1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4462
Book Chapter: Verse
1001 Rut 2:15 | 15 Als zij nu opstond, om op te
1002 Rut 3:4 | 4 En het zal geschieden, als hij nederligt, dat gij de
1003 Rut 3:7 | 7 Als nu Boaz gegeten en gedronken
1004 Rut 3:13 | u lossen, zo waarachtig als de HEERE leeft; leg u neder
1005 Rut 4:5 | Maar Boaz zeide: Ten dage, als gij het land aanvaardt van
1006 Rut 4:11 | vrouw, die in uw huis komt, als Rachel en als Lea, die beiden
1007 Rut 4:11 | huis komt, als Rachel en als Lea, die beiden het huis
1008 Rut 4:12 | 12 En uw huis zij, als het huis van Perez (die
1009 1Sa 1:4 | geschiedde op dien dag, als Elkana offerde, zo gaf hij
1010 1Sa 1:12 | 12 Het geschiedde nu, als zij evenzeer bleef biddende
1011 1Sa 1:22 | zij zeide tot haar man: Als de jongen gespeend is, dan
1012 1Sa 1:24 | 24 Daarna, als zij hem gespeend had, bracht
1013 1Sa 1:26 | mijn heer! zo waarachtig als uw ziel leeft, mijn heer!
1014 1Sa 2:16 | zeide: Zij zullen dat vet als heden ganselijk aansteken,
1015 1Sa 2:16 | neem dan voor u, gelijk als het uw ziel lusten zal;
1016 1Sa 2:19 | dien van jaar tot jaar, als zij opkwam met haar man,
1017 1Sa 2:35 | verwekken; die zal doen, gelijk als in Mijn hart en in Mijn
1018 1Sa 3:2 | geschiedde te dien dage, als Eli op zijn plaats nederlag (
1019 1Sa 3:13 | hij geweten heeft; want als zijn zonen zich hebben vervloekt
1020 1Sa 4:2 | Israel te ontmoeten; en als zich de strijd uitspreidde,
1021 1Sa 4:3 | 3 Als het volk wederom in het
1022 1Sa 4:5 | 5 En het geschiedde, als de ark des verbonds des
1023 1Sa 4:6 | 6 Als nu de Filistijnen de stem
1024 1Sa 4:9 | misschien dient, gelijk als zij ulieden gediend hebben;
1025 1Sa 4:13 | 13 En als hij kwam, ziet, zo zat Eli
1026 1Sa 4:13 | sidderende vanwege de ark Gods. Als die man kwam, om zulks te
1027 1Sa 4:14 | 14 En als Eli de stem des geroeps
1028 1Sa 4:18 | 18 En het geschiedde, als hij van de ark Gods vermeldde,
1029 1Sa 4:19 | bevrucht, zij zou baren; als deze de tijding hoorde,
1030 1Sa 5:3 | 3 Maar als die van Asdod des anderen
1031 1Sa 5:10 | Ekron; maar het geschiedde, als de ark Gods te Ekron kwam,
1032 1Sa 6:1 | 1 Als nu de ark des HEEREN zeven
1033 1Sa 6:13 | tarweoogst in het dal, en als zij hun ogen ophieven, zagen
1034 1Sa 6:13 | ark en verblijdden zich, als zij die zagen. ~
1035 1Sa 6:16 | 16 En als de vijf vorsten der Filistijnen
1036 1Sa 7:7 | Filistijnen op tegen Israel. Als de kinderen Israels dat
1037 1Sa 8:6 | kwaad in de ogen van Samuel, als zij zeiden: Geef ons een
1038 1Sa 8:9 | dan nu naar hun stem; doch als gij hen op het hoogste zult
1039 1Sa 8:21 | 21 Als Samuel al de woorden des
1040 1Sa 9:9 | een ieder aldus in Israel, als hij ging om God te vragen:
1041 1Sa 9:11 | 11 Als zij opklommen door den opgang
1042 1Sa 9:13 | daarom gaat nu op, want hem, als heden zult gij hem vinden. ~
1043 1Sa 9:24 | bestemder tijd voor u bewaard, als ik zeide: Ik heb het volk
1044 1Sa 9:27 | ging hij heen; maar sta gij als nu stil, en ik zal u Gods
1045 1Sa 10:2 | 2 Als gij heden van mij gaat,
1046 1Sa 10:3 | 3 Als gij u van daar en verder
1047 1Sa 10:5 | en het zal geschieden, als gij aldaar in de stad komt,
1048 1Sa 10:7 | 7 En het zal geschieden, als u deze tekenen zullen komen,
1049 1Sa 10:11 | 11 En het geschiedde, als een iegelijk, die hem van
1050 1Sa 10:27 | geen geschenk. Doch hij was als doof. ~ ~ ~
1051 1Sa 11:4 | 4 Als de boden te Gibea-Sauls
1052 1Sa 11:6 | Gods vaardig over Saul, als hij deze woorden hoorde;
1053 1Sa 11:7 | volk, en zij gingen uit als een enig man. ~
1054 1Sa 11:9 | u verlossing geschieden, als de zon heet worden zal.
