Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
wanneer 500
wannen 5
wanners 1
want 4250
wapen 2
wapende 1
wapendrager 17
Frequency    [«  »]
5157 op
4462 als
4422 mijn
4250 want
4160 mij
4039 aan
3972 voor

Bijbel

IntraText - Concordances

want

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4250

     Book Chapter: Verse
2501 Jer 46:28 | niet, spreekt de HEERE; want Ik ben met u; want Ik zal 2502 Jer 46:28 | HEERE; want Ik ben met u; want Ik zal een voleinding maken 2503 Jer 47:4 | overgeblevenen helper af te snijden; want de HEERE zal de Filistijnen, 2504 Jer 48:1 | Israels, alzo: Wee over Nebo, want zij is verstoord; Kirjathaim 2505 Jer 48:5 | 5      Want in den opgang van Luhith 2506 Jer 48:5 | geween bij geween opgaan, want in den afgang van Horonaim 2507 Jer 48:7 | 7      Want om uw vertrouwen op uw werken, 2508 Jer 48:8 | 8      Want de verstoorder zal komen 2509 Jer 48:8 | effen veld verdelgd worden; want de HEERE heeft het gezegd. ~ 2510 Jer 48:9 | Geeft Moab vederen, want al vliegende zal zij uitgaan; 2511 Jer 48:18 | gij dochter van Dibon! want Moabs verstoorder is tegen 2512 Jer 48:20 | Moab is beschaamd, want hij is verslagen; huilt 2513 Jer 48:27 | 27      Want is u niet Israel ter belaching 2514 Jer 48:33 | Moabs land, weggenomen is; want Ik heb den wijn doen ophouden 2515 Jer 48:34 | die driejarige vaarze; want ook de wateren van Nimrim 2516 Jer 48:37 | 37      Want alle hoofden zijn kaal, 2517 Jer 48:38 | straten is overal misbaar; want Ik heb Moab verbroken als 2518 Jer 48:40 | 40      Want zo zegt de HEERE: Ziet, 2519 Jer 48:42 | 42      Want Moab zal verdelgd worden, 2520 Jer 48:44 | den strik gevangen worden; want Ik zal over haar, over Moab, 2521 Jer 48:46 | volk van Kamos is verloren; want uw zonen zijn weggenomen 2522 Jer 49:3 | 3      Huil, o Hesbon! want Ai is verstoord; krijt, 2523 Jer 49:3 | loopt om bij de tuinen; want Malcham zal wandelen in 2524 Jer 49:8 | gij inwoners van Dedan! want Ik heb Ezau's verderf over 2525 Jer 49:12 | 12      Want zo zegt de HEERE: Ziet, 2526 Jer 49:13 | 13      Want Ik heb bij Mijzelven gezworen, 2527 Jer 49:15 | 15      Want zie, Ik heb u klein gemaakt 2528 Jer 49:19 | tegen de sterke woning; want Ik zal hem in een ogenblik 2529 Jer 49:19 | Ik tegen haar bestellen; want wie is Mij gelijk, en wie 2530 Jer 49:30 | Hazor! spreekt de HEERE; want Nebukadrezar, de koning 2531 Jer 50:3 | 3      Want een volk komt tegen haar 2532 Jer 50:9 | 9      Want ziet, Ik zal een verzameling 2533 Jer 50:14 | en spaart de pijlen niet; want zij heeft tegen den HEERE 2534 Jer 50:15 | haar muren zijn afgebroken; want dat is des HEEREN wraak, 2535 Jer 50:20 | niet gevonden worden;      want Ik zal ze dengenen vergeven, 2536 Jer 50:25 | gramschap voortgebracht; want dat is een werk van den 2537 Jer 50:27 | slachting; wee over hen, want hun dag is gekomen, de tijd 2538 Jer 50:29 | alles, wat zij gedaan heeft; want zij heeft trotselijk gehandeld 2539 Jer 50:31 | de HEERE der heirscharen; want uw dag is gekomen, de tijd, 2540 Jer 50:38 | wateren, dat zij uitdrogen; want het is een land van gesneden 2541 Jer 50:44 | tegen de sterke woning; want Ik zal hen in een ogenblik 2542 Jer 50:44 | Ik tegen haar bestellen; want wie is Mij gelijk, en wie 2543 Jer 51:2 | land uitledigen zullen; want zij zullen ten dage des 2544 Jer 51:5 | 5      Want Israel of Juda zal niet 2545 Jer 51:6 | in haar ongerechtigheid; want dit is de tijd der wraak 2546 Jer 51:9 | iegelijk in zijn land trekken; want haar oordeel reikt tot aan 2547 Jer 51:11 | koningen van Medie opgewekt; want Zijn voornemen is tegen 2548 Jer 51:11 | Hij haar verderve;      want dit is de wraak des HEEREN, 2549 Jer 51:12 | wachters, bereidt de lagen; want gelijk de HEERE heeft voorgenomen, 2550 Jer 51:17 | van het gesneden beeld; want zijn gegoten beeld is leugen, 2551 Jer 51:19 | deel is niet gelijk die; want Hij is de Formeerder van 2552 Jer 51:26 | geen steen tot fondamenten; want gij zult tot eeuwige woestheden 2553 Jer 51:29 | land beven en pijn lijden; want elk een van des HEEREN gedachten 2554 Jer 51:33 | 33      Want zo zegt de HEERE der heirscharen, 2555 Jer 51:44 | meer tot hem toevloeien, want ook Babels muur is      2556 Jer 51:46 | zal worden in het land; want er zal een gerucht komen 2557 Jer 51:48 | zullen juichen over Babel; want van het noorden zullen haar 2558 Jer 