Book Chapter: Verse
1 Exo 25:32 | zes rieten zullen uit zijn zijden uitgaan; drie rieten des
2 Exo 25:37 | en doen lichten aan zijn zijden. ~
3 Exo 26:13 | tent, zal overhangen aan de zijden des tabernakels, aan deze
4 Exo 26:23 | tabernakels, aan de beide zijden. ~
5 Exo 26:27 | tabernakels, aan de beide zijden westwaarts. ~
6 Exo 27:7 | handbomen zijn aan beide zijden des altaars, als men het
7 Exo 30:4 | zijn krans; aan zijn twee zijden zult gij dezelve maken,
8 Exo 30:4 | dezelve maken, aan zijn beide zijden; en zij zullen zijn tot
9 Exo 32:15 | tafelen waren op haar beide zijden beschreven, zij waren op
10 Exo 33:15 | tafelen waren op haar beide zijden beschreven, zij waren op
11 Exo 36:28 | tabernakels, aan de beide zijden. ~
12 Exo 36:32 | tabernakels, aan de beide zijden westwaarts. ~
13 Exo 37:5 | handbomen in de ringen, aan de zijden der ark, om de ark te dragen. ~
14 Exo 37:18 | rieten nu gingen uit zijn zijden; drie rieten des kandelaars
15 Exo 37:27 | twee hoeken, aan zijn beide zijden, tot plaatsen voor de handbomen,
16 Exo 38:7 | handbomen in de ringen, aan de zijden des altaars, dat men het
17 Num 32:55 | en tot prikkelen in uw zijden, en u zullen benauwen op
18 Num 33:3 | de woestijn Zin, aan de zijden van Edom; en de zuider landpale
19 Joz 24:13 | en tot een gesel aan uw zijden, en tot doornen in uw ogen,
20 Ric 2:3 | maar zij zullen u aan de zijden zijn, en hun goden zullen
21 Ric 4:54 | verscheiden verf aan beide zijden gestikt, voor de buithalzen? ~
22 Ric 18:1 | verkerende als vreemdeling aan de zijden van het gebergte van Efraim,
23 Ric 18:18 | Bethlehem-Juda tot aan de zijden van het gebergte van Efraim,
24 1Sa 24:4 | zijn mannen zaten aan de zijden der spelonken. ~
25 1Kon 4:24| hij had vrede van al zijn zijden rondom. ~
26 1Kon 6:16| met cederen planken aan de zijden van het huis, van den vloer
27 1Kon 6:34| van dennenhout; de twee zijden der ene deur waren omdraaiende;
28 1Kon 6:34| waren de twee gegraveerde zijden der andere deur omdraaiende. ~
29 1Kon 10:19| achteren rond, en aan beide zijden waren leuningen tot de zitplaats
30 1Kon 10:20| de zes trappen aan beide zijden, desgelijks is in geen koninkrijken
31 2Kon 21:23| de hoogten der bergen, de zijden van den Libanon; en ik zal
32 1Kro 7:29| 29 En aan de zijden der kinderen van Manasse
33 2Kro 10:18| en leuningen aan beide zijden, tot de zitplaats toe; en
34 2Kro 10:19| leeuwen stonden daar aan beide zijden, op de zes trappen; desgelijks
35 Job 1:14 | ezelinnen weidende aan hun zijden. ~
36 Psa 48:3 | is de berg Sion, aan de zijden van het noorden; de stad
37 Psa 91:7 | 7 Aan uw zijden zullen er duizend vallen,
38 Psa 128:3 | vruchtbare wijnstok aan de zijden van uw huis; uw kinderen
39 Jes 14:13 | berg der samenkomst aan de zijden van het noorden. ~
40 Jes 14:15 | nedergestoten worden, aan de zijden van den kuil! ~
41 Jes 37:24 | de hoogte der bergen, de zijden van Libanon; en ik
42 Jes 67:12 | zuigen; gij zult op de zijden gedragen worden, en op de
43 Jer 6:22 | zal opgewekt worden uit de zijden der aarde. ~
44 Jer 25:32 | er verwekt worden van de zijden der aarde. ~
45 Jer 31:8 | zal hen vergaderen van de zijden der aarde; onder hen zullen
46 Jer 49:32 | hunlieder verderf van al zijn zijden aanbrengen, spreekt de HEERE. ~
47 Jer 50:41 | geweldige koningen zullen van de zijden der aarde opgewekt worden. ~
48 Eze 1:8 | vleugelen, aan hun vier zijden; en die vier hadden hun
49 Eze 1:17 | zij gingen op hun vier zijden; zij keerden zich niet om,
50 Eze 10:11 | gingen deze op hun vier zijden; zij keerden zich niet om,
51 Eze 29:7 | gebroken, en spleet hun alle zijden; en als zij op u leunden,
52 Eze 29:18 | zijn kaal geworden, en alle zijden zijn uitgeplukt; en
53 Eze 32:23 | graven gesteld zijn in de zijden des kuils, en haar hoop
54 Eze 38:6 | huis van Togarma, aan de zijden van het noorden, en al zijn
55 Eze 38:15 | komen uit uw plaats, uit de zijden van het noorden, gij en
56 Eze 39:2 | slaan, en u optrekken uit de zijden van het noorden, en Ik zal
57 Eze 41:2 | deur, tien ellen, en de zijden der deur, vijf ellen van
58 Eze 41:26 | en van gene zijde, aan de zijden van het voorhuis; en aan
59 Eze 42:20 | Hij mat het aan de vier zijden; het had een muur rondom
60 Eze 43:16 | vierkant aan zijn vier zijden. ~
61 Eze 43:17 | ellen breedte, aan zijn vier zijden, en de rand rondom hetzelve,
62 Eze 46:19 | een plaats aan beide zijden, naar het westen. ~
63 Amos 6:10| tot dien, die binnen de zijden van het huis is: Zijn
64 Jona 1:5 | nedergegaan aan de zijden van het schip, en lag neder,
65 Zep 3:10 | 10 Van de zijden der rivieren der Moren zullen
66 Luk 19:43 | omsingelen, en u van alle zijden benauwen; ~
67 Hand 21:41| plaats, die de zee aan beide zijden had, zetten zij het schip
|