Book Chapter: Verse
1 Gen 19:14 | schapen en runderen, ook dienstknechten en dienstmaagden, en gaf
2 Gen 27:78 | kudden, en dienstmaagden, en dienstknechten, en kemelen, en ezelen. ~ ~
3 Lev 24:42 | 42 Want zij zijn Mijn dienstknechten, die Ik uit Egypteland uitgevoerd
4 Lev 24:55 | kinderen Israels zijn Mij tot dienstknechten; Mijn dienstknechten zijn
5 Lev 24:55 | tot dienstknechten; Mijn dienstknechten zijn zij, die Ik uit Egypteland
6 Deu 6:21 | uw zoon zeggen: Wij waren dienstknechten van Farao in Egypte; maar
7 Deu 12:12 | en uw dochteren, en uw dienstknechten, en uw dienstmaagden, en
8 Deu 28:68 | vijanden willen verkopen tot dienstknechten en tot dienstmaagden; maar
9 2Sa 6:20 | de dienstmaagden zijner dienstknechten heeft ontbloot, gelijk een
10 Neh 5:5 | zonen en onze dochteren tot dienstknechten; ja, er zijn enige van onze
11 Jes 37:24 | 24 Door middel uwer dienstknechten hebt gij den HEERE gehoond,
12 Dan 9:6 | hebben niet gehoord naar Uw dienstknechten, de profeten, die in Uw
13 Joe 2:29 | 29 Ja, ook over de dienstknechten, en over de dienstmaagden,
14 Matt 13:27| 27 En de dienstknechten van den heer des huizes
15 Matt 13:28| heeft dat gedaan. En de dienstknechten zeiden tot hem: Wilt gij
16 Matt 18:23| koning, die rekening met zijn dienstknechten houden wilde. ~
17 Matt 21:34| genaakte, zond hij zijn dienstknechten tot de landlieden, om zijn
18 Matt 21:35| landlieden, nemende zijn dienstknechten, hebben den een geslagen,
19 Matt 21:36| Wederom zond hij andere dienstknechten, meer in getal dan de eersten,
20 Matt 22:3 | 3 En zond zijn dienstknechten uit, om de genoden ter bruiloft
21 Matt 22:4 | Wederom zond hij andere dienstknechten uit, zeggende: Zegt den
22 Matt 22:6 | En de anderen grepen zijn dienstknechten, deden hun smaadheid aan,
23 Matt 22:8 | Toen zeide hij tot zijn dienstknechten: De bruiloft is wel bereid,
24 Matt 22:10| 10 En dezelve dienstknechten, uitgaande op de wegen,
25 Matt 25:14| s lands reizende, zijn dienstknechten riep, en gaf hun zijn goederen
26 Matt 25:19| kwam de heer van dezelve dienstknechten, en hield rekening met hen. ~
27 Mark 13:34| zijn huis verliet, en zijn dienstknechten macht gaf, en elk zijn werk,
28 Luk 12:37 | 37 Zalig zijn die dienstknechten, welke de heer, als hij
29 Luk 12:38 | alzo, zalig zijn dezelve dienstknechten. ~
30 Luk 15:22 | de vader zeide tot zijn dienstknechten: Brengt hier voor het beste
31 Luk 17:10 | zo zegt: Wij zijn onnutte dienstknechten; want wij hebben maar gedaan,
32 Luk 19:13 | geroepen hebbende zijn tien dienstknechten, gaf hij hun tien ponden,
33 Luk 19:15 | dat hij zeide, dat die dienstknechten tot hem zouden geroepen
34 Joha 4:51| afging, kwamen hem zijn dienstknechten tegemoet, en boodschapten,
35 Joha 15:15| 15 Ik heet u niet meer dienstknechten; want de dienstknecht weet
36 Joha 18:18| 18 En de dienstknechten en de dienaars stonden,
37 Joha 18:26| 26 Een van de dienstknechten des hogepriesters, die maagschap
38 Hand 2:18| 18 En ook op Mijn dienstknechten, en op Mijn dienstmaagden,
39 Hand 4:29| hun dreigingen, en geef Uw dienstknechten met alle vrijmoedigheid
40 Hand 10:17| zeggende: Deze mensen zijn dienstknechten Gods des Allerhoogsten,
41 Rom 6:16 | wien gij uzelven stelt tot dienstknechten ter gehoorzaamheid, gij
42 Rom 6:16 | ter gehoorzaamheid, gij dienstknechten zijt desgenen, dien gij
43 Rom 6:17 | Gode zij dank, dat gij wel dienstknechten der zonde waart, maar dat
44 Rom 6:18 | van de zonde, zijt gemaakt dienstknechten der gerechtigheid. ~
45 Rom 6:20 | 20 Want toen gij dienstknechten waart der zonde, zo waart
46 1Kor 7:23| duur gekocht, wordt geen dienstknechten der mensen. ~
47 1Kor 12:13| hetzij Grieken, hetzij dienstknechten, hetzij vrijen; en wij zijn
48 Efez 6:5 | 5 Gij dienstknechten, zijt gehoorzaam uw heren
49 Efez 6:6 | mensenbehagers, maar als dienstknechten van Christus, doende den
50 Fili 1:1 | 1 Paulus en Timotheus, dienstknechten van Jezus Christus, al den
51 Kol 3:22 | 22 Gij dienstknechten, zijt in alles gehoorzaam
52 Kol 4:1 | 1 Gij heren, doet uw dienstknechten recht en gelijk, wetende,
53 1Tim 6:1 | 1 De dienstknechten, zovelen als er onder het
54 Tit 2:9 | 9 Vermaan den dienstknechten, dat zij hun eigen heren
55 1Pet 2:16| deksel der boosheid, maar als dienstknechten van God. ~
56 2Pet 2:19| vrijheid, daar zijzelven dienstknechten zijn der verdorvenheid;
57 Open 1:1 | hem gegeven heeft, om Zijn dienstknechten te tonen de dingen, die
58 Open 2:20| zijn, laat leren, en Mijn dienstknechten verleiden, dat zij hoereren
59 Open 6:15| en de machtigen, en alle dienstknechten, en alle vrijen, verborgen
60 Open 7:3 | de bomen, totdat wij de dienstknechten onzes Gods zullen verzegeld
61 Open 10:7 | worden, gelijk Hij Zijn dienstknechten, den profeten, verkondigd
62 Open 11:18| om het loon te geven Uw dienstknechten, den profeten, en den heiligen,
63 Open 13:16| rijken en armen, en vrijen en dienstknechten, een merkteken geve aan
64 Open 19:5 | Looft onzen God, gij al Zijn dienstknechten, en gij, die Hem vreest,
65 Open 19:18| vlees van alle vrijen en dienstknechten, en kleinen en groten. ~
66 Open 22:3 | zal daarin zijn, en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen; ~
67 Open 22:6 | engel gezonden, om Zijn dienstknechten te tonen, hetgeen haast
|