51:51 | zijn beschaamd geworden, want wij hebben versmaadheid 2559 Jer 51:55 | 55      Want de HEERE verstoort Babel, 2560 Jer 51:55 | stem uit haar doen vergaan; want hunlieder golven zullen 2561 Jer 51:56 | 56      Want de verstoorder komt over 2562 Jer 51:56 | hunlieder bogen zijn verbroken; want de HEERE, de God der vergelding, 2563 Jer 52:3 | 3      Want het geschiedde, om den toorn 2564 Klaa 1:9 | zie mijn ellende      aan, want de vijand maakt zich groot. ~ 2565 Klaa 1:18 | De HEERE is rechtvaardig, want ik ben Zijn mond wederspannig 2566 Klaa 1:20 | Resch. Aanzie, HEERE, want mij is bange; mijn ingewand 2567 Klaa 1:20 | in het binnenste van mij, want ik ben zeer wederspannig 2568 Klaa 1:22 | vanwege al mijn overtredingen; want mijn zuchtingen zijn vele, 2569 Klaa 1:35 | jonkvrouw, dochter Sions, want uw breuk is      zo groot 2570 Klaa 1:75 | 31      Caph. Want de Heere zal niet verstoten 2571 Klaa 1:77 | 33      Caph. Want Hij plaagt of bedroeft des 2572 Klaa 1:119| verslagenen van den honger; want die vlieten daarhenen, als 2573 Klaa 2:22 | 22      Want zoudt Gij ons ganselijk 2574 Eze 1:20 | tegenover hen opgeheven; want de geest der dieren was 2575 Eze 1:21 | tegenover hen opgeheven; want de geest der dieren      2576 Eze 2:5 | dat zij het laten zullen (want zij zijn een wederspannig 2577 Eze 2:6 | niet voor hun aangezicht, want zij zijn een wederspannig 2578 Eze 2:7 | dat zij het laten zullen; want zij zijn wederspannig. ~ 2579 Eze 3:5 | 5      Want gij zijt niet gezonden tot 2580 Eze 3:7 | naar Mij niet willen horen; want het ganse huis Israels is 2581 Eze 3:25 | 25      Want u aangaande, mensenkind, 2582 Eze 3:26 | tot een bestraffenden man; want zij zijn een wederspannig 2583 Eze 3:27 | het laat, die late het; want zij zijn een      wederspannig 2584 Eze 4:5 | 5      Want Ik heb u gegeven de jaren 2585 Eze 4:14 | niet verontreinigd geweest; want ik heb, van mijn jeugd af 2586 Eze 5:2 | gij in den wind strooien; want Ik zal het zwaard achter 2587 Eze 5:6 | landen, die rondom haar zijn; want zij hebben Mijn rechten      2588 Eze 5:8 | Ziet, Ik wil aan u, ja Ik, want Ik zal gerichten in het 2589 Eze 6:11 | boosheden van het huis Israels; want zij zullen door het zwaard, 2590 Eze 7:3 | Nu is het einde over u; want Ik zal Mijn toorn tegen 2591 Eze 7:12 | verkoper bedrijve geen rouw; want een brandende toorn is over 2592 Eze 7:13 | 13      Want de verkoper zal tot het 2593 Eze 7:14 | niemand trekt ten strijde; want Mijn brandende toorn is 2594 Eze 7:19 | zullen zij niet vullen; want het zal de aanstoot hunner 2595 Eze 7:22 | verborgen plaats ontheiligen; want inbrekers zullen daar inkomen 2596 Eze 7:23 | 23      Maak een keten; want het land is vol van bloedgerichten, 2597 Eze 8:12 | gebeelde binnenkameren? want zij zeggen: De      HEERE 2598 Eze 8:17 | zich, om Mij te vertoornen; want zie, zij steken de wijnranken 2599 Eze 9:9 | stad is vol van afwijking; want zij zeggen:      De HEERE 2600 Eze 10:8 | 8      Want er werd gezien aan de cherubs 2601 Eze 10:17 | hieven zich deze ook op; want de geest der dieren was 2602 Eze 11:5 | gijlieden o huis Israels! want Ik weet elkeen der dingen, 2603 Eze 12:2 | te horen, en niet horen, want zij zijn een      wederspannig 2604 Eze 12:6 | gij het land niet ziet; want Ik heb u den huize Israels 2605 Eze 12:24 | 24      Want geen ijdel gezicht zal er 2606 Eze 12:25 | 25      Want Ik ben de HEERE, Ik zal 2607 Eze 12:25 | meer uitgesteld worden; want in uw dagen, o wederspannig 2608 Eze 14:7 | 7      Want ieder man uit het huis Israels, 2609 Eze 14:21 | 21      Want alzo zegt de Heere HEERE: 2610 Eze 15:7 | 7   Want Ik zal Mijn aangezicht tegen 2611 Eze 16:14 | heidenen om uw schoonheid; want die was volmaakt door Mijn 2612 Eze 16:34 | naloopt, om te hoereren; want als gij hoerenloon geeft, 2613 Eze 16:59 | 59      Want alzo zegt de Heere HEERE: 2614 Eze 16:61 | dan gij, aannemen zult; want Ik zal u dezelve geven tot 2615 Eze 16:62 | 62      Want Ik zal Mijn verbond met 2616 Eze 17:18 | 18      Want hij heeft den eed veracht, 2617 Eze 18:31 | hart en een nieuwen geest; want waarom zoudt gij sterven, 2618 Eze 18:32 | 32      Want Ik heb geen lust aan den 2619 Eze 20:16 | sabbatten ontheiligden; want hun hart wandelde hun drekgoden 2620 Eze 20:34 | 34      Want Ik zal u uit de volken voeren, 2621 Eze 20:40 | 40      Want op Mijn heiligen