Book Chapter: Verse
1 Gen 34:22 | bloed; werpt hem in dezen kuil die in de woestijn is, en
2 Gen 34:24 | hem, en wierpen hem in den kuil; doch de kuil was ledig;
3 Gen 34:24 | hem in den kuil; doch de kuil was ledig; er was geen water
4 Gen 34:28 | hieven zij Jozef op uit den kuil, en verkochten Jozef aan
5 Gen 34:29 | 29 Als nu Ruben tot den kuil wederkeerde, ziet, zo was
6 Gen 34:29 | zo was Jozef niet in den kuil; toen scheurde hij zijn
7 Gen 36:38 | gedaan, dat zij mij in dezen kuil gezet hebben. ~
8 Gen 37:14 | deden hem haastelijk uit den kuil komen; en men schoor hem,
9 Exo 21:33 | 33 En wanneer iemand een kuil opent, of wanneer iemand
10 Exo 21:33 | opent, of wanneer iemand een kuil graaft, en hij dekt hem
11 2Sa 18:17 | het woud, in een groten kuil, en stelden op hem een zeer
12 2Sa 23:20 | leeuw in het midden van een kuil in den sneeuwtijd. ~
13 Job 38:2 | nederbukken in de holen, en in den kuil zitten, ter loering? ~
14 Psa 7:16 | 16 Hij heeft een kuil gedolven, en dien uitgegraven,
15 Psa 28:1 | worde metdegenen, die in den kuil nederdalen. ~
16 Psa 30:4 | behouden, dat ik in den kuil niet ben nedergedaald. ~
17 Psa 41:3 | heeft mij uit een ruisenden kuil, uit modderig slijk opgehaald,
18 Psa 57:7 | nedergebukt; zij hebben een kuil voor mijn aangezicht gegraven;
19 Psa 88:5 | gerekend met degenen, die in de kuil nederdalen; ik ben geworden
20 Psa 88:7 | hebt mij in den ondersten kuil gelegd, in duisternissen,
21 Psa 94:13 | de kwade dagen; totdat de kuil voor den goddeloze gegraven
22 Psa 143:7 | worden dengenen, die in den kuil dalen. ~
23 Spre 1:12| en al, gelijk die in den kuil nederdalen; ~
24 Spre 26:27| 27 Die een kuil graaft, zal er in vallen,
25 Spre 28:17| ener ziel, zal naar den kuil toevlieden; men ondersteune
26 Pred 10:8 | 8 Wie een kuil graaft, zal daarin vallen;
27 Jes 11:8 | zijn hand uitsteken in de kuil van den basilisk. ~
28 Jes 14:15 | worden, aan de zijden van den kuil! ~
29 Jes 24:17 | 17 De vrees, en de kuil, en de strik over u, o inwoners
30 Jes 24:18 | vlieden zal, die zal in den kuil vallen; en die uit den kuil
31 Jes 24:18 | kuil vallen; en die uit den kuil opklimt, die zal in den
32 Jes 38:18 | niet prijzen; die in den kuil nederdalen, zullen op Uw
33 Jes 51:14 | worden; en hij zal in den kuil niet sterven, en zijn brood
34 Jer 18:20 | zij hebben mijn ziel een kuil gegraven; gedenk, dat ik
35 Jer 18:22 | brengen; dewijl zij een kuil gegraven hebben om mij te
36 Jer 38:6 | Jeremia en wierpen hem in den kuil van Malchia, den zoon van
37 Jer 38:6 | Jeremia af met zelen; in den kuil nu was geen water,
38 Jer 38:7 | dat zij Jeremia in den kuil gedaan hadden (de koning
39 Jer 38:9 | Jeremia, dien zij in den kuil geworpen hebben; daar hij
40 Jer 38:10 | profeet Jeremia op uit den kuil, eer dat hij sterft. ~
41 Jer 38:11 | zelen af tot Jeremia in den kuil. ~
42 Jer 38:13 | en haalden hem op uit de kuil; en Jeremia bleef in het
43 Jer 41:9 | 9 De kuil nu, waarin Ismael al de
44 Jer 48:43 | 43 De vreze, en de kuil, en de strik, over u, gij
45 Jer 48:44 | vreze ontvliedt, zal in den kuil vallen, en die uit den kuil
46 Jer 48:44 | kuil vallen, en die uit den kuil opkomt, zal in den strik
47 Klaa 1:91| Pe. De vreze en de kuil zijn over ons gekomen, de
48 Klaa 1:97| hebben mijn leven in een kuil uitgeroeid, en zij hebben
49 Klaa 1:99| aangeroepen uit den ondersten kuil. ~
50 Eze 26:20 | nederdalen met degenen die in den kuil nederdalen tot het oude
51 Eze 26:20 | met degenen, die in den kuil nederdalen, opdat gij niet
52 Eze 31:14 | tot degenen, die in den kuil nederdalen. ~
53 Eze 31:16 | met degenen, die in den kuil nederdalen; en alle bomen
54 Eze 32:18 | degenen, die in den kuil zijn nedergedaald. ~
55 Eze 32:24 | met degenen, die in den kuil zijn nedergedaald. ~
56 Eze 32:25 | met degenen, die in den kuil zijn nedergedaald; hij is
57 Eze 32:29 | degenen, die in den kuil zijn nedergedaald. ~
58 Eze 32:30 | met degenen, die in den kuil zijn nedergedaald. ~
59 Dan 6:8 | o koning! die zal in den kuil der leeuwen geworpen worden. ~
60 Dan 6:13 | van u, o koning! in den kuil der leeuwen zou geworpen
61 Dan 6:17 | voor, en wierpen hem in den kuil der leeuwen; en de koning
62 Dan 6:20 | met haast henen tot den kuil der leeuwen. ~
63 Dan 6:21 | Als hij nu tot den kuil genaderd was, riep hij tot
64 Dan 6:24 | dat men Daniel uit den kuil trekken zou. Toen Daniel
65 Dan 6:24 | zou. Toen Daniel uit den kuil opgetrokken was, zo werd
66 Dan 6:25 | hadden, en zij wierpen in den kuil der leeuwen hen, hun kinderen,
67 Zac 9:11 | Ik uw gebondenen uit den kuil, daar geen water in is,
68 Mark 11:17| Maar gij hebt dat tot een kuil der moordenaren gemaakt. ~
69 Luk 19:46 | maar gij hebt dat tot een kuil der moordenaren gemaakt. ~
|