Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
albast 1
albasten 4
aldaar 381
aldus 65
aleer 4
alemeth 3
aleph 14
Frequency    [«  »]
66 weggevoerd
66 zeshonderd
66 zwaar
65 aldus
65 aten
65 beth-el
65 gehoorzaam

Bijbel

IntraText - Concordances

aldus

   Book Chapter: Verse
1 Gen 6:15 | 15 En aldus is het, dat gij haar maken 2 Gen 28:8 | 8 Wanneer hij aldus zeide: De gespikkelde zullen 3 Exo 3:15 | zeide God verder tot Mozes: Aldus zult gij tot de kinderen 4 Exo 12:11 | 11 Aldus nu zult gij het eten: uw 5 Exo 19:3 | van den berg, zeggende: Aldus zult gij tot het huis van 6 Exo 20:22 | zeide de HEERE tot Mozes: Aldus zult gij tot de kinderen 7 Exo 26:18 | den tabernakel zult gij aldus maken; twintig berderen 8 Exo 32:35 | 35 Aldus plaagde de HEERE dit volk, 9 Exo 33:35 | 35 Aldus plaagde de HEERE dit volk, 10 Exo 39:2 | 2 Aldus maakte hij den efod, van 11 Exo 39:32 | 32 Aldus werd al het werk des tabernakels, 12 Num 8:7 | 7 En aldus zult gij hun doen, om hen 13 Num 23:5 | weder tot Balak, en spreek aldus. ~ 14 Joz 2:4 | hen verborgen; en zeide aldus: Er zijn mannen tot mij 15 Joz 19:51 | de tent der samenkomst. Aldus maakten zij een einde van 16 1Sa 9:9 | Eertijds zeide een ieder aldus in Israel, als hij ging 17 1Sa 11:9 | boden, die gekomen waren: Aldus zult gijlieden den mannen 18 1Sa 14:9 | 9 Indien zij aldus tot ons zeggen: Staat stil, 19 1Sa 14:10 | 10 Maar zeggen zij aldus: Klimt tot ons op; zo zullen 20 1Sa 18:25 | 25 Toen zeide Saul: Aldus zult gijlieden tot David 21 1Sa 20:7 | 7 Indien hij aldus zegt: Het is goed, zo heeft 22 1Sa 28:2 | Toen zeide David tot Achis: Aldus zult gij weten, wat uw knecht 23 2Sa 16:7 | 7 Aldus nu zeide Simei in zijn vloeken: 24 2Sa 17:6 | Absalom tot hem, zeggende: Aldus heeft Achitofel gesproken; 25 1Kon 1:48| Ja, ook heeft de koning aldus gezegd: Geloofd zij de HEERE, 26 1Kon 22:20| Gilead? De een nu zeide aldus, en de andere zeide alzo. ~ 27 1Kro 22:10| spreek tot David, zeggende: Aldus zegt de HEERE: Drie dingen 28 2Kro 19:19| Daarna zeide Hij: Deze zegt aldus, en die zegt alzo. ~ 29 Ezra 4:17| van deze zijde der rivier aldus: Vrede, en op zulken tijd. ~ 30 Ezra 5:3 | hun gezelschap, en zeiden aldus tot hen: Wie heeft ulieden 31 Ezra 5:4 | 4 Toen zeiden wij aldus tot hen, en welke de namen 32 Ezra 5:7 | verhaal aan hem; en daarin was aldus geschreven: Den koning Darius 33 Ezra 5:9 | denzelven oudsten gevraagd, en aldus tot hen gezegd: Wie heeft 34 Ezra 6:2 | gevonden; en daarin was aldus geschreven: GEDACHTENIS: ~ 35 Neh 7:5 | en vond daarin geschreven aldus: ~ 36 Jes 21:6 | 6      Want aldus heeft de Heere tot mij gezegd: 37 Jer 10:11 | 11      (Aldus zult gijlieden tot hen zeggen: 38 Jer 23:35 | 35      Aldus zult gijlieden zeggen, een 39 Jer 23:37 | 37      Aldus zult gij zeggen tot den 40 Jer 24:8 | kunnen gegeten worden (want aldus zegt de HEERE), alzo zal 41 Jer 38:4 | man gedood worden; want aldus maakt hij de handen der 42 Eze 24:19 | deze dingen zijn, dat gij aldus doet? ~ 43 Eze 33:10 | Israels: Gijlieden spreekt aldus, zeggende: Dewijl onze overtredingen 44 Dan 2:24 | hij ging henen en zeide aldus tot hem: Breng de wijzen 45 Dan 4:14 | Roepende met kracht, en aldus zeggende: Houwt dien boom 46 Dan 6:7 | tot den koning, en zeiden aldus tot hem: O koning Darius, 47 Dan 7:5 | zijn tanden; en men zeide aldus tot      hetzelve: Sta op, 48 Dan 7:23 | 23      Hij zeide aldus: Het vierde dier zal het 49 Amos 7:1 | De Heere HEERE deed mij aldus zien; en ziet, Hij formeerde 50 Amos 7:4 | deed mij de Heere HEERE aldus zien; en ziet, de Heere 51 Amos 7:7 | 7      Nog deed Hij mij aldus zien; en ziet, de Heere 52 Amos 8:1 | De Heere HEERE deed mij aldus zien; en ziet, een korf 53 Matt 1:18| van Jezus Christus was nu aldus; want als Maria, Zijn moeder, 54 Matt 2:38| tot hem: Laat nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtigheid 55 Matt 6:9 | 9 Gij dan bidt aldus: Onze Vader, Die in de hemelen 56 Matt 23:31| 31 Aldus getuigt gij tegen uzelven, 57 Mark 2:7 | 7 Wat spreekt Deze aldus gods lasteringen? Wie kan 58 Joha 21:1 | En Hij openbaarde Zich aldus: ~ 59 Hand 7:34| verderving keren, heeft Hij aldus gezegd: Ik zal ulieden de 60 Hand 20:1 | uit, en verantwoordde zich aldus: ~ 61 Rom 10:6 | uit het geloof is, spreekt aldus: Zeg niet in uw hart: Wie 62 1Kor 7:7 | gave van God, de een wel aldus, maar de andere alzo. ~ 63 Heb 4:4 | ergens van den zevenden dag aldus gesproken: En God heeft 64 Heb 9:6 | 6 Deze dingen nu, aldus toebereid zijnde, zo gingen 65 Open 18:21| dien in de zee, zeggende: Aldus zal de grote stad Babylon


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License