, die met hem waren? ~
4284 Mark 2:26 | gegeven heeft dengenen, die met hem waren? ~
4285 Mark 3:5 | 5 En als Hij hen met toorn rondom aangezien had,
4286 Mark 3:6 | zijnde, hebben terstond met de Herodianen te zamen raad
4287 Mark 3:7 | 7 En Jezus vertrok met Zijn discipelen naar de
4288 Mark 3:14 | stelde er twaalf, opdat zij met Hem zouden zijn, en opdat
4289 Mark 4:10 | die omtrent Hem waren, met de twaalven, naar de gelijkenis. ~
4290 Mark 4:16 | hebben, terstond hetzelve met vreugde ontvangen; ~
4291 Mark 4:24 | hen: Ziet, wat gij hoort. Met wat maat gij meet, zal u
4292 Mark 4:30 | Koninkrijk Gods vergelijken, of met wat gelijkenis zullen wij
4293 Mark 4:36 | waren nog andere scheepjes met Hem. ~
4294 Mark 4:41 | 41 En zij vreesden met grote vreze, en zeiden tot
4295 Mark 5:2 | uit de graven, een mens met een onreinen geest; ~
4296 Mark 5:3 | hem binden, ook zelfs niet met ketenen. ~
4297 Mark 5:4 | 4 Want hij was menigmaal met boeien en ketenen gebonden
4298 Mark 5:5 | roepende en slaande zichzelven met stenen. ~
4299 Mark 5:7 | 7 En met een grote stem roepende,
4300 Mark 5:7 | roepende, zeide hij: Wat heb ik met U te doen, Jezus, Gij Zone
4301 Mark 5:18 | bezeten was geweest, dat hij met Hem mocht zijn. ~
4302 Mark 5:22 | de oversten der synagoge, met name Jairus; en Hem ziende,
4303 Mark 5:24 | 24 En Hij ging met hem; en een grote schare
4304 Mark 5:26 | baat gevonden had, maar met welke het veeleer erger
4305 Mark 5:40 | des kinds, en degenen die met Hem waren, en ging binnen,
4306 Mark 5:42 | oud; en zij ontzetten zich met grote ontzetting. ~
4307 Mark 6:9 | schoenzolen zouden aanbinden, en met geen twee rokken gekleed
4308 Mark 6:13 | en zalfden vele kranken met olie, en maakten hen gezond. ~
4309 Mark 6:25 | 25 En zij, terstond met haast ingaande tot den koning,
4310 Mark 6:34 | schare, en werd innerlijk met ontferming bewogen over
4311 Mark 6:50 | ontroerd; en terstond sprak Hij met hen, en zeide tot hen: Zijt
4312 Mark 7:2 | sommigen van Zijn discipelen met onreine, dat is, met ongewassen
4313 Mark 7:2 | discipelen met onreine, dat is, met ongewassen handen brood
4314 Mark 7:5 | ouden, maar eten het brood met ongewassen handen? ~
4315 Mark 7:6 | geschreven is: Dit volk eert Mij met de lippen, maar hun hart
4316 Mark 8:2 | 2 Ik word innerlijk met ontferming bewogen over
4317 Mark 8:4 | Van waar zal iemand dezen met broden hier in de woestijn
4318 Mark 8:10 | het schip gegaan zijnde met Zijn discipelen, is Hij
4319 Mark 8:11 | gingen uit, en begonnen met Hem te twisten, begerende
4320 Mark 8:14 | hadden niet dan een brood met zich in het schip. ~
4321 Mark 8:19 | mannen, hoeveel volle korven met brokken gij opnaamt? Zij
4322 Mark 8:20 | mannen, hoeveel volle manden met brokken gij opnaamt? En
4323 Mark 8:34 | geroepen hebbende de schare met Zijn discipelen, zeide Hij
4324 Mark 8:38 | heerlijkheid Zijns Vaders, met de heilige engelen. ~ ~
4325 Mark 9:1 | dat het Koninkrijk Gods met kracht gekomen is. ~
4326 Mark 9:2 | En na zes dagen nam Jezus met Zich Petrus, en Jakobus,
4327 Mark 9:4 | van hen werd gezien Elias met Mozes, en zij spraken met