1055 1Sa 11:9 | de zon heet worden zal. Als de boden kwamen, en verkondigden
1056 1Sa 12:12 | 12 Als gij nu zaagt, dat Nahas,
1057 1Sa 12:14 | zult gijlieden, zowel gij als de koning, die over u regeren
1058 1Sa 12:15 | des HEEREN, tegen u zijn, als tegen uw vaders. ~
1059 1Sa 12:25 | doet, zo zult gijlieden, als ook uw koning, omkomen. ~ ~
1060 1Sa 13:5 | ruiters, en volk in menigte als het zand, dat aan den oever
1061 1Sa 13:8 | dien Samuel bestemd had. Als Samuel te Gilgal niet opkwam,
1062 1Sa 14:16 | 16 Als nu de wachters van Saul
1063 1Sa 14:21 | Hebreen bij de Filistijnen, als eertijds, die met hen in
1064 1Sa 14:22 | 22 Als alle mannen van Israel,
1065 1Sa 14:27 | denzelven in een honigraat; als hij nu zijn hand tot zijn
1066 1Sa 14:39 | 39 Want zo waarachtig als de HEERE leeft, Die Israel
1067 1Sa 14:45 | zij verre! zo waarachtig als de HEERE leeft, als er een
1068 1Sa 14:45 | waarachtig als de HEERE leeft, als er een haar van zijn hoofd
1069 1Sa 15:5 | 5 Als Saul tot aan de stad Amalek
1070 1Sa 15:22 | brandofferen, en slachtofferen, als aan het gehoorzamen van
1071 1Sa 15:27 | 27 Als zich Samuel omkeerde om
1072 1Sa 15:33 | Maar Samuel zeide: Gelijk als uw zwaard de vrouwen van
1073 1Sa 16:16 | en het zal geschieden, als de boze geest Gods op u
1074 1Sa 16:23 | 23 En het geschiedde, als de geest Gods over Saul
1075 1Sa 17:7 | schacht zijner spies was als een weversboom, en het lemmer
1076 1Sa 17:20 | op, en ging henen, gelijk als Isai hem bevolen had; en
1077 1Sa 17:20 | kwam aan den wagenburg, als het heir in slagorde uittoog,
1078 1Sa 17:24 | Doch alle mannen in Israel, als zij dien man zagen, zo vluchtten
1079 1Sa 17:28 | 28 Als Eliab, zijn grootste broeder,
1080 1Sa 17:36 | knecht heeft zo den leeuw als den beer geslagen; alzo
1081 1Sa 17:55 | Abner zeide: Zo waarachtig als uw ziel leeft, o koning!
1082 1Sa 17:57 | 57 Als David wederkeerde van het
1083 1Sa 18:1 | 1 Het geschiedde nu, als hij geeindigd had tot Saul
1084 1Sa 18:1 | en Jonathan beminde hem als zijn ziel. ~
1085 1Sa 18:3 | dewijl hij hem liefhad als zijn ziel. ~
1086 1Sa 18:10 | snarenspel met zijn hand, als van dag tot dag; Saul nu
1087 1Sa 18:19 | geschiedde nu ten tijde als men Merab, de dochter van
1088 1Sa 18:30 | 30 Als de vorsten der Filistijnen
1089 1Sa 18:30 | uittogen, zo geschiedde het, als zij uittogen, dat David
1090 1Sa 19:6 | Saul zwoer: zo waarachtig als de HEERE leeft, hij zal
1091 1Sa 19:7 | was voor zijn aangezicht als gisteren en eergisteren. ~
1092 1Sa 19:16 | 16 Als de boden kwamen, zo ziet,
1093 1Sa 20:3 | zekerlijk, zo waarachtig als de HEERE leeft, en uw ziel
1094 1Sa 20:3 | uw ziel leeft, er is maar als een schrede tussen mij en
1095 1Sa 20:13 | en alzo doe Hij daartoe! Als mijn vader het kwaad over
1096 1Sa 20:13 | HEERE zij met u, gelijk als Hij met mijn vader geweest
1097 1Sa 20:19 | 19 En als gij de drie dagen zult uitgebleven
1098 1Sa 20:20 | pijlen ter zijde schieten, als of ik naar een teken schoot. ~
1099 1Sa 20:24 | verborg zich in het veld; en als het nieuwe maan was, zat
1100 1Sa 20:27 | tweeden der nieuwe maan, als Davids plaats ledig gevonden
1101 1Sa 20:41 | 41 Als de jongen heenging, zo stond
1102 1Sa 21:6 | warm brood legde, ten dage als dat weggenomen werd. ~
1103 1Sa 22:14 | onder al uw knechten getrouw als David, en des konings schoonzoon,
1104 1Sa 23:3 | in Juda; hoeveel te meer, als wij naar Kehila tegen der
1105 1Sa 23:7 | 7 Als aan Saul te kennen gegeven
1106 1Sa 23:9 | 9 Als nu David verstond, dat Saul
1107 1Sa 23:11 | Zal Saul afkomen, gelijk als Uw knecht gehoord heeft?
