Book Chapter: Verse
1 Lev 11:39 | 39 En wanneer van de dieren, die u tot spijze zijn,
2 1Sa 17:44 | hemels geven, en aan de dieren des velds. ~
3 1Kon 4:33| gevogelte, en van de kruipende dieren, en van de vissen. ~
4 Job 28:8 | 8 De jonge hoogmoedige dieren hebben het niet betreden,
5 Job 38:18 | voet die drukken kan, en de dieren des velds die vertrappen
6 Job 39:15 | voortbrengen, daarom spelen al de dieren des velds aldaar. ~
7 Job 40:25 | over alle jonge hoogmoedige dieren. ~ ~ ~ ~ ~
8 Psa 8:8 | ossen, alle die; ook mede de dieren des velds. ~
9 Jes 13:21 | zullen nederliggen de wilde dieren der woestijnen, en hun huizen
10 Jes 13:22 | 22 En wilde dieren der eilanden zullen in zijn
11 Jes 18:6 | roofvogelen der bergen, en den dieren der aarde; en de roofvogelen
12 Jes 18:6 | hen overzomeren, en alle dieren der aarde zullen daarop
13 Jes 34:14 | 14 En de wilde dieren der woestijnen zullen de
14 Jes 34:14 | woestijnen zullen de wilde dieren der eilanden daar ontmoeten,
15 Jes 46:1 | afgoden zijn geworden voor de dieren en voor de beesten; uw opgeladen
16 Jer 50:39 | Daarom zo zullen de wilde dieren der woestijnen met de wilde
17 Jer 50:39 | woestijnen met de wilde dieren der eilanden daarin wonen;
18 Eze 1:5 | kwam de gelijkenis van vier dieren; en dit was hun gedaante:
19 Eze 1:13 | Aangaande de gelijkenis der dieren, hun gedaante was als brandende
20 Eze 1:13 | vuur ging steeds tussen die dieren; en het vuur had een
21 Eze 1:14 | 14 De dieren nu liepen en keerden weder
22 Eze 1:15 | 15 Als ik die dieren zag, ziet, zo was er een
23 Eze 1:15 | rad op de aarde bij die dieren, naar vier aangezichten
24 Eze 1:19 | 19 Als nu de dieren gingen, gingen de raderen
25 Eze 1:19 | raderen bij hen; en als de dieren van de aarde opgeheven werden,
26 Eze 1:20 | opgeheven; want de geest der dieren was in de raderen. ~
27 Eze 1:21 | opgeheven; want de geest der dieren was in de raderen. ~
28 Eze 1:22 | En over de hoofden der dieren was de gelijkenis eens uitspansels,
29 Eze 3:13 | hoorde het geluid van der dieren vleugelen, die de een den
30 Eze 8:10 | beeltenis van kruipende dieren en verfoeilijke beesten,
31 Eze 10:17 | ook op; want de geest der dieren was in hen. ~
32 Eze 31:6 | op zijn takjes, en alle dieren des velds teelden onder
33 Eze 31:13 | omgevallen stam, en alle dieren des velds waren op zijn
34 Dan 4:14 | verstrooit zijn vruchten, dat de dieren van onder hem wegzwerven,
35 Dan 7:3 | En er klommen vier grote dieren op uit de zee, het ene van
36 Dan 7:7 | was verscheiden van al de dieren, die voor hetzelve geweest
37 Dan 7:12 | Aangaande ook de overige dieren, men nam hun heerschappij
38 Dan 7:17 | 17 Deze grote dieren, die vier zijn, zijn vier
39 Dan 8:4 | tegen het zuiden, en geen dieren konden voor zijn aangezicht
40 Mic 1:13 | 13 Span de snelle dieren aan den wagen, gij inwoners
41 Mic 7:17 | de slang; als kruipende dieren der aarde, zullen zij zich
42 Hand 5:12| waren al de viervoetige dieren der aarde, en de wilde,
43 Hand 5:12| de wilde, en de kruipende dieren, en de vogelen des hemels. ~
44 Hand 6:6 | ik, en zag de viervoetige dieren der aarde, en de wilde,
45 Hand 6:6 | de wilde, en de kruipende dieren, en de vogelen des hemels. ~
46 Heb 13:11 | 11 Want welker dieren bloed voor de zonde gedragen
47 Jako 3:7 | natuur, beide der wilde dieren en der vogelen, beide der
48 2Pet 2:12| Maar dezen, als onredelijke dieren, die de natuur volgen, en
49 Jud 1:10 | natuurlijk, als de onredelijke dieren, weten, in hetzelve verderven
50 Open 4:6 | en rondom den troon, vier dieren, zijnde vol ogen van voren
51 Open 4:8 | 8 En de vier dieren hadden elkeen voor zichzelven
52 Open 4:9 | 9 En wanneer de dieren heerlijkheid, en eer, en
53 Open 5:6 | den troon, en van de vier dieren, en in het midden van de
54 Open 5:8 | genomen had, vielen de vier dieren en de vier en twintig ouderlingen
55 Open 5:11| rondom den troon, en de dieren, en de ouderlingen; en hun
56 Open 5:14| 14 En de vier dieren zeiden: Amen. En de vier
57 Open 6:1 | ik hoorde een uit de vier dieren zeggen, als een stem van
58 Open 6:6 | in het midden van de vier dieren, die zeide: Een maatje tarwe
59 Open 7:11| de ouderlingen en de vier dieren; en vielen voor den troon
60 Open 14:3 | den troon, en voor de vier dieren, en de ouderlingen; en niemand
61 Open 15:7 | 7En een van de vier dieren gaf den zeven engelen zeven
62 Open 19:4 | ouderlingen, en de vier dieren vielen neder, en aanbaden
|