4328 Mark 9:4 | met Mozes, en zij spraken met Jezus. ~
4329 Mark 9:14 | en enige Schriftgeleerden met hen twistende. ~
4330 Mark 9:16 | Schriftgeleerden: Wat twist gij met dezen? ~
4331 Mark 9:18 | hem, en schuimt, en knerst met zijn tanden, en verdort;
4332 Mark 9:22 | maar zo Gij iets kunt, wees met innerlijke ontferming over
4333 Mark 9:24 | vader des kinds, roepende met tranen, zeide: Ik geloof,
4334 Mark 9:36 | onder hen, en omving het met Zijn armen, en zeide tot
4335 Mark 9:49 | 49 Want een ieder zal met vuur gezouten worden, en
4336 Mark 9:49 | en iedere offerande zal met zout gezouten worden. ~
4337 Mark 10:12 | haar man zal verlaten, en met een anderen trouwen, die
4338 Mark 10:16 | 16 En Hij omving ze met Zijn armen, en de handen
4339 Mark 10:30 | en kinderen, en akkers, met de vervolgingen, en in de
4340 Mark 10:38 | drinken, dien Ik drink, en met den doop gedoopt worden,
4341 Mark 10:39 | zult gij wel drinken, en met den doop gedoopt worden,
4342 Mark 11:11 | ging Hij uit naar Bethanie met de twaalven. ~
4343 Mark 13:26 | zien, komende in de wolken, met grote kracht en heerlijkheid. ~
4344 Mark 13:35 | of ter middernacht, of met het hanengekraai, of in
4345 Mark 14:1 | Schriftgeleerden zochten, hoe zij Hem met listigheid vangen en doden
4346 Mark 14:3 | hebbende een albasten fles met zalf van onvervalsten nardus,
4347 Mark 14:7 | de armen hebt gij altijd met u, en wanneer gij wilt,
4348 Mark 14:14 | eetzaal, daar Ik het pascha met Mijn discipelen eten zal? ~
4349 Mark 14:17 | avond geworden was, kwam Hij met de twaalven. ~
4350 Mark 14:18 | zeg u, dat een van u, die met Mij eet, Mij zal verraden. ~
4351 Mark 14:20 | een uit de twaalven, die met Mij in de schotel indoopt. ~
4352 Mark 14:31 | des te meer: Al moest ik met U sterven, zo zal ik U geenszins
4353 Mark 14:33 | 33 En Hij nam met Zich Petrus, en Jakobus,
4354 Mark 14:43 | was van de twaalven, en met hem een grote schare, met
4355 Mark 14:43 | met hem een grote schare, met zwaarden en stokken, gezonden
4356 Mark 14:48 | hen: Zijt gij uitgegaan, met zwaarden en stokken, als
4357 Mark 14:54 | en hij was mede zittende met de dienaren, en zich warmende
4358 Mark 14:58 | Ik zal dezen tempel, die met handen gemaakt is, afbreken,
4359 Mark 14:62 | der kracht Gods, en komen met de wolken des hemels. ~
4360 Mark 14:65 | aangezicht te bedekken, en met vuisten te slaan, en tot
4361 Mark 14:67 | en zeide: Ook gij waart met Jezus den Nazarener. ~
4362 Mark 15:1 | overpriesters te zamen raad, met de ouderlingen en Schriftgeleerden,
4363 Mark 15:7 | genaamd Bar-abbas, gevangen met andere medeoproermakers,
4364 Mark 15:12 | Wat wilt gij dan, dat ik met Hem doen zal, Dien gij een
4365 Mark 15:19 | 19 En sloegen Zijn hoofd met een rietstok, en bespogen
4366 Mark 15:27 | 27 En zij kruisigden met Hem twee moordenaars, een
4367 Mark 15:28 | die daar zegt: En Hij is met de misdadigers gerekend. ~
4368 Mark 15:31 | insgelijks ook de overpriesters, met de schriftgeleerden, zeiden
4369 Mark 15:32 | en geloven mogen. Ook die met Hem gekruist waren, smaadden
