Book Chapter: Verse
1 Gen 25:19 | gesproken hadt; sta toch op, zit, en eet van mijn wildbraad,
2 Exo 18:14 | gij het volk doet? Waarom zit gij zelf alleen, en al het
3 Lev 15:6 | 6 En die op dat tuig zit, waarop hij, die den vloed
4 Deu 6:7 | spreken, als gij in uw huis zit, en als gij op den weg gaat,
5 Deu 11:19 | daarvan, als gij in uw huis zit, en als gij op den weg gaat,
6 Ric 4:34 | gij, die aan het gerichte zit, en gij, die over weg wandelt,
7 Rut 3:18 | 18 Toen zeide zij: Zit stil, mijn dochter, totdat
8 2Sa 19:8 | zeggende: Ziet, de koning zit in de poort. Toen kwam al
9 1Kon 1:46| 46 En ook zit Salomo op den troon des
10 1Kon 8:20| mijn vader David, en ik zit op den troon van Israel,
11 2Kro 7:10| mijn vader David, en ik zit op den troon van Israel,
12 Est 30:10 | aan de poort des konings zit; en laat niet een woord
13 Psa 1:1 | den weg der zondaren, noch zit in het gestoelte der spotters; ~
14 Psa 10:8 | 8 Hij zit in de achterlage der hoeven,
15 Psa 26:4 | 4 Ik zit niet bij ijdele lieden,
16 Psa 26:5 | boosdoeners, en bij de goddelozen zit ik niet. ~
17 Psa 29:10 | watervloed; ja, de HEERE zit, Koning in eeuwigheid. ~
18 Psa 47:9 | regeert over de heidenen; God zit op den troon Zijner heiligheid. ~
19 Psa 50:20 | 20 Gij zit, gij spreekt tegen uw broeder;
20 Psa 55:20 | plagen, als die van ouds zit, Sela; dewijl bij hen gans
21 Psa 80:2 | Die tussen de cherubim zit, verschijn blinkende. ~
22 Psa 99:1 | dat de volken beven; Hij zit tussen de cherubim; de aarde
23 Psa 110:1 | tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, totdat
24 Psa 123:1 | tot U, Die in de hemelen zit. ~
25 Spre 9:14| 14 En zij zit aan de deur van haar huis,
26 Spre 31:23| bekend in de poorten, als hij zit met de oudsten des lands. ~
27 Hoo 2:3 | lust in Zijn schaduw, en zit er onder, en Zijn vrucht
28 Jes 28:6 | oordeels dien, die ten oordeel zit, en tot een sterkte dengenen,
29 Jes 40:22 | Hij is het, Die daar zit boven den kloot der aarde,
30 Jes 47:1 | 1 Daal af, en zit in het stof, gij jonkvrouw,
31 Jes 47:1 | jonkvrouw, dochter van Babel! zit op de aarde, er is geen
32 Jes 47:5 | 5 Zit stilzwijgende, en ga in
33 Jes 52:2 | uit het stof, maak u op, zit neder, o Jeruzalem! maak
34 Jer 22:2 | koning van Juda, gij, die zit op Davids troon, gij, en
35 Jer 29:16 | koning, die op Davids troon zit, en van al het volk, dat
36 Jer 36:15 | En zij zeiden tot hem: Zit toch neder, en lees ze voor
37 Klaa 1:1 | 1 Aleph. Hoe zit die stad zo eenzaam, die
38 Klaa 2:19| 19 Gij, o HEERE, zit in eeuwigheid, Uw troon
39 Eze 28:2 | en zegt: Ik ben God, ik zit in Godes stoel, in het hart
40 Zac 1:11 | en ziet, het ganse land zit en het is stil. ~
41 Matt 22:44| heeft gezegd tot Mijn Heere: Zit aan Mijn rechter hand, totdat
42 Matt 23:22| en bij Dien, Die daarop zit. ~
43 Matt 26:36| zeide tot de discipelen: Zit hier neder, totdat Ik heenga,
44 Mark 12:36| heeft gezegd tot mijn Heere: Zit aan Mijn rechter hand, totdat
45 Mark 14:32| zeide tot Zijn discipelen: Zit hier neder, totdat Ik gebeden
46 Luk 14:28 | willende een toren bouwen, zit niet eerst neder, en overrekent
47 Luk 14:31 | anderen koning te slaan, zit niet eerst neder, en beraadslaagt,
48 Luk 17:7 | zal zeggen: Kom bij, en zit aan? ~
49 Luk 20:42 | heeft gezegd tot mijn Heere: Zit aan Mijn rechter hand, ~
50 Luk 22:30 | tafel in Mijn Koninkrijk, en zit op tronen, oordelende de
51 Hand 2:34| gesproken tot Mijn Heere: Zit aan Mijn rechter hand. ~
52 Hand 17:3 | slaan, gij gewitte wand! Zit gij ook om mij te oordelen
53 1Kor 14:30| indien een ander, die er zit, iets geopenbaard is, dat
54 Heb 1:13 | engelen heeft Hij ooit gezegd: Zit aan Mijn rechter hand, totdat
55 Jako 2:3 | draagt, en tot hem zeggen: Zit gij hier op een eerlijke
56 Jako 2:3 | arme: Sta gij daar; of: Zit hier onder mijn voetbank; ~
57 Open 5:13| zeggen: Hem, Die op den troon zit, en het Lam, zij de dankzegging,
58 Open 6:16| Desgenen, Die op den troon zit, en van den toorn des Lams. ~
59 Open 7:10| onzen God, Die op den troon zit, en het Lam. ~
60 Open 7:15| tempel; en Die op den troon zit, zal hen overschaduwen. ~
61 Open 17:1 | der grote hoer, die daar zit op vele wateren; ~
62 Open 17:9 | bergen, op welke de vrouw zit. ~
63 Open 17:15| gezien hebt, waar de hoer zit, zijn volken, en scharen,
64 Open 18:7 | zij zegt in haar hart: Ik zit als een koningin, en ben
|