Book Chapter: Verse
1 Gen 35:24 | geschiedde omtrent na drie maanden, dat men Juda te kennen
2 Exo 2:2 | zo verborg zij hem drie maanden. ~
3 Exo 12:2 | zal ulieden het hoofd der maanden zijn; zij zal u de eerste
4 Exo 12:2 | zij zal u de eerste van de maanden des jaars zijn. ~
5 Num 10:10 | en in de beginselen uwer maanden, zult gij ook met de trompetten
6 Num 28:11 | En in de beginselen uwer maanden zult gij een brandoffer
7 Num 28:14 | maan in elke maand, naar de maanden des jaars. ~
8 Ric 10:37 | mij geschieden: Laat twee maanden van mij af, dat ik heenga,
9 Ric 10:38 | heen; en hij liet haar twee maanden gaan. Toen ging zij heen
10 Ric 10:39 | geschiedde ten einde van twee maanden dat zij tot haar vader wederkwam,
11 Ric 18:2 | enige dagen, te weten vier maanden. ~
12 Ric 19:47 | rotssteen van Rimmon, vier maanden. ~
13 1Sa 6:1 | de ark des HEEREN zeven maanden in het land der Filistijnen
14 1Sa 27:7 | woonde, was een jaar en vier maanden. ~
15 2Sa 2:11 | Juda, is zeven jaren en zes maanden. ~
16 2Sa 5:5 | Juda zeven jaren en zes maanden; en te Jeruzalem regeerde
17 2Sa 6:11 | Obed-Edom, den Gethiet, drie maanden; en de HEERE zegende Obed-Edom
18 2Sa 24:8 | en ten einde van negen maanden en twintig dagen kwamen
19 2Sa 24:13 | komen? Of wilt gij drie maanden vlieden voor het aangezicht
20 1Kon 5:14| zij op den Libanon; twee maanden elk in zijn huis; en Adoniram
21 1Kon 11:16| Want Joab bleef aldaar zes maanden, met het ganse Israel, totdat
22 2Kon 16:8 | over Israel te Samaria, zes maanden. ~
23 2Kon 25:31| werd, en hij regeerde drie maanden te Jeruzalem; en de naam
24 2Kon 26:8 | koning werd, en regeerde drie maanden te Jeruzalem; en de naam
25 1Kro 3:4 | daar zeven jaren en zes maanden; en drie en dertig jaren
26 1Kro 13:14| Obed-Edom, in zijn huis, drie maanden; en de HEERE zegende het
27 1Kro 22:12| drie jaren honger, of drie maanden verteerd te worden voor
28 1Kro 24:31| sabbatten, op de nieuwe maanden, en op de gezette hoogtijden
29 1Kro 28:1 | maand tot maand in al de maanden des jaars; elke verdeling
30 2Kro 2:4 | sabbatten, en op de nieuwe maanden, en op de gezette hoogtijden
31 2Kro 9:13| sabbatten, en op de nieuwe maanden, en op de gezette hoogtijden,
32 2Kro 31:3 | sabbatten, en der nieuwe maanden, en der gezette hoogtijden;
33 2Kro 37:2 | werd, en hij regeerde drie maanden te Jeruzalem. ~
34 2Kro 37:9 | koning werd, en regeerde drie maanden en tien dagen te Jeruzalem,
35 Ezra 3:5 | brandoffer, en van de nieuwe maanden, en van alle gezette hoogtijden
36 Neh 10:33 | der sabbatten, der nieuwe maanden, tot de gezette hoogtijden,
37 Est 6:1 | komen, nadat haar twaalf maanden lang naar de wet der vrouwen
38 Est 6:1 | harer versieringen, zes maanden met mirre-olie, en zes maanden
39 Est 6:1 | maanden met mirre-olie, en zes maanden met specerijen, en met andere
40 Job 3:6 | dat hij in het getal der maanden niet kome! ~
41 Job 7:3 | 3 Alzo zijn mij maanden der ijdelheid ten erve geworden,
42 Job 14:5 | bestemd zijn, het getal zijner maanden bij U is, en Gij zijn bepalingen
43 Job 21:21 | hebben, als het getal zijner maanden afgesneden is? ~
44 Job 29:2 | ware, gelijk in de vorige maanden, gelijk in de dagen, toen
45 Job 38:5 | 5 Zult gij de maanden tellen, die zij vervullen,
46 Jes 1:13 | Mij een gruwel; de nieuwe maanden, en sabbatten, en het bijeenroepen
47 Jes 1:14 | 14 Uw nieuwe maanden en uw gezette hoogtijden
48 Eze 39:12 | land te reinigen, zeven maanden lang. ~
49 Eze 39:14 | reinigen; ten einde van zeven maanden zullen zij onderzoek doen. ~
50 Eze 45:17 | feesten, en op de nieuwe maanden, en op de sabbatten, op
51 Eze 47:12 | daarvan vergaan; in zijn maanden zal het nieuwe vruchten
52 Dan 4:29 | op het einde van twaalf maanden, toen hij op het koninklijk
53 Hos 2:10 | haar feesten, haar nieuwe maanden, en haar sabbatten, ja,
54 Amos 4:7 | geweerd, als er nog drie maanden waren tot den oogst, en
55 Luk 1:24 | en zij verborg zich vijf maanden, zeggende: ~
56 Luk 1:56 | bleef bij haar omtrent drie maanden, en keerde weder tot haar
57 Luk 4:25 | hemel drie jaren en zes maanden gesloten was, zodat er grote
58 Joha 4:35| niet: Het zijn nog vier maanden, en dan komt de oogst? Ziet,
59 Hand 12:11| zich aldaar een jaar en zes maanden, lerende onder hen het Woord
60 Hand 13:8 | sprak vrijmoediglijk, drie maanden lang met hen handelende,
61 Hand 14:3 | 3 En als hij aldaar drie maanden overgebracht had, en hem
62 Hand 22:11| 11 En na drie maanden voeren wij af in een schip
63 Gal 4:10 | Gij onderhoudt dagen, en maanden, en tijden, en jaren. ~
64 Heb 11:23 | toen hij geboren was, drie maanden lang van zijn ouders verborgen,
65 Jako 5:17| aarde in drie jaren en zes maanden. ~
66 Open 9:5 | hen gepijnigd worden vijf maanden; en hun pijniging was als
67 Open 9:10| mensen te beschadigen vijf maanden.
68 Open 11:2 | vertreden twee en veertig maanden. ~
69 Open 13:5 | te doen, twee en veertig maanden. ~
|