Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
atara 1
ataroth 4
ate 3
aten 65
ater 5
athaja 1
athalia 15
Frequency    [«  »]
66 zeshonderd
66 zwaar
65 aldus
65 aten
65 beth-el
65 gehoorzaam
65 gruwelen

Bijbel

IntraText - Concordances

aten

   Book Chapter: Verse
1 Gen 17:8 | onder dien boom, en zij aten. ~ 2 Gen 18:3 | ongezuurde koeken, en zij aten. ~ 3 Gen 23:54 | 54 Toen aten en dronken zij, hij en de 4 Gen 24:30 | hun een maaltijd, en zij aten en dronken. ~ 5 Gen 28:46 | maakten een hoop; en zij aten aldaar op dien hoop. ~ 6 Gen 28:54 | om brood te eten; en zij aten brood, en vernachtten op 7 Gen 37:4 | aanzien, en dun van vlees, aten op die zeven koeien, schoon 8 Gen 37:20 | ranke en lelijke koeien aten die eerste zeven vette koeien 9 Gen 39:32 | Egyptenaren, die met hem aten, in het bijzonder; want 10 Gen 39:33 | 33 En zij aten voor zijn aangezicht, de 11 Gen 43:22 | bescheiden deel van Farao, en zij aten hun bescheiden deel, hetwelk 12 Exo 10:15 | verduisterd werd; en zij aten al het kruid des lands op, 13 Exo 16:3 | wij tot verzadiging brood aten! Want gijlieden hebt ons 14 Exo 16:35 | 35 En de kinderen Israels aten Man veertig jaren, totdat 15 Exo 16:35 | bewoond land kwamen; zij aten Man, totdat zij kwamen aan 16 Exo 24:11 | kinderen Israels; maar zij aten en dronken, nadat zij God 17 Num 11:5 | die wij in Egypte om niet aten; aan de komkommers, en aan 18 Deu 32:38 | Welker slachtofferen vet zij aten, welker drankofferen wijn 19 Joz 5:11 | 11 En zij aten van het overjarige koren 20 Joz 5:12 | geen Manna meer, maar zij aten in hetzelve jaar van de 21 Ric 8:27 | in het huis huns gods, en aten en dronken, en vloekten 22 Ric 13:9 | gaf hun daarvan, en zij aten; doch hij gaf hun niet te 23 Ric 18:4 | dagen bij hem bleef; en zij aten en dronken, en vernachtten 24 Ric 18:6 | zij neder, en zij beiden aten te zamen, en dronken. Toen 25 Ric 18:8 | zich neigde; en zij beiden aten te zamen. ~ 26 Ric 18:21 | voeten gewassen hebbende, zo aten en dronken zij. ~ 27 1Sa 28:25 | voor zijn knechten, en zij aten; daarna stonden zij op, 28 1Kon 19:21 | aan het volk gaf; en zij aten. Daarna stond hij op, en 29 2Kon 4:40 | het geschiedde, als zij aten van dat moes, dat zij riepen 30 2Kon 4:44 | hij het hun voor, en zij aten, en zij hielden over, naar 31 2Kon 6:23 | groten maaltijd, dat zij aten en dronken; daarna liet 32 2Kon 7:8 | gingen zij in een tent, en aten en dronken, en namen van 33 2Kon 25:9 | HEEREN te Jeruzalem; maar zij aten ongezuurde broden in het 34 1Kro 30:22 | 22 En zij aten en dronken deszelven daags 35 2Kro 30:18 | zich niet gereinigd, maar aten het pascha, niet gelijk 36 2Kro 30:22 | kennis des HEEREN; en zij aten de offeranden des gezetten 37 Ezra 6:21 | 21 Alzo aten de kinderen Israels, die 38 Job 1:13 | zonen en zijn dochteren aten, en wijn dronken in het 39 Job 1:18 | Uw zonen en uw dochteren aten, en dronken wijn, in het 40 Job 41:11 | voren gekend hadden, en aten brood met hem in zijn huis, 41 Psa 14:4 | opeten, alsof zij brood aten? Zij roepen den HEERE niet 42 Psa 53:5 | opeten, alsof zij brood aten? Zij roepen God niet aan. ~ 43 Psa 78:29 | 29 Toen aten zij, en werden zeer zat; 44 Psa 105:35 | in hun land opaten, ja, aten de vrucht hunner landbouwe 45 Jer 41:1 | Ahikam, te Mizpa; en zij aten aldaar brood te zamen, te 46 Jer 50:7 | Allen, die hen vonden, aten hen op, en hun wederpartijders 47 Klaa 1:115| He. Die lekkernijen aten, versmachten nu op de straten; 48 Dan 1:15 | van de spijze des konings aten. ~ 49 Matt 13:4 | en de vogelen kwamen en aten datzelve op. ~ 50 Matt 14:20 | 20 En zij aten allen en werden verzadigd, 51 Matt 15:37 | 37 En zij aten allen en werden verzadigd, 52 Matt 26:21 | 21 En toen zij aten, zeide Hij: Voorwaar, Ik 53 Matt 26:26 | 26 En als zij aten, nam Jezus het brood, en 54 Mark 4:4 | vogelen des hemels kwamen, en aten het op. ~ 55 Mark 6:42 | 42 En zij aten allen, en zijn verzadigd 56 Mark 7:2 | ongewassen handen brood aten, berispten zij hen. ~ 57 Mark 14:18 | 18 En als zij aanzaten en aten, zeide Jezus: Voorwaar, 58 Mark 14:22 | 22 En als zij aten, nam Jezus brood, en als 59 Luk 6:1 | discipelen plukten aren, en aten ze, die wrijvende met de 60 Luk 8:5 | en de vogelen des hemels aten dat op. ~ 61 Luk 9:17 | 17 En zij aten en werden allen verzadigd; 62 Luk 15:16 | den draf, dien de zwijnen aten; en niemand gaf hem dien. ~ 63 Luk 17:27 | 27 Zij aten, zij dronken, zij namen 64 Luk 17:28 | in de dagen van Lot; zij aten, zij dronken, zij kochten, 65 Hand 2:46 | tot huis brood brekende, aten zij te zamen met verheuging


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License