1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4250
Book Chapter: Verse
3001 Matt 14:3 | 3 Want Herodes had Johannes gevangen
3002 Matt 14:4 | 4 Want Johannes zeide tot hem:
3003 Matt 14:24 | zijnde in nood van de baren; want de wind was hun tegen. ~
3004 Matt 15:2 | de inzetting der ouden? Want zij wassen hun handen niet,
3005 Matt 15:4 | 4 Want God heeft geboden, zeggende:
3006 Matt 15:19 | 19 Want uit het hart komen voort
3007 Matt 15:23 | zeggende: Laat haar van U; want zij roept ons na. ~
3008 Matt 16:2 | zegt gij: Schoon weder; want de hemel is rood; ~
3009 Matt 16:3 | morgens: Heden onweder; want de hemel is droevig rood.
3010 Matt 16:17 | zijt gij, Simon, Bar-Jona! want vlees en bloed heeft u dat
3011 Matt 16:23 | gij zijt Mij een aanstoot, want gij verzint niet de dingen,
3012 Matt 16:25 | 25 Want zo wie zijn leven zal willen
3013 Matt 16:26 | 26 Want wat baat het een mens, zo
3014 Matt 16:27 | 27 Want de Zoon des mensen zal komen
3015 Matt 17:15 | ontferm U over mijn zoon; want hij is maanziek, en is in
3016 Matt 17:15 | en is in zwaar lijden; want menigmaal valt hij in het
3017 Matt 17:20 | hen: Om uws ongeloofs wil; want voorwaar zeg Ik u: Zo gij
3018 Matt 18:7 | wereld van de ergernissen, want het is noodzakelijk, dat
3019 Matt 18:10 | van deze kleinen veracht. Want Ik zeg ulieden, dat hun
3020 Matt 18:11 | 11 Want de Zoon des mensen is gekomen
3021 Matt 18:20 | 20 Want waar twee of drie vergaderd
3022 Matt 19:12 | 12 Want er zijn gesnedenen, die
3023 Matt 19:14 | hen niet tot Mij te komen; want derzulken is het Koninkrijk
3024 Matt 19:22 | ging hij bedroefd weg; want hij had vele goederen. ~
3025 Matt 20:1 | 1 Want het Koninkrijk der hemelen
3026 Matt 20:16 | de eersten de laatsten; want velen zijn geroepen, maar
3027 Matt 21:26 | zo vrezen wij de schare; want zij houden allen Johannes
3028 Matt 21:32 | 32 Want Johannes is tot u gekomen
3029 Matt 22:14 | 14 Want velen zijn geroepen, maar
3030 Matt 22:16 | en naar niemand vraagt; want Gij ziet den persoon der
3031 Matt 22:28 | zij wezen van die zeven, want zij hebben ze allen gehad? ~
3032 Matt 22:30 | 30 Want in de opstanding nemen zij
3033 Matt 23:3 | doet niet naar hun werken; want zij zeggen het, en doen
3034 Matt 23:4 | 4 Want zij binden lasten, die zwaar
3035 Matt 23:5 | mensen gezien te worden; want zij maken hun gedenkcedels
3036 Matt 23:8 | niet Rabbi genaamd worden; want Een is uw Meester, namelijk
3037 Matt 23:9 | vader noemen op de aarde; want Een is uw Vader, namelijk
3038 Matt 23:10 | meesters genoemd worden; want Een is uw Meester, namelijk
3039 Matt 23:13 | Farizeen, gij geveinsden! want gij sluit het Koninkrijk
3040 Matt 23:14 | Farizeen, gij geveinsden, want gij eet de huizen der weduwen
3041 Matt 23:15 | Farizeen, gij geveinsden, want gij omreist zee en land,
3042 Matt 23:17 | 17 Gij dwazen en blinden, want wat is meerder, het goud,
3043 Matt 23:19 | 19 Gij dwazen en blinden, want wat is meerder, de gave,
3044 Matt 23:23 | Farizeen, gij geveinsden, want gij vertient de munte, en
3045 Matt 23:25 | Farizeen, gij geveinsden, want gij reinigt het buitenste
3046 Matt 23:27 | Farizeen, gij geveinsden, want gij zijt den witgepleisterden
3047 Matt 23:29 | Farizeen, gij geveinsden, want gij bouwt de graven der
3048 Matt 23:39 | 39 Want Ik zeg u: Gij zult Mij van
3049 Matt 24:5 | 5 Want velen zullen komen onder
3050 Matt 24:6 | wordt niet verschrikt; want al die dingen moeten geschieden,
3051 Matt 24:7 | 7 Want het ene volk zal tegen het
3052 Matt 24:21 | 21 Want alsdan zal grote verdrukking
3053 Matt 24:24 | 24 Want er zullen valse christussen
3054 Matt 24:27 | 27 Want gelijk de bliksem uitgaat
3055 Matt 24:28 | 28 Want alwaar het dode lichaam
3056 Matt 24:38 | 38 Want gelijk zij waren in de dagen
3057 Matt 24:42 | 42 Waakt dan; want gij weet niet, in welke
3058 Matt 24:44 | Daarom, zijt ook gij bereid; want in welke ure gij het niet
3059 Matt 25:8 | Geeft ons van uw olie; want onze lampen gaan uit. ~
3060 Matt 25:13 | 13 Zo waakt dan; want gij weet den dag niet, noch
3061 Matt 25:14 | 14 Want het is gelijk een mens,
3062 Matt 25:29 | 29 Want een iegelijk, die heeft,
