Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
alrede 30
alreeds 3
alrielieten 1
als 4462
alsdan 53
alsem 10
alsnog 1
Frequency    [«  »]
5824 hem
5303 met
5157 op
4462 als
4422 mijn
4250 want
4160 mij

Bijbel

IntraText - Concordances

als

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4462

     Book Chapter: Verse
1 Gen 2:2 | 2 Als nu God op de zevende dag 2 Gen 2:4 | des hemels en der aarde, als zij geschapen werden; ten 3 Gen 2:4 | geschapen werden; ten dage als de HEERE God de aarde en 4 Gen 2:17 | niet eten; want ten dage, als gij daarvan eet, zult gij 5 Gen 2:18 | hem een hulpe maken, die als tegen hem over zij. ~ 6 Gen 2:19 | 19 Want als de HEERE God uit de aarde 7 Gen 2:20 | vond hij geen hulpe, die als tegen hem over ware. ~ 8 Gen 3:5 | God weet, dat, ten dage als gij daarvan eet, zo zullen 9 Gen 3:5 | geopend worden, en gij zult als God wezen, kennende het 10 Gen 3:22 | Ziet, de mens is geworden als Onzer een, kennende het 11 Gen 4:8 | Habel; en het geschiedde, als zij in het veld waren, dat 12 Gen 4:12 | 12 Als gij den aardbodem bouwen 13 Gen 5:1 | Adams geslacht. Ten dage als God den mens schiep, maakte 14 Gen 5:2 | hun naam Mens, ten dage als zij geschapen werden. ~ 15 Gen 6:1 | 1 En het geschiedde, als de mensen op den aardbodem 16 Gen 6:4 | de aarde, en ook daarna, als Gods zonen tot de dochteren 17 Gen 7:6 | was zeshonderd jaren oud, als de vloed der wateren op 18 Gen 7:9 | mannetje en het wijfje, gelijk als God Noach geboden had. ~ 19 Gen 7:16 | van alle vlees, gelijk als hem God bevolen had. En 20 Gen 8:21 | het levende slaan, gelijk als Ik gedaan heb. ~ 21 Gen 9:14 | 14 En het zal geschieden, als Ik wolken over de aarde 22 Gen 9:16 | 16 Als deze boog in de wolken zal 23 Gen 11:2 | 2 Maar het geschiedde, als zij tegen het oosten togen, 24 Gen 12:10 | af naar Egypte, om daar als een vreemdeling te verkeren, 25 Gen 12:11 | 11 En het geschiedde, als hij naderde, om in Egypte 26 Gen 12:12 | 12 En het zal geschieden, als u de Egyptenaars zullen 27 Gen 12:14 | 14 En het geschiedde, als Abram in Egypte kwam, dat 28 Gen 13:10 | Gomorra verdorven had, was zij als de hof des HEEREN, als Egypteland, 29 Gen 13:10 | zij als de hof des HEEREN, als Egypteland, als gij komt 30 Gen 13:10 | HEEREN, als Egypteland, als gij komt te Zoar. ~ 31 Gen 13:16 | En Ik zal uw zaad stellen als het stof der aarde, zodat, 32 Gen 14:14 | 14 Als Abram hoorde, dat zijn broeder 33 Gen 14:16 | deszelfs have bracht hij weder, als ook de vrouwen, en het volk. ~ 34 Gen 14:36 | 12 En het geschiedde, als de zon was aan het ondergaan, 35 Gen 15:4 | tot Hagar, en zij ontving. Als zij nu zag, dat zij ontvangen 36 Gen 16:1 | 1 Als nu Abram negen en negentig 37 Gen 16:23 | ten zelfden dage, gelijk als God met hem gesproken had. ~ 38 Gen 16:24 | negen en negentig jaren, als hem het vlees zijner voorhuid 39 Gen 16:25 | was dertien jaren oud, als hem het vlees zijner voorhuid 40 Gen 17:1 | de eikenbossen van Mamre, als hij in de deur der tent 41 Gen 17:2 | drie mannen tegenover hem; als hij hen zag, zo liep hij 42 Gen 17:5 | zijt. En zij zeiden: Doe zo als gij gesproken hebt. ~ 43 Gen 17:33 | Toen ging de HEERE weg, als Hij geeindigd had tot Abraham 44 Gen 18:1 | in de poort te Sodom; en als Lot hen zag, stond hij op 45 Gen 18:9 | Deze ene is gekomen, om als vreemdeling hier te wonen, 46 Gen 18:14 | ogen zijner schoonzonen als jokkende. ~ 47 Gen 18:15 | 15 En als de dageraad opging, drongen 48 Gen 18:17 | 17 En het geschiedde als zij hen uitgebracht hadden 49 Gen 18:23 | ging op boven de aarde, als Lot te Zoar inkwam. ~ 50 Gen 19:1 | tussen Sur; en hij verkeerde als vreemdeling te Gerar. ~ 51 Gen 19:2 | 2 Als nu Abraham van Sara, zijn 52 Gen 19:13 | 13 En het is geschied, als God mij uit mijns vaders 53 Gen 20:1 | HEERE bezocht Sara, gelijk als Hij gezegd had; en de HEERE 54 Gen 20:1 | HEERE deed aan Sara gelijk als Hij gesproken had. ~ 55 Gen 20:4 | zijnde acht dagen oud, gelijk als hem God geboden had. ~ 56 Gen 20:5 | Abraham was honderd jaren oud, als hem Izak zijn zoon geboren 57 Gen 20:8 | groten maaltijd op den dag, als Izak gespeend werd. ~ 58 Gen 20:15 | 15 Als nu het water van de fles 59 Gen 20:16 | tegenover, afgaande