1108 1Sa 23:15 | 15 Als David zag, dat Saul uitgetogen
1109 1Sa 24:5 | gij zult hem doen, gelijk als het goed zal zijn in uw
1110 1Sa 24:12 | mantels in mijn hand; want als ik de slip uws mantels afgesneden
1111 1Sa 24:14 | 14 Gelijk als het spreekwoord der ouden
1112 1Sa 25:4 | 4 Als David hoorde in de woestijn,
1113 1Sa 25:5 | Gaat op naar Karmel, en als gij tot Nabal komt, zo zult
1114 1Sa 25:16 | ons geweest, zo bij nacht als bij dag, al de dagen, die
1115 1Sa 25:26 | mijn heer! zo waarachtig als de HEERE leeft, en uw ziel
1116 1Sa 25:26 | zou verlossen; en nu, dat als Nabal worden uw vijanden,
1117 1Sa 25:30 | 30 En het zal geschieden, als de HEERE mijn heer naar
1118 1Sa 25:31 | zichzelven zou verlost hebben; en als de HEERE mijn heer weldoen
1119 1Sa 25:36 | een maaltijd in zijn huis, als eens konings maaltijd; en
1120 1Sa 25:37 | binnenste van hem, en hij werd als een steen. ~
1121 1Sa 25:40 | 40 Als nu de knechten van David
1122 1Sa 26:10 | zeide David: Zo waarachtig als de HEERE leeft, de HEERE
1123 1Sa 26:16 | niet goed; zo waarachtig als de HEERE leeft, gijlieden
1124 1Sa 26:20 | enige vlo te zoeken, gelijk als men een veldhoen op de bergen
1125 1Sa 26:24 | 24 En zie, gelijk als te dezen dage uw ziel in
1126 1Sa 27:10 | 10 Als Achis zeide: Waar zijt gijlieden
1127 1Sa 28:1 | geschiedde in die dagen, als de Filistijnen hun legers
1128 1Sa 28:10 | zeggende: Zo waarachtig als de HEERE leeft, indien u
1129 1Sa 28:17 | voor Zich gedaan, gelijk als Hij door mijn dienst gesproken
1130 1Sa 28:18 | 18 Gelijk als gij naar de stem des HEEREN
1131 1Sa 28:20 | haastelijk ter aarde, zo lang als hij was, en hij vreesde
1132 1Sa 29:6 | hem: Het is zo waarachtig als de HEERE leeft, dat gij
1133 1Sa 29:9 | aangenaam in mijn ogen, als een engel Gods; maar de
1134 1Sa 29:10 | die met u gekomen zijn; en als gijlieden u morgen vroeg
1135 1Sa 30:1 | 1 Het geschiedde nu, als David en zijn mannen den
1136 1Sa 30:9 | mannen, die bij hem waren; en als zij kwamen aan de beek Besor,
1137 1Sa 30:21 | 21 Als David tot de tweehonderd
1138 1Sa 30:26 | 26 Als nu David te Ziklag kwam,
1139 1Sa 31:7 | 7 Als de mannen van Israel, die
1140 1Sa 31:8 | geschiedde nu des anderen daags, als de Filistijnen kwamen, om
1141 1Sa 31:11 | 11 Als de inwoners van Jabes in
1142 2Sa 1:1 | geschiedde het na Sauls dood, als David van den slag der Amalekieten
1143 2Sa 1:2 | hoofd; en het geschiedde, als hij tot David kwam, zo viel
1144 2Sa 1:18 | 18 Als hij gezegd had, dat men
1145 2Sa 2:2 | toog David derwaarts op, als ook zijn twee vrouwen, Ahinoam,
1146 2Sa 2:10 | Isboseth, Sauls zoon, oud, als hij koning werd over Israel;
1147 2Sa 2:18 | was licht op zijn voeten, als een der reeen, die in het
1148 2Sa 2:24 | achterna; en de zon ging onder, als zij gekomen waren tot den
1149 2Sa 2:27 | Joab zeide: Zo waarachtig als God leeft, ten ware dat
1150 2Sa 3:9 | daartoe! Voorzeker, gelijk als de HEERE aan David gezworen
1151 2Sa 3:13 | dochter, te voren inbrengt, als gij komt om mijn aangezicht
1152 2Sa 3:23 | 23 Als nu Joab en het ganse heir,
1153 2Sa 3:27 | 27 Als nu Abner weder te Hebron
1154 2Sa 3:28 | 28 Als David dat daarna hoorde,
1155 2Sa 3:32 | 32 Als zij nu Abner te Hebron begroeven,
1156 2Sa 3:33 | Is dan Abner gestorven, als een dwaas sterft? ~
1157 2Sa 3:35 | David brood te doen eten, als het nog dag was; maar David
1158 2Sa 3:36 | 36 Als al het volk dit vernam,
1159 2Sa 4:1 | 1 Als nu Sauls zoon hoorde, dat
1160 2Sa 4:4 | vijf jaren was hij oud als het gerucht van Saul en
1161 2Sa 4:4 | vluchtte; en het geschiedde, als zij haastte, om te vluchten,
1162 2Sa 4:5 | ten huize van Isboseth, als de dag heet geworden was;
1163 2Sa 4:7 | Want zij kwamen in huis, als hij op zijn bed lag, in
1164 2Sa 4:9 | zeide tot hen: Zo waarachtig als De HEERE leeft, Die mijn
1165 2Sa 4:10 | daar hij in zijn ogen was als een, die goede boodschap
1166 2Sa 5:4 | Dertig jaar was David oud, als hij koning werd; veertig
1167 2Sa 5:17 | 17 Als nu de Filistijnen hoorden,
1168 2Sa 5:20 | mijn aangezicht gescheurd, als een scheur der wateren;
1169 2Sa 5:24 | 24 En het geschiede, als gij hoort het geruis van
1170 2Sa 5:25 | David deed alzo, gelijk als de HEERE hem geboden had;
1171 2Sa 6:5 | snarenspel van dennenhout, als met harpen, en met luiten,
1172 2Sa 6:6 | 6 Als zij nu kwamen tot aan Nachons
1173 2Sa 6:13 | 13 En het geschiedde, als zij, die de ark des HEEREN
1174 2Sa 6:16 | 16 En het geschiedde, als de ark des HEEREN in de
1175 2Sa 6:16 | door het venster uitzag. Als zij nu den koning David