berg, op 2622 Eze 21:7 | zeggen zult: Om het gerucht, want het komt! en alle hart zal 2623 Eze 21:12 | Schreeuw en huil, o mensenkind, want hetzelve zal zijn tegen 2624 Eze 21:14 | en sla hand tegen hand; want het zwaard zal verdubbeld 2625 Eze 21:21 | 21      Want de koning van Babel zal 2626 Eze 21:32 | zal niet gedacht worden; want Ik, de HEERE, heb het gesproken. ~  ~  ~  ~ ~ 2627 Eze 23:8 | niet, gebracht uit Egypte; want zij hadden bij haar in haar 2628 Eze 23:14 | hoererijen nog meer toe; want toen zij geschilderde mannen 2629 Eze 23:28 | 28      Want alzo zegt de Heere HEERE: 2630 Eze 23:34 | borsten zult gij afrukken; want Ik heb het gesproken, spreekt 2631 Eze 23:37 | 37      Want zij hebben overspel gedaan, 2632 Eze 23:39 | 39      Want als zij hun kinderen hun 2633 Eze 23:45 | recht der bloedvergietsters; want zij zijn overspeelsters, 2634 Eze 23:46 | 46      Want alzo zegt de Heere HEERE: 2635 Eze 24:7 | 7      Want haar bloed is in het midden 2636 Eze 25:6 | 6      Want alzo zegt de Heere HEERE: 2637 Eze 26:5 | uitspreiding van netten; want Ik heb het gesproken, spreekt 2638 Eze 26:7 | 7      Want alzo zegt de Heere HEERE: 2639 Eze 26:14 | niet meer gebouwd worden; want Ik, de HEERE, heb het gesproken, 2640 Eze 26:19 | 19      Want alzo zegt de Heere HEERE: 2641 Eze 28:10 | door de hand der vreemden; want Ik heb het gesproken, spreekt 2642 Eze 28:23 | 23      Want Ik zal de pestilentie in 2643 Eze 29:12 | 12      Want Ik zal Egypteland stellen 2644 Eze 29:15 | verheffen boven de heidenen; want Ik zal hen verminderen, 2645 Eze 30:3 | 3      Want de dag is nabij, ja, de 2646 Eze 30:4 | zullen vallen in Egypte; want zij zullen derzelver menigte 2647 Eze 30:9 | den dag van      Egypte; want ziet, het komt aan! ~ 2648 Eze 31:14 | staan vanwege hun hoogte; want zij zijn allen overgegeven 2649 Eze 32:11 | 11      Want zo zegt de Heere HEERE: 2650 Eze 32:32 | 32      Want Ik heb ook Mijn schrik gegeven 2651 Eze 33:11 | bekeert u van uw boze wegen, want waarom zoudt gij sterven, 2652 Eze 33:28 | 28      Want Ik zal het land tot een 2653 Eze 33:31 | maar zij doen ze niet; want zij maken liefkozingen met 2654 Eze 34:11 | 11      Want zo zegt de Heere HEERE: 2655 Eze 34:17 | 17      Want gij, o Mijn schapen! de 2656 Eze 34:26 | 26      Want Ik zal dezelve, en de plaatsen 2657 Eze 36:8 | Mijn volk Israel dragen, want zij naderen te komen. ~ 2658 Eze 36:9 | 9      Want ziet, Ik ben bij u, en Ik 2659 Eze 36:23 | 23      Want Ik zal Mijn groten Naam 2660 Eze 36:24 | 24      Want Ik zal u uit de heidenen 2661 Eze 38:19 | 19      Want Ik heb gesproken in Mijn 2662 Eze 38:21 | 21      Want Ik zal het zwaard over hem 2663 Eze 39:5 | open veld zult gij vallen; want Ik heb het gesproken, spreekt 2664 Eze 40:4 | wat ik u zal doen zien; want, opdat ik u zou doen zien, 2665 Eze 41:6 | vastgehouden mochten worden; want zij werden niet vastgehouden 2666 Eze 41:7 | wijder, en gaf zich rondom; want het huis was omsingeld opwaarts 2667 Eze 42:6 | 6      Want zij waren wel van drie rijen, 2668 Eze 42:8 | 8      Want de lengte der kameren, die 2669 Eze 42:13 | zondoffer, en het schuldoffer, want de      plaats is heilig. ~ 2670 Eze 42:14 | zij gediend      hebben, want die zijn een heiligheid; 2671 Eze 45:14 | een homer van tien bath, want tien bath zijn een homer. ~ 2672 Eze 47:1 | huizes naar het oosten; want het voorste deel van het 2673 Eze 47:5 | waar ik niet kon doorgaan; want de wateren waren hoge wateren, 2674 Eze 47:12 | nieuwe vruchten voortbrengen; want zijn wateren vlieten uit 2675 Eze 48:14 | verwisselen, noch overdragen; want het is een heiligheid den 2676 Dan 1:10 | 10      Want de overste der kamerlingen 2677 Dan 1:10 | ulieder drank verordend heeft; want waarom zou hij ulieder aangezichten      2678 Dan 2:11 | 11      Want de zaak die de koning begeert, 2679 Dan 2:20 | eeuwigheid tot in eeuwigheid, want Zijn is de wijsheid en de 2680 Dan 2:21 | 21      Want Hij verandert de tijden 2681 Dan 2:22 | wat in het duister is, want het licht woont bij Hem. ~ 2682 Dan 2:23 | wij van U verzocht hebben, want Gij hebt ons des      konings 2683 Dan 2:37 | een koning der koningen; want de God des hemels heeft 2684 Dan 3:29 | drekhoop gesteld worde; want er is geen ander God, Die 2685 Dan 4:22 | en sterk zijt geworden; want uw grootheid is zo gewassen, 2686 Dan 4:29 | 29      Want op het