zo verre, als die met de boog schieten; 60 Gen 20:23 | bij het land, waarin gij als vreemdeling verkeert. ~ 61 Gen 20:34 | 34 En Abraham woonde als vreemdeling vele dagen in 62 Gen 21:5 | zullen heengaan tot daar; als wij aangebeden zullen hebben, 63 Gen 21:17 | zaad zeer vermenigvuldigen, als de sterren des hemels, en 64 Gen 21:17 | de sterren des hemels, en als het zand, dat aan den oever 65 Gen 23:11 | des avondtijds, ten tijde, als de putsters uitkwamen. ~ 66 Gen 23:19 | 19 Als zij nu voleindigd had van 67 Gen 23:22 | 22 En het geschiedde, als de kemelen voleindigd hadden 68 Gen 23:30 | 30 En het geschiedde, als hij dat voorhoofdsiersel 69 Gen 23:30 | handen zijner zuster; en als hij gehoord had de woorden 70 Gen 23:52 | 52 En het geschiedde, als Abrahams knecht hun woorden 71 Gen 23:87 | Izak was veertig jaren oud, als hij Rebekka, de dochter 72 Gen 23:91 | 24 Als nu haar dagen vervuld waren 73 Gen 23:92 | uit, ros; hij was geheel als een haren kleed; daarom 74 Gen 23:93 | Izak was zestig jaren oud, als hij hen gewon. ~ 75 Gen 23:94 | 27 Als nu deze jongeren groot werden, 76 Gen 24:3 | 3 Woon als vreemdeling in dat land, 77 Gen 24:4 | uw zaad vermenigvuldigen, als de sterren des hemels, en 78 Gen 24:7 | 7 En als de mannen van die plaats 79 Gen 24:8 | 8 En het geschiedde, als hij een langen tijd daar 80 Gen 24:18 | 18 Als nu Izak wedergekeerd was, 81 Gen 24:29 | bij ons kwaad doet, gelijk als wij u niet aangeroerd hebben, 82 Gen 24:29 | aangeroerd hebben, en gelijk als wij bij u alleenlijk goed 83 Gen 24:34 | 34 Als nu Ezau veertig jaren oud 84 Gen 25:1 | 1 En het geschiedde, als Izak oud geworden was, en 85 Gen 25:4 | mij smakelijke spijzen, zo als ik die gaarne heb, en breng 86 Gen 25:5 | 5 Rebekka nu hoorde toe, als Izak tot zijn zoon Ezau 87 Gen 25:9 | smakelijke spijzen, gelijk als hij gaarne heeft. ~ 88 Gen 25:12 | ik zal in zijn ogen zijn als een bedrieger; zo zoude 89 Gen 25:14 | smakelijke spijzen, gelijk als zijn vader gaarne had. ~ 90 Gen 25:19 | eerstgeborene; ik heb gedaan, gelijk als gij tot mij gesproken hadt; 91 Gen 25:27 | de reuk mijns zoons is als de reuk des velds, hetwelk 92 Gen 25:30 | 30 En het geschiedde, als Izak voleindigd had Jakob 93 Gen 25:34 | 34 Als Ezau de woorden zijns vaders 94 Gen 25:40 | doch het zal geschieden, als gij heersen zult, dan zult 95 Gen 26:6 | 6 Als nu Ezau zag, dat Izak Jakob 96 Gen 26:6 | daar een vrouw te nemen; en als hij hem zegende, dat hij 97 Gen 26:14 | 14 En uw zaad zal wezen als het stof der aarde, en gij 98 Gen 27:9 | 9 Als hij nog met hen sprak, zo 99 Gen 27:10 | 10 En het geschiedde, als Jakob Rachel zag, de dochter 100 Gen 27:13 | 13 En het geschiedde, als Laban die tijding hoorde 101 Gen 27:20 | en die waren in zijn ogen als enige dagen, omdat hij haar 102 Gen 27:36 | 1 Als nu Rachel zag, dat zij Jakob 103 Gen 27:51 | 16 Als nu Jakob des avonds uit 104 Gen 27:60 | 25 En het geschiedde, Als Rachel Jozef gebaard had, 105 Gen 27:68 | morgen met mij getuigen, als gij komen zult over mijn 106 Gen 27:73 | kudde; en zij werden verhit, als zij kwamen om te drinken. ~ 107 Gen 27:74 | 39 Als dan de kudde verhit werd 108 Gen 27:76 | het geschiedde, telkens als de kudde der vroegelingen 109 Gen 27:77 | 42 Maar als de kudde spade hittig werd, 110 Gen 28:2 | het was jegens hem niet als gisteren en eergisteren. ~ 111 Gen 28:5 | dat het jegens mij niet is als gisteren en eergisteren; 112 Gen 28:10 | het geschiedde ten tijde, als de kudde hittig werd, dat 113 Gen 28:26 | dochteren ontvoerd hebt, als gevangenen met het zwaard? ~ 114 Gen 28:33 | dienstmaagden, en hij vond niets; en als hij uit de tent van Lea 115 Gen 28:37 | 37 Als gij al mijn huisraad betast 116 Gen 29:4 | Jakob, uw knecht: Ik heb als vreemdeling gewoond bij 117 Gen 29:12 | en Ik zal uw zaad stellen als het zand der zee, dat vanwege 118 Gen 29:19 | zult gij spreken tot Ezau, als gij hem vinden zult. ~ 119 Gen 29:25 | Jakobs heup verwrongen werd, als Hij met hem worstelde. ~ 120 Gen 29:31 | 31 En de zon rees hem op, als hij door Pniel gegaan was; 121 Gen 30:10 | uw aangezicht gezien heb, als had ik Gods aangezicht gezien, 122 Gen 30:14 | ik zal mij op mijn gemak als leidsman voegen, naar den 