Book Chapter: Verse
1 Gen 1:20 | van levende zielen; en het gevogelte vliege boven de aarde, in
2 Gen 1:21 | aard; en alle gevleugeld gevogelte naar zijn aard. En God zag,
3 Gen 1:22 | wateren in de zeeen; en het gevogelte vermenigvuldige op de aarde! ~
4 Gen 1:26 | vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over het
5 Gen 1:28 | vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over al het
6 Gen 1:30 | der aarde, en aan al het gevogelte des hemels, en aan al het
7 Gen 2:19 | gedierte des velds, en al het gevogelte des hemels gemaakt had,
8 Gen 2:20 | van al het vee, en van het gevogelte des hemels, en van al het
9 Gen 6:7 | kruipend gedierte, en tot het gevogelte des hemels toe; want het
10 Gen 6:20 | 20 Van het gevogelte naar zijn aard, en van het
11 Gen 7:3 | 3 Ook van het gevogelte des hemels zeven en zeven,
12 Gen 7:8 | niet rein was, en van het gevogelte, en al wat op den aardbodem
13 Gen 7:14 | naar zijn aard, en al het gevogelte naar zijn aard, alle vogeltjes
14 Gen 7:21 | gaf den geest, van het gevogelte, en van het vee, en van
15 Gen 7:23 | kruipend gedierte, en tot het gevogelte des hemels, en zij werden
16 Gen 8:17 | is, van alle vlees, aan gevogelte, en aan vee, en aan al het
17 Gen 8:19 | het kruipende, en al het gevogelte, al wat zich op de aarde
18 Gen 8:20 | vee, en van al het rein gevogelte, en offerde brandofferen
19 Gen 9:2 | der aarde, en over al het gevogelte des hemels; in al wat zich
20 Gen 9:10 | ziel, die met u is, van het gevogelte, van het vee, en van alle
21 Gen 14:34 | het andere over; maar het gevogelte deelde hij niet. ~
22 Gen 14:35 | 11 En het wild gevogelte kwam neder op het aas; maar
23 Gen 36:40 | die bakkerswerk is; en het gevogelte at dezelve uit de korf,
24 Gen 36:42 | een hout hangen, en het gevogelte zal uw vlees van boven u
25 Lev 1:14 | HEERE een brandoffer van gevogelte is, zo zal hij zijn offerande
26 Lev 7:26 | bloed eten, hetzij van het gevogelte, of van het vee. ~
27 Lev 11:13 | 13 En van het gevogelte zult gij deze verfoeien,
28 Lev 11:20 | 20 Alle kruipend gevogelte, dat op vier voeten gaat,
29 Lev 11:21 | eten van al het kruipend gevogelte, dat op vier voeten gaat,
30 Lev 11:23 | 23 En alle kruipend gevogelte, dat vier voeten heeft,
31 Lev 11:46 | van de beesten, en van het gevogelte, en van alle levende ziel,
32 Lev 17:13 | die enig wild gedierte, of gevogelte, dat gegeten wordt, in de
33 Lev 20:25 | tussen het onreine en reine gevogelte; en gij zult uw zielen niet
34 Lev 20:25 | aan de beesten en aan het gevogelte, en aan al wat op den aardbodem
35 Deu 14:19 | 19 Ook al het kruipend gevogelte zal ulieden onrein zijn;
36 Deu 14:20 | 20 Al het rein gevogelte zult gij eten. ~
37 Deu 28:26 | dood lichaam zal aan alle gevogelte des hemels, en aan de beesten
38 2Sa 21:10 | den hemel; en zij liet het gevogelte des hemels op hen niet rusten
39 1Kon 4:33| van het vee, en van het gevogelte, en van de kruipende dieren,
40 Job 12:7 | zal het u leren; en het gevogelte des hemels, dat zal het
41 Job 28:21 | aller levenden, en voor het gevogelte des hemels is zij verborgen. ~
42 Job 35:11 | ons wijzer maakt dan het gevogelte des hemels? ~
43 Psa 8:9 | 9 Het gevogelte des hemels, en de vissen
44 Psa 50:11 | 11 Ik ken al het gevogelte der bergen, en het wild
45 Psa 78:27 | als stof, en gevleugeld gevogelte als zand der zeeen; ~
46 Psa 79:2 | lichamen Uwer knechten aan het gevogelte des hemels tot spijs gegeven;
47 Psa 104:12 | 12 Bij dezelve woont het gevogelte des hemels, een stem gevende
48 Psa 148:10 | kruipend gedierte en gevleugeld gevogelte! ~
49 Spre 1:17| voor de ogen van allerlei gevogelte; ~
50 Pred 10:20| uwer slaapkamer; want het gevogelte des hemels zou de stem wegvoeren,
51 Jer 5:27 | Gelijk een kouw vol is van gevogelte, alzo zijn hun huizen vol
52 Jer 7:33 | lichamen dezes volks zullen het gevogelte des hemels, en het gedierte
53 Jer 12:4 | vergaan de beesten en het gevogelte; dewijl zij zeggen:
54 Jer 15:3 | om te slepen; en met het gevogelte des hemels, en met
55 Jer 16:4 | dode lichamen zullen het gevogelte des hemels en het gedierte
56 Jer 19:7 | zal hun dode lichamen het gevogelte des hemels en het gedierte
57 Jer 34:20 | dode lichamen zullen het gevogelte des hemels en het gedierte
58 Eze 17:23 | hem wonen zal alle gevogelte van allerlei vleugel; in
59 Eze 29:5 | der aarde en aan het gevogelte des hemels heb Ik u ter
60 Eze 32:4 | open veld; en Ik zal al het gevogelte des hemels op u doen wonen,
61 Eze 38:20 | de vissen der zee, en het gevogelte des hemels, en het gedierte
62 Eze 39:4 | de roofvogelen, aan het gevogelte van allen vleugel, en aan
63 Eze 39:17 | Heere HEERE: Zeg tot het gevogelte van allen vleugel, en tot
64 Eze 44:31 | wat verscheurd is van het gevogelte, of van het vee, zullen
65 Hos 2:17 | gedierte des velds, en met het gevogelte des hemels, en het kruipend
66 Hos 4:3 | gedierte des velds, en met het gevogelte des hemels; ja, ook de vissen
67 Rom 1:23 | verderfelijk mens, en van gevogelte, en van viervoetige en kruipende
68 Open 18:2 | alle onrein en hatelijk gevogelte; ~
|