Book Chapter: Verse
1 Gen 29:11 | dat hij niet misschien kome, en mij sla, de moeder met
2 Gen 30:14 | ik bij mijn heer te Seir kome. ~
3 Gen 36:37 | maak, dat ik uit dit huis kome. ~
4 Gen 40:30 | tot uw knecht, mijn vader, kome, en de jongeling is niet
5 Gen 45:6 | 6 Mijn ziel kome niet in hun verborgen raad;
6 Exo 12:48 | hem besneden worde, en dan kome hij daartoe, om dat te houden,
7 Exo 32:26 | Wie den HEERE toebehoort, kome tot mij! Toen verzamelden
8 Exo 33:26 | Wie den HEERE toebehoort, kome tot mij! Toen verzamelden
9 Lev 10:6 | over de ganse vergadering kome; maar uw broederen, het
10 Deu 2:29 | totdat ik over de Jordaan kome in het land, dat de HEERE,
11 Deu 20:19 | opdat het voor uw aangezicht kome tot een bolwerk. ~
12 Deu 33:16 | in het braambos woonde, kome de zegening op het hoofd
13 Ric 5:18 | van hier, totdat ik tot U kome, en mijn geschenk uitbrenge,
14 Ric 12:8 | gezonden hebt, weder tot ons kome, en ons lere, wat wij dat
15 1Sa 10:8 | beiden, totdat ik tot u kome, en u bekend make, wat gij
16 2Sa 13:5 | toch mijn zuster Thamar kome, dat zij mij met brood spijzige,
17 2Sa 13:6 | toch mijn zuster Thamar kome, dat zij twee koekjes voor
18 2Sa 15:28 | er een woord van ulieden kome, dat men mij aanzegge. ~
19 1Kon 13:6 | mijn hand weder tot mij kome! Toen bad de man Gods het
20 2Kro 23:19| 6 Maar dat niemand kome in het huis des HEEREN,
21 Est 24 | den koning goeddunkt, zo kome de koning met Haman heden
22 Est 28:1 | mijn verzoek te doen, zo kome de koning met Haman tot
23 Job 3:6 | het getal der maanden niet kome! ~
24 Job 3:7 | geen vrolijk gezang daarin kome; ~
25 Psa 37:12 | De voet der hovaardigen kome niet over mij, en de hand
26 Spre 5:10| smartelijke arbeid niet kome in het huis des onbekenden; ~
27 Spre 17:12| beroofd is, een man tegemoet kome, maar niet een zot in zijn
28 Jes 50:8 | rechtzaak tegen Mij? hij kome herwaarts tot Mij. ~
29 Jer 27:7 | tijd zijns eigenen lands kome; dan zullen zich machtige
30 Eze 4:3 | haar, dat zij in belegering kome, en gij zult ze belegeren.
31 Eze 21:27 | zal niet zijn, totdat hij kome, die daartoe recht heeft,
32 Eze 22:3 | vergiet, opdat haar tijd kome, en drekgoden tegen zichzelve
33 Hos 10:12 | HEERE te zoeken, totdat Hij kome, en over u de gerechtigheid
34 Zac 5:4 | der heirscharen, dat hij kome in het huis van den dief,
35 Mal 4:6 | hun vaderen; opdat Ik niet kome, en de aarde met den ban
36 Matt 2:8 | boodschapt het mij, opdat ik ook kome en Datzelve aanbidde. ~
37 Matt 6:10| 10 Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk
38 Matt 10:13| dat huis waardig is, zo kome uw vrede over hetzelve,
39 Matt 23:35| 35 Opdat op u kome al het rechtvaardige bloed,
40 Matt 24:17| 17 Die op het dak is, kome niet af, om iets uit zijn
41 Matt 27:25| antwoordende, zeide: Zijn bloed kome over ons, en over onze kinderen. ~
42 Mark 13:15| 15 En die op het dak is, kome niet af in het huis, en
43 Mark 13:36| Opdat hij niet onvoorziens kome, en u slapende vinde. ~
44 Mark 15:32| Christus, de Koning Israels, kome nu af van het kruis, opdat
45 Luk 11:2 | geheiligd. Uw Koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk
46 Luk 13:7 | wijngaardenier: Zie, ik kome nu drie jaren, zoekende
47 Luk 17:31 | zijn huisraad in huis, die kome niet af, om hetzelve weg
48 Luk 18:5 | opdat zij niet eindelijk kome, en mij het hoofd breke. ~
49 Luk 19:13 | Doet handeling, totdat ik kome. ~
50 Luk 21:34 | dag niet onvoorziens over kome. ~
51 Joha 7:37| zeggende: Zo iemand dorst, die kome tot Mij en drinke. ~
52 Joha 14:3 | plaats zal bereid hebben, zo kome Ik weder en zal u tot Mij
53 Joha 17:11| zijn in de wereld, en Ik kome tot U, Heilige Vader, bewaar
54 Joha 21:22| dat hij blijve, totdat Ik kome, wat gaat het u aan? Volg
55 Joha 21:23| dat hij blijve, totdat Ik kome, wat gaat het u aan? ~
56 Hand 7:40| toe, dat over ulieden niet kome, hetgeen gezegd is in de
57 Hand 13:27| dat dit deel in verachting kome, maar dat ook de tempel
58 Rom 3:8 | opdat het goede daaruit kome? Welker verdoemenis rechtvaardig
59 1Kor 16:11| vrede, opdat hij tot mij kome; want ik verwacht hem met
60 1Tim 4:13| in het leren, totdat ik kome. ~
61 Heb 9:16 | des testamentmakers tussen kome; ~
62 Open 22:17| Kom! En die dorst heeft, kome; en die wil, neme het water
|