Book Chapter: Verse
1 Gen 23:51 | 51 Zie, Rebekka is voor uw
2 Gen 28:51 | 51 Laban zeide voorts tot Jakob:
3 Gen 37:51 | 51 En Jozef noemde den naam
4 Exo 12:51 | 51 En het geschiedde even ten
5 Lev 13:51 | 51 Daarna zal hij op den zevenden
6 Lev 14:51 | 51 Dan zal hij dat cederenhout,
7 Lev 24:51 | 51 Indien nog vele van die
8 Num 1:51 | 51 En als de tabernakel zal
9 Num 3:51 | 51 En Mozes gaf dat geld der
10 Num 7:51 | 51 Een var, een jong rund,
11 Num 26:51 | 51 Dat zijn de getelden van
12 Num 31:51 | 51 Zo nam Mozes en Eleazar,
13 Num 32:51 | 51 Spreek tot de kinderen Israels,
14 Deu 28:51 | 51 En het zal de vrucht uwer
15 Deu 32:51 | 51 Omdat gijlieden u tegen
16 Joz 15:51 | 51 En Gosen, en Holon, en Gilo;
17 Joz 19:51 | 51 Dit zijn de erfdelen, welke
18 Ric 8:51 | 51 Doch er was een sterke toren
19 1Sa 14:51 | 51 En Kis was Sauls vader,
20 1Sa 17:51 | 51 Daarom liep David, en stond
21 2Sa 22:51 | 51 Hij is een Toren der verlossingen
22 1Kon 1:51| 51 En men maakte Salomo bekend,
23 1Kon 7:51| 51 Alzo werd al het werk volbracht,
24 1Kon 8:51| 51 Want zij zijn Uw volk en
25 1Kon 22:51| 51 En Josafat ontsliep met
26 1Kro 1:51| 51 Toen Hadad stierf, zo werden
27 1Kro 2:51| 51 Salma, de vader der Bethlehemieten;
28 1Kro 6:51| 51 Bukki zijn zoon; Uzzi zijn
29 Ezra 2:51| 51 De kinderen van Bakbuk,
30 Neh 7:51 | 51 De kinderen van Gazzam,
31 Psa 18:51 | 51 Die de verlossingen Zijns
32 Psa 51 | 51 ~
33 Psa 78:51 | 51 En Hij sloeg al het eerstgeborene
34 Psa 89:51 | 51 Gedenk, HEERE! aan de smaad
35 Psa 119:51 | 51 De hovaardigen hebben mij
36 Jes 51 | 51 ~
37 Jer 51 | 51 ~
38 Jer 51:51 | 51 Gij moogt zeggen: Wij
39 Klaa 1:95| 51 Ain. Mijn oog doet
40 Eze 16:51 | 51 Samaria ook heeft naar
41 Matt 13:51| 51 En Jezus zeide tot hen:
42 Matt 24:51| 51 En zal hem afscheiden, en
43 Matt 26:51| 51 En ziet, een van degenen,
44 Matt 27:51| 51 En ziet, het voorhangsel
45 Mark 6:51| 51 En Hij klom tot hen in het
46 Mark 10:51| 51 En Jezus, antwoordende,
47 Mark 14:51| 51 En een zeker jongeling volgde
48 Luk 1:51 | 51 Hij heeft een krachtig werk
49 Luk 2:51 | 51 En Hij ging met hen af,
50 Luk 8:51 | 51 En als Hij in het huis kwam,
51 Luk 9:51 | 51 En het geschiedde, als de
52 Luk 11:51 | 51 Van het bloed van Abel,
53 Luk 12:51 | 51 Meent gij, dat Ik gekomen
54 Luk 22:51 | 51 En Jezus, antwoordende,
55 Luk 23:51 | 51 (Deze had niet mede bewilligd
56 Luk 24:51 | 51 En het geschiedde, als Hij
57 Joha 1:51| 51 Jezus antwoordde en zeide
58 Joha 4:51| 51 En als hij nu afging, kwamen
59 Joha 6:51| 51 Ik ben dat levende Brood,
60 Joha 7:51| 51 Oordeelt ook onze wet den
61 Joha 8:51| 51 Voorwaar, voorwaar zeg Ik
62 Joha 11:51| 51 En dit zeide hij niet uit
63 Hand 7:51| 51 Doch zij schudden het stof
64 1Kor 15:51| 51 Ziet, ik zeg u een verborgenheid:
|