Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
wachttoren 5
wachttorens 1
wage 1
wagen 65
wagenburg 3
wagenen 89
wagenpaarden 2
Frequency    [«  »]
65 trok
65 verkondigen
65 vierde
65 wagen
65 zelven
65 zevende
64 51

Bijbel

IntraText - Concordances

wagen

   Book Chapter: Verse
1 Gen 37:43 | hem rijden op den tweeden wagen, dien hij had; en zij riepen 2 Gen 42:29 | 29 Toen spande Jozef zijn wagen aan, en toog op, zijn vader 3 Exo 14:6 | 6 En hij spande zijn wagen aan, en nam zijn volk met 4 Exo 15:19 | Farao's paard, met zijn wagen, met zijn ruiters, zijn 5 Num 7:3 | en twaalf runderen; een wagen voor twee oversten, en een 6 Ric 4:15 | Barak; dat Sisera van den wagen afklom, en vluchtte op zijn 7 Ric 4:52 | tralien: Waarom vertoeft zijn wagen te komen! Waarom blijven 8 1Sa 6:7 | neemt en maakt een nieuwen wagen, en twee zogende koeien, 9 1Sa 6:7 | spant de koeien aan den wagen, en brengt haar kalveren 10 1Sa 6:8 | HEEREN, en zet ze op den wagen, en legt de gouden kleinoden, 11 1Sa 6:10 | koeien, en spanden ze aan den wagen, en haar kalveren sloten 12 1Sa 6:11 | de ark des HEEREN op den wagen, en het koffertje met de 13 1Sa 6:14 | 14 En de wagen kwam op den akker van Jozua, 14 1Sa 6:14 | kloofden het hout van den wagen, en offerden de koeien den 15 1Sa 8:11 | hen zich stelle tot zijn wagen, en tot zijn ruiteren, dat 16 1Sa 8:11 | ruiteren, dat zij voor zijn wagen henen lopen; ~ 17 2Sa 6:3 | ark Gods op een nieuwen wagen, en haalden ze uit het huis 18 2Sa 6:3 | Abinadab, leidden den nieuwen wagen. ~ 19 1Kon 10:29| 29 En een wagen kwam op, en ging uit van 20 1Kon 12:18| vervloekte zich om op een wagen te klimmen, dat hij naar 21 1Kon 20:33| en hij deed hem op den wagen klimmen. ~ 22 1Kon 22:35| en de koning werd met den wagen staande gehouden tegenover 23 1Kon 22:38| 38 Als men nu den wagen in den vijver van Samaria 24 2Kon 2:11| ziet, zo was er een vurige wagen met vurige paarden, die 25 2Kon 2:12| Mijn vader, mijn vader, wagen Israels en zijn ruiteren! 26 2Kon 5:9 | zijn paarden en met zijn wagen, en stond voor de deur van 27 2Kon 5:21| naliep, viel hij van den wagen af, hem tegemoet, en hij 28 2Kon 5:26| zich omkeerde van op zijn wagen u tegemoet? Was het tijd, 29 2Kon 9:21| aan. En men spande zijn wagen aan. Zo toog Joram, de koning 30 2Kon 9:21| Juda, een ieder op zijn wagen; en zij togen uit Jehu tegemoet, 31 2Kon 9:24| hij kromde zich in zijn wagen. ~ 32 2Kon 9:27| zeide: Slaat hem ook op den wagen, aan den opgang naar Gur, 33 2Kon 10:15| deed hem tot zich op den wagen klimmen. ~ 34 2Kon 10:16| deden zij hem rijden op zijn wagen. ~ 35 2Kon 14:14| Mijn vader, mijn vader, wagen Israels en zijn ruiteren! ~ 36 2Kon 25:30| voerden hem dood op een wagen van Megiddo, en brachten 37 1Kro 13:7 | ark Gods op een nieuwen wagen uit het huis van Abinadab. 38 1Kro 13:7 | Uza nu en Ahio leidden den wagen. ~ 39 1Kro 18:4 | en David ontzenuwde al de wagen paarden; doch hij behield 40 1Kro 19:4 | en David ontzenuwde al de wagen paarden; doch hij behield 41 2Kro 1:17| brachten op, en voerden een wagen uit van Egypte voor zeshonderd 42 2Kro 11:18| verkloekte zich, om op een wagen te klimmen, dat hij naar 43 2Kro 19:34| Israel deed zich met den wagen staande houden tegenover 44 2Kro 35:24| knechten namen hem weg van den wagen, en voerden hem op den tweeden 45 2Kro 35:24| voerden hem op den tweeden wagen, dien hij had, en brachten 46 2Kro 36:24| knechten namen hem weg van den wagen, en voerden hem op den tweeden 47 2Kro 36:24| voerden hem op den tweeden wagen, dien hij had, en brachten 48 Job 9:9 | 9 Die den Wagen maakt, den Orion, en het 49 Job 37:32 | voortbrengen op haar tijd, en den Wagen met zijn kinderen leiden? ~ 50 Psa 76:7 | God van Jakob! is samen wagen en paard in slaap gezonken. ~ 51 Psa 104:3 | Die van de wolken Zijn wagen maakt, Die op de vleugelen 52 Jes 21:7 | 7      En hij zag een wagen, een paar ruiters, een wagen 53 Jes 21:7 | wagen, een paar ruiters, een wagen met ezels, een wagen met 54 Jes 21:7 | een wagen met ezels, een wagen met kemels; en hij merkte 55 Jes 21:9 | En zie nu, daar komt een wagen mannen, en een paar ruiters! 56 Jes 22:6 | genomen, de man is op den wagen, er zijn ruiters; en Kir 57 Jer 51:21 | Ik in stukken slaan den wagen en zijn ruiter. ~ 58 Eze 39:20 | tafel van rij paarden en wagen paarden, van helden en alle 59 Amos 2:13| drukken, gelijk als een wagen drukt, die vol garven is. ~ 60 Mic 1:13 | de snelle dieren aan den wagen, gij inwoners van Lachis! ( 61 Zac 6:2 | 2      Aan den eersten wagen waren rode paarden; en aan 62 Zac 6:2 | paarden; en aan den tweeden wagen waren zwarte paarden. ~ 63 Zac 6:3 | 3      En aan den derden wagen witte paarden; en aan den 64 Zac 6:3 | paarden; en aan den vierden wagen hagelvlekkige paarden, die 65 Zac 6:6 | 6      Aan welken wagen de zwarte paarden zijn,


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License