einde van twaalf 2687 Dan 4:33 | volbracht over Nebukadnezar, want hij werd uit de mensen verstoten, 2688 Dan 4:34 | mijn ogen op ten hemel, want mijn verstand kwam weer 2689 Dan 5:11 | geest der heilige goden is, want in de dagen uws vaders is 2690 Dan 6:27 | van den God van Daniel; want Hij is de levende God, en      2691 Dan 7:12 | nam hun heerschappij weg, want verlenging van het leven 2692 Dan 8:17 | Versta, gij mensenkind! want dit gezicht zal zijn tot 2693 Dan 8:19 | ten einde dezer gramschap; want ter bestemder tijd zal het 2694 Dan 8:26 | sluit dit gezicht toe, want er zijn nog vele dagen toe. ~ 2695 Dan 9:14 | heeft het over ons gebracht; want de HEERE, onze God, is rechtvaardig 2696 Dan 9:16 | Jeruzalem, Uw heiligen berg; want om onzer zonden wil en om      2697 Dan 9:18 | naar Uw Naam genoemd is; want wij werpen onze smekingen 2698 Dan 9:19 | Uws Zelfs wil, o mijn God! Want Uw stad, en Uw volk is naar 2699 Dan 9:23 | dat te kennen te geven; want gij zijt een zeer gewenst 2700 Dan 10:11 | en sta op uw standplaats, want Ik ben alnu tot u gezonden; 2701 Dan 10:12 | mij: Vrees niet, Daniel! want van den eersten dag aan, 2702 Dan 10:14 | in het vervolg der dagen, want het gezicht is nog voor 2703 Dan 10:17 | spreken met dien mijn Heere? Want wat mij aangaat, van nu 2704 Dan 10:19 | zeide: Mijn Heere spreke, want Gij hebt mij      versterkt. ~ 2705 Dan 11:4 | waarmede hij      heerste; want zijn rijk zal uitgerukt 2706 Dan 11:13 | 13      Want de koning van het Noorden 2707 Dan 11:17 | medebrengen, en hij zal het doen; want hij zal hem een dochter 2708 Dan 11:25 | doch hij zal niet bestaan, want zij zullen gedachten tegen 2709 Dan 11:27 | en het zal niet gelukken, want het zal nog een einde hebben 2710 Dan 11:30 | 30      Want er zullen schepen van Chittim 2711 Dan 11:30 | en hij zal      het doen; want wederkerende zal hij acht 2712 Dan 11:35 | tijd van het einde toe; want het zal nog zijn voor een 2713 Dan 11:36 | de gramschap voleind zij, want het is vastelijk besloten, 2714 Dan 12:9 | zeide: Ga henen, Daniel! want deze woorden zijn toegesloten 2715 Dan 12:13 | ga henen tot het einde, want gij zult rusten, en zult 2716 Hos 1:2 | kinderen der hoererijen; want het land      hoereert ganselijk 2717 Hos 1:4 | Noem zijn naam Jizreel, want nog een weinig tijds, zo 2718 Hos 1:6 | Noem haar naam Lo-Ruchama; want Ik zal Mij voortaan niet 2719 Hos 1:9 | Noem zijn naam Lo-Ammi; want gijlieden zijt Mijn volk 2720 Hos 1:11 | uit het land optrekken; want de dag van Jizreel zal groot 2721 Hos 2:4 | 4      Want hunlieder moeder hoereert, 2722 Hos 2:4 | heeft, handelt schandelijk; want zij zegt: Ik zal mijn boelen 2723 Hos 2:6 | tot mijn vorigen Man,      want toen was mij beter dan nu. ~ 2724 Hos 3:4 | 4   Want de kinderen Israels zullen 2725 Hos 4:1 | woord, gij kinderen Israels! want de HEERE heeft een twist 2726 Hos 4:4 | twiste noch bestraffe iemand; want uw volk is als die met den 2727 Hos 4:10 | niet uitbreken in menigte; want zij hebben nagelaten den 2728 Hos 4:12 | zal het hem bekend maken; want de geest der hoererijen 2729 Hos 4:14 | omdat zij overspel doen; want zij zelven scheiden zich 2730 Hos 4:16 | 16      Want Israel is onbandig, als 2731 Hos 5:1 | oren, gij huis des konings! want ulieden gaat dit oordeel 2732 Hos 5:4 | tot hun God te bekeren; want de geest der hoererijen 2733 Hos 5:7 | gehandeld tegen den HEERE; want zij hebben vreemde kinderen 2734 Hos 5:11 | is verpletterd met recht; want hij heeft zo gewild; hij 2735 Hos 5:14 | 14      Want Ik zal Efraim zijn als een 2736 Hos 6:1 | wederkeren tot den HEERE, want Hij heeft verscheurd, en 2737 Hos 6:6 | 6      Want Ik heb lust tot weldadigheid, 2738 Hos 7:1 | de boosheden van Samaria; want zij werken valsheid; en 2739 Hos 7:6 | 6      Want zij voeren hun hart aan, 2740 Hos 7:11 | 11      Want Efraim is als een botte 2741 Hos 7:13 | 13      Wee hen, want zij zijn van Mij afgezworven; 2742 Hos 7:13 | afgezworven; verstoring over hen, want zij hebben tegen Mij overtreden! 