Book Chapter: Verse
1 Gen 14:15 | hetwelk is ter linkerhand van Damaskus. ~
2 2Sa 8:5 | 5 En de Syriers van Damaskus kwamen om Hadad-ezer, den
3 2Sa 8:6 | bezettingen in Syrie van Damaskus, en de Syriers werden David
4 1Kon 11:24| en getrokken zijnde naar Damaskus, woonden zij aldaar, en
5 1Kon 11:24| aldaar, en regeerden in Damaskus. ~
6 1Kon 15:18| koning van Syrie, die te Damaskus woonde, zeggende: ~
7 1Kon 19:15| weg, naar de woestijn van Damaskus; en ga daar in, en zalf
8 1Kon 20:34| wedergeven, en maak u straten in Damaskus, gelijk mijn vader in Samaria
9 2Kon 5:12| Farpar, de rivieren van Damaskus, beter dan alle wateren
10 2Kon 8:7 | 7 Daarna kwam Elisa te Damaskus, als Benhadad, de koning
11 2Kon 8:9 | te weten, alle goed van Damaskus, een last van veertig kemelen;
12 2Kon 15:28| gekrijgd heeft, en hoe hij Damaskus en Hamath, tot Juda behorende,
13 2Kon 17:9 | van Assyrie toog op tegen Damaskus, en nam haar in, en voerde
14 2Kon 17:10| Assyrie, tegemoet, naar Damaskus; en gezien hebbende een
15 2Kon 17:10| hebbende een altaar, dat te Damaskus was, zo zond de koning Achaz
16 2Kon 17:11| wat de koning Achaz van Damaskus ontboden had; alzo deed
17 2Kon 17:11| dat de koning Achaz van Damaskus kwam. ~
18 2Kon 17:12| 12 Als nu de koning van Damaskus gekomen was, zag de koning
19 2Kon 18:9 | van Assyrie toog op tegen Damaskus, en nam haar in, en voerde
20 2Kon 18:10| Assyrie, tegemoet, naar Damaskus; en gezien hebbende een
21 2Kon 18:10| hebbende een altaar, dat te Damaskus was, zo zond de koning Achaz
22 2Kon 18:11| wat de koning Achaz van Damaskus ontboden had; alzo deed
23 2Kon 18:11| dat de koning Achaz van Damaskus kwam. ~
24 2Kon 18:12| 12 Als nu de koning van Damaskus gekomen was, zag de koning
25 1Kro 18:5 | 5 En de Syriers van Damaskus kwamen, om Hadar-ezer, den
26 1Kro 18:6 | legde bezetting in Syrie van Damaskus, alzo dat de Syriers Davids
27 1Kro 19:5 | 5 En de Syriers van Damaskus kwamen, om Hadar-ezer, den
28 1Kro 19:6 | legde bezetting in Syrie van Damaskus, alzo dat de Syriers Davids
29 2Kro 17:2 | koning van Syrie, die te Damaskus woonde, zeggende: ~
30 2Kro 24:23| roof tot den koning van Damaskus. ~
31 2Kro 28:5 | van gevangenen, die zij te Damaskus brachten. En hij werd ook
32 2Kro 28:23| hij offerde den goden van Damaskus, die hem geslagen hadden,
33 Hoo 7:4 | toren van Libanon, die tegen Damaskus ziet. ~
34 Jes 7:8 | 8 Maar Damaskus zal het hoofd van Syrie
35 Jes 7:8 | en Rezin het hoofd van Damaskus; en in nog vijf en zestig
36 Jes 8:4 | zal men den rijkdom van Damaskus, en den buit van Samaria
37 Jes 10:9 | Is niet Samaria gelijk Damaskus? ~
38 Jes 17:1 | 1 De last van Damaskus. Ziet, Damaskus zal weggenomen
39 Jes 17:1 | last van Damaskus. Ziet, Damaskus zal weggenomen worden, dat
40 Jes 17:3 | Efraim, en het koninkrijk van Damaskus, en het overblijfsel der
41 Jer 49:23 | 23 Tegen Damaskus. Beschaamd is Hamath en
42 Jer 49:24 | 24 Damaskus is slap geworden, zij heeft
43 Jer 49:27 | aansteken in den muur van Damaskus, en het zal Benhadads paleizen
44 Eze 27:18 | 18 Damaskus dreef koophandel met u,
45 Eze 47:16 | dat tussen de landpale van Damaskus en tussen de landpale van
46 Eze 47:17 | Hazar-Enon, de landpale van Damaskus, en het noorden noordwaarts,
47 Eze 47:18 | tussen Havran, en van tussen Damaskus, en van tussen Gilead, en
48 Eze 48:1 | Hazar-Enon, de landpale van Damaskus, noordwaarts aan de
49 Amos 1:3 | Om drie overtredingen van Damaskus, en om vier zal Ik dat niet
50 Amos 1:5 | En Ik zal den grendel van Damaskus verbreken, en zal uitroeien
51 Amos 5:27| gevankelijk wegvoeren, ver boven Damaskus henen, zegt de HEERE, Wiens
52 Zac 9:1 | over het land Chadrach en Damaskus, deszelfs rust; want de
53 Hand 16:5 | tot de broeders, ben naar Damaskus gereisd, om ook degenen,
54 Hand 16:6 | geschiedde mij, als ik reisde, en Damaskus genaakte, omtrent den middag,
55 Hand 16:10| Sta op, en ga heen naar Damaskus; en aldaar zal met u gesproken
56 Hand 16:11| met mij waren, en kwam te Damaskus. ~
57 Hand 20:12| Waarover ook als ik naar Damaskus reisde, met macht en last,
58 Hand 20:20| heb eerst dengenen, die te Damaskus waren, en te Jeruzalem,
59 2Kor 11:32| van den koning Aretas in Damaskus, bezette de stad der Damaskenen,
60 Gal 1:17 | en keerde wederom naar Damaskus. ~
|