Book Chapter: Verse
1 Lev 21:17 | geslachten, in wien een gebrek zal zijn, zal naderen, om
2 Lev 21:18 | Want geen man, in wien een gebrek zal zijn, zal naderen, hij
3 Lev 21:21 | den priester, in wien een gebrek is, zal toetreden om de
4 Lev 21:21 | des HEEREN te offeren; een gebrek is in hem, hij zal niet
5 Lev 21:23 | niet toetreden, omdat een gebrek in hem is; opdat hij Mijn
6 Lev 22:20 | offeren iets, waarin een gebrek is; want het zou niet aangenaam
7 Lev 22:21 | het aangenaam zij; geen gebrek zal daarin zijn. ~
8 Lev 22:25 | is in hen, in dezelve is gebrek, zij zouden niet aangenaam
9 Lev 23:19 | iemand aan zijn naaste een gebrek zal aangebracht hebben;
10 Lev 23:20 | tand; gelijk als hij een gebrek een mens zal aangebracht
11 Deu 15:8 | lenen, genoeg voor zijn gebrek, dat hem ontbreekt. ~
12 Deu 15:21 | 21 Doch als enig gebrek daaraan zal zijn, hetzij
13 Deu 15:21 | of blind, of enig kwaad gebrek, zo zult gij het den HEERE,
14 Deu 17:1 | vee offeren, waaraan een gebrek zij of enig kwaad; want
15 Deu 28:48 | en in naaktheid, en in gebrek van alles; en Hij zal een
16 Deu 28:57 | het verborgene, vermits gebrek van alles; in de belegering
17 Ric 17:10 | een plaats, alwaar geen gebrek is van enig ding, dat op
18 Ric 18:19 | is; er is aan geen ding gebrek. ~
19 1Sa 21:15 | 15 Heb ik razenden gebrek, dat gij dezen gebracht
20 2Sa 14:25 | hoofdschedel toe was er geen gebrek in hem. ~
21 Neh 9:21 | woestijn; zij hebben geen gebrek gehad; hun klederen zijn
22 Job 30:3 | 3 Die door gebrek en honger eenzaam waren,
23 Psa 35:10 | Hem vrezen, hebben geen gebrek. ~
24 Psa 35:11 | HEERE zoeken, hebben geen gebrek aan enig goed. ~
25 Spre 6:11| als een wandelaar, en uw gebrek als een gewapend man. ~
26 Spre 10:21| maar de dwazen sterven door gebrek van verstand. ~
27 Spre 11:24| recht is, maar het is tot gebrek. ~
28 Spre 12:9 | zichzelven eert, en des broods gebrek heeft.
29 Spre 13:23| die verteerd wordt door gebrek van oordeel. ~
30 Spre 13:25| buik der goddelozen zal gebrek hebben. ~ ~
31 Spre 14:23| lippen strekt alleen tot gebrek. ~
32 Spre 14:28| konings heerlijkheid; maar in gebrek van volk is eens vorsten
33 Spre 21:5 | die haastig is, alleen tot gebrek. ~
34 Spre 21:17| blijdschap liefheeft, die zal gebrek lijden; die wijn en olie
35 Spre 22:16| geeft, komt zekerlijk tot gebrek. ~
36 Spre 24:34| wandelaar, en uw velerlei gebrek als een gewapend man. ~ ~
37 Spre 28:16| vorst, die van alle verstand gebrek heeft, is ook veelvoudig
38 Spre 28:22| maar hij weet niet, dat het gebrek hem overkomen zal.
39 Spre 28:27| den armen geeft, zal geen gebrek hebben; maar die zijn ogen
40 Pred 4:8 | ik toch, en doe mijn ziel gebrek hebben van het goede? Dit
41 Pred 6:2 | zijn ziel aan geen ding gebrek, van alles wat hij begeert;
42 Hoo 4:7 | vriendin, en er is geen gebrek aan u. ~
43 Jer 44:18 | offeren, hebben wij van alles gebrek gehad, en zijn door het
44 Eze 4:17 | des broods en des waters gebrek hebben, en de een met den
45 Dan 1:4 | Jongelingen, aan dewelke geen gebrek ware, maar schoon van aangezicht,
46 Amos 4:6 | gegeven in al uw steden, en gebrek van brood in al uw plaatsen;
47 Mark 12:44| maar deze heeft van haar gebrek, al wat zij had, daarin
48 Luk 15:14 | datzelve land, en hij begon gebrek te lijden. ~
49 Luk 21:4 | maar deze heeft van haar gebrek, al den leeftocht, dien
50 Hand 4:34| ook niemand onder hen, die gebrek had; want zovelen als er
51 1Kor 6:7 | Zo is er dan nu ganselijk gebrek onder u, dat gij met elkander
52 1Kor 8:8 | niet eten, wij hebben geen gebrek. ~
53 1Kor 12:24| overvloediger eer aan hetgeen gebrek aan dezelve heeft; ~
54 2Kor 8:14| uw overvloed zij om hun gebrek te vervullen; opdat ook
55 2Kor 8:14| hun overvloed zij om uw gebrek te vervullen, opdat er gelijkheid
56 2Kor 9:12| vervult niet alleen het gebrek der heiligen, maar is ook
57 2Kor 11:8 | bij u tegenwoordig was en gebrek had, ben ik niemand lastig
58 2Kor 11:9 | 9 Want mijn gebrek hebben de broeders vervuld,
59 Fili 2:30| achtende, opdat hij het gebrek uwer bediening aan mij vervullen
60 Fili 4:11| Niet dat ik dit zeg vanwege gebrek; want ik heb geleerd vergenoegd
61 Fili 4:12| beide overvloed te hebben en gebrek te lijden. ~
62 Jako 2:15| zuster naakt zouden zijn, en gebrek zouden hebben aan dagelijks
63 1Joh 3:17| heeft, en ziet zijn broeder gebrek hebben, en sluit zijn hart
64 Open 3:17| geworden, en heb geens dings gebrek; en gij weet niet, dat gij
|