Book Chapter: Verse
1 Gen 29:16 | voor mijn aangezicht, en stelt ruimte tussen kudde en tussen
2 Gen 31:10 | woont, en handelt daarin, en stelt u tot bezitters daarin. ~
3 Exo 23:1 | vals gerucht opnemen; en stelt uw hand niet bij den goddeloze,
4 Deu 31:14 | sterven; roep Jozua, en stelt ulieden in de tent der samenkomst,
5 Joz 4:3 | ze met ulieden over, en stelt ze in het nachtleger, waar
6 Joz 6:18 | het leger van Israel niet stelt tot een ban, noch datzelve
7 Joz 10:18 | den mond der spelonk, en stelt mannen daarvoor om hen te
8 1Sa 10:19 | koning over ons; nu dan, stelt u voor het aangezicht des
9 1Sa 12:7 | 7 En nu, stelt u hier, dat ik met ulieden
10 1Sa 12:16 | 16 Ook stelt u nu hier, en ziet die grote
11 1Sa 28:9 | heeft uitgeroeid; waarom stelt gij dan mijn ziel een strik,
12 2Sa 22:34 | gelijk als der hinden, en stelt mij op mijn hoogten. ~
13 1Kon 14:6 | huisvrouw van Jerobeam! Waarom stelt gij u dus vreemd aan? Want
14 2Kro 21:17| niet te strijden hebben; stelt uzelven, staat en ziet het
15 Job 10:16 | mij; Gij keert weder en stelt U wonderlijk tegen mij. ~
16 Job 15:25 | en tegen den Almachtige stelt hij zich geweldiglijk aan. ~
17 Job 24:23 | 23 Stelt hem God in gerustigheid,
18 Job 34:24 | niet doorzoeken kan, en stelt anderen in hun plaats. ~
19 Job 36:48 | wanneer God over dezelve orde stelt, en het licht Zijner wolk
20 Job 40:22 | zieden gelijk een pot; hij stelt de zee als een apothekerskokerij. ~
21 Psa 18:34 | gelijk als der hinden, en Hij stelt mij op mijn hoogten. ~
22 Psa 33:7 | zee als op een hoop; Hij stelt den afgronden schatkameren. ~
23 Psa 34:7 | zee als op een hoop; Hij stelt den afgronden schatkameren. ~
24 Psa 37:5 | onrecht op zijn leger; hij stelt zich op een weg, die niet
25 Psa 41:5 | HEERE tot zijn vertrouwen stelt, en niet omziet naar de
26 Psa 42:13 | mijn oprechtigheid, en Gij stelt mij voor Uw aangezicht in
27 Psa 44:14 | 14 Gij stelt ons onze naburen tot smaad,
28 Psa 44:15 | 15 Gij stelt ons tot een spreekwoord
29 Psa 66:9 | onze zielen in het leven stelt, en niet toelaat, dat onze
30 Psa 90:8 | 8 Gij stelt onze ongerechtigheden voor
31 Psa 107:33 | 33 Hij stelt de rivieren tot een woestijn,
32 Psa 107:35 | 35 Hij stelt de woestijn tot een waterpoel,
33 Psa 147:14 | Die uw landpalen in vrede stelt; Hij verzadigt u met het
34 Spre 26:24| maar in zijn binnenste stelt hij bedrog aan. ~
35 Jes 3:13 | 13 De HEERE stelt Zich om te pleiten, en Hij
36 Jes 21:4 | waar ik naar verlangd heb, stelt Hij mij tot beving.
37 Jes 26:1 | hebben een sterke stad, God stelt heil tot muren en voorschansen. ~
38 Jes 35:3 | Versterkt de slappe handen, en stelt de struikelende knieen vast. ~
39 Jes 58:7 | 7 Gij stelt uw leger op een hogen en
40 Jes 60:15 | wie van het boze wijkt, stelt zich tot een roof; en de
41 Jer 17:5 | vertrouwt, en vlees tot zijn arm stelt, en wiens hart van den HEERE
42 Jer 29:26 | uitgeeft, dat gij dien stelt in de gevangenis en in den
43 Jer 46:4 | klimt op, gij ruiters! en stelt u met helmen; vaagt de spiesen,
44 Jer 46:14 | Nof en Tachpanhes; zegt: Stelt er u naar, en maakt u gereed,
45 Jer 51:12 | Babel, versterkt de wacht, stelt wachters, bereidt de lagen;
46 Eze 14:4 | recht voor zijn aangezicht stelt, en komt tot den profeet,
47 Eze 14:7 | drekgoden op in zijn hart, en stelt den aanstoot zijner
48 Eze 28:2 | mens en geen God zijt, stelt gij nochtans uw hart, als
49 Dan 5:21 | mensen, en over dezelve stelt, wien Hij wil. ~
50 Amos 6:3 | die den bozen dag verre stelt, en den stoel des gewelds
51 Joha 10:11| Herder; de goede herder stelt zijn leven voor de schapen. ~
52 Rom 6:13 | 13 En stelt uwe leden niet der zonde
53 Rom 6:13 | der ongerechtigheid; maar stelt uzelven Gode, als uit de
54 Rom 6:13 | levende geworden zijnde, en stelt uw leden Gode tot wapenen
55 Rom 6:16 | niet, dat wien gij uzelven stelt tot dienstknechten ter gehoorzaamheid,
56 Rom 6:19 | tot ongerechtigheid, alzo stelt nu uw leden, om dienstbaar
57 Rom 12:1 | Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levende, heilige
58 Rom 13:2 | die zich tegen de macht stelt, de ordinantie van God wederstaat;
59 Heb 7:28 | 28 Want de wet stelt tot hogepriesters mensen,
60 Heb 7:28 | die na de wet is gevolgd, stelt den Zoon, Die in der eeuwigheid
|