Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
doch 913
dochter 336
dochteren 215
dochters 62
dochtertje 10
dodai 1
dodanieten 2
Frequency    [«  »]
62 afgesneden
62 bevestigd
62 dieren
62 dochters
62 elisa
62 gedenk
62 helft

Bijbel

IntraText - Concordances

dochters

   Book Chapter: Verse
1 Gen 6:1 | vermenigvuldigen, en hun dochters geboren werden, ~ 2 Gen 18:8 | 8 Ziet toch, ik heb twee dochters, die geen man bekend hebben; 3 Gen 18:30 | op den berg, en zijn twee dochters met hem; want hij vreesde 4 Gen 18:30 | spelonk, hij en zijn twee dochters. ~ 5 Gen 18:36 | 36 En de twee dochters van Lot werden bevrucht 6 Gen 27:16 | 16 En Laban had twee dochters: de naam der grootste was 7 Gen 27:48 | Tot mijn geluk! want de dochters zullen mij gelukkig achten; 8 Gen 28:43 | en zeide tot Jakob: Deze dochters zijn mijn dochters, en deze 9 Gen 28:43 | Deze dochters zijn mijn dochters, en deze zonen zijn mijn 10 Gen 33:6 | en zijn zonen, en zijn dochters, en al de zielen zijns huizes, 11 Exo 2:16 | priester in Midian had zeven dochters, die kwamen om te putten, 12 Exo 2:20 | 20 En hij zeide tot zijn dochters: Waar is hij toch, waarom 13 Num 21:29 | die ontliepen, en zijn dochters in de gevangenis geleverd 14 Num 26:33 | Hefer, had geen zonen, maar dochters; en de namen der dochteren 15 Deu 7:3 | vermaagschappen; gij zult uw dochters niet geven aan hun zonen, 16 Deu 7:3 | geven aan hun zonen, en hun dochters niet nemen voor uw zonen. ~ 17 Joz 17:3 | Manasse, had geen zonen, maar dochters; en dit zijn de namen zijner 18 Ric 3:6 | namen zij zich derzelver dochters tot vrouwen, en gaven hun 19 Ric 3:6 | tot vrouwen, en gaven hun dochters aan derzelver zonen; en 20 Ric 20:12 | Gilead vierhonderd jonge dochters, die maagden waren, die 21 Ric 20:21 | let er op, en ziet, als de dochters van Silo zullen uitgegaan 22 Ric 20:23 | vrouwen weg, van de reiende dochters, die zij roofden, en zij 23 Rut 1:11 | zeide: Keert weder, mijn dochters! Waarom zoudt gij met mij 24 Rut 1:12 | 12 Keert weder, mijn dochters! Gaat heen; want ik ben 25 Rut 1:13 | man te nemen? Niet, mijn dochters! Want het is mij veel bitterder 26 1Sa 2:21 | baarde drie zonen en twee dochters; en de jongeling Samuel 27 2Sa 1:20 | straten van Askelon; opdat de dochters der Filistijnen zich niet 28 2Sa 1:20 | niet verblijden, opdat de dochters der onbesnedenen niet opspringen 29 1Kro 7:15| Zelafead. Zelafead nu had dochters. ~ 30 1Kro 24:22| hij had geen zonen, maar dochters; en de kinderen van Kis, 31 1Kro 26:5 | veertien zonen gegeven, en drie dochters. ~ 32 Est 2:2 | zoeke voor den koning jonge dochters, maagden, schoon van aangezicht. ~ 33 Est 2:3 | zij vergaderen alle jonge dochters, maagden, schoon van aangezicht, 34 Est 3:1 | was, en toen vele jonge dochters samenvergaderd werden op 35 Est 4:1 | zeven aanzienlijke jonge dochters haar te geven uit het huis 36 Est 4:1 | verplaatste haar en haar jonge dochters naar het beste van het huis 37 Job 39:24 | hem binden voor uw jonge dochters? ~ 38 Psa 45:10 | 10 Dochters van koningen zijn onder 39 Psa 78:63 | jongelingen, en hun jonge dochters werden niet geprezen. ~ 40 Spre 30:15| De bloedzuiger heeft twee dochters: Geef, geef! Deze drie dingen 41 Hoo 5:8 | 8      Ik bezweer u, gij dochters van Jeruzalem! indien gij 42 Hoo 5:16 | een is mijn Vriend, gij dochters van Jeruzalem! ~  ~ ~ 43 Hoo 6:9 | haar gebaard heeft; als de dochters haar zien, zo zullen zij 44 Jes 23:4 | gemaakt, en geen jonge dochters opgebracht. 45 Jes 32:9 | vrouwen, hoort mijn stem; gij dochters, die zo zeker zijt, neemt 46 Jes 32:10 | zult gij beroerd zijn, gij dochters, die zo zeker zijt, want 47 Jes 32:11 | vrouwen; weest beroerd, dochters, die zo zeker zijt; trekt 48 Jes 43:6 | zonen van verre, en Mijn dochters van het einde der aarde; ~ 49 Jes 49:22 | armen brengen, en uw      dochters zullen op den schouders 50 Jes 61:4 | zullen van verre komen, en uw dochters zullen aan uw zijde gevoedsterd 51 Jer 9:20 | Zijns monds, en leert uw dochters weeklagen, en elke een haar 52 Jer 48:46 | gevangenis; ook zijn uw dochters in gevangenis. ~ 53 Klaa 1:32| zakken aangegord; de jonge dochters van Jeruzalem laten haar      54 Klaa 2:11| Sion verkracht, en de jonge dochters in de steden van Juda. ~ 55 Eze 30:17 | het zwaard vallen, en de dochters zullen gaan in de gevangenis. ~ 56 Eze 30:18 | wolk bedekken,      en haar dochters zullen gaan in de gevangenis. ~ 57 Eze 44:22 | vrouwen nemen; maar jonge dochters van het zaad van het huis 58 Mal 2:11 | want hij heeft de      dochters eens vreemden gods getrouwd. ~ 59 Luk 23:28 | haar kerende zeide: Gij dochters van Jeruzalem! weent niet 60 Hand 2:17| vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, en uw 61 Hand 15:9 | 9 Deze nu had vier dochters, nog maagden, die profeteerden. ~ 62 1Pet 3:6 | hem noemende heer, welker dochters gij geworden zijt, als gij


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License