123 Gen 30:18 | welke is in het land Kanaan, als hij kwam van Paddan-Aram; 124 Gen 31:7 | Jakob kwamen van het veld, als zij dit hoorden; en het 125 Gen 31:12 | en ik zal geven, gelijk als gij tot mij zult zeggen; 126 Gen 31:15 | zijn, zo gij wordt gelijk als wij, dat onder u besneden 127 Gen 31:22 | om tot een volk te zijn; als al wat mannelijk is onder 128 Gen 31:22 | ons besneden wordt, gelijk als zij besneden zijn. ~ 129 Gen 31:31 | hij dan met onze zuster als met een hoer doen? ~ 130 Gen 32:7 | aldaar geopenbaard geweest, als hij voor zijns broeders 131 Gen 32:9 | verscheen Jakob wederom, als hij van Paddan-Aram gekomen 132 Gen 32:17 | 17 En het geschiedde, als zij het hard had in haar 133 Gen 32:18 | 18 En het geschiedde, als haar ziel uitging (want 134 Gen 32:22 | 22 En het geschiedde, als Israel in dat land woonde, 135 Gen 32:27 | is Hebron, waar Abraham als vreemdeling had verkeerd, 136 Gen 34:4 | 4 Als nu zijn broeders zagen, 137 Gen 34:10 | 10 En als hij het aan zijn vader en 138 Gen 34:23 | 23 En het geschiedde, als Jozef tot zijn broederen 139 Gen 34:28 | 28 Als nu de Midianietische kooplieden 140 Gen 34:29 | 29 Als nu Ruben tot den kuil wederkeerde, 141 Gen 35:9 | zijn, zo geschiedde het, als hij tot zijns broeders huisvrouw 142 Gen 35:12 | 12 Als nu vele dagen verlopen waren, 143 Gen 35:15 | 15 Als Juda haar zag, zo hield 144 Gen 35:25 | 25 Als zij voorgebracht werd, schikte 145 Gen 35:27 | het geschiedde ten tijde, als zij baren zou, ziet, zo 146 Gen 35:28 | 28 En het geschiedde, als zij baarde, dat een de hand 147 Gen 35:29 | 29 Maar het geschiedde, als hij zijn hand weder intoog, 148 Gen 36:3 | 3 Als nu zijn heer zag, dat de 149 Gen 36:10 | 10 En het geschiedde, als zij Jozef dag op dag aansprak, 150 Gen 36:13 | 13 En het geschiedde, als zij zag, dat hij zijn kleed 151 Gen 36:15 | 15 En het geschiedde, als hij hoorde, dat ik mijn 152 Gen 36:18 | 18 En het is geschied, als ik mijn stem verhief, en 153 Gen 36:19 | 19 En het geschiedde, als zijn heer de woorden zijner 154 Gen 36:33 | drie ranken; en hij was als bottende, zijn bloeisel 155 Gen 37:15 | heb van u horen zeggen, als gij een droom hoort, dat 156 Gen 37:21 | aanzien was lelijk, gelijk als in het begin. Toen ontwaakte 157 Gen 37:38 | Zouden wij wel een man vinden als deze, in welken Gods Geest 158 Gen 37:39 | niemand zo verstandig en wijs, als gij. ~ 159 Gen 37:46 | nu was dertig jaren oud, als hij stond voor het aangezicht 160 Gen 37:49 | zeer veel koren bijeen, als het zand der zee, totdat 161 Gen 37:54 | begonnen aan te komen, gelijk als Jozef gezegd had. En er 162 Gen 37:55 | 55 Als nu gans Egypteland hongerde, 163 Gen 37:56 | 56 Als dan honger over het ganse 164 Gen 38:7 | 7 Als Jozef zijn broederen zag, 165 Gen 38:15 | beproefd worden: zo waarlijk als Farao leeft! indien gij 166 Gen 38:16 | indien niet, zo waarlijk als Farao leeft, zo zijt gij 167 Gen 38:35 | 35 En het geschiedde, als zij hun zakken ledigden, 168 Gen 39:2 | 2 Zo geschiedde het, als zij den leeftocht, dien 169 Gen 39:14 | gaan! En mij aangaande, als ik van kinderen beroofd 170 Gen 39:16 | 16 Als Jozef Benjamin met hen zag, 171 Gen 39:21 | 21 Het is nu geschied, als wij in de herberg gekomen 172 Gen 39:26 | 26 Als nu Jozef te huis gekomen 173 Gen 40:3 | 3 Des morgens, als het licht werd, zo liet 174 Gen 40:4 | waren niet verre gekomen, als Jozef tot dengene, die over 175 Gen 40:4 | die mannen achterna; en als gij hen zult achterhaald 176 Gen 40:15 | gij niet, dat zulk een man als ik dat zekerlijk waarnemen 177 Gen 40:16 | mijns heren slaven, zo wij, als hij, in wiens hand de beker 178 Gen 40:24 | 24 En het is geschied, als wij tot uw knecht, mijn 179 Gen 40:30 | 30 Nu dan, als ik tot uw knecht, mijn vader, 180 Gen 40:31 | 31 Zo zal het geschieden, als hij ziet, dat de jongeling 181 Gen 41:1 | er stond niemand bij hem, als Jozef zich aan zijn broederen 182 Gen 41:16 | 16 Als dit gerucht in het huis 183 Gen 41:27 | 27 Maar als zij tot hem gesproken hadden 184 Gen 42:29 | tegemoet naar Gosen; en als hij zich aan hem vertoonde, 185 Gen 42:34 | omgegaan hebben, zo wij als onze vaders; opdat gij in 186 Gen 43:3 | zijn schaapherders, zo wij als onze vaders. ~ 187 Gen 43:4 | Farao: Wij zijn gekomen, om als vreemdelingen in dit land 188 Gen 43:11 | het land Rameses, gelijk als Farao geboden had. ~ 189 Gen 43:15 | 15 Als nu het geld uit Egypteland 190 Gen 43:19 | uw ogen sterven, zo wij als ons land? Koop ons en ons 191 Gen 43:29 | 29 Als nu de dagen van Israel naderden, 192 Gen 44:5 | Manasse zullen mijne zijn, als Ruben en Simeon. ~ 193 Gen 44:7 | land Kanaan, op den weg, als het nog een kleine streek 194 Gen 44:16 | dat zij vermenigvuldigen als vissen in menigte, in het 195 Gen 44:20 | zegenen, zeggende: God zette u als Efraim en als Manasse! En 196 Gen 44:20 | God zette u als Efraim en als Manasse! En hij zette Efraim 197 Gen 45:4 | 4 Snelle afloop als der wateren, gij zult de 198 Gen 45:9 | zich, hij legt zich neder als een leeuw, en als een oude 199 Gen 45:9 | neder als een leeuw, en als een oude leeuw; wie zal 200 Gen 45:16 | Dan zal zijn volk richten, als een der stammen Israels. ~ 201 Gen 45:27 | 27 Benjamin zal als een wolf verscheuren; des 202 Gen 45:28 | hun vader tot hen sprak, als hij hen zegende; hij zegende 203 Gen 45:33 | 33 Als Jakob voleind had aan zijn 204 Gen 46:4 | 4 Als nu de dagen zijns bewenens 205 Gen 46:6 | begraaf uw vader, gelijk als hij u heeft doen zweren. ~ 206 Gen 46:9 | hem togen op, zo wagenen als ruiteren; en het was een 207 Gen 46:11 | 11 Als de inwoners des lands, de 208 Gen 46:12 | zonen deden hem, gelijk als hij hun geboden had; ~ 209 Gen 46:17 | vaders! En Jozef weende, als zij tot hem spraken. ~ 210 Exo 1:10 | vermenigvuldige, en het geschiede, als er enige krijg voorvalt, 211 Exo 1:17 | God, en deden niet, gelijk als de koning van Egypte tot 212 Exo 2:3 | 3 Doch als zij hem niet langer verbergen 213 Exo 2:15 | 15 Als nu Farao deze zaak hoorde, 214 Exo 2:23 | geschiedde na vele dezer dagen, als de koning van Egypte gestorven 215 Exo 4:6 | zijn hand was melaats, wit als sneeuw. ~ 216 Exo 4:7 | en ziet, zij was weder als zijn ander vlees. ~ 217 Exo 5:7 | maken der tichelstenen, als gisteren en eergisteren; 218 Exo 6:2 | Izak, en Jakob verschenen, als God de Almachtige; doch 219 Exo 6:27 | geschiedde te dien dage, als de HEERE tot Mozes sprak 220 Exo 7:6 | Toen deed Mozes en Aaron, als hun de HEERE geboden had, 221 Exo 7:22 | hoorde naar hen niet, gelijk als de HEERE gesproken had. ~ 222 Exo 8:15 | hen niet hoorde, gelijk als de HEERE gesproken had. ~ 223 Exo 9:19 | huis verzameld zal zijn, als deze hagel op hen vallen 224 Exo 9:35 | niet trekken liet, gelijk als de HEERE gesproken had door 225 Exo 10:14 | dergelijke sprinkhanen, als deze, nooit geweest, en 226 Exo 10:22 | 22 Als Mozes zijn hand uitstrekte 227 Exo 11:1 | van hier laten trekken; als hij u geheellijk zal laten 228 Exo 12:25 | 25 En het zal geschieden, als gij in dat land komt, dat 229 Exo 12:28 | gingen en deden het, gelijk als de HEERE Mozes en Aaron 230 Exo 12:31 | mijn volk, zo gijlieden als de kinderen van Israel; 231 Exo 12:48 | 48 Als nu een vreemdeling bij u 232 Exo 12:48 | houden, en hij zal wezen als een ingeborene des lands; 233 Exo 12:49 | en den vreemdeling, die als vreemdeling in het midden 234 Exo 12:50 | Israels deden het; gelijk als de HEERE Mozes en Aaron 235 Exo 13:5 | 5 En het zal geschieden, als u de HEERE zal gebracht 236 Exo 13:17 | het den volke niet rouwe, als zij den strijd zien zouden, 237 Exo 14:10 | 10 Als Farao nabij gekomen was, 238 Exo 14:28 | 28 Want als de wateren wederkeerden, 239 Exo 15:5 | zijn in de diepten gezonken als een steen. ~ 240 Exo 15:7 | die hen verteerd heeft als een stoppel. ~ 241 Exo 15:8 | hebben overeind gestaan, als een hoop; de afgronden zijn 242 Exo 15:10 | gedekt, zij zonken onder als lood in geweldige wateren! ~ 243 Exo 15:11 | 11 O HEERE! wie is als Gij onder de goden? wie 244 Exo 15:11 | Gij onder de goden? wie is als Gij, verheerlijkt in heiligheid, 245 Exo 15:16 | arm zullen zij verstommen, als een steen, totdat Uw volk, 246 Exo 16:8 | 8 Voorts zeide Mozes: Als de HEERE ulieden aan den 247 Exo 16:10 | 10 En het geschiedde, als Aaron tot de ganse vergadering 248 Exo 16:14 | 14 Als nu de liggende dauw opgevaren 249 Exo 16:14 | een klein rond ding, klein als de rijm, op de aarde. ~ 250 Exo 16:18 | 18 Doch als zij het