Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
tenen 3
tenminste 1
tent 289
tenten 66
tentenmakers 1
tentoongesteld 1
tenzij 32
Frequency    [«  »]
66 josia
66 onzer
66 schip
66 tenten
66 voeren
66 weggevoerd
66 zeshonderd

Bijbel

IntraText - Concordances

tenten

   Book Chapter: Verse
1 Gen 4:20 | een vader dergenen, die tenten bewoonden, en vee hadden. ~ 2 Gen 9:27 | uit, en hij wone in Sems tenten! en Kanaan zij hem een knecht! ~ 3 Gen 13:5 | schapen, en runderen, en tenten. ~ 4 Gen 13:12 | steden der vlakte, en sloeg tenten tot aan Sodom toe. ~ 5 Gen 13:18 | 18 En Abram sloeg tenten op, en kwam en woonde aan 6 Gen 23:94 | oprecht man, wonende in tenten. ~ 7 Num 16:26 | zeggende: Wijkt toch af van de tenten dezer goddeloze mannen, 8 Num 16:27 | staande in de deur hunner tenten, met hun vrouwen, en hun 9 Num 24:5 | 5 Hoe goed zijn uw tenten, Jakob! uw woningen, Israel! ~ 10 Deu 1:27 | En gij murmureerdet in uw tenten, en zeidet: Omdat de HEERE 11 Deu 5:30 | hun: Keert weder naar uw tenten. ~ 12 Deu 11:6 | hun huisgezinnen, en hun tenten, ja, al wat bestond, dat 13 Deu 16:7 | keren, en heengaan naar uw tenten. ~ 14 Joz 3:14 | het volk vertrok uit zijn tenten, om over de Jordaan te gaan, 15 Joz 23:4 | wederom, en gaat gij naar uw tenten, naar het land uwer bezitting, 16 Joz 23:6 | en zij gingen naar hun tenten. ~ 17 Joz 23:7 | hen liet trekken naar hun tenten, zo zegende hij hen. ~ 18 Joz 23:8 | zeggende: Keert weder tot uw tenten met veel rijkdom, en met 19 Ric 4:11 | schoonvader; en hij had zijn tenten opgeslagen tot aan den eik 20 Ric 5:5 | kwamen op met hun vee en hun tenten; zij kwamen gelijk de sprinkhanen 21 Ric 7:11 | den weg dergenen, die in tenten wonen, tegen het oosten 22 1Sa 4:10 | vloden een iegelijk in zijn tenten; en er geschiedde een zeer 23 2Sa 11:11 | Israel, en Juda blijven in de tenten; en mijn heer Joab, en de 24 2Sa 19:8 | een iegelijk naar zijn tenten. ~ 25 2Sa 20:1 | een iegelijk naar zijn tenten, o Israel! ~ 26 2Sa 20:22 | een iegelijk naar zijn tenten; en Joab keerde weder naar 27 2Sa 22:12 | duisternis rondom Zich tot tenten, een samenbinding der wateren, 28 1Kon 8:66| daarna gingen zij naar hun tenten, blijde en goedsmoeds over 29 1Kon 12:16| den zoon van Isai; naar uw tenten, o Israel! Voorzie nu uw 30 1Kon 12:16| Zo ging Israel naar zijn tenten. ~ 31 1Kon 20:12| hij en de koningen in de tenten, dat hij zeide tot zijn 32 1Kon 20:16| dronk zich dronken in de tenten, hij en de koningen, de 33 2Kon 7:7 | gevloden, en hadden hun tenten gelaten, en hun paarden, 34 2Kon 7:10| en ezels aangebonden, en tenten, gelijk als zij waren. ~ 35 2Kon 14:5 | kinderen Israels woonden in hun tenten, als te voren. ~ 36 2Kon 15:12| vloden, een iegelijk in zijn tenten. ~ 37 1Kro 4:41| Juda, en zij sloegen de tenten en woningen dergenen, die 38 1Kro 5:10| hand; en zij woonden in hun tenten tegen de gehele oostzijde 39 2Kro 11:16| Isai; een ieder naar uw tenten, o Israel! Voorzie nu uw 40 2Kro 11:16| het ganse Israel naar zijn tenten. ~ 41 2Kro 15:15| 15 En zij sloegen ook de tenten van het vee, en voerden 42 2Kro 25:22| vloden een iegelijk in zijn tenten. ~ 43 Job 11:14 | en laat het onrecht in uw tenten niet wonen. ~ 44 Job 12:6 | 6 De tenten der verwoesters hebben rust, 45 Job 15:34 | en het vuur verteert de tenten der geschenken. ~ 46 Job 22:23 | het onrecht verre van uw tenten. ~ 47 Psa 69:26 | paleis zij verwoest; in hun tenten zij geen inwoner. ~ 48 Psa 78:51 | beginsel der krachten in de tenten van Cham. ~ 49 Psa 78:55 | de stammen Israels in hun tenten wonen. ~ 50 Psa 83:7 | 7 De tenten van Edom en der Ismaelieten, 51 Psa 84:11 | dan lang te wonen in de tenten der goddeloosheid. ~ 52 Psa 106:25 | zij murmureerden in hun tenten; naar de stem des HEEREN 53 Psa 118:15 | 15 In de tenten der rechtvaardigen is een 54 Psa 120:5 | in Mesech, dat ik in de tenten Kedars wone. ~ 55 Hoo 1:5 | van Jeruzalem!), gelijk de tenten van Kedar, gelijk de gordijnen 56 Jes 54:2 | Maak de plaats uwer tenten wijd, en dat men de gordijnen 57 Jer 4:20 | verstoord; haastelijk zijn mijn tenten verstoord, mijn gordijnen 58 Jer 6:3 | met hun kudden; zij zullen tenten rondom tegen haar opslaan; 59 Jer 30:18 | Ik zal de gevangenis der tenten Jakobs wenden, en Mij over 60 Jer 35:7 | hebben; maar gij zult in tenten wonen al uw dagen; opdat 61 Jer 35:10 | 10      En wij hebben in tenten gewoond; alzo hebben wij 62 Jer 49:29 | 29      Zij zullen hun tenten en hun kudden nemen, hun 63 Dan 11:45 | 45      En hij zal de tenten van zijn paleis planten 64 Hos 9:6 | doornen zullen in hun tenten zijn. ~ 65 Hos 12:10 | Egypteland af; Ik zal u nog in tenten doen wonen, als in de dagen 66 Zac 12:7 | En de HEERE zal de tenten van Juda ten voorste behouden,


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License