Book Chapter: Verse
1 Gen 18:32 | drinken geven, en bij hem liggen, opdat wij van onze vader
2 Gen 27:50 | voor uws zoons Dudaim bij u liggen. ~
3 Gen 36:10 | niet hoorde, om bij haar te liggen, en bij haar te zijn; ~
4 Gen 36:14 | mij gekomen, om bij mij te liggen, en ik heb geroepen met
5 Exo 22:27 | zijn huid; waarin zou hij liggen? Het zal dan geschieden,
6 Exo 23:5 | ezel onder zijn last ziet liggen, zult gij dan nalatig zijn,
7 Exo 23:11 | zult gij het rusten en stil liggen laten, dat de armen uws
8 Lev 15:4 | die den vloed heeft, zal liggen, zal onrein zijn, en alle
9 Lev 18:20 | 20 En gij zult niet liggen bij uws naasten huisvrouw
10 Lev 18:22 | manspersoon zult gij niet liggen met vrouwelijke bijligging;
11 Lev 18:23 | zult gij bij geen beest liggen, om daarmede onrein te worden;
12 Lev 25:6 | dat gij zult te slapen liggen, en niemand zij, die verschrikke;
13 Num 22:5 | lands bedekt, en het blijft liggen recht tegenover mij. ~
14 Num 34:11 | maken, dat u steden tegemoet liggen, die u tot vrijsteden zullen
15 Deu 29:20 | geschreven is, zal op hem liggen; en de HEERE zal zijn naam
16 Rut 2:16 | wat vallen, en laat het liggen, dat zij het opleze, en
17 Rut 3:7 | zo kwam hij om neder te liggen aan het uiterste van een
18 2Sa 11:11 | en bij mijn huisvrouw te liggen? Zo waarachtig als gij leeft
19 2Sa 12:11 | die zal bij uw vrouwen liggen, voor de ogen dezer zon. ~
20 2Kon 25:18| 18 En hij zeide: Laat hem liggen, dat niemand zijn beenderen
21 Job 7:21 | Want nu zal ik in het stof liggen; en Gij zult mij vroeg zoeken,
22 Job 21:26 | 26 Zij liggen te zamen neder in het stof,
23 Psa 88:6 | verslagenen, die in het graf liggen, die Gij niet meer gedenkt,
24 Psa 104:22 | maken zij zich weg, en liggen neder in hun holen. ~
25 Psa 139:3 | omringt mijn gaan en mijn liggen; en Gij zijt al mijn wegen
26 Pred 4:11| Ook, indien twee te zamen liggen, zo hebben zij warmte; maar
27 Jes 14:18 | der heidenen, zij allen liggen neder met eer, een iegelijk
28 Jes 50:11 | smart zult gijlieden liggen. ~ ~
29 Jes 51:20 | bezwijming gevallen, zij liggen vooraan op alle straten,
30 Jes 57:10 | zij zijn slaperig, zij liggen neder, zij hebben het sluimeren
31 Jer 3:25 | 25 Wij liggen in onze schaamte, en onze
32 Jer 9:22 | dood lichaam des mensen zal liggen, als mest op het open veld,
33 Jer 25:33 | HEEREN zullen te dien dage liggen van het ene einde der aarde
34 Jer 30:18 | en het paleis zal liggen naar zijn wijze. ~
35 Jer 51:4 | Dat de verslagenen liggen in het land der Chaldeen,
36 Jer 51:47 | het midden van haar liggen. ~
37 Klaa 1:43| Schin. De jongen en de ouden liggen op de aarde op de straten;
38 Eze 4:4 | dagen, dat gij daarop zult liggen, zult gij hun ongerechtigheid
39 Eze 6:7 | zullen in het midden van u liggen, opdat gij weet, dat Ik
40 Eze 31:18 | der onbesnedenen zult gij liggen, met de verslagenen door
41 Eze 32:21 | nedergedaald, de onbesnedenen liggen er, verslagen van het zwaard; ~
42 Eze 32:27 | 27 Maar zij liggen niet met de helden, die
43 Eze 32:28 | der onbesnedenen, en zult liggen met de verslagenen van het
44 Eze 32:29 | van het zwaard; diezelve liggen met de onbesnedenen en met
45 Eze 32:30 | macht voortkwam, en zij liggen onbesneden bij de verslagenen
46 Eze 35:8 | verslagenen van het zwaard liggen. ~
47 Amos 5:7 | gerechtigheid ter aarde doen liggen. ~
48 Amos 6:4 | 4 Die daar liggen op elpenbenen bedsteden,
49 Matt 8:14| zijn vrouws moeder te bed liggen, hebbende de koorts. ~
50 Mark 4:39| wees stil! En de wind ging liggen, en er werd grote stilte. ~
51 Luk 10:30 | en lieten hem half dood liggen. ~
52 Joha 5:6 | 6 Jezus, ziende dezen liggen, en wetende, dat hij nu
53 Joha 20:5 | nederbukte, zag hij de doeken liggen; nochtans ging hij er niet
54 Joha 20:6 | het graf, en zag de doeken liggen. ~
55 Joha 20:7 | zag hij niet bij de doeken liggen, maar in het bijzonder in
56 Joha 21:9 | zagen zij een kolenvuur liggen, en vis daarop liggen, en
57 Joha 21:9 | kolenvuur liggen, en vis daarop liggen, en brood. ~
58 Hand 15:16| dewelken wij zouden te huis liggen. ~
59 1Kor 6:10| ontuchtigen, noch die bij mannen liggen, noch dieven, noch gierigaards,
60 1Tim 1:10| hoereerders, dien, die bij mannen liggen, den mensendieven, den leugenaars,
61 Open 11:8 | hun dode lichamen zullen liggen op de straat der grote stad,
|