2743 Hos 8:6 | 6      Want dat is ook uit Israel; een 2744 Hos 8:7 | 7      Want zij hebben wind gezaaid, 2745 Hos 8:9 | 9      Want zij zijn opgetogen naar 2746 Hos 8:14 | 14      Want Israel heeft zijn Maker 2747 Hos 9:1 | opspringens toe, gelijk de volken; want gij hoereert van uw God 2748 Hos 9:4 | zouden      onrein worden; want hun brood zal voor hun ziel 2749 Hos 9:6 | 6      Want ziet, zij gaan daarhenen 2750 Hos 9:12 | mensen niet zullen zijn; want ook, wee hun, als Ik van 2751 Hos 9:15 | hun boosheid is te Gilgal, want daar heb Ik ze gehaat, om 2752 Hos 10:3 | 3      Want nu zullen zij zeggen: Wij 2753 Hos 10:3 | Wij hebben geen koning; want wij hebben den HEERE niet 2754 Hos 10:5 | het kalf van Beth-Aven; want zijn volk zal over hetzelve 2755 Hos 10:13 | vrucht der leugen gegeten; want gij hebt vertrouwd op uw 2756 Hos 11:7 | 7      Want Mijn volk blijft hangen 2757 Hos 11:9 | om Efraim te verderven; want Ik ben God en geen mens, 2758 Hos 13:4 | God kennen dan Mij alleen, want er is geen Heiland dan Ik. ~ 2759 Hos 13:9 | heeft u bedorven, o Israel! want in Mij is uw hulp. ~ 2760 Hos 13:13 | hij is een onwijs kind; want anders zou hij geen tijd 2761 Hos 13:15 | 15      Want hij zal vrucht voortbrengen 2762 Hos 14:1 | Samaria zal woest worden, want zij is wederspannig geweest 2763 Hos 14:2 | den HEERE, uw God, toe; want gij zijt gevallen om uw 2764 Hos 14:5 | vrijwilliglijk liefhebben; want Mijn toorn is van hem gekeerd. ~ 2765 Hos 14:10 | verstandig? die bekenne ze; want des HEEREN wegen zijn recht, 2766 Joe 1:6 | 6      Want een volk is opgekomen over 2767 Joe 1:10 | verwoest, het land treurt; want het koren is verwoest, de 2768 Joe 1:11 | de tarwe en om de gerst, want de oogst des velds is vergaan. ~ 2769 Joe 1:13 | gij dienaars mijns Gods! want spijsoffer en drankoffer 2770 Joe 1:15 | 15      Ach, die dag! want de dag des HEEREN is nabij, 2771 Joe 1:17 | schuren zijn afgebroken, want het koren is verdord. ~ 2772 Joe 1:18 | runderkudden zijn bedwelmd, want zij hebben geen weide, ook 2773 Joe 1:19 | Tot U, o HEERE! roep ik; want een vuur heeft de weiden 2774 Joe 1:20 | elk beest des velds tot U; want de waterstromen zijn uitgedroogd, 2775 Joe 2:1 | des lands beroerd zijn, want de dag des HEEREN komt, 2776 Joe 2:1 | de dag des HEEREN komt, want hij is nabij. ~ 2777 Joe 2:11 | stem voor Zijn heir henen; want Zijn leger is zeer groot, 2778 Joe 2:11 | Zijn leger is zeer groot, want Hij is machtig, doende Zijn 2779 Joe 2:11 | machtig, doende Zijn woord; want de dag des HEEREN is groot 2780 Joe 2:13 | u tot den HEERE, uw God; want Hij is genadig en barmhartig, 2781 Joe 2:20 | zijn vuiligheid zal opgaan; want hij heeft grote dingen gedaan. ~ 2782 Joe 2:21 | verheug u, en wees blijde; want de HEERE heeft grote dingen 2783 Joe 2:22 | gij beesten des velds! want de weiden der woestijn zullen 2784 Joe 2:22 | jong gras voortbrengen; want het geboomte zal zijn vrucht 2785 Joe 2:23 | blijde in den HEERE, uw God; want Hij zal u geven dien Leraar 2786 Joe 2:32 | aanroepen, zal behouden worden; want op den berg Sions en te 2787 Joe 3:1 | 1      Want ziet, in die dagen en te 2788 Joe 3:8 | aan een vergelegen volk; want de HEERE heeft het      2789 Joe 3:13 | Slaat de sikkel aan, want de oogst is rijp geworden; 2790 Joe 3:13 | komt aan, daalt henen af, want de pers is vol, en de perskuipen 2791 Joe 3:13 | de perskuipen lopen over; want hunlieder boosheid is groot. ~ 2792 Joe 3:14 | het dal des dorswagens; want de dag des HEEREN is nabij, 2793 Amos 3:10 | 10      Want zij weten niet te doen, 2794 Amos 4:5 | offers uit, doet het horen; want alzo hebt gij het gaarne, 2795 Amos 4:13 | 13      Want zie, Die de bergen formeert, 2796 Amos 5:3 | 3      Want zo zegt de Heere HEERE: 2797 Amos 5:4 | 4      Want zo zegt de HEERE tot het 2798 Amos 5:5 | niet over naar Ber-Seba; want Gilgal zal voorzeker gevankelijk 2799 Amos 5:12 | 12      Want Ik weet, dat uw overtredingen 2800 Amos 5:13 | verstandige te dier tijd zwijgen, want het zal een boze tijd zijn. ~ 2801 Amos 5:17 | wijngaarden zal rouwklage zijn; want Ik zal door het midden van 2802 Amos 5:22 | 22      Want ofschoon gij Mij brandofferen 2803 Amos 6:10 | Dan zal hij zeggen: Zwijg! want zij waren niet om des HEEREN 2804 Amos 6:11 | 11      Want ziet, de HEERE geeft bevel, 2805 Amos 6:12 | daarop met runderen ploegen? Want gijlieden hebt het recht 2806 Amos 6:14 | 14      Want ziet, Ik zal over ulieden, 2807 Amos 7:2 | van Jakob blijven staan; want hij is klein! ~ 2808 Amos 7:5 | van Jakob blijven staan; want hij is klein! ~ 2809 Amos 7:11 | 11      Want alzo zegt Amos: Jerobeam 2810 Amos 7:13 | voortaan niet meer profeteren; want dat is des konings heiligdom, 2811 Amos 9:5 | 5      Want