4370 Mark 15:34 | negender ure, riep Jezus met een grote stem, zeggende:
4371 Mark 15:36 | een, en vulde een spons met edik, en stak ze op een
4372 Mark 15:41 | vele andere vrouwen, die met Hem naar Jeruzalem opgekomen
4373 Mark 16:5 | ter rechter zijde, bekleed met een wit lang kleed, en werden
4374 Mark 16:10 | boodschapte het dengenen, die met Hem geweest waren, welke
4375 Mark 16:17 | zij duivelen uitwerpen; met nieuwe tongen zullen zij
4376 Luk 1:5 | was een zeker priester, met name Zacharias, van de dagorde
4377 Luk 1:15 | hij drinken, en hij zal met den Heiligen Geest vervuld
4378 Luk 1:27 | maagd, die ondertrouwd was met een man, wiens naam was
4379 Luk 1:28 | begenadigde; de Heere is met u; gij zijt gezegend onder
4380 Luk 1:36 | is ook zelve bevrucht, met een zoon, in haar ouderdom;
4381 Luk 1:39 | diezelfde dagen, reisde met haast naar het gebergte,
4382 Luk 1:41 | en Elizabet werd vervuld met den Heiligen Geest; ~
4383 Luk 1:42 | 42 En riep uit met een grote stem, en zeide:
4384 Luk 1:53 | 53 Hongerigen heeft Hij met goederen vervuld; en rijken
4385 Luk 1:58 | haar bewezen had, en waren met haar verblijd. ~
4386 Luk 1:61 | niemand in uw maagschap, die met dien naam genaamd wordt. ~
4387 Luk 1:66 | En de hand des Heeren was met hem. ~
4388 Luk 1:67 | zijn vader, werd vervuld met den Heiligen Geest, en profeteerde,
4389 Luk 1:78 | barmhartigheid onzes Gods, met welke ons bezocht heeft
4390 Luk 2:5 | Om beschreven te worden met Maria, zijn ondertrouwde
4391 Luk 2:9 | omscheen hen, en zij vreesden met grote vreze. ~
4392 Luk 2:13 | En van stonde aan was er met den engel een menigte des
4393 Luk 2:16 | 16 En zij kwamen met haast, en vonden Maria en
4394 Luk 2:27 | naar de gewoonte der wet met Hem te doen; ~
4395 Luk 2:36 | ouderdom gekomen, welke met haar man zeven jaren had
4396 Luk 2:37 | niet week uit den tempel, met vasten en bidden, God dienende
4397 Luk 2:40 | in den geest, en vervuld met wijsheid; en de genade Gods
4398 Luk 2:48 | Uw vader en ik hebben U met angst gezocht. ~
4399 Luk 2:51 | 51 En Hij ging met hen af, en kwam te Nazareth,
4400 Luk 3:14 | ontvreemdt niemand het zijne met bedrog, en laat u vergenoegen
4401 Luk 3:14 | bedrog, en laat u vergenoegen met uw bezoldigingen. ~
4402 Luk 3:16 | zeggende: Ik doop u wel met water; maar Hij komt, Die
4403 Luk 3:16 | ontbinden; Deze zal u dopen met den Heiligen Geest en met
4404 Luk 3:16 | met den Heiligen Geest en met vuur; ~
4405 Luk 3:17 | samenbrengen; maar het kaf zal Hij met onuitblusselijk vuur verbranden. ~
4406 Luk 4:28 | werden allen in de synagoge met toorn vervuld, als zij dit
4407 Luk 4:32 | leer, want Zijn woord was met macht. ~
4408 Luk 4:33 | duivels; en hij riep uit met grote stemme, ~
4409 Luk 4:34 | Laat af, wat hebben wij met U te doen, Gij Jezus Nazarener?
4410 Luk 4:36 | Wat woord is dit, dat Hij met macht en kracht den onreinen
4411 Luk 4:38 | Simons vrouws moeder was met een grote koorts bevangen,
4412 Luk 4:40 | allen, die kranken hadden, met verscheidenen ziekten bevangen,
4413 Luk 5:9 | bevangen, en allen, die met hem waren, over de vangst
4414 Luk 5:19 | hem door de tichelen neder met het beddeken, in het midden,