3063 Matt 25:35 | 35 Want Ik ben hongerig geweest,
3064 Matt 25:42 | 42 Want Ik ben hongerig geweest,
3065 Matt 26:9 | 9 Want deze zalf had kunnen duur
3066 Matt 26:10 | gij deze vrouw moeite aan? want zij heeft een goed werk
3067 Matt 26:11 | 11 Want de armen hebt gij altijd
3068 Matt 26:12 | 12 Want als zij deze zalf op Mijn
3069 Matt 26:28 | 28 Want dat is Mijn bloed, het bloed
3070 Matt 26:31 | geergerd worden in deze nacht; want er is geschreven: Ik zal
3071 Matt 26:43 | Hij hen wederom slapende; want hun ogen waren bezwaard. ~
3072 Matt 26:52 | zwaard weder in zijn plaats; want allen, die het zwaard nemen,
3073 Matt 26:73 | Waarlijk, gij zijt ook van die, want ook uw spraak maakt u openbaar. ~
3074 Matt 27:18 | 18 Want hij wist, dat zij Hem door
3075 Matt 27:19 | met dien Rechtvaardige; want ik heb heden veel geleden
3076 Matt 27:43 | indien Hij Hem wel wil; want Hij heeft gezegd: Ik ben
3077 Matt 28:2 | geschiedde een grote aardbeving; want een engel des Heeren, nederdalende
3078 Matt 28:5 | Vreest gijlieden niet; want ik weet, dat gij zoekt Jezus,
3079 Matt 28:6 | 6 Hij is hier niet; want Hij is opgestaan, gelijk
3080 Mark 1:16 | werpende het net in de zee (want zij waren vissers); ~
3081 Mark 1:22 | versloegen zich over Zijn leer; want Hij leerde hen, als machthebbende,
3082 Mark 1:38 | opdat Ik ook daar predike; want daartoe ben Ik uitgegaan. ~
3083 Mark 2:15 | Jezus en Zijn discipelen; want zij waren velen, en waren
3084 Mark 3:10 | 10 Want Hij had er velen genezen,
3085 Mark 3:21 | om Hem vast te houden; want zij zeiden: Hij is buiten
3086 Mark 3:30 | 30 Want zij zeiden: Hij heeft een
3087 Mark 3:35 | 35 Want zo wie den wil van God doet,
3088 Mark 4:22 | 22 Want er is niets verborgen, dat
3089 Mark 4:25 | 25 Want zo wie heeft, dien zal gegeven
3090 Mark 4:28 | 28 Want de aarde brengt van zelve
3091 Mark 5:4 | 4 Want hij was menigmaal met boeien
3092 Mark 5:8 | 8 (Want Hij zeide tot hem: Gij onreine
3093 Mark 5:9 | zeggende: Mijn naam is Legio; want wij zijn velen. ~
3094 Mark 5:28 | 28 Want zij zeide: Indien ik maar
3095 Mark 5:42 | dochtertje op, en wandelde; want het was twaalf jaren oud;
3096 Mark 6:14 | koning Herodes hoorde het (want Zijn Naam was openbaar geworden),
3097 Mark 6:17 | 17 Want dezelve Herodes, enigen
3098 Mark 6:18 | 18 Want Johannes zeide tot Herodes:
3099 Mark 6:20 | 20 Want Herodes vreesde Johannes,
3100 Mark 6:31 | alleen, en rust een weinig; want er waren velen, die kwamen
3101 Mark 6:34 | ontferming bewogen over hen; want zij waren als schapen, die
3102 Mark 6:36 | zichzelven mogen kopen; want zij hebben niet, wat zij
3103 Mark 6:48 | schip voort te krijgen; want de wind was hun tegen; en
3104 Mark 6:50 | 50 Want zij zagen Hem allen, en
3105 Mark 6:52 | 52 Want zij hadden niet gelet op
3106 Mark 6:52 | op het wonder der broden; want hun hart was verhard. ~
3107 Mark 7:3 | 3 Want de Farizeen en al de Joden
3108 Mark 7:8 | 8 Want, nalatende het gebod Gods,
3109 Mark 7:10 | 10 Want Mozes heeft gezegd: Eer
3110 Mark 7:19 | 19 Want het gaat niet in zijn hart,
3111 Mark 7:21 | 21 Want van binnen uit het hart
3112 Mark 7:25 | 25 Want een vrouw, welker dochtertje
3113 Mark 7:27 | kinderen verzadigd worden; want het is niet betamelijk dat
3114 Mark 8:2 | bewogen over de schare; want zij zijn nu drie dagen bij
3115 Mark 8:3 | zij op den weg bezwijken; want sommigen van hen komen van
3116 Mark 8:24 | zeide: Ik zie de mensen, want ik zie hen, als bomen, wandelen. ~
3117 Mark 8:33 | heen, achter Mijn, satanas, want gij verzint niet de dingen,
3118 Mark 8:35 | 35 Want zo wie zijn leven zal willen
3119 Mark 8:36 | 36 Want wat zou het den mens baten
3120 Mark 8:38 | 38 Want zo wie zich Mijns en Mijner
3121 Mark 9:6 | 6 Want hij wist niet, wat hij zeide;
3122 Mark 9:6 | wist niet, wat hij zeide; want zij waren zeer bevreesd. ~
3123 Mark 9:31 | 31 Want Hij leerde Zijn discipelen,
3124 Mark 9:34 | 34 Doch zij zwegen; want zij waren onder elkander
3125 Mark 9:39 | zeide: Verbiedt hem niet; want er is niemand, die een kracht
3126 Mark 9:40 | 40 Want wie tegen ons niet is, die
3127 Mark 9:41 | 41 Want zo wie ulieden een beker