de Heere HEERE der heirscharen 2812 Amos 9:9 | 9      Want ziet, Ik geef bevel, en 2813 Oba 1:15 | 15      Want de dag des HEEREN is nabij, 2814 Oba 1:16 | 16      Want gelijk gijlieden gedronken 2815 Oba 1:18 | overgeblevene zal hebben; want de HEERE heeft het gesproken. ~ 2816 Jona 1:2 | Nineve, en predik tegen haar; want hunlieder boosheid is opgeklommen 2817 Jona 1:10 | Wat hebt gij dit gedaan? Want de mannen wisten, dat hij 2818 Jona 1:10 | HEEREN aangezicht vlood; want hij had het      hun te 2819 Jona 1:11 | zee stil worde van ons? Want de zee werd hoe langer hoe 2820 Jona 1:12 | stil worden van ulieden; want ik weet, dat deze grote 2821 Jona 1:13 | droge, doch zij konden niet; want de zee werd hoe langer hoe 2822 Jona 1:14 | onschuldig bloed op ons; want Gij, HEERE! hebt gedaan,      2823 Jona 2:3 | 3      Want Gij hadt mij geworpen in 2824 Jona 3:6 | 6      Want dit woord geraakte tot den 2825 Jona 4:2 | vluchtende naar Tarsis; want ik wist, dat Gij      een 2826 Jona 4:3 | toch mijn ziel van mij; want het is mij beter te sterven 2827 Mic 1:3 | 3      Want ziet, de HEERE gaat uit 2828 Mic 1:7 | stellen tot een woestheid; want      zij heeft ze van hoerenloon 2829 Mic 1:9 | 9      Want haar plagen zijn dodelijk; 2830 Mic 1:9 | haar plagen zijn dodelijk; want zij zijn gekomen tot aan 2831 Mic 1:12 | 12      Want de inwoneres van Maroth 2832 Mic 1:12 | krank om des goeds wil; want een kwaad is van den HEERE 2833 Mic 1:13 | het beginsel der zonde) want in u zijn Israels overtredingen 2834 Mic 2:3 | zult zo rechtop niet gaan; want het zal een boze tijd      2835 Mic 2:10 | u dan op, en gaat henen; want dit land zal de rust niet 2836 Mic 3:7 | bovenste lip bewimpelen; want er zal geen antwoord Gods 2837 Mic 4:2 | in Zijn paden wandelen; want uit Sion zal de wet uitgaan, 2838 Mic 4:4 | zijn, die ze verschrikke; want de mond des HEEREN der heirscharen 2839 Mic 4:5 | 5      Want alle volken zullen wandelen, 2840 Mic 4:10 | als een barende vrouw; want nu zult gij wel uit de stad 2841 Mic 4:13 | en dors, o dochter Sions! Want Ik zal uw hoorn ijzer maken, 2842 Mic 5:3 | Gods, en zij zullen wonen, want nu zal Hij groot zijn tot 2843 Mic 6:2 | sterke fondamenten der aarde! want de HEERE heeft een twist 2844 Mic 6:9 | HEEREN roept tot de stad (want Uw Naam ziet het wezen): 2845 Mic 6:16 | 16      Want de inzettingen van Omri 2846 Mic 7:1 | 1      Ai mij! want ik ben, als wanneer de zomervruchten 2847 Mic 7:6 | 6      Want de zoon veracht den vader, 2848 Mic 7:9 | HEEREN gramschap dragen, want ik heb tegen Hem gezondigd; 2849 Mic 7:18 | toorn niet in eeuwigheid; want Hij heeft      lust aan 2850 Nah 1:15 | Juda! betaal uw geloften; want de Belials- man zal voortaan 2851 Nah 2:2 | 2      Want de HEERE heeft de hovaardij 2852 Nah 2:2 | gelijk de hovaardij Israels; want de ledigmakers hebben ze 2853 Nah 2:9 | Rooft zilver, rooft goud, want er is geen einde des voorraads, 2854 Nah 3:19 | de handen over u klappen; want over wien is uw boosheid 2855 Zep 1:7 | aangezicht des Heeren HEEREN; want de dag des HEEREN is nabij; 2856 Zep 1:7 | dag des HEEREN is nabij; want de HEERE heeft een slachtoffer 2857 Zep 1:11 | gij inwoners der laagte! Want al het volk van koophandel 2858 Zep 1:17 | zullen gaan als de blinden; want zij hebben tegen den HEERE 2859 Zep 1:18 | ganse land verteerd worden; want Hij zal      een voleinding 2860 Zep 2:4 | 4      Want Gaza zal verlaten wezen, 2861 Zep 2:10 | plaats van hun hoogmoed; want zij hebben beschimpt, en 2862 Zep 2:11 | de HEERE tegen hen wezen, want Hij zal al de goden der 2863 Zep 3:8 | Mij opmake tot den roof; want Mijn oordeel is, de heidenen 2864 Zep 3:8 | Mijns toorns uit te storten, want dit ganse land zal door 2865 Zep 3:11 | tegen Mij overtreden hebt; want alsdan zal Ik uit het midden 2866 Zac 1:15 | tegen die geruste heidenen; want Ik was een weinig toornig, 2867 Zac 1:17 | worden vanwege het goede; want de HEERE zal Sion nog troosten, 2868 Zac 2:6 | Noorderland, spreekt de HEERE; want Ik heb ulieden uitgebreid 2869 Zac 2:8 | 8      Want zo zegt de HEERE der heirscharen: 2870 Zac 2:8 | ulieden beroofd hebben; want die ulieden aanraakt, die 2871 Zac 2:9 | 9      Want ziet, Ik zal Mijn hand over 2872 Zac 2:10 | verblijd u, gij dochter Sions; want zie, Ik kom, en Ik zal in 2873 Zac 2:13 | het aangezicht des HEEREN! want Hij is ontwaakt uit Zijn 2874 