4415 Luk 5:26 | verheerlijkten God, en werden vervuld met vreze, zeggende: Wij hebben
4416 Luk 5:27 | uit, en zag een tollenaar, met name Levi, zitten in het
4417 Luk 5:29 | tollenaren, en van anderen, die met hen aanzaten. ~
4418 Luk 5:30 | Waarom eet en drinkt gij met tollenaren en zondaren?
4419 Luk 5:36 | lap van het nieuwe komt met het oude niet overeen. ~
4420 Luk 6:1 | en aten ze, die wrijvende met de handen. ~
4421 Luk 6:3 | hongerde, en dengenen, die met hem waren? ~
4422 Luk 6:4 | ook gegeven dengenen, die met hem waren, welke niet zijn
4423 Luk 6:11 | 11 En zij werden vervuld met uitzinnigheid, en spraken
4424 Luk 6:11 | uitzinnigheid, en spraken samen met elkander, wat zij Jezus
4425 Luk 6:17 | 17 En met hen afgekomen zijnde, stond
4426 Luk 6:17 | op een vlakke plaats, en met Hem de schare Zijner discipelen,
4427 Luk 6:38 | in uw schoot geven; want met dezelfde maat, waarmede
4428 Luk 7:6 | 6 En Jezus ging met hen. En als Hij nu niet
4429 Luk 7:7 | U te komen; maar zeg het met een woord, en mijn knecht
4430 Luk 7:11 | een stad, genaamd Nain, en met Hem gingen velen van Zijn
4431 Luk 7:12 | grote schare van de stad was met haar. ~
4432 Luk 7:13 | haar ziende, werd innerlijk met ontferming over haar bewogen,
4433 Luk 7:25 | uitgegaan te zien? Een mens, met zachte klederen bekleed?
4434 Luk 7:29 | horende, en de tollenaars, die met den doop van Johannes gedoopt
4435 Luk 7:36 | Farizeen bad Hem, dat Hij met hem ate; en ingegaan zijnde
4436 Luk 7:37 | bracht een albasten fles met zalf. ~
4437 Luk 7:38 | Zijn voeten nat te maken met tranen, en zij droogde ze
4438 Luk 7:38 | tranen, en zij droogde ze af met het haar van haar hoofd,
4439 Luk 7:38 | Zijn voeten, en zalfde ze met de zalf. ~
4440 Luk 7:44 | maar deze heeft Mijn voeten met tranen nat gemaakt, en met
4441 Luk 7:44 | met tranen nat gemaakt, en met het haar van haar hoofd
4442 Luk 7:46 | 46 Met olie hebt gij Mijn hoofd
4443 Luk 7:46 | maar deze heeft Mijn voeten met zalf gezalfd. ~
4444 Luk 8:1 | Gods; en de twaalven waren met Hem; ~
4445 Luk 8:13 | gehoord hebben, het Woord met vreugde ontvangen; en dezen
4446 Luk 8:16 | ontsteekt, bedekt dezelve met een vat, of zet ze onder
4447 Luk 8:22 | ging, en Zijn discipelen met Hem; en Hij zeide tot hen:
4448 Luk 8:27 | die van over langen tijd met duivelen was bezeten geweest;
4449 Luk 8:27 | bezeten geweest; en was met geen klederen gekleed, en
4450 Luk 8:28 | voor Hem neder, en zeide met een grote stem: Wat heb
4451 Luk 8:28 | een grote stem: Wat heb ik met U te doen, Jezus, Gij Zone
4452 Luk 8:29 | bevangen gehad; en hij werd met ketenen en met boeien gebonden,
4453 Luk 8:29 | hij werd met ketenen en met boeien gebonden, om bewaard
4454 Luk 8:37 | wegging; want zij waren met grote vreze bevangen. En
4455 Luk 8:45 | ontkenden, zeide Petrus en die met hem waren: Meester, de scharen
4456 Luk 9:18 | biddende, dat de discipelen met Hem waren, en Hij vraagde
4457 Luk 9:30 | ziet, twee mannen spraken met Hem, welke waren Mozes en
4458 Luk 9:32 | 32 Petrus nu, en die met hem waren, waren met slaap
