Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
joscheb 1
joseba 1
joses 7
josia 66
josias 2
josifja 1
josua 6
Frequency    [«  »]
66 begon
66 bezitten
66 geopend
66 josia
66 onzer
66 schip
66 tenten

Bijbel

IntraText - Concordances

josia

   Book Chapter: Verse
1 1Kon 13:2 | worden, wiens naam zal zijn Josia; die zal op u offeren de 2 2Kon 23:24| des lands maakte zijn zoon Josia koning in zijn plaats. ~ 3 2Kon 23:26| hof van Uzza; en zijn zoon Josia werd koning in zijn plaats. ~  ~  ~  4 2Kon 24:1 | 1 Josia was acht jaren oud, toen 5 2Kon 24:3 | achttiende jaar van den koning Josia, dat de koning den schrijver 6 2Kon 25:16| 16 En als Josia zich omkeerde, zag hij de 7 2Kon 25:19| 19 Daartoe nam Josia ook weg al de huizen der 8 2Kon 25:23| achttiende jaar van den koning Josia, werd dit pascha den HEERE 9 2Kon 25:24| 24 En ook deed Josia weg de waarzeggers, en de 10 2Kon 25:28| der geschiedenissen van Josia, en al wat hij gedaan heeft, 11 2Kon 25:29| rivier Frath; en de koning Josia toog hem tegemoet, en hij 12 2Kon 25:30| lands nam Joahaz, den zoon Josia, en zalfden hem, en maakten 13 2Kon 25:34| Necho Eljakim, den zoon van Josia, koning, in de plaats van 14 2Kon 25:34| de plaats van zijn vader Josia, en veranderde zijn naam 15 1Kro 3:14| was Amon; zijn zoon was Josia. ~ 16 1Kro 3:15| 15 De zonen van Josia nu waren dezen: de eerstgeborene 17 2Kro 33:25| des lands maakte zijn zoon Josia koning in zijn plaats. ~  ~ 18 2Kro 34:1 | 1 Josia was acht jaren oud, toen 19 2Kro 34:33| 33 Josia dan deed alle gruwelen weg 20 2Kro 35:1 | 1 Daarna hield Josia het pascha den HEERE te 21 2Kro 35:7 | 7 En Josia gaf voor het volk, van klein 22 2Kro 35:16| het gebod van den koning Josia. ~ 23 2Kro 35:18| pascha gehouden, gelijk dat Josia hield met de priesters en 24 2Kro 35:19| jaar van het koninkrijk van Josia, werd dit pascha gehouden. ~ 25 2Kro 35:20| 20 Na dit alles, toen Josia het huis toebereid had, 26 2Kro 35:20| Karchemis, aan den Frath; en Josia toog uit hem tegemoet. ~ 27 2Kro 35:22| 22 Doch Josia keerde zijn aangezicht niet 28 2Kro 35:23| schutters schoten den koning Josia. Toen zeide de koning tot 29 2Kro 35:24| Jeruzalem bedreven rouw over Josia. ~ 30 2Kro 35:25| maakte een klaaglied over Josia; desgelijks alle zangers 31 2Kro 35:25| in hun klaagliederen van Josia, tot op dezen dag; want 32 2Kro 35:26| der geschiedenissen van Josia, en zijn goeddadigheden, 33 2Kro 36:1 | 1 Daarna hield Josia het pascha den HEERE te 34 2Kro 36:7 | 7 En Josia gaf voor het volk, van klein 35 2Kro 36:16| het gebod van den koning Josia. ~ 36 2Kro 36:18| pascha gehouden, gelijk dat Josia hield met de priesters en 37 2Kro 36:19| jaar van het koninkrijk van Josia, werd dit pascha gehouden. ~ 38 2Kro 36:20| 20 Na dit alles, toen Josia het huis toebereid had, 39 2Kro 36:20| Karchemis, aan den Frath; en Josia toog uit hem tegemoet. ~ 40 2Kro 36:22| 22 Doch Josia keerde zijn aangezicht niet 41 2Kro 36:23| schutters schoten den koning Josia. Toen zeide de koning tot 42 2Kro 36:24| Jeruzalem bedreven rouw over Josia. ~ 43 2Kro 36:25| maakte een klaaglied over Josia; desgelijks alle zangers 44 2Kro 36:25| in hun klaagliederen van Josia, tot op dezen dag; want 45 2Kro 36:26| der geschiedenissen van Josia, en zijn goeddadigheden, 46 2Kro 37:1 | lands Joahaz, den zoon van Josia, en zij maakten hem koning, 47 Jer 1:2 | geschiedde, in de dagen van Josia, zoon van Amon, koning van 48 Jer 1:3 | dagen van Jojakim, zoon van Josia, koning van Juda, totdat 49 Jer 1:3 | jaar van Zedekia, zoon van Josia, koning van Juda; totdat      50 Jer 3:6 | de dagen van den koning Josia: Hebt gij gezien, wat de 51 Jer 22:11 | van Sallum, den zoon van Josia, koning van Juda, die in 52 Jer 22:11 | de plaats van zijn vader Josia regeerde, die uit deze plaats 53 Jer 22:18 | alzo van Jojakim, zoon van Josia, koning van Juda: Zij zullen 54 Jer 25:1 | jaar van Jojakim, zoon van Josia, koning van Juda (dit was 55 Jer 25:3 | Van het dertiende jaar van Josia, den zoon van Amon, den 56 Jer 26:1 | van Jojakim, den zoon van Josia, koning van Juda, geschiedde 57 Jer 27:1 | koninkrijks van Jojakim, zoon van Josia, koning van Juda, geschiedde 58 Jer 35:1 | van Jojakim, den zoon van Josia, den koning van Juda, zeggende: ~ 59 Jer 36:1 | van Jojakim, den zoon van Josia, den koning van Juda, dat 60 Jer 36:2 | heb, van de dagen van Josia aan, tot op dezen dag. ~ 61 Jer 36:9 | van Jojakim, den zoon van Josia, den koning van Juda, in 62 Jer 37:1 | En Zedekia, zoon van Josia, regeerde, koning zijnde, 63 Jer 45:1 | Jojakim, den zoon van Josia, den koning van Juda, zeggende: ~ 64 Jer 46:2 | van Jojakim, den zoon van Josia, den koning van Juda. ~ 65 Zep 1:1 | Hizkia; in de dagen van Josia, den      zoon van Amon, 66 Zac 6:10 | en ga in ten huize van Josia, den zoon van Zefanja, dewelke


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License