Zac 3:8 | voor uw aangezicht zitten, want zij zijn een wonderteken; 2875 Zac 3:8 | zij zijn een wonderteken; want ziet, Ik zal Mijn Knecht, 2876 Zac 3:9 | 9      Want ziet, aangaande dien steen, 2877 Zac 4:7 | worden tot een vlak veld; want hij zal den hoofdsteen voortbrengen 2878 Zac 4:10 | 10      Want wie veracht den dag der 2879 Zac 5:3 | zal over het ganse land; want een iegelijk, die steelt, 2880 Zac 6:7 | het land te doorwandelen; want Hij had gezegd: Gaat heen, 2881 Zac 7:14 | doorging, noch wederkeerde; want zij stelden      het gewenste 2882 Zac 8:10 | 10      Want voor die dagen kwam des 2883 Zac 8:10 | vrede vanwege den vijand, want Ik zond      alle mensen, 2884 Zac 8:12 | 12      Want het zaad zal voorspoedig 2885 Zac 8:14 | 14      Want alzo zegt de HEERE der heirscharen: 2886 Zac 8:17 | een valsen eed niet lief; want al deze zijn dingen, die 2887 Zac 8:23 | zullen met ulieden gaan, want wij hebben gehoord, dat 2888 Zac 9:1 | Damaskus, deszelfs rust; want de HEERE heeft een oog over 2889 Zac 9:8 | niet meer door hen doorga; want nu      heb Ik het met Mijn 2890 Zac 9:16 | zijnde de kudde Zijns volks; want gekroonde stenen zullen 2891 Zac 9:17 | 17      Want hoe groot zal zijn goed 2892 Zac 10:2 | 2      Want de terafim spreken ijdelheid, 2893 Zac 10:2 | onderdrukt geworden; want er was geen herder. ~ 2894 Zac 10:5 | en zij zullen strijden; want de HEERE zal met hen wezen; 2895 Zac 10:6 | zal hen weder inzetten; want Ik heb Mij hunner ontfermd, 2896 Zac 10:6 | niet      verstoten had; want Ik ben de HEERE, hun God, 2897 Zac 10:8 | toesissen, en zal ze vergaderen, want Ik zal ze verlossen; en 2898 Zac 10:10 | 10      Want Ik zal ze wederbrengen uit 2899 Zac 11:8 | in een maand afgesneden; want mijn ziel was over hen verdrietig 2900 Zac 11:12 | 12      Want ik had tot henlieden gezegd: 2901 Zac 11:16 | 16      Want ziet, Ik zal een herder 2902 Zac 13:5 | man, die het land bouwt; want een mens heeft mij daartoe 2903 Zac 14:2 | 2      Want Ik zal alle heidenen tegen 2904 Zac 14:5 | de vallei Mijner bergen (want deze vallei der bergen zal 2905 Zac 14:11 | geen verbanning meer zijn; want Jeruzalem zal zeker wonen. ~ 2906 Mal 1:8 | 8      Want als gij wat blinds aanbrengt 2907 Mal 1:11 | een rein      spijsoffer; want Mijn Naam zal groot zijn 2908 Mal 1:14 | offert, dat verdorven is! want Ik ben een groot Koning, 2909 Mal 2:7 | 7      Want de lippen der priesters 2910 Mal 2:7 | zijn mond de wet zoeken; want hij is een engel des HEEREN 2911 Mal 2:11 | Israel, en in Jeruzalem; want Juda ontheiligt de heiligheid 2912 Mal 2:11 | HEEREN, welke Hij liefheeft; want hij heeft de      dochters 2913 Mal 2:16 | 16      Want de HEERE, de God Israels, 2914 Mal 3:2 | bestaan, als Hij verschijnt? Want Hij zal zijn als het vuur 2915 Mal 3:6 | 6      Want Ik, de HEERE, word niet 2916 Mal 3:12 | zullen u gelukzalig noemen; want gijlieden zult een lustig 2917 Mal 3:14 | tevergeefs God te dienen; want wat nuttigheid is het, dat 2918 Mal 4:1 | 1   Want ziet, die dag komt, brandende 2919 Mal 4:3 | de goddelozen vertreden; want zij zullen as worden onder 2920 Matt 1:18 | Jezus Christus was nu aldus; want als Maria, Zijn moeder, 2921 Matt 1:20 | uw vrouw, tot u te nemen; want hetgeen in haar ontvangen 2922 Matt 1:21 | zult Zijn naam heten JEZUS; want Hij zal Zijn volk zalig 2923 Matt 2:2 | geboren Koning der Joden? want wij hebben gezien Zijn ster 2924 Matt 2:5 | Bethlehem, in Judea gelegen; want alzo is geschreven door 2925 Matt 2:6 | onder de vorsten van Juda; want uit u zal de Leidsman voortkomen, 2926 Matt 2:13 | totdat ik het u zeggen zal; want Herodes zal het Kindeken 2927 Matt 2:20 | trek in het land Israels; want zij zijn gestorven, die 2928 Matt 2:25 | En zeggende: Bekeert u; want het Koninkrijk der hemelen 2929 Matt 2:26 | 3 Want deze is het, van denwelken 2930 Matt 2:32 | hebben Abraham tot een vader; want ik zeg u, dat God zelfs 2931 Matt 2:38 | zeide tot hem: Laat nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtigheid 2932 Matt 4:6 | werp Uzelven nederwaarts; want er is geschreven, dat Hij 2933 Matt 4:10 | tot hem: Ga weg, satan, want er staat geschreven: Den 2934 Matt 4:17 | en te zeggen: Bekeert u; want het Koninkrijk der hemelen 2935 Matt 4:18 | net in de zee werpende (want zij waren vissers); ~ 2936 Matt 5:3 | zijn de armen van geest; want hunner is het Koninkrijk 2937 