Book Chapter: Verse
1 Exo 12:14 | geslachten tot een eeuwige inzetting. ~
2 Exo 12:17 | geslachten, tot een eeuwige inzetting. ~
3 Exo 12:24 | Onderhoudt dan deze zaak, tot een inzetting voor u en voor uw kinderen,
4 Exo 12:43 | Mozes en Aaron: Dit is de inzetting van het pascha: geen zoon
5 Exo 13:10 | 10 Daarom onderhoudt deze inzetting ter bestemder tijd, van
6 Exo 15:25 | stelde Hij het volk een inzetting en recht, en aldaar verzocht
7 Exo 27:21 | HEEREN; dit zal een eeuwige inzetting zijn voor hun geslachten,
8 Exo 28:43 | sterven. Dit zal een eeuwige inzetting zijn, voor hem, en zijn
9 Exo 29:9 | priesterambt hebben tot een eeuwige inzetting. Voorts zult gij de hand
10 Exo 29:28 | zonen zijn tot een eeuwige inzetting vanwege de kinderen Israels;
11 Exo 30:21 | dit zal hun een eeuwige inzetting zijn, voor hem en zijn zaad,
12 Lev 3:17 | 17 Dit zij een eeuwige inzetting voor uw geslachten, in al
13 Lev 6:18 | eten; het zij een eeuwige inzetting voor uw geslachten van de
14 Lev 6:22 | doen; het zij een eeuwige inzetting; het zal voor den HEERE
15 Lev 7:34 | zijn zonen, tot een eeuwige inzetting gegeven, van de kinderen
16 Lev 7:36 | zalfde; het zij een eeuwige inzetting voor hun geslachten. ~
17 Lev 10:9 | sterft; het zij een eeuwige inzetting onder uw geslachten; ~
18 Lev 10:15 | zonen met u, tot een eeuwige inzetting zijn zal, gelijk als de
19 Lev 16:29 | zal voor u tot een eeuwige inzetting zijn: gij zult in de zevende
20 Lev 16:31 | verootmoedigt; het is een eeuwige inzetting. ~
21 Lev 16:34 | dit zal u tot een eeuwige inzetting zijn, om voor de kinderen
22 Lev 17:7 | dat zal hun een eeuwige inzetting zijn voor hun geslachten. ~
23 Lev 22:45 | hebben; het is een eeuwige inzetting voor uw geslachten, in al
24 Lev 22:52 | doen; het is een eeuwige inzetting in al uw woningen voor uw
25 Lev 22:62 | doen; het is een eeuwige inzetting voor uw geslachten, in al
26 Lev 22:72 | vieren; het is een eeuwige inzetting voor uw geslachten; in de
27 Lev 23:3 | samenkomst; het is een eeuwige inzetting voor uw geslachten. ~
28 Lev 23:9 | des HEEREN, een eeuwige inzetting. ~
29 Num 9:12 | geen been breken; naar alle inzetting van het pascha zullen zij
30 Num 9:14 | ook houden zal, naar de inzetting van het pascha, en naar
31 Num 9:14 | houden; het zal enerlei inzetting voor ulieden zijn, beiden
32 Num 10:8 | ulieden zijn tot een eeuwige inzetting bij uw geslachten. ~
33 Num 15:15 | bij u verkeert, enerlei inzetting: ter eeuwige inzetting bij
34 Num 15:15 | enerlei inzetting: ter eeuwige inzetting bij uw geslachten, gelijk
35 Num 18:21 | uw zonen, tot een eeuwige inzetting. ~
36 Num 18:24 | dochteren met u, tot een eeuwige inzetting; al wie in uw huis rein
37 Num 18:32 | dochteren met u, tot een eeuwige inzetting; het zal een eeuwig zoutverbond
38 Num 18:36 | dragen; het zal een eeuwige inzetting zijn voor uw geslachten;
39 Num 19:8 | uw zonen, tot een eeuwige inzetting. ~
40 Num 19:11 | dochteren met u, tot een eeuwige inzetting; al wie in uw huis rein
41 Num 19:19 | dochteren met u, tot een eeuwige inzetting; het zal een eeuwig zoutverbond
42 Num 19:23 | dragen; het zal een eeuwige inzetting zijn voor uw geslachten;
43 Num 27:11 | kinderen Israels tot een inzetting des rechts zijn, gelijk
44 Num 31:21 | getogen waren: Dit is de inzetting der wet, die de HEERE Mozes
45 Num 34:29 | zullen ulieden zijn tot een inzetting van recht, bij uw geslachten,
46 Joz 25:25 | hij stelde het hun tot een inzetting en recht te Sichem. ~
47 1Sa 30:25 | want hij heeft het tot een inzetting en tot een recht gesteld
48 1Kro 16:17| Jakob heeft gesteld tot een inzetting, aan Israel tot een eeuwig
49 2Kro 35:25| want zij gaven ze tot een inzetting in Israel; en ziet, zij
50 2Kro 36:25| want zij gaven ze tot een inzetting in Israel; en ziet, zij
51 Psa 81:5 | 5 Want dit is een inzetting in Israel, een recht van
52 Psa 94:20 | die moeite verdicht bij inzetting? ~
53 Psa 105:10 | heeft aan Jakob tot een inzetting, aan Israel tot een eeuwig
54 Jer 5:22 | gesteld heb, met een eeuwige inzetting, dat zij daarover niet
55 Eze 45:14 | 14 Aangaande de inzetting van olie, van een bath olie;
56 Matt 15:2 | overtreden Uw discipelen de inzetting der ouden? Want zij wassen
57 Matt 15:3 | het gebod Gods, door uw inzetting? ~
58 Matt 15:6 | krachteloos gemaakt door uw inzetting. ~
59 Mark 7:5 | discipelen niet naar de inzetting der ouden, maar eten het
60 Mark 7:13| woord krachteloos door uw inzetting, die gij ingezet hebt; en
61 2The 3:6 | wandelt, en niet naar de inzetting, die hij van ons ontvangen
|