Book Chapter: Verse
1 Gen 4:12 | bouwen zult, hij zal u zijn vermogen niet meer geven; gij zult
2 Gen 31:29 | 29 En al hun vermogen, en al hun kleine kinderen,
3 Exo 21:8 | te verkopen zal hij niet vermogen, dewijl hij trouweloos met
4 Num 31:9 | en al hun vee, en al hun vermogen. ~
5 Deu 6:5 | ganse ziel, en met al uw vermogen. ~
6 Deu 8:17 | mijner hand heeft mij dit vermogen verkregen. ~
7 Deu 8:18 | is, Die u kracht geeft om vermogen te verkrijgen; opdat Hij
8 Deu 17:15 | u stellen; gij zult niet vermogen over u te zetten een vreemden
9 Deu 21:16 | heeft, dat hij niet zal vermogen de eerstgeboorte te geven
10 Deu 28:32 | dag; maar het zal in het vermogen uwer hand niet zijn. ~
11 Deu 33:11 | 11 Zegen, HEERE! zijn vermogen, en laat U het werk zijner
12 Rut 2:1 | man, een man, geweldig van vermogen, van het geslacht van Elimelech;
13 1Kon 10:13| dat hij haar gaf naar het vermogen van den koning Salomo; zo
14 1Kon 22:22| overreden, en zult het ook vermogen; ga uit en doe alzo. ~
15 2Kon 16:20| van alle geweldigen van vermogen, om den koning van Assyrie
16 2Kro 15:11| sterfelijken mens tegen U niets vermogen. ~
17 2Kro 19:21| zult overreden, en zult ook vermogen; ga uit, en doe alzo. ~
18 Ezra 2:69| 69 Zij gaven naar hun vermogen tot den schat des werks,
19 Ezra 7:24| impost en tol hun niet zal vermogen op te leggen. ~
20 Neh 5:8 | verkocht waren, naar ons vermogen wedergekocht; en zoudt gijlieden
21 Est 1:7 | koninklijke wijn, naar des konings vermogen. ~
22 Est 11 | geschenken naar des konings vermogen. ~
23 Est 30:13 | zult gij tegen hem niet vermogen; maar gij zult gewisselijk
24 Est 47:2 | 6 Want hoe zal ik vermogen, dat ik aanzie het kwaad,
25 Est 47:2 | treffen zal? En hoe zal ik vermogen, dat ik aanzie het verderf
26 Job 5:5 | de struikrover slokte hun vermogen in. ~
27 Job 6:22 | geschenken voor mij van uw vermogen? ~
28 Job 15:29 | niet rijk worden, en zijn vermogen zal niet bestaan; en hun
29 Job 20:10 | zijn handen zullen zijn vermogen moeten weder uitkeren. ~
30 Job 20:18 | niet inslokken; naar het vermogen zijner verandering, zo zal
31 Job 21:7 | ja, worden geweldig in vermogen? ~
32 Job 31:25 | ben geweest, omdat mijn vermogen groot was, en omdat mijn
33 Job 31:39 | 39 Zo ik zijn vermogen gegeten heb zonder geld,
34 Psa 21:12 | bedacht, doch zullen niets vermogen. ~
35 Psa 62:11 | wordt niet ijdel, als het vermogen overvloedig aanwast, en
36 Psa 73:12 | zij vermenigvuldigen het vermogen. ~
37 Psa 101:5 | van hart, die zal ik niet vermogen. ~
38 Spre 3:27| meesters niet, als het in het vermogen uwer hand is te doen. ~
39 Spre 5:10| zich niet verzadigen van uw vermogen, en al uw smartelijke arbeid
40 Spre 13:22| kinderen doen erven; maar het vermogen des zondaars is voor de
41 Spre 31:3 | Geeft aan de vrouwen uw vermogen niet, noch uw wegen, om
42 Jes 10:14 | hand heeft gevonden het vermogen der volken, als een nest,
43 Jes 16:12 | aanbidden, maar hij zal niet vermogen. ~
44 Jes 40:26 | omdat Hij sterk van vermogen is; er wordt er niet een
45 Jes 62:6 | Gods noemen; gij zult het vermogen der heidenen eten, en in
46 Jer 1:19 | strijden, maar tegen u niet vermogen; want Ik ben met u, spreekt
47 Jer 5:22 | zo zullen zij toch niet vermogen, ofschoon zij bruisen, zo
48 Jer 15:13 | 13 Ik zal uw vermogen en uw schatten tot een roof
49 Jer 17:3 | Mijn berg met het veld, uw vermogen en al uw schatten ten roof
50 Jer 20:5 | Ook zal Ik geven al het vermogen dezer stad, en al haar arbeid,
51 Jer 20:11 | vervolgers struikelen, en niets vermogen; zij zijn zeer beschaamd
52 Jer 38:5 | koning zou geen ding tegen u vermogen. ~
53 Eze 26:12 | 12 En zij zullen uw vermogen roven, en uw koopmanswaren
54 Eze 28:4 | door uw verstand, hebt gij vermogen voor u verkregen; ja, gij
55 Eze 28:5 | uw koophandel hebt gij uw vermogen vermeerderd, en uw hart
56 Eze 28:5 | verheft zich vanwege uw vermogen. ~
57 Joe 2:22 | vijgeboom zullen hun vermogen geven. ~
58 Mic 4:13 | HEERE verbannen, en hun vermogen den Heere der ganse aarde. ~
59 Zep 1:13 | 13 Daarom zal hun vermogen ten roof worden, en hun
60 Zac 14:14 | Jeruzalem strijden; en het vermogen aller heidenen rondom zal
61 Matt 25:15| een iegelijk naar zijn vermogen, en verreisde terstond. ~
62 2Kor 8:3 | 3 Want zij zijn naar vermogen (ik betuig het), ja, boven
63 2Kor 8:3 | ik betuig het), ja, boven vermogen gewillig geweest; ~
64 2Kor 13:8 | 8 Want wij vermogen niets tegen de waarheid,
|