Book Chapter: Verse
1 Exo 30:13 | sikkels, naar de sikkel des heiligdoms (deze sikkel is twintig
2 Exo 30:24 | vijfhonderd, naar den sikkels des heiligdoms, en olie van olijfbomen
3 Exo 36:1 | alle werk ten dienste des heiligdoms naar alles, dat de HEERE
4 Exo 36:3 | werk van den dienst des heiligdoms, om dat te maken; doch zij
5 Exo 36:4 | wijzen, die al het werk des heiligdoms maakten, ieder man van zijn
6 Exo 36:6 | werk meer ten hefoffer des heiligdoms! Alzo werd het volk teruggehouden
7 Exo 38:24 | is, in het ganse werk des heiligdoms, te weten, het goud des
8 Exo 38:24 | sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms. ~
9 Exo 38:25 | sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms. ~
10 Exo 38:26 | sikkel, naar den sikkel des heiligdoms, van een ieder, die overging
11 Exo 38:27 | te gieten de voeten des heiligdoms, en de voeten des voorhangs;
12 Lev 5:15 | sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms, ten schuldoffer. ~
13 Lev 26:3 | zilvers, naar den sikkel des heiligdoms. ~
14 Lev 26:25 | zal naar den sikkel des heiligdoms geschieden; de sikkel zal
15 Num 3:28 | waarnemende de wacht des heiligdoms. ~
16 Num 3:31 | altaren en het gereedschap des heiligdoms, met hetwelk zij dienst
17 Num 3:32 | degenen, die de wacht des heiligdoms waarnemen. ~
18 Num 3:38 | waarnemende de wacht des heiligdoms, voor de wacht der kinderen
19 Num 3:47 | nemen; naar den sikkel des heiligdoms zult gij ze nemen; die sikkel
20 Num 3:50 | sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms. ~
21 Num 4:15 | van alle gereedschap des heiligdoms, in het optrekken des legers,
22 Num 7:13 | sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem
23 Num 7:19 | sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem
24 Num 7:25 | sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem
25 Num 7:31 | sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem
26 Num 7:37 | sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem
27 Num 7:43 | sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem
28 Num 7:49 | sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem
29 Num 7:55 | sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem
30 Num 7:61 | sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem
31 Num 7:67 | sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem
32 Num 7:73 | sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem
33 Num 7:79 | sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; zij waren beide vol meelbloem
34 Num 7:85 | sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms. ~
35 Num 7:86 | sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms; al het goud der reukschalen
36 Num 18:14 | dragen de ongerechtigheid des heiligdoms; en gij, en uw zonen met
37 Num 18:16 | tot het gereedschap des heiligdoms en het altaar zullen zij
38 Num 18:18 | zult waarnemen de wacht des heiligdoms, en de wacht des altaars;
39 Num 18:29 | sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms, die is twintig gera. ~
40 Num 19:1 | dragen de ongerechtigheid des heiligdoms; en gij, en uw zonen met
41 Num 19:3 | tot het gereedschap des heiligdoms en het altaar zullen zij
42 Num 19:5 | zult waarnemen de wacht des heiligdoms, en de wacht des altaars;
43 Num 19:16 | sikkelen, naar den sikkel des heiligdoms, die is twintig gera. ~
44 1Kro 16:29 | HEERE in de heerlijkheid des heiligdoms. ~
45 1Kro 24:32 | waarnemen, en de wacht des heiligdoms, en de wacht der zonen van
46 1Kro 25:5 | genen; want de oversten des heiligdoms en de oversten Gods waren
47 1Kro 30:3 | al wat ik ten huize des heiligdoms bereid heb; ~
48 2Kro 30:19 | niet naar de reinigheid des heiligdoms. ~
49 2Kro 37:17 | zwaard in het huis huns heiligdoms doodde, en hij verschoonde
50 Neh 10:39 | omdat aldaar de vaten des heiligdoms zijn, en de priesteren,
51 Psa 29:2 | HEERE in de heerlijkheid des heiligdoms. ~
52 Psa 96:9 | HEERE in de heerlijkheid des heiligdoms; schrikt voor Zijn aangezicht,
53 Psa 102:20 | Hij uit de hoogte Zijns heiligdoms zal hebben nederwaarts gezien;
54 Jes 43:28 | Daarom zal Ik de oversten des heiligdoms ontheiligen, en Jakob ten
55 Jes 61:13 | versieren de plaats Mijns heiligdoms, en Ik zal de plaats Mijner
56 Jes 63:9 | drinken in de voorhoven Mijns heiligdoms. ~
57 Jer 17:12 | aan, is de plaats onzes heiligdoms. ~
58 Klaa 1:111| Hoe zijn de stenen des heiligdoms vooraan op alle straten
59 Eze 41:21 | aangaande het voorste deel des heiligdoms, de ene gedaante was als
60 Eze 44:5 | met alle uitgangen des heiligdoms. ~
61 Eze 44:15 | Zadok, die de wacht Mijns heiligdoms hebben waargenomen, als
62 Dan 8:11 | offer, en de woning Zijns heiligdoms werd nedergeworpen. ~
63 Heb 8:2 | 2 Een Bedienaar des heiligdoms, en des waren tabernakels,
64 Heb 9:8 | beduidde, dat de weg des heiligdoms nog niet openbaar gemaakt
|