1176 2Sa 6:18 | 18 Als David geeindigd had het
1177 2Sa 6:20 | 20 Als nu David wederkwam, om zijn
1178 2Sa 7:1 | 1 En het geschiedde, als de koning in zijn huis zat,
1179 2Sa 7:9 | een groten naam gemaakt, als den naam der groten, die
1180 2Sa 7:10 | meer verdrukken, gelijk als in het eerst. ~
1181 2Sa 7:14 | zijn tot een zoon; dewelke als hij misdoet, zo zal Ik hem
1182 2Sa 7:15 | hem niet wijken, gelijk als Ik die weggenomen heb van
1183 2Sa 7:25 | eeuwigheid, en doe, gelijk als Gij gesproken hebt. ~
1184 2Sa 8:9 | 9 Als nu Thoi, de koning van Hamath,
1185 2Sa 8:13 | maakte zich David een naam, als hij wederkwam, nadat hij
1186 2Sa 9:6 | 6 Als nu Mefiboseth, de zoon van
1187 2Sa 9:8 | hebt naar een doden hond, als ik ben? ~
1188 2Sa 9:11 | etende aan mijn tafel, als een van des konings zonen
1189 2Sa 10:2 | den zoon van Nahas, gelijk als zijn vader weldadigheid
1190 2Sa 10:5 | 5 Als zij dit David lieten weten,
1191 2Sa 10:7 | 7 Als David dit hoorde, zond hij
1192 2Sa 10:9 | 9 Als nu Joab zag, dat de spits
1193 2Sa 10:14 | 14 Als de kinderen Ammons zagen,
1194 2Sa 10:17 | 17 Als dat David werd aangezegd,
1195 2Sa 11:1 | van het jaar, ter tijde als de koningen uittrekken,
1196 2Sa 11:4 | en liet haar halen. En als zij tot hem ingekomen was,
1197 2Sa 11:7 | 7 Als nu Uria tot hem kwam, zo
1198 2Sa 11:11 | te liggen? Zo waarachtig als gij leeft en uw ziel leeft,
1199 2Sa 11:16 | 16 Zo geschiedde het, als Joab op de stad gelet had,
1200 2Sa 11:17 | 17 Als nu de mannen der stad uittogen
1201 2Sa 11:19 | beval den bode, zeggende: Als gij zult geeindigd hebben
1202 2Sa 11:25 | zwaard verteert zowel dezen als genen; versterk uw strijd
1203 2Sa 11:26 | 26 Als nu de huisvrouw van Uria
1204 2Sa 11:27 | 27 En als de rouw was overgegaan,
1205 2Sa 12:1 | HEERE zond Nathan tot David. Als die tot hem inkwam, zeide
1206 2Sa 12:3 | zijn schoot, en het was hem als een dochter. ~
1207 2Sa 12:5 | tot Nathan: Zo waarachtig als de HEERE leeft, de man,
1208 2Sa 12:18 | want zij zeiden: Ziet, als het kind nog levend was,
1209 2Sa 12:22 | 22 En hij zeide: Als het kind nog leefde, heb
1210 2Sa 13:5 | leger, en maak u krank; als dan uw vader zal komen om
1211 2Sa 13:11 | 11 Als zij ze nu tot hem nabij
1212 2Sa 13:13 | En gij, gij zoudt zijn als een der dwazen in Israel;
1213 2Sa 13:21 | 21 Als de koning David al deze
1214 2Sa 13:27 | 27 Als Absalom bij hem aanhield,
1215 2Sa 13:28 | zeggende: Let er nu op, als Amnons hart vrolijk is van
1216 2Sa 13:29 | deden aan Amnon, gelijk als Absalom geboden had. Toen
1217 2Sa 13:30 | 30 En het geschiedde, als zij op den weg waren, dat
1218 2Sa 13:36 | 36 En het geschiedde, als hij geeindigd had te spreken,
1219 2Sa 14:1 | 1 Als nu Joab, de zoon van Zeruja,
1220 2Sa 14:2 | u niet met olie, en wees als een vrouw, die nu vele dagen
1221 2Sa 14:4 | vrouw zeide tot den koning, als zij op haar aangezicht ter
1222 2Sa 14:11 | zeide hij: Zo waarachtig als de HEERE leeft, indien er
1223 2Sa 14:13 | gesproken heeft, is hij als een schuldige, dewijl de
1224 2Sa 14:14 | den dood sterven, en wezen als water, dat, ter aarde uitgestort
1225 2Sa 14:19 | en zeide: Zo waarachtig als uw ziel leeft, mijn heer
1226 2Sa 14:25 | Israel geen man zo schoon als Absalom, zeer te prijzen;
1227 2Sa 14:26 | 26 En als hij zijn hoofd beschoor, (
1228 2Sa 15:2 | Uit welke stad zijt gij? Als hij dan zeide: Uw knecht
1229 2Sa 15:5 | 5 Het geschiedde ook, als iemand naderde, om zich
1230 2Sa 15:8 | heeft een gelofte beloofd, als ik te Gesur in Syrie woonde,
1231 2Sa 15:10 | van Israel, om te zeggen: Als gij het geluid der bazuin
1232 2Sa 15:12 | stad, uit Gilo te halen, als hij offeranden offerde.
1233 2Sa 15:17 | 17 Als nu de koning met al het
1234 2Sa 15:21 | en zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft, en mijn
1235 2Sa 15:23 | weende met luider stem, als al het volk overging; ook
1236 2Sa 15:26 | ben ik, Hij doe mij, zo als het in Zijn ogen goed is. ~
1237 2Sa 15:32 | 32 En het geschiedde, als David tot op de hoogte kwam,
1238 2Sa 16:1 | 1 Als nu David een weinig van
1239 2Sa 16:5 | 5 Als nu de koning David tot aan
1240 2Sa 16:16 | 16 En het geschiedde, als Husai, de Archiet, Davids
1241 2Sa 16:19 | aangezicht zijns zoons? Gelijk als ik voor het aangezicht uws
1242 2Sa 16:23 | Achitofels raad, dien hij raadde, als of men naar Gods woord gevraagd
1243 2Sa 16:23 | Achitofel, zo bij David als bij Absalom ~ ~
1244 2Sa 17:6 | 6 En als Husai tot Absalom inkwam,
1245 2Sa 17:8 | bitter van gemoed zijn, als een beer, die van de jongen