3128 Mark 9:49 | 49 Want een ieder zal met vuur gezouten
3129 Mark 10:14 | en verhindert ze niet; want derzulken is het Koninkrijk
3130 Mark 10:22 | woord, ging bedroefd weg; want hij had vele goederen. ~
3131 Mark 10:27 | onmogelijk, maar niet bij God; want alle dingen zijn mogelijk
3132 Mark 10:45 | 45 Want ook de Zoon des mensen is
3133 Mark 11:13 | Hij niets dan bladeren; want het was de tijd der vijgen
3134 Mark 11:18 | hoe zij Hem doden zouden; want zij vreesden Hem, omdat
3135 Mark 11:23 | 23 Want voorwaar zeg Ik u, dat,
3136 Mark 11:32 | zo vrezen wij het volk; want zij hielden allen van Johannes,
3137 Mark 12:12 | zij vreesden de schare; want zij verstonden, dat Hij
3138 Mark 12:14 | en naar niemand vraagt; want Gij ziet den persoon der
3139 Mark 12:23 | zal zij van dezen zijn? Want die zeven hebben haar tot
3140 Mark 12:25 | 25 Want als zij uit de doden zullen
3141 Mark 12:36 | 36 Want David zelf heeft door den
3142 Mark 12:44 | 44 Want zij allen hebben van hun
3143 Mark 13:6 | 6 Want velen zullen komen onder
3144 Mark 13:7 | zo wordt niet verschrikt; want dit moet geschieden; maar
3145 Mark 13:8 | 8 Want het ene volk zal tegen het
3146 Mark 13:9 | ziet gij voor uzelven toe; want zij zullen u overleveren
3147 Mark 13:11 | zal worden, spreekt dat; want gij zijt het niet, die spreekt,
3148 Mark 13:19 | 19 Want die dagen zullen zulke verdrukking
3149 Mark 13:22 | 22 Want er zullen valse christussen,
3150 Mark 13:33 | Ziet toe, waakt en bidt; want gij weet niet, wanneer de
3151 Mark 13:35 | 35 Zo waakt dan (want gij weet niet, wanneer de
3152 Mark 14:5 | 5 Want dezelve had kunnen boven
3153 Mark 14:7 | 7 Want de armen hebt gij altijd
3154 Mark 14:27 | aan Mij geergerd worden; want er is geschreven: Ik zal
3155 Mark 14:40 | Hij hen wederom slapende, want hun ogen waren bezwaard;
3156 Mark 14:56 | 56 Want velen getuigden valselijk
3157 Mark 14:70 | Waarlijk, gij zijt een van die; want gij zijt ook een Galileer,
3158 Mark 15:10 | 10 (Want hij wist, dat de overpriesters
3159 Mark 16:4 | de steen afgewenteld was) want hij was zeer groot. ~
3160 Mark 16:8 | zij zeiden niemand iets; want zij waren bevreesd. ~
3161 Luk 1:13 | Vrees niet, Zacharias! want uw gebed is verhoord, en
3162 Luk 1:15 | 15 Want hij zal groot zijn voor
3163 Luk 1:18 | Waarbij zal ik dat weten? Want ik ben oud, en mijn vrouw
3164 Luk 1:30 | haar: Vrees niet, Maria, want gij hebt genade bij God
3165 Luk 1:37 | 37 Want geen ding zal bij God onmogelijk
3166 Luk 1:44 | 44 Want zie, als de stem uwer groetenis
3167 Luk 1:45 | zij, die geloofd heeft; want de dingen, die haar van
3168 Luk 1:48 | dienstmaagd heeft aangezien; want zie, van nu aan zullen mij
3169 Luk 1:49 | 49 Want grote dingen heeft aan mij
3170 Luk 1:68 | de Heere, de God Israels, want Hij heeft bezocht, en verlossing
3171 Luk 1:76 | Allerhoogsten genaamd worden; want gij zult voor het aangezicht
3172 Luk 2:10 | zeide tot hen: Vreest niet, want, ziet, ik verkondig u grote
3173 Luk 2:30 | 30 Want mijn ogen hebben Uw zaligheid
3174 Luk 3:8 | hebben Abraham tot een vader; want ik zeg u, dat God zelfs
3175 Luk 4:6 | derzelver koninkrijken geven; want zij is mij overgegeven,
3176 Luk 4:8 | Ga weg van Mij, satan, want er is geschreven: Gij zult
3177 Luk 4:10 | 10 Want er is geschreven, dat Hij
3178 Luk 4:32 | versloegen zich over Zijn leer, want Zijn woord was met macht. ~
3179 Luk 4:43 | Koninkrijk Gods verkondigen; want daartoe ben Ik uitgezonden.
3180 Luk 5:8 | Heere! ga uit van mij; want ik ben een zondig mens. ~
3181 Luk 5:9 | 9 Want verbaasdheid had hem bevangen,
3182 Luk 5:39 | begeert terstond nieuwen; want hij zegt: De oude is beter. ~ ~
3183 Luk 6:19 | zocht Hem aan te raken; want er ging kracht van Hem uit,
3184 Luk 6:20 | Zalig zijt gij, armen, want uwer is het Koninkrijk Gods. ~
3185 Luk 6:21 | zijt gij, die nu hongert; want gij zult verzadigd worden.
3186 Luk 6:21 | zijt gij, die nu weent; want gij zult lachen. ~
3187 Luk 6:23 | dien dag, en zijt vrolijk; want, ziet, uw loon is groot
3188 Luk 6:23 | loon is groot in den hemel; want hun vaders deden desgelijks
3189 Luk 6:24 | Maar wee u, gij rijken, want gij hebt uw troost weg. ~
