Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
ophingen 1
ophitste 1
ophoude 4
ophouden 60
ophoudt 2
opklaren 2
opklimmen 17
Frequency    [«  »]
60 gedachtenis
60 hief
60 jehu
60 ophouden
60 roep
60 stelt
60 week

Bijbel

IntraText - Concordances

ophouden

   Book Chapter: Verse
1 Gen 8:22 | winter, en dag en nacht, niet ophouden. ~  ~ 2 Exo 9:29 | den HEERE; de donder zal ophouden, en de hagel zal niet meer 3 Lev 25:6 | gedierte uit het land doen ophouden, en het zwaard zal door 4 Deu 15:11 | 11 Want de arme zal niet ophouden uit het midden des lands; 5 Deu 32:26 | van onder de mensen doen ophouden; ~ 6 Joz 23:25 | kinderen onze kinderen doen ophouden, dat zij den HEERE niet 7 Ric 12:15 | HEEREN: Laat ons U toch ophouden, en een geitenbokje voor 8 Ric 12:16 | Manoach: Indien gij Mij zult ophouden, Ik zal van uw brood niet 9 Ric 14:7 | gewroken heb, zo zal ik daarna ophouden. ~ 10 Ric 19:28 | mijn broeder, of zal ik ophouden? en de HEERE zeide: Trekt 11 Neh 4:11 | zullen wij het werk doen ophouden. ~ 12 Neh 6:3 | afkomen; waarom zou dit werk ophouden, terwijl ik het zou nalaten, 13 Job 14:7 | en zijn scheut niet zal ophouden. 14 Psa 8:3 | en wraakgierige te doen ophouden. ~ 15 Psa 46:10 | 10 Die de oorlogen doet ophouden tot aan het einde der aarde, 16 Psa 49:9 | kostelijk, en zal in eeuwigheid ophouden); ~ 17 Psa 89:45 | hebt zijn schoonheid doen ophouden; en Gij hebt zijn troon 18 Spre 18:18| Het lot doet de geschillen ophouden, en maakt scheiding tussen 19 Spre 22:10| geschil met de schande zal ophouden. ~ 20 Jes 13:11 | hoogmoed der stouten doen ophouden, en de hovaardij der      21 Jes 14:6 | verbolgenheid met een plaag zonder ophouden, die in toorn over de heidenen 22 Jes 16:10 | het vreugdegeschrei doen ophouden. ~ 23 Jes 17:3 | 3      En de vesting zal ophouden van Efraim, en het koninkrijk 24 Jes 21:2 | haar zuchting doen      ophouden. ~ 25 Jes 30:11 | Heilige Israels van ons ophouden! ~ 26 Jes 32:14 | het gewoel der stad zal ophouden; Ofel en de wachttorens 27 Jer 7:34 | straten van Jeruzalem doen ophouden de stem der vrolijkheid 28 Jer 14:17 | nederdalen nacht en dag, en niet ophouden; want de jonkvrouw der dochter 29 Jer 16:9 | en in ulieder dagen, doen ophouden de stem der vreugde en de 30 Jer 31:36 | zal ook het zaad Israels ophouden, dat het geen volk zij voor 31 Jer 36:29 | dat mens en beest daarin ophouden? ~ 32 Jer 48:33 | want Ik heb den wijn doen ophouden uit de kuipen; men zal geen 33 Jer 48:35 | En Ik zal in Moab doen ophouden, spreekt de HEERE, dien, 34 Klaa 1:93| Mijn oog vliet, en kan niet ophouden, omdat er geen rust is; ~ 35 Eze 6:6 | drekgoden verbroken worden en ophouden, en      uw zonnebeelden 36 Eze 7:24 | hoogmoed der sterken doen ophouden, en die hen heiligen, zullen      37 Eze 12:23 | zal dit spreekwoord doen ophouden, dat zij het niet meer ten 38 Eze 16:41 | vrouwen ogen; en Ik zal u doen ophouden van een hoer te zijn, en 39 Eze 23:27 | schandelijkheid van u doen ophouden, mitsgaders uw hoererij, 40 Eze 23:48 | schandelijkheid uit het land doen ophouden; opdat alle vrouwen onderwezen 41 Eze 26:13 | gedeun uwer liederen doen ophouden, en het geklank uwer harpen 42 Eze 30:10 | menigte van Egypte doen ophouden, door de hand van Nebukadrezar, 43 Eze 30:13 | de nietige afgoden doen ophouden uit Nof; en er zal geen 44 Eze 30:18 | harer sterkte in haar zal ophouden; haar zal een wolk bedekken,      45 Eze 33:28 | hovaardij zijner sterkte zal ophouden; en de bergen Israels zullen 46 Eze 34:10 | weiden der schapen doen ophouden, zodat de herders      zichzelven 47 Eze 34:25 | gedierte uit het land doen ophouden; en zij zullen zeker wonen 48 Dan 9:27 | slachtoffer en het spijsoffer doen ophouden, en over den gruwelijken 49 Dan 11:18 | zijn smaad tegen hem doen ophouden, behalve dat hij zijn smaad 50 Hos 1:4 | het huis van Israel doen ophouden. ~ 51 Hos 2:10 | 10      En Ik zal doen ophouden al haar vrolijkheid, haar 52 Hand 7:10| gerechtigheid, zult gij niet ophouden te verkeren de rechte wegen 53 1Kor 13:8 | hetzij talen, zij zullen ophouden; hetzij kennis, zij zal 54 Kol 1:9 | het gehoord hebben, niet ophouden voor u te bidden en te begeren, 55 1The 1:3 | 3 Zonder ophouden gedenkende het werk uws 56 1The 2:13| danken wij ook God zonder ophouden, dat, als gij het Woord 57 1The 5:17| 17 Bidt zonder ophouden. ~ 58 2Tim 1:3 | geweten, gelijk ik zonder ophouden uwer gedachtig ben in mijn 59 Heb 1:12 | en Uw jaren zullen niet ophouden. ~ 60 2Pet 2:14| vol overspel, en die niet ophouden van zondigen; verlokkende


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License