Book Chapter: Verse
1 Deu 1:7 | der Kanaanieten, en den Libanon, tot aan die grote rivier,
2 Deu 3:25 | dat goede gebergte, en den Libanon! ~
3 Deu 11:24 | van de woestijn en den Libanon, van de rivier, de rivier
4 Joz 1:4 | Van de woestijn en dezen Libanon af tot aan de grote rivier,
5 Joz 9:1 | grote zee, tegenover den Libanon: de Hethieten, en de Amorieten,
6 Joz 11:17 | toe, in het dal van den Libanon, onder aan den berg Hermon;
7 Joz 12:7 | aan, in het dal van den Libanon, en tot aan den kalen berg,
8 Joz 13:5 | der Giblieten, en de ganse Libanon tegen den opgang der zon,
9 Joz 13:6 | het gebergte wonen van den Libanon aan tot Misrefoth-maim toe,
10 Ric 3:3 | in het gebergte van den Libanon, van den berg Baal-Hermon,
11 Ric 8:15 | vertere de cederen van de Libanon. ~
12 1Kon 4:33| cederboom af, die op den Libanon is, tot op den hysop, die
13 1Kon 5:6 | men mij cederen uit den Libanon houwe, en mijn knechten
14 1Kon 5:9 | zullen het afbrengen van den Libanon aan de zee; en ik zal het
15 1Kon 5:14| En hij zond hen naar den Libanon, tien duizend des maands
16 1Kon 5:14| een maand waren zij op den Libanon; twee maanden elk in zijn
17 1Kon 7:2 | ook het huis des wouds van Libanon, van honderd ellen in zijn
18 1Kon 9:19| in Jeruzalem, en op den Libanon, en in het ganse land zijner
19 1Kon 10:17| in het huis des wouds van Libanon. ~
20 1Kon 10:21| van het huis des wouds van Libanon waren van gesloten goud;
21 2Kon 15:9 | zeggende: De distel, die op den Libanon is, zond tot den ceder,
22 2Kon 15:9 | tot den ceder, die op den Libanon is, zeggende: Geef uw dochter
23 2Kon 15:9 | gedierte des velds, dat op den Libanon is, ging voorbij, en vertrad
24 2Kon 21:23| bergen, de zijden van den Libanon; en ik zal zijn hoge cederbomen,
25 2Kro 2:8 | dennen, en algummimhout uit Libanon; want ik weet, dat uw knechten
26 2Kro 2:8 | uw knechten het hout van Libanon weten te houwen; en zie,
27 2Kro 2:16| zullen hout houwen uit den Libanon, naar al uw nooddruft, en
28 2Kro 9:6 | in Jeruzalem, en in den Libanon, en in het ganse land zijner
29 2Kro 10:16| het huis des wouds van den Libanon. ~
30 2Kro 10:20| het huis des wouds van den Libanon waren van gesloten goud;
31 2Kro 25:18| zeggen: De distel, die op den Libanon is, zond tot den ceder,
32 2Kro 25:18| tot den ceder, die op den Libanon is, om te zeggen: Geef uw
33 2Kro 25:18| gedierte des velds, dat op den Libanon is, ging voorbij, en vertrad
34 Ezra 3:7 | om cederenhout van den Libanon te brengen aan de zee naar
35 Psa 29:5 | verbreekt de cederen van Libanon. ~
36 Psa 29:6 | huppelen als een kalf, de Libanon en Sirjon als een jongen
37 Psa 72:16 | daarvan zal ruisen als de Libanon; en die van de stad zullen
38 Psa 92:13 | wassen als een cederboom op Libanon. ~
39 Psa 104:16 | verzadigd, de cederbomen van Libanon, die Hij geplant heeft; ~
40 Hoo 3:9 | gemaakt van het hout van Libanon. ~
41 Hoo 4:8 | 8 Bij Mij van den Libanon af, o bruid! kom bij Mij
42 Hoo 4:8 | bruid! kom bij Mij van den Libanon af; zie van den top van
43 Hoo 4:11 | klederen is als de reuk van Libanon. ~
44 Hoo 4:15 | levende wateren, die uit Libanon vloeien! ~
45 Hoo 5:15 | Zijn gestalte is als de Libanon, uitverkoren als de cederen. ~
46 Hoo 7:4 | neus is als de toren van Libanon, die tegen Damaskus ziet. ~
47 Jes 2:13 | en verhevene cederen van Libanon, en tegen alle eiken van
48 Jes 10:34 | des wouds omhouwen; en de Libanon zal vallen door den Heerlijke. ~ ~
49 Jes 14:8 | over u, en de cederen van Libanon, zeggende: Sinds dat gij
50 Jes 29:17 | een klein weinig, dat de Libanon in een vruchtbaar veld zal
51 Jes 33:9 | land treurt, het kweelt; de Libanon schaamt zich, hij verwelkt;
52 Jes 35:2 | juichen; de heerlijkheid van Libanon is haar gegeven, het sieraard
53 Jes 37:24 | der bergen, de zijden van Libanon; en ik zal zijn hoge
54 Jes 40:16 | 16 En de Libanon is niet genoegzaam om te
55 Jes 61:13 | De heerlijkheid van Libanon zal tot u komen, de denneboom,
56 Jer 18:14 | velds verlaten de sneeuw van Libanon? Zullen ook de vreemde,
57 Jer 22:6 | een Gilead, een hoogte van Libanon; maar zo Ik u niet zette
58 Jer 22:20 | 20 Klim op den Libanon en roep, en verhef uw stem
59 Jer 22:23 | O gij, die nu op den Libanon woont, en in de cederen
60 Eze 17:3 | verscheidene veren had, kwam op den Libanon, en nam den oppersten
61 Eze 27:5 | zij hebben cederen van den Libanon gehaald, om masten voor
62 Eze 31:3 | Assur was een ceder op den Libanon, schoon van takken, schaduwachtig
63 Eze 31:15 | geschut; en Ik maakte den Libanon om zijnentwil zwart, en
64 Eze 31:16 | keur en het beste van Libanon, alle bomen, die water drinken,
65 Hos 14:6 | wortelen uitslaan als de Libanon. ~
66 Hos 14:7 | zal een reuk hebben als de Libanon. ~
67 Hos 14:8 | zal zijn als de wijn van Libanon. ~
68 Nah 1:4 | ook kweelt de bloem van Libanon. ~
69 Zac 10:10 | in het land van Gilead en Libanon brengen, maar het zal hun
70 Zac 11:1 | Doe uw deuren open, o Libanon! opdat het vuur uw cederen
|