Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
veulen 15
veulens 2
viel 124
vielen 69
vier 269
vierdagen 1
vierde 65
Frequency    [«  »]
69 naderen
69 verbroken
69 vergaderd
69 vielen
69 vleugelen
68 droom
68 galilea

Bijbel

IntraText - Concordances

vielen

   Book Chapter: Verse
1 Gen 14:4 | maar in het dertiende jaar vielen zij af. ~ 2 Gen 14:10 | en Gomorra vluchtten, en vielen aldaar; en de overgeblevenen 3 Gen 40:14 | nog zelf aldaar; en zij vielen voor zijn aangezicht neder 4 Gen 46:18 | kwamen ook zijn broeders, en vielen voor hem neder, en zeiden: 5 Exo 32:28 | het woord van Mozes; en er vielen van het volk, op dien dag, 6 Exo 33:28 | het woord van Mozes; en er vielen van het volk, op dien dag, 7 Lev 9:24 | zag, zo juichten zij, en vielen op hun aangezichten. ~ 8 Num 14:5 | 5 Toen vielen Mozes en Aaron op hun aangezichten, 9 Num 16:22 | 22 Maar zij vielen op hun aangezichten, en 10 Num 16:45 | als in een ogenblik! Toen vielen zij op hun aangezichten. ~ 11 Num 20:6 | tent der samenkomst, en zij vielen op hun aangezichten; en 12 Joz 8:25 | allen, die te dien dage vielen, zo mannen als vrouwen, 13 Joz 17:5 | 5 En aan Manasse vielen tien snoeren toe, behalve 14 Joz 21:5 | overgebleven kinderen van Kahath vielen, bij het lot, van de huisgezinnen 15 Ric 8:40 | voor zijn aangezicht; en er vielen vele verslagenen tot aan 16 Ric 11:6 | te dier tijd van Efraim vielen twee en veertig duizend. ~ 17 Ric 12:20 | huisvrouw dat zagen, zo vielen zij op hun aangezichten 18 Ric 19:44 | 44 En er vielen van Benjamin achttien duizend 19 Ric 19:46 | op die dag van Benjamin vielen, vijf en twintig duizend 20 1Sa 4:10 | nederlaag, zodat er van Israel vielen dertig duizend voetvolks. ~ 21 1Sa 14:13 | wapendrager hem na; en zij vielen voor Jonathans aangezicht, 22 1Sa 17:52 | verwonden der Filistijnen vielen op den weg van Saaraim, 23 1Sa 31:1 | aangezicht der Filistijnen, en vielen verslagen op het gebergte 24 2Sa 2:16 | zijde des anderen, en zij vielen te zamen; daarvan noemde 25 2Sa 11:17 | uittogen en met Joab streden, vielen er van het volk, van Davids 26 2Sa 21:9 | des HEEREN; en die zeven vielen tegelijk; en zij werden 27 2Sa 21:22 | geboren te Gath; en zij vielen door de hand van David, 28 2Sa 22:39 | weder opstonden; maar zij vielen onder mijn voeten. ~ 29 1Kon 12:19| 19 Alzo vielen de Israelieten van het huis 30 1Kon 18:39| het ganse volk dat zag, zo vielen zij op hun aangezichten, 31 2Kon 8:20| 20 In zijn dagen vielen de Edomieten van onder het 32 2Kon 8:22| 22 De Edomieten evenwel vielen van onder het gebied van 33 1Kro 5:10| tegen de Hagarenen, die vielen door hun hand; en zij woonden 34 1Kro 5:22| 22 Want er vielen vele verwonden, dewijl de 35 1Kro 10:1 | der Filistijnen, en zij vielen verslagen op het gebergte 36 1Kro 12:19| 19 Er vielen ook van Manasse tot David, 37 1Kro 12:20| Toen hij naar Ziklag toog, vielen tot hem uit Manasse: Adnah, 38 1Kro 21:8 | geboren te Gath; en zij vielen door de hand van David, 39 1Kro 22:14| pestilentie in Israel; en er vielen van Israel zeventig duizend 40 2Kro 11:19| 19 Alzo vielen de Israelieten van het huis 41 2Kro 14:17| groten slag; want uit Israel vielen verslagen vijfhonderd duizend 42 2Kro 15:13| tot Gerar toe; en zo velen vielen er van de Moren, dat er 43 2Kro 16:9 | Simeon; want uit Israel vielen zij tot hem in menigte, 44 2Kro 21:18| de inwoners van Jeruzalem vielen neder voor het aangezicht 45 2Kro 22:8 | 8 In zijn dagen vielen de Edomieten af van onder 46 2Kro 22:10| 10 Evenwel vielen de Edomieten af van onder 47 2Kro 22:28| 8 In zijn dagen vielen de Edomieten af van onder 48 2Kro 22:30| 10 Evenwel vielen de Edomieten af van onder 49 Job 1:17 | Chaldeen stelden drie hopen, en vielen op de kemelen aan, en namen 50 Psa 18:39 | weder konden opstaan; zij vielen onder mijn voeten. ~ 51 Psa 27:2 | stieten zij zelven aan, en vielen. ~ 52 Psa 78:64 | 64 Hun priesters vielen door het zwaard, en hun 53 Jes 26:18 | en de inwoners der wereld vielen niet neder. ~ 54 Eze 31:12 | verlieten hem; zijn takken vielen op de bergen en in alle 55 Joe 2:8 | elk in zijn baan; en al vielen zij op een geweer, zij zouden 56 Matt 17:6 | discipelen, dit horende, vielen op hun aangezicht, en werden 57 Matt 25:5 | zij allen sluimerig, en vielen in slaap. ~ 58 Mark 3:11| geesten, als zij Hem zagen, vielen voor Hem neder en riepen, 59 Luk 16:21 | van de tafel des rijken vielen; maar ook de honden kwamen 60 Joha 18:6 | gingen zij achterwaarts, en vielen ter aarde. ~ 61 Hand 6:37| haastelijk op. En zijn ketenen vielen af van de handen. ~ 62 1Kor 10:8 | gehoereerd hebben, en er vielen op een dag drie en twintig 63 Open 4:10| 10 Zo vielen de vier en twintig ouderlingen 64 Open 5:8 | Het dat boek genomen had, vielen de vier dieren en de vier 65 Open 5:14| vier en twintig ouderlingen vielen neder, en aanbaden Dengene, 66 Open 6:13| En de sterren des hemels vielen op de aarde, gelijk een 67 Open 7:11| ouderlingen en de vier dieren; en vielen voor den troon neder op 68 Open 11:16| God zitten op hun tronen, vielen neder op hun aangezichten, 69 Open 19:4 | ouderlingen, en de vier dieren vielen neder, en aanbaden God,


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License