1246 2Sa 17:9 | En het zal geschieden, als er in het eerst sommigen
1247 2Sa 17:10 | dapper man is, wiens hart is als een leeuwenhart, te enen
1248 2Sa 17:11 | van Dan tot Ber-seba toe, als zand, dat aan de zee is,
1249 2Sa 17:12 | gemakkelijk overvallen, gelijk als de dauw op den aardbodem
1250 2Sa 17:23 | 23 Als nu Achitofel zag, dat zijn
1251 2Sa 17:27 | 27 En het geschiedde, als David te Mahanaim gekomen
1252 2Sa 18:3 | stellen; maar gij zijt nu als tien duizend onzer. Zo zal
1253 2Sa 18:5 | al het volk hoorde het, als de koning aan al de oversten
1254 2Sa 18:9 | reed op een muildier; en als het muildier kwam onder
1255 2Sa 18:10 | 10 Als dat een man zag, zo gaf
1256 2Sa 18:27 | den loop des eersten aan, als den loop van Ahimaaz, Zadoks
1257 2Sa 18:29 | Ik zag een groot rumoer, als Joab, den knecht des konings,
1258 2Sa 18:32 | kwade opstaan, moeten worden als die jongeling. ~
1259 2Sa 19:3 | steelsgewijze in de stad, gelijk als het volk zich wegsteelt,
1260 2Sa 19:7 | ik zweer bij den HEERE, als gij niet uitgaat, zo er
1261 2Sa 19:14 | hart aller mannen van Juda, als van een enigen man; en zij
1262 2Sa 19:18 | 18 Als nu de pont overvoer, om
1263 2Sa 19:18 | aangezicht des konings, als hij over de Jordaan voer; ~
1264 2Sa 19:19 | gedaan heeft, te dien dage, als mijn heer de koning uit
1265 2Sa 19:25 | 25 En het geschiedde, als hij te Jeruzalem den koning
1266 2Sa 19:27 | doch mijn heer de koning is als een engel Gods; doe dan,
1267 2Sa 19:40 | den koning overgevoerd, als ook een gedeelte van het
1268 2Sa 20:3 | haarlieder dood, levende als weduwen. ~
1269 2Sa 20:8 | 8 Als zij nu waren bij den groten
1270 2Sa 20:8 | lenden in zijn schede; en als hij voortging, zo viel het
1271 2Sa 20:12 | gewenteld, midden op de straat. Als die man zag, dat al het
1272 2Sa 21:12 | hadden opgehangen, ten dage als de Filistijnen Saul sloegen
1273 2Sa 21:19 | Gethiet, wiens spiesenhout was als een weversboom. ~
1274 2Sa 22:1 | tot den HEERE, ten dage als de HEERE hem verlost had
1275 2Sa 22:7 | 7 Als mij bange was, riep ik den
1276 2Sa 22:34 | maakt mijn voeten gelijk als der hinden, en stelt mij
1277 2Sa 22:43 | 43 Toen vergruisde ik hen als stof der aarde; ik stampte
1278 2Sa 22:43 | stampte ze, ik breidde hen uit als slijk der straten. ~
1279 2Sa 22:45 | geveinsdelijk onderworpen; zo haast als hun oor van mij hoorde,
1280 2Sa 23:6 | Belials zullen altemaal zijn als doornen, die weggeworpen
1281 2Sa 24:11 | 11 Als nu David des morgens opstond,
1282 2Sa 24:17 | 17 En David, als hij den engel zag, die het
1283 2Sa 24:19 | het woord van Gad, gelijk als de HEERE geboden had. ~
1284 1Kon 1:14 | 14 Zie, als gij daar nog met den koning
1285 1Kon 1:21 | Anders zal het geschieden, als mijn heer de koning met
1286 1Kon 1:21 | dat ik en mijn zoon Salomo als zondaars zullen zijn. ~
1287 1Kon 1:22 | sprak nog met den koning, als de profeet Nathan inkwam. ~
1288 1Kon 1:29 | en zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft, die mijn
1289 1Kon 1:30 | 30 Voorzeker, gelijk als ik u gezworen heb bij den
1290 1Kon 1:37 | 37 Gelijk als de HEERE met mijn heer den
1291 1Kon 1:42 | 42 Als hij nog sprak, ziet, zo
1292 1Kon 1:51 | Dat de koning Salomo mij als heden zwere, dat hij zijn
1293 1Kon 2:1 | 1 Als nu de dagen van David nabij
1294 1Kon 2:7 | alzo naderden zij tot mij, als ik vluchtte voor het aangezicht
1295 1Kon 2:8 | geweldigen vloek, ten dage als ik ging naar Mahanaim; doch
1296 1Kon 2:24 | 24 En nu, zo waarachtig als de HEERE leeft, Die mij
1297 1Kon 2:24 | huis gemaakt heeft, gelijk als Hij gesproken had; voorzeker,
1298 1Kon 2:28 | 28 Als het gerucht tot Joab kwam (
1299 1Kon 2:31 | zeide tot hem: Doe gelijk als hij gesproken heeft, en
1300 1Kon 2:37 | ten dage van uw uitgaan, als gij over de beek Kidron
1301 1Kon 2:38 | Dat woord is goed; gelijk als mijn heer de koning gesproken
1302 1Kon 2:42 | Ten dage van uw uitgaan, als gij zult herwaarts of derwaarts
1303 1Kon 3:6 | weldadigheid gedaan, gelijk als hij voor Uw aangezicht gewandeld
1304 1Kon 3:6 | zittende op zijn troon, als te dezen dage. ~
1305 1Kon 3:14 | en Mijn geboden, gelijk als uw vader David gewandeld
1306 1Kon 3:20 | nam mijn zoon van bij mij, als uw dienstmaagd sliep, en
1307 1Kon 4:20 | nu en Israel waren velen, als zand, dat aan de zee is
1308 1Kon 5:5 | een huis te bouwen; gelijk als de HEERE gesproken heeft
1309 1Kon 5:7 | 7 En het geschiedde, als Hiram de woorden van Salomo
1310 1Kon 5:12 | Salomo wijsheid, gelijk als Hij tot hem gesproken had;