met de gomer maten, 251 Exo 16:18 | iegelijk verzamelde zoveel, als hij eten mocht. ~ 252 Exo 16:21 | dat hij eten mocht; want als de zon heet werd, zo versmolt 253 Exo 16:24 | op tot den morgen, gelijk als Mozes geboden had; en het 254 Exo 16:31 | deszelfs naam Man; en het was als korianderzaad, wit, en de 255 Exo 16:31 | en de smaak daarvan was als honigkoeken. ~ 256 Exo 16:34 | 34 Gelijk als de HEERE aan Mozes geboden 257 Exo 17:10 | 10 Jozua nu deed, als Mozes hem gezegd had, strijdende 258 Exo 18:14 | 14 Als de schoonvader van Mozes 259 Exo 18:18 | geheel vervallen, zo gij, als dit volk, hetwelk bij u 260 Exo 19:9 | wolk, opdat het volk hore, als Ik met u spreek, en dat 261 Exo 19:13 | man, hij zal niet leven. Als de ramshoorn langzaam gaat, 262 Exo 19:18 | vuur; en zijn rook ging op, als de rook van een oven; en 263 Exo 19:20 | 20 Als de HEERE nedergekomen was 264 Exo 21:2 | 2 Als gij een Hebreeuwsen knecht 265 Exo 21:22 | gestraft worden, gelijk als hem de man der vrouw oplegt, 266 Exo 22:25 | tegen hetzelve niet zijn, als een woekeraar; gij zult 267 Exo 24:3 | 3 Als Mozes kwam en verhaalde 268 Exo 24:10 | Israel, en onder Zijn voeten als een werk van saffierstenen, 269 Exo 24:10 | werk van saffierstenen, en als de gestaltenis des hemels 270 Exo 24:17 | heerlijkheid des HEEREN was als een verterend vuur, op het 271 Exo 25:4 | 4 Als ook hemelsblauw, en purper, 272 Exo 26:17 | houvasten zal een berd hebben, als sporten in een ladder gezet, 273 Exo 26:24 | En zij zullen van beneden als tweelingen samengevoegd 274 Exo 26:24 | samengevoegd zijn; zij zullen ook als tweelingen aan het oppereinde 275 Exo 27:7 | beide zijden des altaars, als men het draagt. ~ 276 Exo 27:8 | van planken maken; gelijk als Hij u op den berg gewezen 277 Exo 28:21 | met hun namen; zij zullen als zegelen gegraveerd worden, 278 Exo 28:29 | gerichts, op zijn hart, als hij in het heilige zal gaan, 279 Exo 28:30 | het hart van Aaron zijn, als hij voor het aangezicht 280 Exo 28:32 | hebben van geweven werk; als het gat eens pantsiers zal 281 Exo 28:35 | zijn geluid gehoord worde, als hij in het heilige, voor 282 Exo 28:35 | aangezicht des HEEREN, ingaat, en als hij uitgaat, opdat hij niet 283 Exo 28:43 | zonen zullen die aanhebben, als zij in de tent der samenkomst 284 Exo 28:43 | der samenkomst gaan, of als zij tot het altaar treden 285 Exo 30:3 | deszelfs wanden rondom, als ook zijn hoornen; en gij 286 Exo 30:7 | specerijen; allen morgen, als hij de lampen wel zal toegericht 287 Exo 30:8 | 8 En als Aaron de lampen aansteken 288 Exo 30:12 | 12 Als gij de som van de kinderen 289 Exo 30:12 | zijner ziel den HEERE geven, als gij hen tellen zult; opdat 290 Exo 30:12 | onder hen geen plage zij, als gij hen tellen zult. ~ 291 Exo 30:15 | van de helft des sikkels, als gij het hefoffer des HEEREN 292 Exo 30:33 | zulk een zalf maken zal als deze, of die daarvan op 293 Exo 31:18 | 18 En Hij gaf aan Mozes, als Hij met hem op den berg 294 Exo 32:5 | 5 Als Aaron dat zag, zo bouwde 295 Exo 32:13 | uw zaad vermenigvuldigen als de sterren des hemels; en 296 Exo 32:17 | Jozua des volks stem hoorde, als het juichte, zo zeide hij 297 Exo 32:19 | 19 En het geschiedde, als hij aan het leger naderde, 298 Exo 32:25 | 25 Als Mozes zag, dat het volk 299 Exo 33:5 | 5 Als Aaron dat zag, zo bouwde 300 Exo 33:13 | uw zaad vermenigvuldigen als de sterren des hemels; en 301 Exo 33:17 | Jozua des volks stem hoorde, als het juichte, zo zeide hij 302 Exo 33:19 | 19 En het geschiedde, als hij aan het leger naderde, 303 Exo 33:25 | 25 Als Mozes zag, dat het volk 304 Exo 34:9 | 9 En het geschiedde, als Mozes de tent ingegaan was, 305 Exo 34:10 | 10 Als het volk de wolkkolom zag 306 Exo 34:27 | op den berg Sinai, gelijk als hem de HEERE geboden had; 307 Exo 34:29 | 6 Als nu de HEERE voor zijn aangezicht 308 Exo 34:45 | het feest der inzameling, als het jaar om is. ~ 309 Exo 34:52 | waren in de hand van Mozes, als hij van den berg afging), 310 Exo 34:53 | 30 Als nu Aaron en al de kinderen 311 Exo 34:57 | 34 Doch als Mozes voor het aangezicht 312 Exo 35:6 | 6 Als ook hemelsblauw, en purper, 313 Exo 36:22 | houvasten had een berd, als sporten in een ladder gezet, 314 Exo 36:29 | En