3190 Luk 6:25 | Wee u, die verzadigd zijt, want gij zult hongeren. Wee u,
3191 Luk 6:25 | hongeren. Wee u, die nu lacht, want gij zult treuren en wenen. ~
3192 Luk 6:26 | mensen wel van u spreken, want hun vaders deden desgelijks
3193 Luk 6:32 | liefhebben, wat dank hebt gij? Want ook de zondaars hebben lief
3194 Luk 6:33 | doen, wat dank hebt gij? Want ook de zondaars doen hetzelfde. ~
3195 Luk 6:34 | ontvangen, wat dank hebt gij? Want ook de zondaars lenen den
3196 Luk 6:35 | des Allerhoogsten zijn; want Hij is goedertieren over
3197 Luk 6:38 | men in uw schoot geven; want met dezelfde maat, waarmede
3198 Luk 6:43 | 43 Want het is geen goede boom,
3199 Luk 6:44 | 44 Want ieder boom wordt uit zijn
3200 Luk 6:44 | zijn eigen vrucht gekend; want men leest geen vijgen van
3201 Luk 6:45 | kwaden schat zijns harten; want uit den overvloed des harten
3202 Luk 6:48 | en kon het niet bewegen; want het was op de steenrots
3203 Luk 7:5 | 5 Want hij heeft ons volk lief,
3204 Luk 7:6 | Heere, neem de moeite niet; want ik ben niet waardig, dat
3205 Luk 7:8 | 8 Want ik ben ook een mens, onder
3206 Luk 7:28 | 28 Want Ik zeg ulieden: Onder die
3207 Luk 7:33 | 33 Want Johannes de Doper is gekomen,
3208 Luk 7:39 | deze is, die Hem aanraakt; want zij is een zondares. ~
3209 Luk 7:47 | vergeven, die vele waren; want zij heeft veel liefgehad;
3210 Luk 8:17 | 17 Want er is niets verborgen, dat
3211 Luk 8:18 | Ziet dan, hoe gij hoort; want zo wie heeft, dien zal gegeven
3212 Luk 8:29 | 29 Want Hij had den onreinen geest
3213 Luk 8:29 | van den mens zou uitvaren; want hij had hem menigen tijd
3214 Luk 8:30 | naam? En hij zeide: Legio. Want vele duivelen waren in hem
3215 Luk 8:37 | dat Hij van hen wegging; want zij waren met grote vreze
3216 Luk 8:40 | dat Hem de schare ontving; want zij waren allen Hem verwachtende. ~
3217 Luk 8:42 | 42 Want hij had een enige dochter,
3218 Luk 8:46 | Iemand heeft Mij aangeraakt; want Ik heb bekend, dat kracht
3219 Luk 9:12 | mogen, en spijze vinden; want wij zijn hier in een woeste
3220 Luk 9:14 | 14 Want er waren omtrent vijf duizend
3221 Luk 9:24 | 24 Want zo wie zijn leven behouden
3222 Luk 9:25 | 25 Want wat baat het een mens, die
3223 Luk 9:26 | 26 Want zo wie zich Mijns en Mijner
3224 Luk 9:38 | zie toch mijn zoon aan; want hij is mij een eniggeborene. ~
3225 Luk 9:44 | deze woorden in uw oren: Want de Zoon des mensen zal overgeleverd
3226 Luk 9:48 | Die Mij gezonden heeft. Want die de minste onder u allen
3227 Luk 9:50 | tot hem: Verbied het niet; want wie tegen ons niet is, die
3228 Luk 9:56 | 56 Want de Zoon des mensen is niet
3229 Luk 10:7 | van hen voorgezet wordt; want de arbeider is zijn loon
3230 Luk 10:13 | Chorazin, wee u, Bethsaida, want zo in Tyrus en Sidon de
3231 Luk 10:21 | geopenbaard; ja, Vader, want alzo is geweest het welbehagen
3232 Luk 10:24 | 24 Want Ik zeg u, dat vele profeten
3233 Luk 11:4 | vergeef ons onze zonden; want ook wij vergeven aan een
3234 Luk 11:10 | 10 Want een iegelijk, die bidt,
3235 Luk 11:30 | 30 Want gelijk Jonas den Ninevieten
3236 Luk 11:31 | en zal ze veroordelen; want zij is gekomen van de einden
3237 Luk 11:32 | zullen hetzelve veroordelen; want zij hebben zich bekeerd
3238 Luk 11:42 | 42 Maar wee u, Farizeen, want gij vertient munte, en ruite,
3239 Luk 11:43 | 43 Wee u, Farizeen, want gij bemint het voorgestoelte
3240 Luk 11:44 | Farizeen, gij geveinsden, want gij zijt gelijk de graven,
3241 Luk 11:46 | Wee ook u, wetgeleerden! want gij belast de mensen met
3242 Luk 11:47 | 47 Wee u, want gij bouwt de graven der
3243 Luk 11:48 | de werken uwer vaderen; want zij hebben ze gedood, en
3244 Luk 11:52 | Wee u, gij wetgeleerden, want gij hebt den sleutel der
3245 Luk 12:12 | 12 Want de Heilige Geest zal u in
3246 Luk 12:15 | wacht u van de gierigheid; want het is niet in den overvloed
3247 Luk 12:17 | zeggende: Wat zal ik doen, want ik heb niet, waarin ik mijn
3248 Luk 12:30 | 30 Want al deze dingen zoeken de
3249 Luk 12:32 | niet, gij klein kuddeken, want het is uws Vaders welbehagen,
3250 Luk 12:34 | 34 Want waar uw schat is, aldaar
3251 Luk 12:40 | Gij dan, zijt ook bereid; want in welke ure gij het niet