Matt 5:4 | Zalig zijn die treuren; want zij zullen vertroost worden. ~ 2938 Matt 5:5 | Zalig zijn de zachtmoedigen; want zij zullen het aardrijk 2939 Matt 5:6 | dorsten naar de gerechtigheid; want zij zullen verzadigd worden. ~ 2940 Matt 5:7 | Zalig zijn de barmhartigen; want hun zal barmhartigheid geschieden. ~ 2941 Matt 5:8 | zijn de reinen van hart; want zij zullen God zien. ~ 2942 Matt 5:9 | Zalig zijn de vreedzamen; want zij zullen Gods kinderen 2943 Matt 5:10 | om der gerechtigheid wil; want hunner is het Koninkrijk 2944 Matt 5:12 | Verblijdt en verheugt u; want uw loon is groot in de hemelen; 2945 Matt 5:12 | is groot in de hemelen; want alzo hebben zij vervolgd 2946 Matt 5:18 | 18 Want voorwaar zeg Ik u: Totdat 2947 Matt 5:20 | 20 Want Ik zeg u: Tenzij uw gerechtigheid 2948 Matt 5:29 | uit, en werpt het van u; want het is u nut, dat een uwer 2949 Matt 5:30 | ze af, en werpt ze van u; want het is u nut, dat een uwer 2950 Matt 5:45 | Vaders, Die in de hemelen is; want Hij doet Zijn zon opgaan 2951 Matt 5:46 | 46 Want indien gij liefhebt, die 2952 Matt 6:5 | zijn gelijk de geveinsden; want die plegen gaarne, in de 2953 Matt 6:7 | woorden, gelijk de heidenen; want zij menen, dat zij door 2954 Matt 6:8 | Wordt dan hun niet gelijk; want uw Vader weet, wat gij van 2955 Matt 6:13 | verlos ons van den boze. Want Uw is het Koninkrijk, en 2956 Matt 6:14 | 14 Want indien gij den mensen hun 2957 Matt 6:16 | gezicht, gelijk de geveinsden; want zij mismaken hun aangezichten, 2958 Matt 6:21 | 21 Want waar uw schat is, daar zal 2959 Matt 6:24 | Niemand kan twee heren dienen; want of hij zal den enen haten 2960 Matt 6:32 | 32 Want al deze dingen zoeken de 2961 Matt 6:32 | dingen zoeken de heidenen; want uw hemelse Vader weet, dat 2962 Matt 6:34 | bezorgd tegen den morgen; want de morgen zal voor het zijne 2963 Matt 7:2 | 2 Want met welk oordeel gij oordeelt, 2964 Matt 7:8 | 8 Want een iegelijk, die bidt, 2965 Matt 7:12 | doet gij hun ook alzo; want dat is de wet en de profeten. ~ 2966 Matt 7:13 | Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort, en breed 2967 Matt 7:14 | 14 Want de poort is eng, en de weg 2968 Matt 7:25 | en het is niet gevallen, want het was op de steenrots 2969 Matt 7:29 | 29 Want Hij leerde hen, als macht 2970 Matt 8:9 | 9 Want ik ben ook een mens onder 2971 Matt 9:5 | 5 Want wat is lichter te zeggen: 2972 Matt 9:13 | barmhartigheid, en niet offerande; want Ik ben niet gekomen om te 2973 Matt 9:16 | laken op een oud kleed; want deszelfs aangezette lap 2974 Matt 9:21 | 21 Want zij zeide in zichzelven: 2975 Matt 9:24 | Zeide Hij tot hen: Vertrekt; want het dochtertje is niet dood, 2976 Matt 10:10 | noch schoenen, noch staf; want de arbeider is zijn voedsel 2977 Matt 10:17 | wacht u voor de mensen; want zij zullen u overleveren 2978 Matt 10:19 | of wat gij spreken zult; want het zal u in dezelve ure 2979 Matt 10:20 | 20 Want gij zijt het niet, die spreekt, 2980 Matt 10:23 | vervolgen, vliedt in de andere; want voorwaar zeg ik u: Gij zult 2981 Matt 10:26 | 26 Vreest dan hen niet; want er is niets bedekt, hetwelk 2982 Matt 10:35 | 35 Want Ik ben gekomen, om den mens 2983 Matt 11:10 | 10 Want deze is het, van denwelken 2984 Matt 11:13 | 13 Want al de profeten en de wet 2985 Matt 11:18 | 18 Want Johannes is gekomen, noch 2986 Matt 11:21 | Chorazin! wee u Bethsaida! want zo in Tyrus en Sidon de 2987 Matt 11:23 | toe nedergestoten worden. Want zo in Sodom die krachten 2988 Matt 11:26 | 26 Ja, Vader! Want alzo is geweest het welbehagen 2989 Matt 11:30 | 30 Want Mijn juk is zacht, en Mijn 2990 Matt 12:8 | 8 Want de Zoon des mensen is een 2991 Matt 12:33 | kwaad en zijn vrucht kwaad; want uit de vrucht wordt de boom 2992 Matt 12:34 | spreken, daar gij boos zijt? want uit den overvloed des harten 2993 Matt 12:37 | 37 Want uit uw woorden zult gij 2994 Matt 12:40 | 40 Want gelijk Jonas drie dagen 2995 Matt 12:41 | zullen hetzelve veroordelen; want zij hebben zich bekeerd 2996 Matt 12:42 | en hetzelve veroordelen; want zij is gekomen van de einden 2997 Matt 12:50 | 50 Want zo wie den wil Mijns Vaders 2998 Matt 13:12 | 12 Want wie heeft, dien zal gegeven 2999 Matt 13:15 | 15 Want het hart dezes volks is 3000 Matt 13:17 | 17 Want voorwaar zeg Ik u, dat vele


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4250

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License