Book Chapter: Verse
1 Num 22:41 | voerde hem op de hoogten van Baal, dat hij van daar zag het
2 Ric 2:13 | den HEERE, en dienden de Baal en Astharoth. ~
3 Ric 5:25 | breek af het altaar van Baal, dat van uw vader is, en
4 Ric 5:28 | ziet, zo was het altaar van Baal omgeworpen, en de haag,
5 Ric 5:30 | omdat hij het altaar van Baal heeft omgeworpen, en omdat
6 Ric 5:31 | stonden: Zult gij voor den Baal twisten; zult gij hem verlossen?
7 Ric 5:32 | dage Jerubbaal, zeggende: Baal twiste tegen hem, omdat
8 1Kon 16:31| en heenging, en diende Baal, en boog zich voor hem. ~
9 1Kon 16:32| 32 En hij richtte voor Baal een altaar op, in het huis
10 1Kon 16:32| altaar op, in het huis van Baal, hetwelk hij te Samaria
11 1Kon 18:19| en vijftig profeten van Baal, en de vierhonderd profeten
12 1Kon 18:21| volgt Hem na, en zo het Baal is, volgt hem na! Maar het
13 1Kon 18:22| overgebleven, en de profeten van Baal zijn vierhonderd en vijftig
14 1Kon 18:25| zeide tot de profeten van Baal: Kiest gijlieden voor u
15 1Kon 18:26| en riepen den naam van Baal aan, van den morgen tot
16 1Kon 18:26| den middag, zeggende: O Baal, antwoord ons! Maar er was
17 1Kon 18:40| Grijpt de profeten van Baal, dat niemand van hen ontkome.
18 1Kon 19:18| niet gebogen hebben voor Baal, en allen mond, die hem
19 1Kon 22:54| 54 En hij diende Baal, en boog zich voor hem,
20 2Kon 3:2 | dag opgerichte beeld van Baal weg, hetwelk zijn vader
21 2Kon 10:18| zeide tot hen: Achab heeft Baal een weinig gediend; Jehu
22 2Kon 10:19| roept alle profeten van Baal, al zijn dienaren, en al
23 2Kon 10:19| een grote offerande aan Baal; al wie gemist wordt, zal
24 2Kon 10:19| opdat hij de dienaren van Baal ombracht. ~
25 2Kon 10:20| Verder zeide Jehu: Heiligt Baal een verbods dag. en zij
26 2Kon 10:21| zij kwamen in het huis van Baal, dat het huis van Baal vervuld
27 2Kon 10:21| van Baal, dat het huis van Baal vervuld werd van het ene
28 2Kon 10:22| Breng voor alle dienaren van Baal de kleding uit. En hij bracht
29 2Kon 10:23| Rechab, in het huis van Baal; en hij zeide tot de dienaren
30 2Kon 10:23| zeide tot de dienaren van Baal: Onderzoekt, en ziet toe,
31 2Kon 10:23| zij van de dienaren van Baal alleen. ~
32 2Kon 10:25| de stad in het huis van Baal; ~
33 2Kon 10:26| beelden uit het huis van Baal, en verbrandden ze. ~
34 2Kon 10:27| het opgerichte beeld van Baal af; daartoe braken zij het
35 2Kon 10:27| braken zij het huis van Baal af, en maakten dat tot heimelijke
36 2Kon 10:28| 28 Alzo verdelgde Jehu Baal uit Israel. ~
37 2Kon 11:18| des lands in het huis van Baal, en braken dat af; zijn
38 2Kon 11:18| Mattan, den priester van Baal, sloegen zij dood voor de
39 2Kon 19:16| heir des hemels, en dienden Baal. ~
40 2Kon 23:3 | verdorven had; en hij richtte Baal altaren op, en maakte een
41 2Kon 25:4 | alle gereedschap, dat voor Baal, en voor het beeld van het
42 2Kon 25:5 | Jeruzalem, mitsgaders, die voor Baal, de zon, en de maan, en
43 1Kro 4:33| dezer steden waren, tot Baal toe. Dit zijn hun woningen
44 1Kro 5:5 | zijn zoon Reaja; zijn zoon Baal; ~
45 1Kro 8:30| daarna Zur, en Kis, en Baal, en Nadab, ~
46 1Kro 9:36| daarna Zur, en Kis, en Baal, en Ner, en Nadab. ~
47 2Kro 23:30| het volk in het huis van Baal, en braken dat af; en zijn
48 2Kro 23:30| Matthan, den priester van Baal, sloegen zij dood voor de
49 Jer 2:8 | profeten profeteerden door Baal, en wandelden naar
50 Jer 7:9 | en valselijk zweren, en Baal roken, en andere goden nawandelen,
51 Jer 11:13 | schaamte, altaren om den Baal te roken. ~
52 Jer 11:17 | vertoornen, rokende den Baal. ~
53 Jer 12:16 | hebben te zweren bij Baal, zo zullen zij in het midden
54 Jer 19:5 | zij hebben de hoogten van Baal gebouwd, om hun zonen met
55 Jer 19:5 | vuur te verbranden, aan Baal tot brandofferen; hetwelk
56 Jer 23:13 | profeten van Samaria, die door Baal, profeteerden, en Mijn volk
57 Jer 23:27 | vergeten hebben door Baal. ~
58 Jer 32:29 | op welker daken zij aan Baal gerookt, en anderen
59 Jer 32:35 | zij hebben de hoogten van Baal gebouwd, die in het dal
60 Hos 2:7 | vermenigvuldigd heb, dat zij tot den Baal gebruikt hebben. ~
61 Hos 2:15 | niet meer noemen zult: Mijn Baal! ~
62 Hos 13:1 | schuldig geworden aan den Baal en is gestorven. ~
63 Zep 1:4 | uitroeien het overblijfsel van Baal, en den naam der Chemarim
64 Rom 11:4 | knie voor het beeld van Baal niet gebogen hebben. ~
|