Book Chapter: Verse
1 Gen 9:21 | dronk van dien wijn, en werd dronken; en hij ontblootte zich
2 Gen 23:54 | 54 Toen aten en dronken zij, hij en de mannen, die
3 Gen 24:30 | maaltijd, en zij aten en dronken. ~
4 Gen 39:34 | gerechten van hen allen. En zij dronken, en zij werden dronken met
5 Gen 39:34 | zij dronken, en zij werden dronken met hem. ~ ~ ~ ~
6 Exo 24:11 | Israels; maar zij aten en dronken, nadat zij God gezien hadden. ~
7 Deu 32:38 | welker drankofferen wijn zij dronken; dat zij opstaan en u helpen,
8 Deu 32:42 | 42 Ik zal Mijn pijlen dronken maken van bloed, en Mijn
9 Ric 8:27 | huis huns gods, en aten en dronken, en vloekten Abimelech. ~
10 Ric 18:4 | hem bleef; en zij aten en dronken, en vernachtten aldaar. ~
11 Ric 18:6 | beiden aten te zamen, en dronken. Toen zeide de vader van
12 Ric 18:21 | gewassen hebbende, zo aten en dronken zij. ~
13 1Sa 1:13 | daarom hield Eli haar voor dronken. ~
14 1Sa 1:14 | haar: Hoe lang zult gij u dronken aanstellen? Doe uw wijn
15 1Sa 25:36 | denzelven, en hij was zeer dronken; daarom gaf zij hem niet
16 2Sa 11:13 | dronk, en hij maakte hem dronken. Daarna ging hij in den
17 1Kon 16:9 | hij te Thirza was, zich dronken drinkende in het huis van
18 1Kon 20:16 | Benhadad nu dronk zich dronken in de tenten, hij en de
19 2Kon 6:23 | maaltijd, dat zij aten en dronken; daarna liet hij hen gaan,
20 2Kon 7:8 | in een tent, en aten en dronken, en namen van daar zilver,
21 1Kro 30:22 | 22 En zij aten en dronken deszelven daags voor het
22 Est 16:15 | koning en Haman zaten en dronken, doch de stad Susan was
23 Est 17:15 | koning en Haman zaten en dronken, doch de stad Susan was
24 Job 1:13 | dochteren aten, en wijn dronken in het huis van hun broeder,
25 Job 1:18 | en uw dochteren aten, en dronken wijn, in het huis van hun
26 Psa 37:9 | 9 Zij worden dronken van de vettigheid Uws huizes;
27 Psa 65:11 | maakt zijn omgeploegde aarde dronken; Gij doet ze dalen in zijn
28 Psa 107:27 | dansen en waggelen als een dronken man, en al hun wijsheid
29 Spre 5:19 | haar borsten te allen tijd dronken maken; dool steeds in haar
30 Spre 7:18 | 18 Kom, laat ons dronken worden van minnen tot den
31 Hoo 5:1 | vrienden! drinkt, en wordt dronken, o liefsten! ~
32 Jes 29:9 | roept gijlieden; zij zijn dronken, maar niet van wijn; zij
33 Jes 34:5 | Want Mijn zwaard is dronken geworden in den hemel; ziet,
34 Jes 49:26 | hun eigen bloed zullen zij dronken worden, als van zoeten wijn;
35 Jes 64:6 | Mijn toorn, en Ik heb hen dronken gemaakt in Mijn grimmigheid;
36 Jer 23:9 | bewegen zich; ik ben als een dronken man, en als een man, dien
37 Jer 25:27 | Israels: Drinkt, en wordt dronken, en spuwt, en valt neder,
38 Jer 31:14 | priesteren met vettigheid dronken maken; en Mijn volk zal
39 Jer 31:25 | Ik heb de vermoeide ziel dronken gemaakt, en Ik heb alle
40 Jer 46:10 | vreten, en verzadigd, en dronken worden van hun bloed; want
41 Jer 48:26 | 26 Maak hem dronken, omdat hij zich groot gemaakt
42 Jer 51:7 | HEEREN, die de ganse aarde dronken maakte; de volken hebben
43 Jer 51:39 | drank opzetten, en zal hen dronken maken, opdat zij opspringen;
44 Jer 51:57 | overheden, en haar helden dronken maken; en zij zullen een
45 Klaa 1:59 | Hij heeft mij met alsem dronken gemaakt. ~
46 Klaa 1:131| ook tot u komen, gij zult dronken worden, en ontbloot worden. ~
47 Dan 5:2 | zijn bijwijven uit dezelve dronken. ~
48 Dan 5:3 | vrouwen, en zijn bijwijven dronken daaruit. ~
49 Dan 5:4 | 4 Zij dronken den wijn, en prezen de gouden,
50 Nah 1:10 | gevlochten zijn als doornen, en dronken zijn, gelijk zij plegen
51 Nah 1:10 | zijn, gelijk zij plegen dronken te zijn, zo worden zij volkomen
52 Nah 3:11 | 11 Ook zult gij dronken worden, gij zult u verbergen;
53 Mark 14:23 | hebbende, gaf hun dien; en zij dronken allen uit denzelven. ~
54 Luk 12:45 | te eten en te drinken, en dronken te worden; ~
55 Luk 17:27 | 27 Zij aten, zij dronken, zij namen ten huwelijk,
56 Luk 17:28 | dagen van Lot; zij aten, zij dronken, zij kochten, zij verkochten,
57 Hand 2:15 | 15 Want deze zijn niet dronken, gelijk gij vermoedt; want
58 1Kor 10:4 | gedronken hebben; want zij dronken uit de geestelijke steenrots,
59 1Kor 11:21 | hongerig, en de andere is dronken. ~
60 Efez 5:18 | 18 En wordt niet dronken in wijn, waarin overdaad
61 1The 5:7 | slapen des nachts, en die dronken zijn, zijn des nachts dronken; ~
62 1The 5:7 | dronken zijn, zijn des nachts dronken; ~
63 Open 17:2 | die de aarde bewonen zijn dronken geworden van den wijn harer
64 Open 17:6 | En ik zag, dat de vrouw dronken was van het bloed der heiligen,
|