Book Chapter: Verse
1 Gen 14:4 | maar in het dertiende jaar vielen zij af. ~
2 Gen 14:10 | en Gomorra vluchtten, en vielen aldaar; en de overgeblevenen
3 Gen 40:14 | nog zelf aldaar; en zij vielen voor zijn aangezicht neder
4 Gen 46:18 | kwamen ook zijn broeders, en vielen voor hem neder, en zeiden:
5 Exo 32:28 | het woord van Mozes; en er vielen van het volk, op dien dag,
6 Exo 33:28 | het woord van Mozes; en er vielen van het volk, op dien dag,
7 Lev 9:24 | zag, zo juichten zij, en vielen op hun aangezichten. ~
8 Num 14:5 | 5 Toen vielen Mozes en Aaron op hun aangezichten,
9 Num 16:22 | 22 Maar zij vielen op hun aangezichten, en
10 Num 16:45 | als in een ogenblik! Toen vielen zij op hun aangezichten. ~
11 Num 20:6 | tent der samenkomst, en zij vielen op hun aangezichten; en
12 Joz 8:25 | allen, die te dien dage vielen, zo mannen als vrouwen,
13 Joz 17:5 | 5 En aan Manasse vielen tien snoeren toe, behalve
14 Joz 21:5 | overgebleven kinderen van Kahath vielen, bij het lot, van de huisgezinnen
15 Ric 8:40 | voor zijn aangezicht; en er vielen vele verslagenen tot aan
16 Ric 11:6 | te dier tijd van Efraim vielen twee en veertig duizend. ~
17 Ric 12:20 | huisvrouw dat zagen, zo vielen zij op hun aangezichten
18 Ric 19:44 | 44 En er vielen van Benjamin achttien duizend
19 Ric 19:46 | op die dag van Benjamin vielen, vijf en twintig duizend
20 1Sa 4:10 | nederlaag, zodat er van Israel vielen dertig duizend voetvolks. ~
21 1Sa 14:13 | wapendrager hem na; en zij vielen voor Jonathans aangezicht,
22 1Sa 17:52 | verwonden der Filistijnen vielen op den weg van Saaraim,
23 1Sa 31:1 | aangezicht der Filistijnen, en vielen verslagen op het gebergte
24 2Sa 2:16 | zijde des anderen, en zij vielen te zamen; daarvan noemde
25 2Sa 11:17 | uittogen en met Joab streden, vielen er van het volk, van Davids
26 2Sa 21:9 | des HEEREN; en die zeven vielen tegelijk; en zij werden
27 2Sa 21:22 | geboren te Gath; en zij vielen door de hand van David,
28 2Sa 22:39 | weder opstonden; maar zij vielen onder mijn voeten. ~
29 1Kon 12:19| 19 Alzo vielen de Israelieten van het huis
30 1Kon 18:39| het ganse volk dat zag, zo vielen zij op hun aangezichten,
31 2Kon 8:20| 20 In zijn dagen vielen de Edomieten van onder het
32 2Kon 8:22| 22 De Edomieten evenwel vielen van onder het gebied van
33 1Kro 5:10| tegen de Hagarenen, die vielen door hun hand; en zij woonden
34 1Kro 5:22| 22 Want er vielen vele verwonden, dewijl de
35 1Kro 10:1 | der Filistijnen, en zij vielen verslagen op het gebergte
36 1Kro 12:19| 19 Er vielen ook van Manasse tot David,
37 1Kro 12:20| Toen hij naar Ziklag toog, vielen tot hem uit Manasse: Adnah,
38 1Kro 21:8 | geboren te Gath; en zij vielen door de hand van David,
39 1Kro 22:14| pestilentie in Israel; en er vielen van Israel zeventig duizend
40 2Kro 11:19| 19 Alzo vielen de Israelieten van het huis
41 2Kro 14:17| groten slag; want uit Israel vielen verslagen vijfhonderd duizend
42 2Kro 15:13| tot Gerar toe; en zo velen vielen er van de Moren, dat er
43 2Kro 16:9 | Simeon; want uit Israel vielen zij tot hem in menigte,
44 2Kro 21:18| de inwoners van Jeruzalem vielen neder voor het aangezicht
45 2Kro 22:8 | 8 In zijn dagen vielen de Edomieten af van onder
46 2Kro 22:10| 10 Evenwel vielen de Edomieten af van onder
47 2Kro 22:28| 8 In zijn dagen vielen de Edomieten af van onder
48 2Kro 22:30| 10 Evenwel vielen de Edomieten af van onder
49 Job 1:17 | Chaldeen stelden drie hopen, en vielen op de kemelen aan, en namen
50 Psa 18:39 | weder konden opstaan; zij vielen onder mijn voeten. ~
51 Psa 27:2 | stieten zij zelven aan, en vielen. ~
52 Psa 78:64 | 64 Hun priesters vielen door het zwaard, en hun
53 Jes 26:18 | en de inwoners der wereld vielen niet neder. ~
54 Eze 31:12 | verlieten hem; zijn takken vielen op de bergen en in alle
55 Joe 2:8 | elk in zijn baan; en al vielen zij op een geweer, zij zouden
56 Matt 17:6 | discipelen, dit horende, vielen op hun aangezicht, en werden
57 Matt 25:5 | zij allen sluimerig, en vielen in slaap. ~
58 Mark 3:11| geesten, als zij Hem zagen, vielen voor Hem neder en riepen,
59 Luk 16:21 | van de tafel des rijken vielen; maar ook de honden kwamen
60 Joha 18:6 | gingen zij achterwaarts, en vielen ter aarde. ~
61 Hand 6:37| haastelijk op. En zijn ketenen vielen af van de handen. ~
62 1Kor 10:8 | gehoereerd hebben, en er vielen op een dag drie en twintig
63 Open 4:10| 10 Zo vielen de vier en twintig ouderlingen
64 Open 5:8 | Het dat boek genomen had, vielen de vier dieren en de vier
65 Open 5:14| vier en twintig ouderlingen vielen neder, en aanbaden Dengene,
66 Open 6:13| En de sterren des hemels vielen op de aarde, gelijk een
67 Open 7:11| ouderlingen en de vier dieren; en vielen voor den troon neder op
68 Open 11:16| God zitten op hun tronen, vielen neder op hun aangezichten,
69 Open 19:4 | ouderlingen, en de vier dieren vielen neder, en aanbaden God,
|