zij waren van beneden als tweelingen samengevoegd, 315 Exo 36:29 | samengevoegd, zij waren ook als tweelingen aan deszelfs 316 Exo 39:5 | getweernd linnen, gelijk als de HEERE aan Mozes bevolen 317 Exo 39:6 | omvat in gouden kastjes, als zegelgravering gegraveerd, 318 Exo 39:21 | afgescheiden wierd, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden 319 Exo 39:23 | was in deszelfs midden, als het gat eens pantsiers; 320 Exo 39:26 | rondom; om te dienen, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden 321 Exo 39:29 | geborduurd werk, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden 322 Exo 39:31 | boven te hechten, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden 323 Exo 39:43 | hadden het gemaakt, gelijk als de HEERE geboden had; alzo 324 Exo 40:15 | zult hen zalven, gelijk als gij hun vader zult gezalfd 325 Exo 40:19 | tent daar bovenop, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden 326 Exo 40:21 | ark der getuigenis, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden 327 Exo 40:23 | aangezicht des HEEREN, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden 328 Exo 40:25 | aangezicht des HEEREN, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden 329 Exo 40:27 | welriekende specerijen, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden 330 Exo 40:32 | 32 Als zij ingingen tot de tent 331 Exo 40:32 | tent der samenkomst, en als zij tot het altaar naderden, 332 Exo 40:32 | wiesen zij zich, gelijk als de HEERE aan Mozes geboden 333 Exo 40:36 | 36 Als nu de wolk opgeheven werd 334 Exo 40:37 | 37 Maar als de wolk niet opgeheven werd, 335 Lev 1:2 | Israels, en zeg tot hen: Als een mens uit u den HEERE 336 Lev 2:1 | 1 Als nu een ziel een offerande 337 Lev 2:4 | 4 En als gij offeren zult een offerande 338 Lev 4:2 | kinderen Israels, zeggende: Als een ziel zal gezondigd hebben, 339 Lev 4:10 | 10 Gelijk als het van den os des dankoffers 340 Lev 4:20 | zal dezen var doen, gelijk als hij den var des zondoffers 341 Lev 4:21 | zal hem verbranden, gelijk als hij den eersten var verbrand 342 Lev 4:22 | 22 Als een overste zal gezondigd 343 Lev 4:31 | zal hij afnemen, gelijk als het vet van het dankoffer 344 Lev 4:35 | zal hij afnemen, gelijk als het vet van het lam des 345 Lev 5:1 | 1 Als nu een mens zal gezondigd 346 Lev 5:3 | 3 Of als hij zal aangeroerd hebben 347 Lev 5:4 | 4 Of als een mens zal gezworen hebben, 348 Lev 5:5 | Het zal dan geschieden, als hij aan een van die schuldig 349 Lev 5:7 | zoveel niet bereiken kan, als genoeg is tot een stuk klein 350 Lev 5:15 | 15 Als een mens door overtreding 351 Lev 6:2 | 2 Als een mens gezondigd, en tegen 352 Lev 6:10 | aantrekken, en zal de as opnemen, als het vuur het brandoffer 353 Lev 6:20 | offeren zullen, ten dage als hij zal gezalfd worden: 354 Lev 7:10 | Aaron zijn, voor den enen als voor den anderen. ~ 355 Lev 7:16 | offer is, dat zal ten dage als hij zijn offer offeren zal, 356 Lev 7:20 | 20 Doch als een ziel het vlees van het 357 Lev 7:21 | onreins zal aangeroerd hebben, als de onreinigheid des mensen, 358 Lev 7:35 | vuurofferen des HEEREN; ten dage als Hij hen deed naderen, om 359 Lev 7:36 | geboden heeft, ten dage als Hij hen zalfde; het zij 360 Lev 7:38 | geboden heeft, ten dage als Hij den kinderen Israels 361 Lev 8:4 | 4 Mozes nu deed, gelijk als de HEERE hem geboden had; 362 Lev 8:9 | kroon der heiligheid, gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~ 363 Lev 8:13 | bond hun mutsen op, gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~ 364 Lev 8:17 | met vuur verbrand, gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~ 365 Lev 8:21 | was het den HEERE, gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~ 366 Lev 8:29 | ram des vuloffers, gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~ 367 Lev 8:31 | des vuloffers is; gelijk als ik geboden heb, zeggende: 368 Lev 9:7 | verzoening voor hen, gelijk als de HEERE geboden heeft. ~ 369 Lev 9:10 | altaar aangestoken, gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~ 370 Lev 9:21 | aangezicht des HEEREN, gelijk als Mozes geboden had. ~ 371 Lev 9:24 | brandoffer, en het vet. Als het ganse volk dit zag, 372 Lev 10:5 | buiten het