3252 Luk 12:52 | 52 Want van nu aan zullen er vijf
3253 Luk 12:58 | 58 Want als gij heengaat met uw
3254 Luk 13:24 | gaan door de enge poort; want velen, zeg Ik u, zullen
3255 Luk 13:31 | weg, en vertrek van hier; want Herodes wil U doden. ~
3256 Luk 13:33 | den volgenden dag reizen; want het gebeurt niet, dat een
3257 Luk 14:11 | 11 Want een iegelijk, die zichzelven
3258 Luk 14:14 | hebben, om u te vergelden; want het zal u vergolden worden
3259 Luk 14:17 | genoden te zeggen: Komt, want alle dingen zijn nu gereed. ~
3260 Luk 14:24 | 24 Want ik zeg ulieden, dat niemand
3261 Luk 14:28 | 28 Want wie van u, willende een
3262 Luk 15:6 | hen: Weest blijde met mij; want ik heb mijn schaap gevonden,
3263 Luk 15:9 | zeggende: Weest blijde met mij; want ik heb den penning gevonden,
3264 Luk 15:24 | 24 Want deze mijn zoon was dood,
3265 Luk 15:32 | vrolijk en blijde te zijn; want deze uw broeder was dood,
3266 Luk 16:2 | van uw rentmeesterschap; want gij zult niet meer kunnen
3267 Luk 16:8 | voorzichtiglijk gedaan had; want de kinderen dezer wereld
3268 Luk 16:13 | huisknecht kan twee heren dienen; want of hij zal den enen haten,
3269 Luk 16:15 | maar God kent uw harten; want dat hoog is onder de mensen,
3270 Luk 16:24 | en verkoele mijn tong; want ik lijd smarten in deze
3271 Luk 16:28 | 28 Want ik heb vijf broeders; dat
3272 Luk 17:10 | onnutte dienstknechten; want wij hebben maar gedaan,
3273 Luk 17:21 | Ziet hier, of ziet daar, want, ziet, het Koninkrijk Gods
3274 Luk 17:24 | 24 Want gelijk de bliksem, die van
3275 Luk 18:14 | zijn huis, meer dan die; want een ieder, die zichzelven
3276 Luk 18:16 | en verhindert hen niet; want derzulken is het Koninkrijk
3277 Luk 18:23 | werd hij geheel droevig; want hij was zeer rijk. ~
3278 Luk 18:25 | 25 Want het is lichter, dat een
3279 Luk 18:32 | 32 Want Hij zal den heidenen overgeleverd
3280 Luk 19:4 | opdat hij Hem mocht zien; want Hij zou door dien weg voorbijgaan. ~
3281 Luk 19:5 | Zacheus! haast u, en kom af; want Ik moet heden in uw huis
3282 Luk 19:10 | 10 Want de Zoon des mensen is gekomen,
3283 Luk 19:21 | 21 Want ik vreesde u, omdat gij
3284 Luk 19:26 | 26 Want ik zeg u, dat een iegelijk,
3285 Luk 19:43 | 43 Want er zullen dagen over u komen,
3286 Luk 19:48 | niet, wat zij doen zouden; want al het volk hing Hem aan,
3287 Luk 20:6 | ons al het volk stenigen; want zij houden voor zeker, dat
3288 Luk 20:19 | maar zij vreesden het volk; want zij verstonden, dat Hij
3289 Luk 20:33 | van dezen zal zij zijn? Want die zeven hebben dezelve
3290 Luk 20:36 | 36 Want zij kunnen niet meer sterven,
3291 Luk 20:36 | kunnen niet meer sterven, want zij zijn den engelen gelijk;
3292 Luk 20:38 | doden, maar der levenden; want zij leven Hem allen. ~
3293 Luk 21:4 | 4 Want die allen hebben van hun
3294 Luk 21:8 | gij niet verleid wordt; want velen zullen er komen onder
3295 Luk 21:9 | zo wordt niet verschrikt; want deze dingen moeten eerst
3296 Luk 21:15 | 15 Want Ik zal u mond en wijsheid
3297 Luk 21:22 | 22 Want deze zijn dagen der wraak,
3298 Luk 21:23 | zogenden vrouwen in die dagen, want er zal grote nood zijn in
3299 Luk 21:26 | aardrijk zullen overkomen; want de krachten der hemelen
3300 Luk 21:35 | 35 Want gelijk een strik zal hij
3301 Luk 22:2 | zij Hem ombrengen zouden; want zij vreesden het volk. ~
3302 Luk 22:16 | 16 Want Ik zeg u, dat Ik niet meer
3303 Luk 22:18 | 18 Want Ik zeg u, dat Ik niet drinken
3304 Luk 22:27 | 27 Want wie is meerder, die aanzit,
3305 Luk 22:37 | 37 Want Ik zeg u, dat nog dit, hetwelk
3306 Luk 22:37 | de misdadigen gerekend. Want ook die dingen, die van
3307 Luk 22:59 | waarheid, ook deze was met Hem; want hij is ook een Galileer. ~
3308 Luk 22:71 | nog getuigenis van node? Want wij zelven hebben het uit
3309 Luk 23:8 | werd hij zeer verblijd; want hij was van over lang begerig
3310 Luk 23:12 | Herodes vrienden met elkander; want zij waren te voren in vijandschap
3311 Luk 23:15 | 15 Ja, ook Herodes niet; want ik heb ulieden tot hem gezonden,
3312 Luk 23:29 | 29 Want ziet, er komen dagen, in
3313 Luk 23:31 | 31 Want indien zij dit doen aan
3314 Luk 23:34 | Vader, vergeef het hun; want zij weten niet, wat zij
