Book Chapter: Verse
1 Exo 17:6 | voor uw aangezicht op den rotssteen in Horeb staan; en gij zult
2 Exo 17:6 | staan; en gij zult op den rotssteen slaan, zo zal er water uitgaan,
3 Deu 32:4 | 4 Hij is de Rotssteen, Wiens werk volkomen is;
4 Deu 32:15 | heeft, en versmaadde den Rotssteen zijns heils. ~
5 Deu 32:18 | 18 Den Rotssteen, Die u gegenereerd heeft,
6 Deu 32:30 | ten ware, dat hunlieder Rotssteen hen verkocht, en de HEERE
7 Deu 32:31 | 31 Want hun rotssteen is niet gelijk onze Rotssteen,
8 Deu 32:31 | rotssteen is niet gelijk onze Rotssteen, zelfs onze vijanden rechters
9 Deu 32:37 | Waar zijn hun goden; de rotssteen, op welken zij betrouwden? ~
10 Ric 1:36 | opgang van Akrabbim, van den rotssteen, en opwaarts heen. ~
11 Ric 5:20 | koeken, en leg ze op dien rotssteen, en giet het sop uit; en
12 Ric 6:25 | en doodden Oreb op den rotssteen Oreb, en Zeeb doodden zij
13 Ric 12:19 | spijsoffer, en offerde het op den rotssteen, den HEERE. En Hij handelde
14 Ric 19:45 | naar de woestijn, tot den rotssteen van Rimmon; maar zij deden
15 Ric 19:47 | naar de woestijn, tot den rotssteen van Rimmon, en bleven in
16 Ric 19:47 | Rimmon, en bleven in den rotssteen van Rimmon, vier maanden. ~
17 Ric 20:13 | van Benjamin, die in den rotssteen van Rimmon waren, en zij
18 1Sa 2:2 | niemand dan Gij, en er is geen rotssteen, gelijk onze God! ~
19 1Sa 23:25 | geboodschapt, die van dien rotssteen afgegaan was, en bleef in
20 2Sa 21:10 | dien voor zich uit op een rotssteen, van het begin van den oogst,
21 2Sa 22:32 | de HEERE, en wie is een rotssteen, behalve onze God? ~
22 2Sa 22:47 | leeft, en geloofd zij mijn Rotssteen; en verhoogd zij God, de
23 2Sa 22:47 | en verhoogd zij God, de Rotssteen mijns heils! ~
24 2Sa 23:3 | Israels heeft gezegd, de Rotssteen Israels heeft tot mij gesproken:
25 1Kro 11:15| hoofden togen af naar den rotssteen tot David in de spelonk
26 Job 22:24 | het goud van Ofir bij den rotssteen der beken; ~
27 Psa 18:32 | de HEERE? En wie is een Rotssteen, dan alleen onze God? ~
28 Psa 18:47 | leeft, en geloofd zij mijn Rotssteen, en verhoogd zij de God
29 Psa 19:15 | aangezicht, o HEERE, mijn Rotssteen en mijn Verlosser! ~ ~
30 Psa 27:5 | Hij verhoogt mij op een rotssteen. ~
31 Psa 28:1 | Tot U roep ik, HEERE! mijn Rotssteen, houd U niet als doof van
32 Psa 31:3 | wees mij tot een sterke Rotssteen, tot een zeer vast Huis,
33 Psa 41:3 | heeft mijn voeten op een rotssteen gesteld, Hij heeft mijn
34 Psa 61:3 | overstelpt is; leid mij op een rotssteen, die mij te hoog zou zijn. ~
35 Psa 62:3 | 3 Immers is Hij mijn Rotssteen en mijn Heil, mijn Hoog
36 Psa 62:7 | 7 Hij is immers mijn Rotssteen en mijn Heil, mijn Hoog
37 Psa 62:8 | mijn Heil en mijn Eer; de Rotssteen mijner sterkte, mijn Toevlucht
38 Psa 71:3 | 3 Wees mij tot een Rotssteen, om daarin te wonen, om
39 Psa 73:26 | mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel
40 Psa 78:20 | 20 Ziet, Hij heeft den rotssteen geslagen, dat er wateren
41 Psa 78:35 | En gedachten, dat God hun Rotssteen was, en God, de Allerhoogste,
42 Psa 89:27 | mijn Vader! mijn God, en de Rotssteen mijns heils! ~
43 Psa 92:16 | HEERE recht is; Hij is mijn Rotssteen, en in Hem is geen onrecht. ~ ~ ~
44 Psa 95:1 | zingen; laat ons juichen den Rotssteen onzes heils. ~
45 Psa 114:8 | 8Die den rotssteen veranderde in een watervloed,
46 Psa 144:1 | Gezegend zij de HEERE, mijn Rotssteen, Die mijn handen onderwijst
47 Spre 30:19| de weg ener slang op een rotssteen; de weg van een schip in
48 Spre 30:26| stellen zij hun huis in den rotssteen. ~
49 Jes 2:10 | 10 Ga in den rotssteen, en verberg u in het stof,
50 Jes 8:14 | des aanstoots en tot een rotssteen der struikeling den twee
51 Jes 17:10 | en niet gedacht aan den Rotssteen uwer sterkte; daarom zult
52 Jes 22:16 | woning voor zich op een rotssteen laat aftekenen? ~
53 Jes 26:4 | Heere HEERE is een eeuwige rotssteen. ~
54 Jes 30:29 | berg des HEEREN, tot den Rotssteen van Israel. ~
55 Jes 31:9 | vreze doorgaan naar zijn rotssteen, en zijn vorsten zullen
56 Jes 32:2 | de schaduw van een zwaren rotssteen in een dorstig land. ~
57 Jes 44:8 | er is geen andere rotssteen: Ik ken er geen? ~
58 Jes 48:21 | Hij deed hun water uit den rotssteen vlieten; als Hij den rotssteen
59 Jes 48:21 | rotssteen vlieten; als Hij den rotssteen kliefde, zo vloeiden de
60 Jes 51:1 | HEERE zoekt! aanschouwt den rotssteen, waaruit gijlieden gehouwen
61 Jer 18:14 | Zal men ook om een rotssteen des velds verlaten de sneeuw
|