Book Chapter: Verse
1 1Kon 15:8 | hem in de stad Davids; en Asa, zijn zoon, regeerde in
2 1Kon 15:9 | koning van Israel, werd Asa koning over Juda. ~
3 1Kon 15:11| 11 En Asa deed wat recht was in de
4 1Kon 15:13| gemaakt had; ook roeide Asa uit haar afgrijselijken
5 1Kon 15:14| nochtans was het hart van Asa volkomen met den HEERE,
6 1Kon 15:16| 16 En er was krijg tussen Asa en tussen Baesa, den koning
7 1Kon 15:17| gaan en in te komen tot Asa, den koning van Juda. ~
8 1Kon 15:18| 18 Toen nam Asa al het zilver en goud, dat
9 1Kon 15:18| zijner knechten; en de koning Asa zond ze tot Benhadad, den
10 1Kon 15:20| Benhadad hoorde naar den koning Asa, en zond de oversten der
11 1Kon 15:22| 22 Toen liet de koning Asa door gans Juda uitroepen (
12 1Kon 15:22| gebouwd had; en de koning Asa bouwde daarmede Geba-Benjamins,
13 1Kon 15:23| alle geschiedenissen van Asa, en al zijn macht, en al
14 1Kon 15:24| 24 En Asa ontsliep met zijn vaderen,
15 1Kon 15:25| in het tweede jaar van Asa, den koning van Juda; en
16 1Kon 15:28| hem, in het derde jaar van Asa, den koning van Juda, en
17 1Kon 15:32| En er was oorlog tussen Asa en tussen Baesa, den koning
18 1Kon 15:33| 33 In het derde jaar van Asa, koning van Juda, werd Baesa,
19 1Kon 16:8 | zes en twintigste jaar van Asa, den koning van Juda, werd
20 1Kon 16:10| zeven en twintigste jaar van Asa, den koning van Juda; en
21 1Kon 16:15| zeven en twintigste jaar van Asa, den koning van Juda, regeerde
22 1Kon 16:23| een en dertigste jaar van Asa, den koning van Juda, werd
23 1Kon 16:29| acht en dertigste jaar van Asa, den koning van Juda; en
24 1Kon 22:41| Josafat nu, de zoon van Asa, werd koning over Juda,
25 1Kon 22:43| al den weg van zijn vader Asa; hij week niet daarvan,
26 1Kon 22:47| de dagen van zijn vader Asa overgebleven waren. ~
27 1Kro 3:10| was Abia; zijn zoon was Asa; zijn zoon was Josafat; ~
28 1Kro 9:16| en Berechja, de zoon van Asa, den zoon van Elkana, woonachtig
29 2Kro 15:1 | stad Davids, en zijn zoon Asa werd koning in zijn plaats.
30 2Kro 15:2 | 2 En Asa deed dat goed en dat recht
31 2Kro 15:8 | 8 Asa nu had een heir van driehonderd
32 2Kro 15:10| 10 Toen toog Asa tegen hem uit; en zij stelden
33 2Kro 15:11| 11 En Asa riep tot den HEERE, zijn
34 2Kro 15:12| HEERE plaagde de Moren voor Asa en voor Juda; en de Moren
35 2Kro 15:13| 13 Asa nu en het volk, dat met
36 2Kro 16:2 | 2 En hij ging uit, Asa tegen, en hij zeide tot
37 2Kro 16:2 | zeide tot hem: Hoort mij, Asa, en gans Juda, en Benjamin!
38 2Kro 16:8 | 8 Als nu Asa deze woorden hoorde, en
39 2Kro 16:10| jaar van het koninkrijk van Asa. ~
40 2Kro 16:16| de moeder van den koning Asa, hij zette haar af, dat
41 2Kro 16:16| gemaakt had; ook roeide Asa haar afgrijselijken afgod
42 2Kro 16:17| uit Israel, het hart van Asa nochtans was volkomen al
43 2Kro 16:19| jaar van het koninkrijk van Asa. ~ ~
44 2Kro 17:1 | jaar van het koninkrijk van Asa, toog Baesa, de koning van
45 2Kro 17:1 | gaan en in te komen tot Asa, den koning van Juda. ~
46 2Kro 17:2 | 2 Toen bracht Asa het zilver en het goud voort,
47 2Kro 17:4 | Benhadad hoorde naar den koning Asa, en zond de oversten der
48 2Kro 17:6 | 6 Toen nam de koning Asa gans Juda, en zij droegen
49 2Kro 17:7 | kwam de ziener Hanani tot Asa, den koning van Juda, en
50 2Kro 17:10| 10 Doch Asa werd toornig tegen den ziener,
51 2Kro 17:10| ontsteld; daartoe onderdrukte Asa enigen uit het volk ter
52 2Kro 17:11| de geschiedenissen van Asa, de eerste met de laatste,
53 2Kro 17:12| 12 Asa nu werd, in het negen en
54 2Kro 17:13| 13 Alzo ontsliep Asa met zijn vaderen; en hij
55 2Kro 18:2 | van Efraim, die zijn vader Asa ingenomen had. ~
56 2Kro 21:32| in den weg van zijn vader Asa, en hij week daarvan niet
57 2Kro 22:12| Josafat, en in de wegen van Asa, den koning van Juda, niet
58 2Kro 22:32| Josafat, en in de wegen van Asa, den koning van Juda, niet
59 Jer 41:9 | dezelfde, dien de koning Asa maakte vanwege Baesa,
60 Matt 1:7 | gewon Abia, en Abia gewon Asa; ~
61 Matt 1:8 | 8 En Asa gewon Josafat, en Josafat
|