Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
doel 1
doelwit 1
doen 1448
doende 63
doet 506
dofka 2
dol 4
Frequency    [«  »]
64 zit
63 antwoorden
63 derden
63 doende
63 driehonderd
63 geluid
63 kinderkens

Bijbel

IntraText - Concordances

doende

   Book Chapter: Verse
1 Gen 28:28 | dwaselijk gehandeld, zo doende. ~ 2 Gen 37:25 | Farao is een; hetgeen God is doende, heeft Hij Farao te kennen 3 Gen 37:28 | gesproken heb: hetgeen God is doende, heeft Hij Farao vertoond. ~ 4 Exo 15:11 | vreselijk in lofzangen, doende wonder? ~ 5 Exo 29:36 | altaar ontzondigen, mits doende de verzoening over hetzelve; 6 Num 15:28 | het aangezicht des HEEREN, doende de verzoening over haar; 7 Num 24:13 | HEEREN niet overtreden, doende goed of kwaad uit mijn eigen 8 Deu 9:18 | die gij hadt gezondigd, doende dat kwaad is in des HEEREN 9 Deu 27:26 | wet niet zal bevestigen, doende dezelve! En al het volk 10 Deu 28:63 | ulieden verblijdde, u goed doende en u vermenigvuldigende, 11 1Sa 28:15 | mij onrustig gemaakt, mij doende opkomen? Toen zeide Saul: 12 2Sa 8:2 | en mat hen met een snoer, doende hen ter aarde nederliggen; 13 2Sa 12:9 | woord des HEEREN veracht, doende wat kwaad is in Zijn ogen? 14 1Kon 9:23| het volk, dat in het werk doende was. ~ 15 1Kon 14:9 | Maar kwaad gedaan hebt, doende des meer dan allen, die 16 1Kon 16:19| die hij gezondigd had, doende wat kwaad was in de ogen 17 1Kon 16:19| zonde, die hij gedaan had, doende Israel zondigen. ~ 18 1Kon 20:40| als uw knecht hier en daar doende was, dat hij er niet was. 19 1Kon 22:43| hij week niet daarvan, doende dat recht was in de ogen 20 2Kon 10:30| dat gij welgedaan hebt, doende wat recht is in Mijn ogen, 21 2Kon 23:11| gruwelen gedaan heeft, erger doende dan al wat de Amorieten 22 2Kon 23:16| hij Juda zondigen deed, doende wat kwaad was in de ogen 23 1Kro 24:24| namen naar hun hoofden, doende het werk van den dienst 24 2Kro 21:32| hij week daarvan niet af, doende dat recht was in de ogen 25 2Kro 34:31| ganse ziel, te onderhouden, doende de woorden des verbonds, 26 2Kro 35:6 | bereidt dat voor uw broederen, doende naar het woord des HEEREN, 27 2Kro 36:6 | bereidt dat voor uw broederen, doende naar het woord des HEEREN, 28 Neh 4:16 | de helft mijner jongens doende waren aan het werk, en de 29 Neh 4:17 | ieder met zijn ene hand doende aan het werk, en de andere 30 Neh 4:21 | 21 Alzo waren wij doende aan het werk; en de helft 31 Neh 13:27 | overtredende tegen onzen God, doende vreemde vrouwen bij u wonen? ~ 32 Psa 99:8 | vergevend God, hoewel wraak doende over hun daden. ~ 33 Psa 104:14 | kruid tot dienst des mensen, doende het brood uit de aarde voortkomen. ~ 34 Psa 104:15 | hart des mensen verheugt, doende het aangezicht blinken van 35 Psa 107:23 | ter zee afvaren, handel doende op grote wateren; ~ 36 Hoo 7:9 | recht tot mijn Beminde gaat, doende de lippen der slapenden 37 Jer 9:24 | kent, dat Ik de HEERE ben, doende weldadigheid, recht en gerechtigheid 38 Eze 18:24 | gerechtigheid, en onrecht doet, doende naar al de gruwelen, die 39 Eze 28:24 | smartenden doorn noch wee doende distel meer hebben, van 40 Dan 11:20 | staat zal er een opstaan, doende een geldeiser doortrekken, 41 Joe 2:11 | groot, want Hij is machtig, doende Zijn woord; want de dag 42 Zac 11:10 | verbrak denzelven, te niet doende mijn verbond, hetwelk ik 43 Zac 11:14 | stok, SAMENBINDERS, te niet doende de broederschap tussen Juda 44 Matt 24:46| komende, zal vinden alzo doende. ~ 45 Luk 10:25 | en zeggende: Meester, wat doende zal ik het eeuwige leven 46 Luk 12:43 | hij komt, zal vinden, alzo doende. ~ 47 Luk 18:18 | zeggende: Goede Meester, wat doende zal ik het eeuwige leven 48 Hand 5:2 | met geheel zijn huis, en doende vele aalmoezen aan het volk, 49 Hand 8:17| onbetuigd gelaten heeft, goed doende van den hemel, ons regen 50 Hand 11:31| heeft, verzekering daarvan doende aan allen, dewijl Hij Hem 51 Hand 20:20| tot God bekeren, werken doende der bekering waardig. ~ 52 Rom 12:20 | hem te drinken; want dat doende, zult gij kolen vuurs op 53 Gal 6:9 | 9 Doch laat ons, goed doende, niet vertragen; want te 54 Efez 2:3 | begeerlijkheden onzes vleses, doende den wil des vleses en der 55 Efez 6:6 | dienstknechten van Christus, doende den wil van God van harte; ~ 56 Fili 1:4 | met blijdschap het gebed doende) ~ 57 2The 1:8 | Met vlammend vuur wraak doende over degenen, die God niet 58 2The 3:11| werkende, maar ijdele dingen doende. ~ 59 1Tim 4:16| volhard daarin; want dat doende, zult gij en uzelven behouden, 60 1Tim 5:13| klapachtig, en ijdele dingen doende, sprekende, hetgeen niet 61 1Tim 5:21| zonder vooroordeel, niets doende naar toegenegenheid. ~ 62 1Pet 3:17| God wil) lijdt, dan kwaad doende. ~ 63 2Pet 1:10| vast te maken; want dat doende zult gij nimmermeer struikelen. ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License