1311 1Kon 5:17 | 17 Als de koning het nu gebood,
1312 1Kon 6:7 | 7 Het huis nu, als het gebouwd werd, werd met
1313 1Kon 6:7 | gehoord werd in het huis, als het gebouwd werd. ~
1314 1Kon 7:26 | hand breed, en haar rand als het werk van den rand eens
1315 1Kon 7:33 | werk van die raderen was als het werk van een wagenrad;
1316 1Kon 8:9 | Horeb daarin gelegd had, als de HEERE een verbond maakte
1317 1Kon 8:10 | 10 En het geschiedde, als de priesters uit het heilige
1318 1Kon 8:20 | troon van Israel, gelijk als de HEERE gesproken heeft;
1319 1Kon 8:21 | met onze vaderen maakte, als Hij hen uit Egypteland uitvoerde. ~
1320 1Kon 8:25 | Mijn aangezicht, gelijk als gij gewandeld hebt voor
1321 1Kon 8:35 | 35 Als de hemel zal gesloten zijn,
1322 1Kon 8:35 | zonden zich bekeren zullen, als Gij hen geplaagd zult hebben; ~
1323 1Kon 8:36 | knechten en van Uw volk Israel, als Gij hun zult geleerd hebben
1324 1Kon 8:37 | 37 Als er honger in het land wezen
1325 1Kon 8:37 | honger in het land wezen zal, als er pest wezen zal, als er
1326 1Kon 8:37 | als er pest wezen zal, als er brandkoren, honigdauw,
1327 1Kon 8:37 | sprinkhanen, kevers wezen zullen, als zijn vijand in het land
1328 1Kon 8:38 | Israel, geschieden zal; als zij erkennen, een ieder
1329 1Kon 8:42 | van Uw uitgestrekten arm) als hij komen en bidden zal
1330 1Kon 8:53 | volken der aarde; gelijk als Gij gesproken hebt door
1331 1Kon 8:53 | dienst van Mozes, Uw knecht, als Gij onze vaderen uit Egypte
1332 1Kon 8:54 | 54 Het geschiedde nu, als Salomo voleind had dit ganse
1333 1Kon 8:57 | God, zij met ons, gelijk als Hij geweest is met onze
1334 1Kon 9:1 | 1 Het geschiedde nu, als Salomo voleind had te bouwen
1335 1Kon 9:2 | Salomo verscheen, gelijk als Hij hem in Gibeon verschenen
1336 1Kon 9:4 | aangezicht wandelen zult, gelijk als uw vader David gewandeld
1337 1Kon 9:5 | bevestigen in eeuwigheid; gelijk als Ik gesproken heb over uw
1338 1Kon 9:25 | aangezicht des HEEREN was, als hij het huis volmaakt had. ~
1339 1Kon 10:4 | 4 Als nu de koningin van Scheba
1340 1Kon 10:10 | en kostelijk gesteente; als deze specerij, die de koningin
1341 1Kon 10:27 | zilver in Jeruzalem te zijn als stenen, en de cederen maakte
1342 1Kon 10:27 | cederen maakte hij te zijn als de wilde vijgebomen, die
1343 1Kon 11:15 | 15 Want het was geschied, als David in Edom was, toen
1344 1Kon 11:24 | werd overste ener bende, als David die doodde; en getrokken
1345 1Kon 11:29 | geschiedde nu te dier tijd, als Jerobeam uit Jeruzalem uitging,
1346 1Kon 11:38 | en Mijn geboden, gelijk als Mijn knecht David gedaan
1347 1Kon 11:38 | bestendig huis bouwen, gelijk als Ik David gebouwd heb, en
1348 1Kon 12:2 | 2 Het geschiedde nu, als Jerobeam, de zoon van Nebat,
1349 1Kon 12:6 | aangezicht van zijn vader Salomo, als hij leefde, zeggende: Hoe
1350 1Kon 12:12 | op den derden dag, gelijk als de koning gesproken had,
1351 1Kon 12:20 | 20 En het geschiedde, als gans Israel hoorde, dat
1352 1Kon 13:4 | 4 Het geschiedde nu, als de koning het woord van
1353 1Kon 13:20 | 20 En het geschiedde, als zij aan de tafel zaten,
1354 1Kon 13:26 | 26 Als de profeet, die hem van
1355 1Kon 13:31 | tot zijn zonen, zeggende: Als ik zal gestorven zijn, zo
1356 1Kon 14:5 | spreken, en het zal zijn, als zij inkomt, dat zij zich
1357 1Kon 14:6 | 6 En het geschiedde, als Ahia het geruis harer voeten
1358 1Kon 14:12 | maak u op, ga naar uw huis; als uw voeten in de stad zullen
1359 1Kon 14:17 | heen, en kwam te Thirza; als zij nu op den dorpel van
1360 1Kon 14:21 | jaren was Rehabeam oud, als hij koning werd, en regeerde
1361 1Kon 15:21 | 21 En het geschiedde, als Baesa zulks hoorde, dat
1362 1Kon 15:27 | hetwelk der Filistijnen is, als Nadab en gans Israel Gibbethon
1363 1Kon 15:29 | 29 Het geschiedde nu, als hij regeerde, dat hij het
1364 1Kon 16:9 | een verbintenis tegen hem, als hij te Thirza was, zich
1365 1Kon 16:11 | 11 En het geschiedde, als hij regeerde, als hij op
1366 1Kon 16:11 | geschiedde, als hij regeerde, als hij op zijn troon zat, dat
1367 1Kon 16:18 | 18 En het geschiedde, als Zimri zag, dat de stad ingenomen
1368 1Kon 17:1 | tot Achab: Zo waarachtig als de HEERE, de God Israels,
1369 1Kon 17:10 | op, en ging naar Zarfath. Als hij nu aan de poort der
1370 1Kon 17:12 | zij zeide: Zo waarachtig als de HEERE, uw God, leeft,
1371 1Kon 18:4 | 4 Want het geschiedde, als Izebel de profeten des HEEREN
1372 1Kon 18:7 | 7 Als nu Obadja op den weg was,
1373 1Kon 18:10 | 10 Zo waarachtig als de HEERE, uw God, leeft,
