Book Chapter: Verse
1 Exo 6:22 | baarde hem Nadab en Abihu, Eleazar en Ithamar. ~
2 Exo 6:24 | 24 En Eleazar, de zoon van Aaron, nam
3 Exo 28:1 | namelijk Aaron, Nadab en Abihu, Eleazar en Ithamar, de zonen van
4 Lev 10:6 | zeide tot Aaron, en tot Eleazar, en tot Ithamar, zijn zonen:
5 Lev 10:12 | sprak tot Aaron, en tot Eleazar, en tot Ithamar, zijn overgebleven
6 Lev 10:16 | verbrand. Dies was hij op Eleazar en op Ithamar, de overgebleven
7 Num 3:2 | eerstgeborene, Nadab, daarna Abihu, Eleazar, en Ithamar. ~
8 Num 3:4 | hadden geen kinderen, doch Eleazar en Ithamar bedienden het
9 Num 3:32 | oversten van Levi zal zijn Eleazar, de zoon van Aaron, den
10 Num 4:16 | 16 Het opzicht nu van Eleazar, den zoon van Aaron, den
11 Num 16:37 | 37 Zeg tot Eleazar, den zoon van Aaron, den
12 Num 16:39 | 39 En Eleazar, de priester, nam de koperen
13 Num 20:25 | 25 Neem Aaron, en Eleazar, zijn zoon, en doe hen opklimmen
14 Num 20:26 | klederen uit, en trek ze Eleazar, zijn zoon, aan; want Aaron
15 Num 20:28 | en hij trok ze zijn zoon Eleazar aan; en Aaron stierf aldaar,
16 Num 20:28 | bergs. Toen kwam Mozes en Eleazar van dien berg af. ~
17 Num 25:7 | Toen Pinehas, de zoon van Eleazar, den zoon van Aaron, den
18 Num 25:11 | 11 Pinehas, de zoon van Eleazar, den zoon van Aaron, den
19 Num 26:1 | sprak tot Mozes, en tot Eleazar, den zoon van Aaron, den
20 Num 26:3 | 3 Mozes dan en Eleazar, de priester, spraken hen
21 Num 26:60 | geboren Nadab en Abihu, Eleazar en Ithamar. ~
22 Num 26:63 | de getelden van Mozes en Eleazar, den priester, die de kinderen
23 Num 27:2 | voor het aangezicht van Eleazar, den priester, en voor het
24 Num 27:19 | voor het aangezicht van Eleazar, den priester, en voor het
25 Num 27:21 | voor het aangezicht van Eleazar, den priester, staan, die
26 Num 27:22 | voor het aangezicht van Eleazar, den priester, en voor het
27 Num 31:6 | en Pinehas, den zoon van Eleazar, den priester, ten strijde,
28 Num 31:12 | den roof, tot Mozes en tot Eleazar, den priester, en tot de
29 Num 31:13 | 13 Maar Mozes en Eleazar, de priester, en alle oversten
30 Num 31:21 | 21 En Eleazar, de priester, zeide tot
31 Num 31:26 | mensen en van beesten; gij en Eleazar, de priester, en de hoofden
32 Num 31:29 | het nemen, en den priester Eleazar geven tot een heffing des
33 Num 31:31 | 31 En Mozes, en Eleazar, de priester, deden, gelijk
34 Num 31:41 | 41 En Mozes gaf Eleazar, den priester, de schatting
35 Num 31:51 | 51 Zo nam Mozes en Eleazar, de priester, van het goud,
36 Num 31:54 | 54 Zo nam Mozes en Eleazar, de priester, dat goud van
37 Num 31:55 | spraken tot Mozes, en tot Eleazar, den priester, en tot de
38 Num 31:81 | hunnenthalve, den priester Eleazar, en Jozua, den zoon van
39 Num 33:17 | ten erve zullen uitdelen: Eleazar, de priester, en Jozua,
40 Deu 10:6 | aldaar begraven; en zijn zoon Eleazar bediende het priesterambt
41 Joz 14:1 | Kanaan; hetwelk de priester Eleazar, en Jozua, de zoon van Nun,
42 Joz 17:4 | voor het aangezicht van Eleazar, den priester, en voor het
43 Joz 19:51 | zijn de erfdelen, welke Eleazar, de priester, en Jozua,
44 Joz 21:1 | vaderen van de Levieten tot Eleazar, den priester, en tot Jozua,
45 Joz 23:13 | Gilead, Pinehas, den zoon van Eleazar, den priester; ~
46 Joz 23:31 | de zoon van den priester Eleazar, zeide tot de kinderen van
47 Joz 23:32 | de zoon van den priester Eleazar, keerde wederom met de oversten
48 Joz 25:33 | 33 Ook stierf Eleazar, de zoon van Aaron; en zij
49 Ric 19:28 | En Pinehas, de zoon van Eleazar, den zoon van Aaron, stond
50 1Sa 7:1 | zij heiligden zijn zoon Eleazar, dat hij de ark des HEEREN
51 2Sa 23:9 | 9 En na hem was Eleazar, de zoon van Dodo, zoon
52 1Kro 6:3 | Aaron waren Nadab en Abihu, Eleazar en Ithamar. ~
53 1Kro 6:4 | 4 En Eleazar gewon Pinehas, Pinehas gewon
54 1Kro 6:50| zijn de kinderen van Aaron: Eleazar, was zijn zoon; Pinehas
55 1Kro 9:20| Als Pinehas, de zoon van Eleazar, te voren voorganger bij
56 1Kro 11:12| 12 En na hem was Eleazar, de zoon van Dodo, de Ahohiet;
57 1Kro 24:21| kinderen van Maheli waren Eleazar en Kis. ~
58 1Kro 24:22| 22 En Eleazar stierf, en hij had geen
59 1Kro 25:1 | Aaron waren Nadab, en Abihu, Eleazar en Ithamar. ~
60 1Kro 25:2 | hadden geen kinderen. En Eleazar en Ithamar bedienden het
61 1Kro 25:3 | Zadok uit de kinderen van Eleazar, en Abimelech uit de kinderen
62 1Kro 25:4 | 4 En van de kinderen van Eleazar werden meer gevonden tot
63 1Kro 25:4 | afdeelden; van de kinderen van Eleazar waren zestien hoofden der
64 1Kro 25:5 | waren uit de kinderen van Eleazar en van de kinderen van Ithamar. ~
65 1Kro 25:28| 28 Van Maheli was Eleazar; en die had geen kinderen. ~
66 Ezra 7:5 | van Pinehas, den zoon van Eleazar, den zoon van Aaron, den
67 Ezra 8:33| den priester, en met hem Eleazar, de zoon van Pinehas; en
68 Ezra 10:25| Malchia, en Mijamim, en Eleazar, en Malchia, en Benaja. ~
69 Neh 12:42 | Voorts Maaseja, en Semaja, en Eleazar, en Uzzi, en Johanan, en
70 Matt 1:15| 15 En Eliud gewon Eleazar, en Eleazar gewon Matthan,
71 Matt 1:15| Eliud gewon Eleazar, en Eleazar gewon Matthan, en Matthan
|