3315 Luk 23:41 | wij toch rechtvaardiglijk; want wij ontvangen straf, waardig
3316 Luk 24:29 | zeggende: Blijf met ons; want het is bij den avond, en
3317 Luk 24:39 | Mijn handen en Mijn voeten; want Ik ben het Zelf; tast Mij
3318 Luk 24:39 | tast Mij aan, en ziet; want een geest heeft geen vlees
3319 Joha 1:15 | komt, is voor mij geworden, want Hij was eer dan ik. ~
3320 Joha 1:17 | 17 Want de wet is door Mozes gegeven,
3321 Joha 1:30 | Die voor mij geworden is, want Hij was eer dan ik. ~
3322 Joha 2:25 | getuigen zou van den mens; want Hij Zelf wist, wat in den
3323 Joha 3:2 | Leraar van God gekomen; want niemand kan deze tekenen
3324 Joha 3:16 | 16 Want alzo lief heeft God de wereld
3325 Joha 3:17 | 17 Want God heeft Zijn Zoon niet
3326 Joha 3:19 | liever gehad dan het licht; want hun werken waren boos. ~
3327 Joha 3:20 | 20 Want een iegelijk, die kwaad
3328 Joha 3:24 | 24 Want Johannes was nog niet in
3329 Joha 3:34 | 34 Want Dien God gezonden heeft,
3330 Joha 3:34 | spreekt de woorden Gods; want God geeft Hem de Geest niet
3331 Joha 4:8 | 8 (Want Zijn discipelen waren heengegaan
3332 Joha 4:9 | Samaritaanse vrouw ben? Want de Joden houden geen gemeenschap
3333 Joha 4:18 | 18 Want gij hebt vijf mannen gehad,
3334 Joha 4:22 | aanbidden, wat wij weten; want de zaligheid is uit de Joden. ~
3335 Joha 4:23 | zullen in geest en waarheid; want de Vader zoekt ook dezulken,
3336 Joha 4:35 | en aanschouwt de landen; want zij zijn alrede wit om te
3337 Joha 4:37 | 37 Want hierin is die spreuk waarachtig:
3338 Joha 4:42 | meer om uws zeggens wil; want wij zelven hebben Hem gehoord,
3339 Joha 4:44 | 44 Want Jezus heeft Zelf getuigd,
3340 Joha 4:45 | op het feest gedaan had; want ook zij waren tot het feest
3341 Joha 4:47 | zijn zoon gezond maakte; want hij lag op zijn sterven. ~
3342 Joha 5:4 | 4 Want een engel daalde neder op
3343 Joha 5:13 | wist niet, Wie Hij was; want Jezus was ontweken, alzo
3344 Joha 5:19 | den Vader dat ziet doen; want zo wat Die doet, hetzelve
3345 Joha 5:20 | 20 Want de Vader heeft den Zoon
3346 Joha 5:21 | 21 Want gelijk de Vader de doden
3347 Joha 5:22 | 22 Want ook de Vader oordeelt niemand,
3348 Joha 5:26 | 26 Want gelijk de Vader het leven
3349 Joha 5:28 | Verwondert u daar niet over, want de ure komt, in dewelke
3350 Joha 5:30 | oordeel is rechtvaardig; want Ik zoek niet Mijn wil, maar
3351 Joha 5:36 | meerder, dan die van Johannes; want de werken, die Mij de Vader
3352 Joha 5:38 | gij niet in u blijvende; want gij gelooft Dien niet, Dien
3353 Joha 5:39 | Onderzoekt de Schriften; want gij meent in dezelve het
3354 Joha 5:46 | 46 Want indien gij Mozes geloofdet,
3355 Joha 5:46 | zo zoudt gij Mij geloven; want hij heeft van Mij geschreven. ~
3356 Joha 6:6 | zeide Hij, hem beproevende; want Hij wist Zelf, wat Hij doen
3357 Joha 6:27 | mensen ulieden geven zal; want Dezen heeft God de Vader
3358 Joha 6:33 | 33 Want het Brood Gods is Hij, Die
3359 Joha 6:38 | 38 Want Ik ben uit den hemel nedergedaald,
3360 Joha 6:55 | 55 Want Mijn vlees is waarlijk Spijs,
3361 Joha 6:64 | ulieden, die niet geloven. Want Jezus wist van den beginne,
3362 Joha 6:71 | Simons zoon, Iskariot; want deze zou Hem verraden, zijnde
3363 Joha 7:1 | wandelde Jezus in Galilea; want Hij wilde in Judea niet
3364 Joha 7:4 | 4 Want niemand doet iets in het
3365 Joha 7:5 | 5 Want ook Zijn broeders geloofden
3366 Joha 7:8 | nog niet op tot dit feest; want Mijn tijd is nog niet vervuld. ~
3367 Joha 7:29 | 29 Maar Ik ken Hem; want Ik ben van Hem, en Hij heeft
3368 Joha 7:30 | niemand sloeg de hand aan Hem; want Zijn ure was nog niet gekomen. ~
3369 Joha 7:39 | zouden, die in Hem geloven; want de Heilige Geest was nog
3370 Joha 8:14 | Mijn getuigenis waarachtig; want Ik weet, van waar Ik gekomen
3371 Joha 8:16 | Mijn oordeel is waarachtig; want Ik ben niet alleen, maar
3372 Joha 8:20 | tempel; en niemand greep Hem; want Zijn ure was nog niet gekomen. ~
3373 Joha 8:24 | uw zonden zult sterven; want indien gij niet gelooft,
3374 Joha 8:29 | Mij niet alleen gelaten, want Ik doe altijd, wat Hem behagelijk
3375 Joha 8:37 | gij zoekt Mij te doden; want Mijn woord heeft in u geen