1374 1Kon 18:10 | heeft, om u te zoeken; en als zij zeiden: Hij is hier
1375 1Kon 18:13 | aangezegd, wat ik gedaan heb, als Izebel de profeten des HEEREN
1376 1Kon 18:15 | Elia zeide: Zo waarachtig als de HEERE der heirscharen
1377 1Kon 18:17 | 17 En het geschiedde, als Achab Elia zag, dat Achab
1378 1Kon 18:29 | 29 Het geschiedde nu, als de middag voorbij was, dat
1379 1Kon 18:36 | 36 Het geschiedde nu, als men het spijsoffer offerde,
1380 1Kon 18:39 | 39 Als nu het ganse volk dat zag,
1381 1Kon 18:44 | zeide: Zie, een kleine wolk, als eens mans hand, gaat op
1382 1Kon 19:2 | dezen tijd uw ziel stellen, als de ziel van een hunner. ~
1383 1Kon 19:13 | 13 En het geschiedde, als Elia dat hoorde, dat hij
1384 1Kon 20:11 | aangordt, beroeme zich niet, als die zich los maakt. ~
1385 1Kon 20:12 | 12 En het geschiedde, als hij dit woord hoorde, daar
1386 1Kon 20:25 | En gij, tel u een heir, als dat heir, dat van de uwen
1387 1Kon 20:25 | gevallen is, en paarden, als die paarden, en wagenen,
1388 1Kon 20:25 | die paarden, en wagenen, als die wagenen; en laat ons
1389 1Kon 20:27 | legerden zich tegenover hen, als twee blote geitenkudden,
1390 1Kon 20:36 | gehoorzaam zijt geweest, zie, als gij van mij weggegaan zijt,
1391 1Kon 20:36 | zal u een leeuw slaan. En als hij van bij hem weggegaan
1392 1Kon 20:39 | 39 En het geschiedde, als de koning voorbijging, dat
1393 1Kon 20:40 | 40 Het geschiedde nu, als uw knecht hier en daar doende
1394 1Kon 21:11 | stad woonden, deden gelijk als Izebel tot hen gezonden
1395 1Kon 21:11 | hen gezonden had; gelijk als geschreven was in de brieven,
1396 1Kon 21:16 | 16 En het geschiedde, als Achab hoorde, dat Naboth
1397 1Kon 21:27 | 27 Het geschiedde nu, als Achab deze woorden hoorde,
1398 1Kon 22:2 | geschiedde in het derde jaar, als Josafat, de koning van Juda,
1399 1Kon 22:4 | gelijk gij zijt, zo mijn volk als uw volk, zo mijn paarden
1400 1Kon 22:4 | uw volk, zo mijn paarden als uw paarden. ~
1401 1Kon 22:5 | koning van Israel: Vraag toch als heden naar het woord des
1402 1Kon 22:13 | toch uw woord zij, gelijk als het woord van een uit hen,
1403 1Kon 22:14 | Micha zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft, hetgeen
1404 1Kon 22:15 | 15 Als hij tot den koning gekomen
1405 1Kon 22:25 | zien, op dienzelfden dag, als gij zult gaan van kamer
1406 1Kon 22:30 | Israel zeide tot Josafat: Als ik mij versteld heb, zal
1407 1Kon 22:32 | 32 Het geschiedde dan, als de oversten der wagenen
1408 1Kon 22:33 | 33 En het geschiedde, als de oversten der wagenen
1409 1Kon 22:36 | uitroeping door het heirleger, als de zon onderging, zeggende:
1410 1Kon 22:38 | 38 Als men nu den wagen in den
1411 1Kon 22:42 | vijf en dertig jaren oud, als hij koning werd, en regeerde
1412 2Kon 1:9 | vijftig met zijn vijftigen. En als hij tot hem opkwam (want
1413 2Kon 2:1 | 1 Het geschiedde nu, als de HEERE Elia met een onweder
1414 2Kon 2:2 | Elisa zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft en uw ziel
1415 2Kon 2:4 | hij zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft en uw ziel
1416 2Kon 2:6 | hij zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft en uw ziel
1417 2Kon 2:9 | 9 Het geschiedde nu, als zij overgekomen waren, dat
1418 2Kon 2:10 | indien gij mij zult zien, als ik van bij u weggenomen
1419 2Kon 2:11 | 11 En het gebeurde, als zij voortgingen, gaande
1420 2Kon 2:15 | 15 Als nu de kinderen der profeten,
1421 2Kon 2:19 | dezer stad is goed, gelijk als mijn heer ziet; maar het
1422 2Kon 2:23 | van daar op naar Beth-El. Als hij nu den weg opging, zo
1423 2Kon 3:5 | 5 Maar het geschiedde, als Achab gestorven was, dat
1424 2Kon 3:7 | gelijk gij zijt, zo mijn volk als uw volk, zo mijn paarden
1425 2Kon 3:7 | uw volk, zo mijn paarden als uw paarden. ~
1426 2Kon 3:9 | en de koning van Edom; en als zij zeven dagreizen omgetogen
1427 2Kon 3:14 | Elisa zeide: Zo waarachtig als de HEERE der heirscharen
1428 2Kon 3:15 | speelman. En het geschiedde, als de speelman op de snaren
1429 2Kon 3:20 | geschiedde des morgens, als men het spijsoffer offert,
1430 2Kon 3:24 | 24 Maar als zij aan het leger van Israel
1431 2Kon 3:26 | 26 Doch als de koning der Moabieten
1432 2Kon 4:6 | 6 En het geschiedde, als die vaten vol waren, dat
1433 2Kon 4:8 | geschiedde ook op een dag, als Elisa naar Sunem doortrok,
1434 2Kon 4:12 | Roep deze Sunamietische. En als hij ze geroepen had, stond
1435 2Kon 4:15 | hij gezegd: Roep haar. En als hij ze geroepen had, stond
1436 2Kon 4:25 | Karmel. En het geschiedde, als de man Gods haar van tegenover
