Book Chapter: Verse
1 Gen 28:38 | hebben niet misdragen, en de rammen uwer kudde heb ik niet gegeten. ~
2 Gen 29:14 | tweehonderd ooien en twintig rammen; ~
3 Exo 29:1 | runds, en twee volkomen rammen; ~
4 Exo 29:3 | met den var en de twee rammen. ~
5 Lev 8:2 | des zondoffers, en de twee rammen, en den korf van de ongezuurde
6 Lev 22:49 | jong van een rund, en twee rammen offeren; zij zullen den
7 Num 7:17 | dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige
8 Num 7:23 | dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige
9 Num 7:29 | dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige
10 Num 7:35 | dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige
11 Num 7:41 | dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige
12 Num 7:47 | dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige
13 Num 7:53 | dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige
14 Num 7:59 | dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige
15 Num 7:65 | dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige
16 Num 7:71 | dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige
17 Num 7:77 | dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige
18 Num 7:83 | dankoffer: twee runderen, vijf rammen, vijf bokken, vijf eenjarige
19 Num 7:87 | waren twaalf varren, twaalf rammen, twaalf eenjarige lammeren,
20 Num 7:88 | vier en twintig varren, de rammen zestig, de bokken zestig,
21 Num 23:1 | hier zeven varren en zeven rammen. ~
22 Num 23:29 | hier zeven varren en zeven rammen. ~
23 Num 29:13 | dertien jonge varren, twee rammen, veertien eenjarige lammeren;
24 Num 29:14 | een ram, onder die twee rammen; ~
25 Num 29:17 | twaalf jonge varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige
26 Num 29:18 | drankofferen tot de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in
27 Num 29:20 | dertienden dag: elf varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige
28 Num 29:21 | drankofferen tot de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in
29 Num 29:23 | vierden dag: tien varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige
30 Num 29:24 | drankofferen tot de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in
31 Num 29:26 | dag: negen varren, twee rammen, en veertien volkomen eenjarige
32 Num 29:27 | drankofferen tot de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in
33 Num 29:29 | zesden dag: acht varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige
34 Num 29:30 | drankofferen tot de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in
35 Num 29:32 | dag: zeven varren, twee rammen, veertien volkomen eenjarige
36 Num 29:33 | drankofferen tot de varren, tot de rammen, en tot de lammeren, in
37 Deu 32:14 | vet der lammeren en der rammen, die in Bazan weiden, en
38 1Sa 15:22 | opmerken dan het vette der rammen. ~
39 2Kon 3:4 | lammeren, en honderd duizend rammen met de wol. ~
40 1Kro 15:26| zij zeven varren en zeven rammen offerden. ~
41 1Kro 30:21| duizend varren, duizend rammen, duizend lammeren, met hun
42 2Kro 14:9 | met een jong rund en zeven rammen, die wordt priester dergenen,
43 2Kro 18:11| duizend en zevenhonderd rammen, en zeven duizend en zevenhonderd
44 2Kro 29:21| brachten zeven varren, en zeven rammen, en zeven lammeren, en zeven
45 2Kro 29:22| altaar; zij slachtten ook de rammen, en sprengden het bloed
46 2Kro 29:32| zeventig runderen, honderd rammen, tweehonderd lammeren; deze
47 Ezra 6:9 | als jonge runderen, en rammen, en lammeren, tot brandofferen
48 Ezra 6:17| honderd runderen, tweehonderd rammen, vierhonderd lammeren en
49 Ezra 7:17| dat geld koopt runderen, rammen, lammeren, met hun spijsofferen,
50 Ezra 8:35| Israel, zes en negentig rammen, zeven en zeventig lammeren,
51 Job 41:8 | ulieden zeven varren en zeven rammen, en gaat henen tot Mijn
52 Psa 66:15 | offeren, met rookwerk van rammen; ik zal runderen met bokken
53 Psa 114:4 | 4De bergen sprongen als rammen, de heuvelen als lammeren. ~
54 Psa 114:6 | bergen, dat gij opsprongt als rammen? gij heuvelen! als lammeren? ~
55 Jes 1:11 | zat van de brandoffers der rammen, en het smeer der vette
56 Jes 34:6 | smeer der nieren van de rammen; want de HEERE heeft
57 Jes 61:7 | tot u verzameld worden; de rammen van Nebajoth zullen u dienen;
58 Jer 51:40 | lammeren om te slachten, als rammen met bokken. ~
59 Eze 27:21 | uwer hand; met lammeren, en rammen, en bokken, daarmede handelden
60 Eze 34:17 | en klein vee, tussen de rammen en de bokken. ~
61 Eze 39:18 | vorsten der aarde drinken; der rammen, der lammeren, en bokken,
62 Eze 45:23 | van zeven varren en zeven rammen, die volkomen zijn, dagelijks,
63 Mic 6:7 | hebben aan duizenden van rammen, aan tien duizenden van
|