3376 Joha 8:42 | zoudt gij Mij liefhebben; want Ik ben van God uitgegaan;
3377 Joha 8:42 | uitgegaan; en kom van Hem. Want Ik ben ook van Mijzelven
3378 Joha 8:44 | waarheid niet staande gebleven; want geen waarheid is in hem.
3379 Joha 8:44 | spreekt hij uit zijn eigen; want hij is een leugenaar, en
3380 Joha 9:16 | Deze Mens is van God niet, want Hij houdt den sabbat niet.
3381 Joha 9:22 | omdat zij de Joden vreesden; want de Joden hadden alrede te
3382 Joha 10:26 | gijlieden gelooft niet; want gij zijt niet van Mijn schapen,
3383 Joha 11:39 | Heere, hij riekt nu al, want hij heeft vier dagen aldaar
3384 Joha 11:47 | zeiden: Wat zullen wij doen? want deze Mens doet vele tekenen. ~
3385 Joha 12:8 | 8 Want de armen hebt gijlieden
3386 Joha 12:11 | 11 Want velen van de Joden gingen
3387 Joha 12:43 | 43 Want zij hadden de eer der mensen
3388 Joha 12:47 | hebben, Ik oordeel hem niet; want Ik ben niet gekomen, opdat
3389 Joha 12:49 | 49 Want Ik heb uit Mijzelven niet
3390 Joha 13:11 | 11 Want Hij wist, wie Hem verraden
3391 Joha 13:13 | Heere; en gij zegt wel, want Ik ben het. ~
3392 Joha 13:15 | 15 Want Ik heb u een voorbeeld gegeven,
3393 Joha 13:29 | 29 Want sommigen meenden, dewijl
3394 Joha 14:12 | meerder doen, dan deze; want Ik ga heen tot Mijn Vader. ~
3395 Joha 14:17 | wereld niet kan ontvangen; want zij ziet Hem niet, en kent
3396 Joha 14:17 | niet; maar gij kent Hem; want Hij blijft bij ulieden,
3397 Joha 14:19 | maar gij zult Mij zien; want Ik leef, en gij zult leven. ~
3398 Joha 14:28 | Ik ga heen tot den Vader; want Mijn Vader is meerder dan
3399 Joha 14:30 | meer veel met u spreken; want de overste dezer wereld
3400 Joha 15:5 | die draagt veel vrucht; want zonder Mij kunt gij niets
3401 Joha 15:15 | niet meer dienstknechten; want de dienstknecht weet niet,
3402 Joha 15:15 | heb u vrienden genoemd; want al wat Ik van Mijn Vader
3403 Joha 15:27 | En gij zult ook getuigen, want gij zijt van den beginne
3404 Joha 16:7 | is u nut, dat Ik wegga; want indien Ik niet wegga, zo
3405 Joha 16:13 | in al de waarheid leiden; want Hij zal van Zichzelven niet
3406 Joha 16:14 | Die zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne
3407 Joha 16:16 | tijd, en gij zult Mij zien, want Ik ga heen tot den Vader. ~
3408 Joha 16:17 | en gij zult Mij zien; en: Want Ik ga heen tot den Vader? ~
3409 Joha 16:27 | 27 Want de Vader Zelf heeft u lief,
3410 Joha 16:32 | nochtans ben Ik niet alleen; want de Vader is met Mij. ~
3411 Joha 17:8 | 8 Want de woorden, die Gij Mij
3412 Joha 17:9 | die Gij Mij gegeven hebt, want zij zijn Uw. ~
3413 Joha 17:24 | die Gij Mij gegeven hebt; want Gij hebt Mij liefgehad,
3414 Joha 18:13 | henen, eerst tot Annas; want hij was de vrouws vader
3415 Joha 19:6 | gijlieden Hem en kruist Hem; want ik vind in Hem geen schuld. ~
3416 Joha 19:7 | onze wet moet Hij sterven, want Hij heeft Zichzelven Gods
3417 Joha 19:20 | lazen velen van de Joden; want de plaats, waar Jezus gekruist
3418 Joha 19:31 | het de voorbereiding was (want die dag des sabbats was
3419 Joha 19:36 | 36 Want deze dingen zijn geschied,
3420 Joha 20:9 | 9 Want zij wisten nog de Schrift
3421 Joha 20:17 | haar: Raak Mij niet aan, want Ik ben nog niet opgevaren
3422 Joha 21:7 | omgordde het opperkleed (want hij was naakt), en wierp
3423 Joha 21:8 | kwamen met het scheepje (want zij waren niet verre van
3424 Hand 1:5 | 5 Want Johannes doopte wel met
3425 Hand 1:17 | 17 Want hij was met ons gerekend,
3426 Hand 1:20 | 20 Want er staat geschreven in het
3427 Hand 2:6 | samen, en werd beroerd, want een iegelijk hoorde hen
3428 Hand 2:15 | 15 Want deze zijn niet dronken,
3429 Hand 2:15 | dronken, gelijk gij vermoedt; want het is eerst de derde ure
3430 Hand 2:25 | 25 Want David zegt van Hem: Ik zag
3431 Hand 2:25 | Heere allen tijd voor mij; want Hij is aan mijn rechter
3432 Hand 2:27 | 27 Want Gij zult mijn ziel in de
3433 Hand 2:34 | 34 Want David is niet opgevaren
3434 Hand 2:39 | 39 Want u komt de belofte toe, en
3435 Hand 3:22 | 22 Want Mozes heeft tot de vaderen
3436 Hand 4:3 | bewaring tot den anderen dag; want het was nu avond. ~
3437 Hand 4:12 | zaligheid is in geen Anderen; want er is ook onder den hemel
