Book Chapter: Verse
1 Gen 12:6 | land, tot aan de plaats Sichem, tot aan het eikenbos More;
2 Gen 30:18 | kwam behouden tot de stad Sichem, welke is in het land Kanaan,
3 Gen 30:19 | van Hemor, den vader van Sichem, voor honderd stukken gelds. ~
4 Gen 31:2 | 2 Sichem nu, de zoon van Hemor den
5 Gen 31:4 | 4 Sichem sprak ook tot zijn vader
6 Gen 31:6 | 6 En Hemor, de vader van Sichem, ging uit tot Jakob, om
7 Gen 31:11 | 11 En Sichem zeide tot haar vader, en
8 Gen 31:13 | antwoordden Jakobs zonen aan Sichem en Hemor, zijn vader, bedriegelijk,
9 Gen 31:18 | Hemor, en in de ogen van Sichem, Hemors zoon. ~
10 Gen 31:20 | 20 Zo kwam Hemor en Sichem, zijn zoon, tot hunner stadspoort;
11 Gen 31:24 | hoorden naar Hemor, en naar Sichem, zijn zoon, allen, die ter
12 Gen 31:26 | ook Hemor, en zijn zoon Sichem, dood met de scherpte des
13 Gen 32:4 | onder den eikeboom, die bij Sichem is. ~
14 Gen 34:12 | hun vader te weiden bij Sichem. ~
15 Gen 34:13 | Weiden uw broeders niet bij Sichem? Kom, dat ik u tot hen zende.
16 Gen 34:14 | dal Hebron, en hij kwam te Sichem. ~
17 Joz 17:7 | Michmetath, die voor aan Sichem is; en deze landpale gaat
18 Joz 20:7 | gebergte van Nafthali, en Sichem op het gebergte van Efraim,
19 Joz 21:21 | 21 En zij gaven hun Sichem, een vrijstad des doodslagers,
20 Joz 25:1 | de stammen van Israel te Sichem, en hij riep de oudsten
21 Joz 25:25 | een inzetting en recht te Sichem. ~
22 Joz 25:32 | Egypte opgebracht hadden, te Sichem, in dat stuk velds, hetwelk
23 Joz 25:32 | van Hemor, den vader van Sichem, voor honderd stukken gelds,
24 Ric 7:31 | zijn bijwijf, hetwelk te Sichem was, baarde hem ook een
25 Ric 8:1 | Jerubbaal, ging henen naar Sichem, tot de broeder zijner moeder;
26 Ric 8:2 | oren van alle burgers van Sichem: Wat is u beter, dat zeventig
27 Ric 8:3 | oren van alle burgers van Sichem, al dezelve woorden; en
28 Ric 8:6 | vergaderden zich alle burgers van Sichem, en het ganse huis van Millo,
29 Ric 8:6 | bij den hogen eik, die bij Sichem is. ~
30 Ric 8:7 | naar mij, gij, burgers van Sichem! en God zal naar ulieden
31 Ric 8:18 | gemaakt over de burgers van Sichem, omdat hij uw broeder is); ~
32 Ric 8:20 | en vertere de burgers van Sichem, en het huis van Millo;
33 Ric 8:20 | ga uit van de burgers van Sichem, en van het huis van Millo,
34 Ric 8:23 | en tussen de burgers van Sichem; en de burgers van Sichem
35 Ric 8:23 | Sichem; en de burgers van Sichem handelden trouweloos tegen
36 Ric 8:24 | had, en op de burgers van Sichem, die zijn handen gesterkt
37 Ric 8:25 | 25 En de burgers van Sichem bestelden tegen hem, die
38 Ric 8:26 | broederen, en zij gingen over in Sichem; en de burgeren van Sichem
39 Ric 8:26 | Sichem; en de burgeren van Sichem verlieten zich op hem. ~
40 Ric 8:28 | is Abimelech, en wat is Sichem, dat wij hem dienen zouden?
41 Ric 8:28 | van Hemor, den vader van Sichem; want waarom zouden wij
42 Ric 8:31 | en zijn broeders zijn te Sichem gekomen, en zie, zij, met
43 Ric 8:34 | en zij legden lagen op Sichem, met vier hopen. ~
44 Ric 8:39 | aangezicht der burgeren van Sichem, en hij streed tegen Abimelech. ~
45 Ric 8:41 | zijn broederen, dat zij te Sichem niet mochten wonen. ~
46 Ric 8:46 | alle burgers des torens van Sichem dat hoorden, zo gingen zij
47 Ric 8:47 | burgeren des torens van Sichem zich verzameld hadden. ~
48 Ric 8:49 | alle lieden des torens van Sichem stierven, omtrent duizend
49 Ric 8:57 | het kwaad der lieden van Sichem deed God wederkeren op hun
50 Ric 20:19 | opgaat van het huis Gods naar Sichem, en tegen het zuiden van
51 1Kon 12:1 | 1 En Rehabeam toog naar Sichem, want het ganse Israel was
52 1Kon 12:1 | het ganse Israel was te Sichem gekomen, om hem koning te
53 1Kon 12:25| 25 Jerobeam nu bouwde Sichem op het gebergte van Efraim,
54 1Kro 6:67| gaven hun van de vrijsteden, Sichem en haar voorsteden op het
55 1Kro 7:28| onderhorige plaatsen; en Sichem en haar onderhorige plaatsen,
56 2Kro 11:1 | 1 En Rehabeam toog naar Sichem; want het ganse Israel was
57 2Kro 11:1 | het ganse Israel was te Sichem gekomen, om hem koning te
58 Psa 60:8 | vreugde opspringen; ik zal Sichem delen, en het dal van Sukkoth
59 Psa 108:8 | vreugde opspringen; ik zal Sichem delen, en het dal van Sukkoth
60 Jer 41:5 | Zo kwamen er lieden van Sichem, van Silo, en van Samaria,
61 Hos 6:9 | moorden op den weg naar Sichem, waarlijk, zij doen schandelijke
|