leger, gelijk als Mozes gesproken had. ~ 373 Lev 10:9 | gij, noch uw zonen met u, als gij gaan zult in de tent 374 Lev 10:15 | inzetting zijn zal, gelijk als de HEERE geboden heeft. ~ 375 Lev 10:18 | in het heiligdom, gelijk als ik geboden heb. ~ 376 Lev 10:20 | 20 Als Mozes dit hoorde, zo was 377 Lev 11:31 | die zal aangeroerd hebben, als zij dood zijn, zal onrein 378 Lev 11:32 | van dezelve vallen zal, als zij dood zijn, zal onrein 379 Lev 11:38 | 38 Maar als water op het zaad gedaan 380 Lev 12:6 | 6En als de dagen harer reiniging 381 Lev 13:2 | 2 Een mens, als in het vel zijns vleses 382 Lev 13:3 | de plaag der melaatsheid; als de priester hem bezien zal 383 Lev 13:15 | 15 Als dan de priester dat levende 384 Lev 13:16 | 16 Of als dat levende vlees verkeert, 385 Lev 13:17 | 17 Als de priester hem bezien zal 386 Lev 13:18 | 18 Het vlees ook, als in deszelfs vel een zweer 387 Lev 13:29 | 29 Verder, als in een man of vrouw een 388 Lev 13:31 | 31 Maar als de priester de plaag der 389 Lev 13:38 | 38 Verder als een man, of vrouw, aan het 390 Lev 13:40 | 40 En als een man zijn hoofdhaar zal 391 Lev 13:43 | 43 Als de priester hem zal bezien 392 Lev 13:47 | 47 Verder als aan een kleed de plaag der 393 Lev 13:55 | 55 Als de priester, nadat het gewassen 394 Lev 13:58 | gij gewassen zult hebben, als de plaag daarvan geweken 395 Lev 14:3 | zal buiten het leger gaan; als de priester merken zal, 396 Lev 14:34 | 34 Als gij zult gekomen zijn in 397 Lev 14:37 | 37 Als hij die plaag bezien zal, 398 Lev 14:44 | Zo zal de priester komen; als hij nu zal merken, dat, 399 Lev 14:46 | huis gaat te enigen dage, als men hetzelve zal toegesloten 400 Lev 14:48 | 48 Maar als de priester zal weder ingegaan 401 Lev 15:2 | tot hen: Een ieder man, als hij vloeiende zal zijn uit 402 Lev 15:8 | 8 Als ook hij, die den vloed heeft, 403 Lev 15:13 | 13 Als hij nu, die den vloed heeft, 404 Lev 15:16 | 16 Verder een man, als van hem het zaad des bijliggens 405 Lev 15:18 | 18 Mitsgaders de vrouw, als een man met het zaad des 406 Lev 15:19 | 19 Maar als een vrouw vloeiende zijn 407 Lev 15:23 | het tuig, waarop zij zat, als hij dat aanroerde, hij zal 408 Lev 15:25 | vloed harer onreinigheid, als in de dagen harer afzondering 409 Lev 15:26 | zal hebben, zal haar zijn als het leger harer afzondering; 410 Lev 15:28 | 28 Maar als zij van haar vloed rein 411 Lev 15:31 | onreinigheid niet sterven, als zij Mijn tabernakel, die 412 Lev 16:1 | van Aaron gestorven waren, als zij genaderd waren voor 413 Lev 16:4 | zijn vlees met water baden, als hij ze zal aandoen. ~ 414 Lev 16:10 | verzoening te doen; opdat men hem als een weggaanden bok naar 415 Lev 16:15 | zijn bloed doen, gelijk als hij met het bloed van den 416 Lev 16:17 | tent der samenkomst zijn, als hij zal ingaan, om in het 417 Lev 16:20 | 20 Als hij nu zal geeindigd hebben 418 Lev 16:23 | die hij aangedaan had, als hij in het heilige ging, 419 Lev 16:29 | die in het midden van u als vreemdeling verkeert. ~ 420 Lev 16:32 | zal de verzoening doen, als hij de linnen klederen, 421 Lev 16:34 | doen. En men deed, gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~ 422 Lev 17:8 | die in het midden van hen als vreemdelingen verkeren, 423 Lev 17:10 | die in het midden van hen als vreemdelingen verkeren, 424 Lev 17:12 | noch de vreemdeling, die als vreemdeling in het midden 425 Lev 17:13 | van de vreemdelingen, die als vreemdelingen in het midden 426 Lev 18:26 | die in het midden van u als vreemdeling verkeert. ~ 427 Lev 18:28 | dat land niet uitspuwe, als gij hetzelve zult verontreinigd 428 Lev 18:28 | verontreinigd hebben; gelijk als het het volk, dat voor u 429 Lev 19:9 | 9 Als gij ook den oogst uws lands 430 Lev 19:16 | 16 Gij zult niet wandelen als een achterklapper onder 431 Lev 19:18 | zult uw naaste liefhebben als uzelven; Ik ben de HEERE! ~ 432 Lev 19:23 | 23 Als gij ook in dat land gekomen 433 Lev 19:33 | vreemdeling bij u in uw land als vreemdeling verkeren zal, 434 Lev 19:34 | 34 De vreemdeling, die als vreemdeling bij u verkeert, 435 Lev 19:34 | verkeert, zal onder u zijn als een inboorling van ulieden; 436 Lev 19:34 | gij zult hem liefhebben als uzelven; want gij zijt vreemdeling 437 Lev 20:2 | vreemdelingen, die in Israel als vreemdelingen verkeren, 438 Lev 20:4 | verbergen zal van dien man, als hij van zijn zaad den Molech 439 Lev 20:9 | 9 Als er iemand is, die zijn vader 440 Lev 20:12 | 12 Insgelijks, als de man bij de vrouw zijns 441 Lev 20:15 | 15 Daartoe als een man bij enig vee zal 442 Lev 20:17 | 17 En als een man zijn zuster, de 443 Lev 20:18 | 18 En als een man bij een vrouw, die 444 Lev 20:20 | 20 Als ook een man bij zijn moei 445 Lev 20:27 | 27 Als nu een man en vrouw in zich 446 Lev 21:9 | 9 Als nu de dochter van enigen 447 Lev 22:3 | HEERE heiligen, naderen zal, als zijn onreinigheid op hem 448 Lev 22:7 | 7 Als de zon zal ondergegaan zijn, 449 Lev 22:9 | dragen en daarin sterven, als zij die ontheiligd zouden 450 Lev 22:12 | 12 Maar als des priesters dochter een 451 Lev 22:13 | 13 Doch als des priesters dochter een 452 Lev 22:13 | en tot haars vaders huis, als in haar jonkheid, zal wedergekeerd 453 Lev 22:16 | ongerechtigheid der schuld, als zij hun heilige dingen zouden 454 Lev 22:21 | 21 En als iemand een dankoffer den 455 Lev 22:29 | 29 En als gij een lofoffer den HEERE 456 Lev 22:41 | Israels, en zeg tot hen: Als gij in het land zult gekomen 457 Lev 22:43 | Gij zult ook op den dag, als gij die garf bewegen zult, 458 Lev 22:53 | 22 Als gij nu den oogst uws lands 459 Lev 22:70 | dag der zevenden maand, als gij het inkomen des lands 460 Lev 22:74 | loofhutten heb doen wonen, als Ik hen uit Egypteland uitgevoerd 461 Lev 23:15 | spreken, zeggende: Een ieder, als hij zijn God gevloekt zal 462 Lev 23:16 | zijn, gelijk de inboorling, als hij den NAAM zal gelasterd 463 Lev 23:17 | 17 En als iemand enige ziel des mensen 464 Lev 23:19 | 19 Als ook iemand aan zijn naaste 465 Lev 23:19 | aangebracht hebben; gelijk als hij gedaan heeft, zo zal 466 Lev 23:20 | tand voor tand; gelijk als hij een gebrek een mens 467 Lev 23:22 | zal de vreemdeling zijn, als de inboorling; want Ik ben 468 Lev 23:23 | kinderen Israels deden, gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~ 469 Lev 24:6 | voor uw bijwoner, die bij u als vreemdelingen verkeren; ~ 470 Lev 24:20 | 20 En als gij zoudt zeggen: Wat zullen 471 Lev 24:31 | geen muur hebben, zullen als het veld des lands gerekend 472 Lev 24:33 | 33 En als men onder de Levieten lossing 473 Lev 24:35 | 35 En als uw broeder zal verarmd zijn, 474 Lev 24:40 | 40 Als een dagloner, als een bijwoner 475 Lev 24:40 | 40 Als een dagloner, als een bijwoner zal hij bij 476 Lev 24:45 | der bijwoners, die bij u als vreemdelingen verkeren, 477 Lev 24:53 | 53 Als een dagloner zal hij van 478 Lev 25:17 | hebben, en gij zult vlieden, als u iemand vervolgt. ~ 479 Lev 25:19 | verbreken, en zal uw hemel als ijzer maken, en uw aarde 480 Lev 25:19 | ijzer maken, en uw aarde als koper. ~ 481 Lev 25:26 | 26 Als Ik u den staf des broods 482 Lev 25:27 | 27 Als gij ook hierom Mij niet 483 Lev 25:35 | rustte in uw sabbatten, als gij daarin woondet. ~ 484 Lev 25:37 | zullen de een op den ander als voor het zwaard vallen, 485 Lev 25:43 | 43 Als het land om hunnentwil zal 486 Lev 25:44 | hierenboven is dit ook; als zij in het land hunner vijanden 487 Lev 26:3 | 3 Als uw schatting eens mans zal 488 Lev 26:14 | goed of kwaad is; gelijk als de priester dat geschat 489 Lev 26:21 | zal den HEERE heilig zijn, als een verbannen akker; de 490 Num 1:19 | 19 Gelijk als de HEERE Mozes geboden had, 491 Num 1:51 | 51 En als de tabernakel zal optrekken, 492 Num 2:17 | midden van de legers; gelijk als zij zich legeren zullen, 493 Num 2:33 | zonen van Israel, gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~ 494 Num 3:1 | Aaron en Mozes; ten dage als de HEERE met Mozes gesproken 495 Num 3:4 | het aangezicht des HEEREN, als zij vreemd vuur voor het 496 Num 3:42 | Mozes dan telde, gelijk als de HEERE hem geboden had, 497 Num 3:51 | bevel des HEEREN, gelijk als de HEERE Mozes geboden had. ~  ~  ~  ~ 498 Num 4:15 | 15 Als nu Aaron en zijn zonen, 499 Num 4:19 | zij leven en niet sterven, als zij tot de heiligheid der 500 Num 4:20 | niet inkomen om te zien, als men het heiligdom inwindt,


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4462

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License