4459 Luk 9:32 | die met hem waren, waren met slaap bezwaard; en ontwaakt
4460 Luk 9:49 | hem verboden, omdat hij U met ons niet volgt. ~
4461 Luk 10:17 | zeventigen zijn wedergekeerd met blijdschap, zeggende: Heere,
4462 Luk 10:33 | en hem ziende, werd hij met innerlijke ontferming bewogen. ~
4463 Luk 10:38 | vlek; en een zekere vrouw, met name Martha, ontving Hem
4464 Luk 10:40 | Doch Martha was zeer bezig met veel dienens, en daarbij
4465 Luk 11:7 | gesloten, en mijn kinderen zijn met mij in de slaapkamer; ik
4466 Luk 11:23 | 23 Wie met Mij niet is, die is tegen
4467 Luk 11:23 | die is tegen Mij; en wie met Mij niet vergadert, die
4468 Luk 11:25 | En komende, vindt hij het met bezemen gekeerd en versierd. ~
4469 Luk 11:26 | gaat hij heen, en neemt met zich zeven anderen geesten,
4470 Luk 11:31 | zal opstaan in het oordeel met de mannen van dit geslacht,
4471 Luk 11:32 | zullen opstaan in het oordeel met dit geslacht, en zullen
4472 Luk 11:36 | gelijk wanneer de kaars met het schijnsel u verlicht. ~
4473 Luk 11:46 | want gij belast de mensen met lasten, zwaar om te dragen,
4474 Luk 11:46 | gij die lasten niet aan met een van uw vingeren. ~
4475 Luk 12:13 | zeg mijn broeder, dat hij met mij de erfenis dele. ~
4476 Luk 12:21 | 21 Alzo is het met dien, die zichzelven schatten
4477 Luk 12:25 | 25 Wie toch van u kan, met bezorgd te zijn, een el
4478 Luk 12:46 | en zal zijn deel zetten met de ontrouwen. ~
4479 Luk 12:47 | wil gedaan heeft, die zal met vele slagen geslagen worden. ~
4480 Luk 12:48 | slagen waardig zijn, die zal met weinige slagen geslagen
4481 Luk 12:50 | 50 Maar Ik moet met een doop gedoopt worden;
4482 Luk 12:58 | 58 Want als gij heengaat met uw wederpartij voor de overheid,
4483 Luk 13:1 | Galileers, welker bloed Pilatus met hun offeranden gemengd had. ~
4484 Luk 14:9 | gij alsdan zoudt beginnen met schaamte de laatste plaats
4485 Luk 14:10 | eer zijn voor degenen, die met u aanzitten. ~
4486 Luk 14:25 | 25 En vele scharen gingen met Hem; en Hij, Zich omkerende,
4487 Luk 14:31 | beraadslaagt, of hij machtig is met tien duizend te ontmoeten
4488 Luk 14:31 | te ontmoeten dengene, die met twintig duizend tegen hem
4489 Luk 15:2 | ontvangt de zondaars, en eet met hen. ~
4490 Luk 15:6 | zeggende tot hen: Weest blijde met mij; want ik heb mijn schaap
4491 Luk 15:8 | kaars, en keert het huis met bezemen, en zoekt naarstiglijk,
4492 Luk 15:9 | zeggende: Weest blijde met mij; want ik heb den penning
4493 Luk 15:16 | begeerde zijn buik te vullen met den draf, dien de zwijnen
4494 Luk 15:20 | hem zijn vader, en werd met innerlijke ontferming bewogen;
4495 Luk 15:29 | bokje gegeven, opdat ik met mijn vrienden mocht vrolijk
4496 Luk 15:30 | gekomen is, die uw goed met hoeren doorgebracht heeft,
4497 Luk 16:19 | rijk mens, en was gekleed met purper en zeer fijn lijnwaad,
4498 Luk 16:20 | was een zeker bedelaar, met name Lazarus, welke lag
4499 Luk 17:15 | genezen was, keerde wederom, met grote stemme God verheerlijkende. ~
4500 Luk 17:20 | Koninkrijk Gods komt niet met uiterlijk gelaat. ~
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5303 |