3438 Hand 4:16 | zullen wij dezen mensen doen? Want dat er een bekend teken
3439 Hand 4:20 | 20 Want wij kunnen niet laten te
3440 Hand 4:21 | zouden, om des volks wil; want zij verheerlijkten allen
3441 Hand 4:22 | 22 Want de mens was meer dan veertig
3442 Hand 4:27 | 27 Want in der waarheid zijn vergaderd
3443 Hand 4:34 | 34 Want er was ook niemand onder
3444 Hand 4:34 | onder hen, die gebrek had; want zovelen als er bezitters
3445 Hand 5:14 | zeide: Geenszins, Heere! want ik heb nooit gegeten iets,
3446 Hand 5:20 | met hen, niet twijfelende; want ik heb hen gezonden. ~
3447 Hand 5:38 | duivel overweldigd waren; want God was met Hem.
3448 Hand 5:46 | 46 Want zij hoorden hen spreken
3449 Hand 6:8 | zeide: Geenszins, Heere, want nooit is iets, dat gemeen
3450 Hand 6:24 | 24 Want hij was een goed man, en
3451 Hand 7:8 | Maar Elymas, de tovenaar (want alzo wordt zijn naam overgezet),
3452 Hand 7:27 | 27 Want die te Jeruzalem wonen,
3453 Hand 7:36 | 36 Want David, als hij in zijn tijd
3454 Hand 7:41 | verwondert u, en verdwijnt; want Ik werk een werk in uw dagen,
3455 Hand 7:47 | 47 Want alzo heeft ons de Heere
3456 Hand 9:21 | 21 Want Mozes heeft er van oude
3457 Hand 9:28 | 28 Want het heeft den Heiligen Geest
3458 Hand 10:3 | die in die plaatsen waren; want zij kenden allen zijn vader,
3459 Hand 10:28 | Doe uzelven geen kwaad; want wij zijn allen hier. ~
3460 Hand 11:20 | 20 Want gij brengt enige vreemde
3461 Hand 11:23 | 23 Want de stad doorgaande, en aanschouwende
3462 Hand 11:28 | 28 Want in Hem leven wij, en bewegen
3463 Hand 11:28 | uw poeten gezegd hebben: Want wij zijn ook Zijn geslacht. ~
3464 Hand 12:3 | hij bij hen, en wrocht; want zij waren tentenmakers van
3465 Hand 12:10 | 10 Want Ik ben met u, en niemand
3466 Hand 12:10 | leggen om u kwaad te doen; want Ik heb veel volks in deze
3467 Hand 12:15 | zult gij zelven toezien; want ik wil over deze dingen
3468 Hand 12:18 | Kenchreen geschoren hebbende; want hij had een gelofte gedaan. ~
3469 Hand 12:28 | 28 Want hij overtuigde de Joden
3470 Hand 13:24 | 24 Want een, met name Demetrius,
3471 Hand 13:32 | dit, de andere wat anders; want de vergadering was verward
3472 Hand 13:37 | 37 Want gij hebt deze mannen hier
3473 Hand 13:40 | 40 Want wij staan in gevaar, dat
3474 Hand 14:10 | hij: Weest niet beroerd; want zijn ziel is in hem. ~
3475 Hand 14:13 | wij Paulus zouden innemen; want hij had het alzo bevolen,
3476 Hand 14:16 | 16 Want Paulus had voorgenomen Efeze
3477 Hand 14:16 | in Azie zou verslijten; want hij spoedde zich, om (zo
3478 Hand 14:27 | 27 Want ik heb niet achtergehouden,
3479 Hand 14:29 | 29 Want dit weet ik, dat na mijn
3480 Hand 15:3 | en kwamen aan te Tyrus; want het schip zoude aldaar den
3481 Hand 15:13 | en mijn hart week maakt? Want ik ben bereid niet alleen
3482 Hand 15:22 | dat de menigte samenkome; want zij zullen horen, dat gij
3483 Hand 15:29 | 29 Want zij hadden te voren Trofimus,
3484 Hand 15:36 | 36 Want de menigte des volks volgde,
3485 Hand 16:15 | 15 Want gij zult Hem getuige zijn
3486 Hand 16:18 | der haast uit Jeruzalem; want zij zullen uw getuigenis
3487 Hand 16:21 | zeide tot mij: Ga heen; want Ik zal u ver tot de heidenen
3488 Hand 16:22 | van de aarde met zulk een, want het is niet behoorlijk,
3489 Hand 16:26 | Zie, wat gij te doen hebt; want deze mens is een Romein. ~
3490 Hand 17:5 | het de hogepriester was; want er is geschreven: Den overste
3491 Hand 17:8 | 8 Want de Sadduceen zeggen, dat
3492 Hand 17:11 | Heb goeden moed, Paulus, want gelijk gij te Jeruzalem
3493 Hand 17:17 | jongeling heen tot den overste; want hij heeft hem wat te boodschappen. ~
3494 Hand 17:21 | 21 Doch geloof hen niet; want meer dan veertig mannen
3495 Hand 18:5 | 5 Want wij hebben dezen man bevonden
3496 Hand 19:11 | 11 Want indien ik onrecht doe, en
3497 Hand 19:27 | 27 Want het dunkt mij tegen rede,
3498 Hand 20:16 | op, en sta op uw voeten; want hiertoe ben Ik u verschenen,
3499 Hand 20:26 | 26 Want de koning weet van deze
3500 Hand 20:26 | vrijmoedigheid gebruikende spreek; want ik geloof niet, dat hem
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4250 |