1437 2Kon 4:30 | jongen zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft en uw ziel
1438 2Kon 4:38 | 38 Als nu Elisa weder te Gilgal
1439 2Kon 4:40 | eten; en het geschiedde, als zij aten van dat moes, dat
1440 2Kon 5:7 | 7 En het geschiedde, als de koning van Israel den
1441 2Kon 5:8 | 8 Maar het geschiedde, als Elisa, de man Gods, gehoord
1442 2Kon 5:16 | hij zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft, voor Wiens
1443 2Kon 5:18 | Rimmon nederbuigen zal; als ik mij alzo nederbuigen
1444 2Kon 5:20 | had; maar zo waarachtig als de HEERE leeft, ik zal hem
1445 2Kon 5:24 | 24 Als hij nu op de hoogte kwam,
1446 2Kon 5:26 | Ging niet mijn hart mede, als die man zich omkeerde van
1447 2Kon 5:27 | aangezicht, melaats, wit als de sneeuw. ~ ~ ~
1448 2Kon 6:4 | 4 Zo ging hij met hen. Als zij nu aan de Jordaan gekomen
1449 2Kon 6:5 | 5 En het geschiedde, als een het timmerhout velde,
1450 2Kon 6:18 | 18 Als zij nu tot hem afkwamen,
1451 2Kon 6:20 | 20 En het geschiedde, als zij te Samaria gekomen waren,
1452 2Kon 6:21 | Israel zeide tot Elisa, als hij hen zag: Zal ik hen
1453 2Kon 6:26 | 26 En het geschiedde, als de koning op den muur voorbijging,
1454 2Kon 6:29 | hebben hem gegeten; maar als ik des anderen daags tot
1455 2Kon 6:30 | 30 En het geschiedde, als de koning de woorden dezer
1456 2Kon 6:32 | hoofd af te nemen? Ziet toe, als die bode komt, sluit de
1457 2Kon 6:33 | 33 Als hij nog met hen sprak, ziet,
1458 2Kon 7:7 | ezelen, het leger gelijk als het was; en waren gevloden
1459 2Kon 7:8 | 8 Als nu deze melaatsen aan het
1460 2Kon 7:10 | aangebonden, en tenten, gelijk als zij waren. ~
1461 2Kon 7:12 | te versteken, zeggende: Als zij uit de stad gegaan zullen
1462 2Kon 7:13 | overgebleven zijn (zie, zij zijn als de gehele menigte der Israelieten,
1463 2Kon 7:13 | overgebleven zijn; zie, zij zijn als de gehele menigte der Israelieten,
1464 2Kon 7:17 | gesproken had, die het sprak, als de koning tot hem afgekomen
1465 2Kon 8:1 | uw huisgezin, en verkeer als vreemdeling, waar gij verkeren
1466 2Kon 8:2 | met haar huisgezin, en had als vreemdeling verkeerd in
1467 2Kon 8:5 | 5 En het geschiedde, als hij den koning vertelde,
1468 2Kon 8:7 | kwam Elisa te Damaskus, als Benhadad, de koning van
1469 2Kon 8:18 | koningen van Israel, gelijk als het huis van Achab deed;
1470 2Kon 8:19 | Zijns knechts wil; gelijk als Hij hem gezegd had, dat
1471 2Kon 8:26 | twintig jaren was Ahazia oud, als hij koning werd, en regeerde
1472 2Kon 8:29 | te Rama geslagen hadden, als hij streed tegen Hazael
1473 2Kon 9:2 | 2 Als gij daar zult gekomen zijn,
1474 2Kon 9:9 | het huis van Achab maken als het huis van Jerobeam, den
1475 2Kon 9:9 | den zoon van Nebat, en als het huis van Baesa, den
1476 2Kon 9:11 | 11 En als Jehu uitging tot de knechten
1477 2Kon 9:15 | Syriers geslagen hadden, als hij streed tegen Hazael,
1478 2Kon 9:17 | en zag den hoop van Jehu, als hij aankwam, en zeide: Ik
1479 2Kon 9:19 | anderen ruiter te paard; en als deze tot hen gekomen was,
1480 2Kon 9:20 | weder; en het drijven is als het drijven van Jehu, den
1481 2Kon 9:22 | 22 Het geschiedde nu, als Joram Jehu zag, dat hij
1482 2Kon 9:22 | zeide: Wat vrede, zo lang als de hoererijen van uw moeder
1483 2Kon 9:25 | Jizreeliet; want gedenk, als ik en gij nevens elkander
1484 2Kon 9:27 | 27 Als Ahazia, de koning van Juda,
1485 2Kon 9:30 | En Jehu kwam te Jizreel. Als Izebel dat hoorde, zo blankette
1486 2Kon 9:34 | 34 Als hij nu ingekomen was, en
1487 2Kon 10:7 | 7 Het geschiedde dan, als die brief tot hen kwam,
1488 2Kon 10:15 | Is uw hart recht, gelijk als mijn hart met uw hart is?
1489 2Kon 10:25 | 25 En het geschiedde, als hij voleind had het brandoffer
1490 2Kon 11:8 | zijt gij bij den koning, als hij uitgaat, en als hij
1491 2Kon 11:8 | koning, als hij uitgaat, en als hij inkomt. ~
1492 2Kon 12:9 | altaar ter rechterhand, als iemand inkwam in het huis
1493 2Kon 12:10 | 10 Het geschiedde nu, als zij zagen, dat veel gelds
1494 2Kon 13:9 | altaar ter rechterhand, als iemand inkwam in het huis
1495 2Kon 13:10 | 10 Het geschiedde nu, als zij zagen, dat veel gelds
1496 2Kon 14:5 | Israels woonden in hun tenten, als te voren. ~
1497 2Kon 14:7 | had hen dorsende gemaakt als stof. ~
1498 2Kon 14:21 | 21 En het geschiedde, als zij een man begroeven, dat
1499 2Kon 15:3 | des HEEREN, nochtans niet als zijn vader David; hij deed
1500 2Kon 15:5 | 5 Het geschiedde nu, als het koninkrijk in zijn hand
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4462 |