Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
weegsteen 4
weegstenen 4
weegt 8
week 60
weekdarmen 6
weeklaag 1
weeklaagden 1
Frequency    [«  »]
60 ophouden
60 roep
60 stelt
60 week
59 abner
59 daaraan
59 genadig

Bijbel

IntraText - Concordances

week

   Book Chapter: Verse
1 Gen 27:27 | 27 Vervul de week van deze; dan zullen wij 2 Gen 27:28 | alzo; en hij vervulde de week van deze. Toen gaf hij hem 3 Gen 28:40 | mijn slaap van mijn ogen week. ~ 4 Gen 35:16 | 16 En hij week tot haar naar den weg, en 5 Exo 8:31 | vermenging van ongedierte week van Farao, van zijn knechten, 6 Exo 34:11 | zoon van Nun, de jongeling, week niet uit het midden der 7 Num 12:10 | 10 En de wolk week van boven de tent; en ziet, 8 Num 20:21 | landpale te trekken; daarom week Israel van hem af. ~ 9 Num 22:23 | zwaard in Zijn hand; daarom week de ezelin uit den weg, en 10 Deu 20:3 | vijanden; uw hart worde niet week, vreest niet, en beeft niet, 11 Deu 20:8 | man, die vreesachtig en week van hart is? Die ga henen 12 Ric 4:18 | mij, vrees niet! En hij week tot haar in de tent, en 13 Ric 13:8 | om haar te nemen; toen week hij af, om het aas van de 14 Ric 15:19 | te plagen; en zijn kracht week van hem. ~ 15 Rut 4:1 | hier, gij, zulk een! En hij week derwaarts, en zette zich. ~ 16 1Sa 16:14 | 14 En de Geest des HEEREN week van Saul; en een boze geest 17 1Sa 16:23 | met hem, en de boze geest week van hem. ~  ~  ~  18 2Sa 2:19 | jaagde Abner achterna; en hij week niet, om van achter Abner 19 2Sa 22:23 | Zijn inzettingen, daarvan week ik niet af. ~ 20 1Kon 22:43| van zijn vader Asa; hij week niet daarvan, doende dat 21 2Kon 3:3 | Israel deed zondigen; hij week daarvan niet af. ~ 22 2Kon 4:8 | zo dikwijls hij doortrok, week hij daarin, om brood te 23 2Kon 4:11| dat hij daar kwam; en hij week in die opperkamer, en legde 24 2Kon 10:29| zondigen deed, na te volgen, week Jehu niet af, te weten, 25 2Kon 10:31| met zijn ganse hart; hij week niet van de zonden van Jerobeam, 26 2Kon 14:2 | Israel zondigen deed; hij week daarvan niet af. ~ 27 2Kon 14:11| de ogen des HEEREN; hij week niet af van al de zonden 28 2Kon 15:24| de ogen des HEEREN; hij week niet van alle zonden van 29 2Kon 16:9 | vaderen gedaan hadden; hij week niet af van de zonden van 30 2Kon 16:18| de ogen des HEEREN; hij week al zijn dagen niet af van 31 2Kon 16:24| de ogen des HEEREN; hij week niet af van de zonden van 32 2Kon 16:28| de ogen des HEEREN; hij week niet af van de zonden van 33 2Kon 20:6 | kleefde den HEERE aan; hij week niet van Hem na te volgen, 34 2Kon 24:2 | van zijn vader David, en week niet af ter rechterhand 35 2Kon 24:19| 19 Omdat uw hart week geworden is, en gij u voor 36 2Kro 9:15| 15 En men week niet van des konings gebod 37 2Kro 21:32| van zijn vader Asa, en hij week daarvan niet af, doende 38 2Kro 34:2 | van zijn vader David, en week niet af ter rechter hand, 39 2Kro 34:27| 27 Omdat uw hart week geworden is, en gij u voor 40 Neh 9:19 | de woestijn; de wolkkolom week niet van hen des daags, 41 Job 23:16 | Want God heeft mijn hart week gemaakt, en de Almachtige 42 Psa 65:11 | zijn voren; Gij maakt het week door de druppelen; Gij zegent 43 Jes 7:4 | niet, en uw hart worde niet week, vanwege die twee staarten 44 Jer 51:46 | ulieder hart misschien niet week worde, en gij vreest van 45 Dan 6:19 | zich brengen; en zijn slaap week verre van hem. ~ 46 Dan 9:27 | het verbond versterken een week; en in de helft der week 47 Dan 9:27 | week; en in de helft der week zal hij het slachtoffer 48 Matt 28:1 | tegen den eersten dag der week, kwam Maria Magdalena, en 49 Mark 16:2 | vroeg op den eersten dag der week, kwamen zij tot het graf, 50 Mark 16:9 | op den eersten dag der week, verscheen Hij eerst aan 51 Luk 2:37 | tachtig jaren, dewelke niet week uit den tempel, met vasten 52 Luk 4:13 | verzoeking voleindigd had, week hij van Hem voor een tijd. ~ 53 Luk 18:12 | 12 Ik vast tweemaal per week; ik geef tienden van alles, 54 Luk 24:1 | En op den eersten dag der week, zeer vroeg in den morgenstond, 55 Joha 20:1 | En op den eersten dag der week ging Maria Magdalena vroeg, 56 Joha 20:19| denzelven eersten dag der week, en als de deuren gesloten 57 Hand 13:9 | Heeren voor de menigte, week hij van hen, en scheidde 58 Hand 14:7 | En op den eersten dag der week, als de discipelen bijeengekomen 59 Hand 15:13| gij weent, en mijn hart week maakt? Want ik ben bereid 60 1Kor 16:2 | Op elken eersten dag der week, legge een iegelijk van


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License